A Op daartoe gedaan verzoek is aan mej. M. C. E. van der Meer, onderwijzeres aan eene openbare lagere school alhier, eene verklaring uitgereikt, dat zij uithoofde van lichaamsgebreken voor de verdere waarneming harer betrekking ongeschikt is. „Arnhem Vooruit." Gisteravond had in Mu^is Sacrum de aangekondigde vergadering plaats van belangstellenden, opgeroepen door het voorloopig comité der Vereeniging „Arnhem Vooruit" om de statuten vast te stellen. De talrijke vergadering werd gepresideerd door den heer L. G. A. graaf van Limburg Stirum, die ongeveer volgenderwijs sprak : „Mijne heeren! Namens het voorloopig comité tot oprichting der Vereeniging „Arnhem Vooruit" heet ik u allen hartelijk welkom. Gij hebt door uwe talrijke opkomst wel gehoor willen geven aan onze roepstem. Dit is voor ons een treffend bewijs, dat nu eindelijk tot uiting is gekomen, wat reeds langen tijd sluimerde in de hoofden en harten van vele Arnhemmers; een bewijs tevens, dat wij kunnen rekenen op den steun van allen, die onze schoone stad liefhebben, van allen, die hun krachtigen steun willen verleenen tot meerderen bloei van hun woonplaats. In de weinige woorden waarmede wij u tot deze vergadering opriepen, hebt gij kunnen lezen wat het doel van ons streven is. Sta mij toe dit in het kort toe te lichten. Er dreigt een legende te ontstaan, een legende waardoor het schoone plekje grond, dat wij Arnhem noemen, zou kunnen benadeeld worden, indien niet tijdig gezorgd wordt, dat onjuiste oordeelvellingen worden weersproken. Men hoort toch zoo nu en dan uitspreken, niet alleen door niet-stadgenooten, maar zelfs door onze eigen inwoners, dat het te Arnhem duur leven is, welnu niets is minder waar dan dat. Een dergelijk oordeel wordt meesttijds uitgesproken zonder dat men zich de moeite geeft eens rond te zien hoe het elders gesteld is. Tot hen die beweren dat te Arnhem de be-, lastingen hoog zijn, kan ik reeds nu zeggen, dat hun oordeel onjuist is; tot hen die beweren dat het te Arnhem duur leven is, zeg ik: gij kent het leven niet in deze plaats. Wat wil nu „Arnhem Vooruit" ? Zeer goed weten wij dat onjuiste beweringen niet alle door tegenspraak den kop zijn in te diukken, neen, maar wij willen trachten door welsprekende cijfers aan te toonen, hoe het hier gesteld is met belastingen, huishuur, schoolgeld, ja wat niet al meer. Wij vreezen niet of Arnhem zal tusschen hare zustersteden geen slecht figuur maken. En al ware dit ook niet het geval, dan nog is onze schoone gemeente door hare heerlijke ligging de magneet, die vreemdelingen zal blijven trekken, ook al deed men weinig om het v e r b 1 ij f hier aangenaam te maken. De „Vereeniging voor het Vreemdelingenverkeer" heeft veel, zeer veel gedaan om Arnhem naar buiten bekend te maken en is in dat pogen in alle opzichten geslaagd. Ook heeft Arnhem met hare omgeving een uitnem enden klank tot ver . over de grenzen van ons vaderland. Doch, mijneheeren, (en thans treden wij op het gebied dat w ij ons voorstellen) als plaats van vestiging wordt Arnhem minder genoemd. En dit juist wenschen wij te bevorderen.
Waarofn Zoüden naast vele gefortuneerden die hier een aangenaam verblijf vinden ook handel en industrie geen plaats kunnen ingerujmd worden ? Wat de ligging aangaat, in het 'centrum van Gelderland aan rivier en spoorweg en de vele groote verbindingswegen met andere plaatsen zijn er geen bezwaren aan verbonden. En als wij zien wat de geachte Raad onzer gemeente al niet doet in het belang der ingezetenen, zooals de aankoop van het schoone landgoed Sonsbeek, de aanlegf van flinke verkeerswegen tusschen Klarenbeek en Velperweg nu weder de groote verbetering aan den Zijpschen weg en de nieuwe wegen in aanleg daarbij, dan is dat voor ons ook een spoorslag om te trachten veel nieuwe ingezetenen hier te krijgen. Misschien zijn er onder u, die de schouders ophalen en in stilte mompelen : „Arnhem is een luxestad", maar door dit telkens te herhalen brengt men haar werkelijk niet vooruit. Ook de welvaart die geschapen wordt door handel en industrie mag zeker wel een factor worden voor den bloei van Arnhem. Voor dit en voor alles wat nuttig voor onze gemeente kan zijn, wenschen wij inlichtingbureaux te stichten en in 't kort, zooals de slotalinea van Art. 4 der ontwerp-statuten luidt: aan te moedigen, te ondersteunen of zelf uit te voeren wat kan strekken om Arnhem als plaats van verblijf aantrekkelijk te maken en den handel, de industrie en het verkeer tot meerdere ontwikkeling te brengen. Om de ons voorgestelde taak goed uit te voeren is behalve uw zedelijke steun veel geld noodig, wij moeten dus een beroep doen op uw gezond eigenbelang en financieele offers van u vragen, die wij u hopen te rescontreeren door meerdere welvaart in uwe zaken, wij doen tevens een beroep op de gefortuneerden, die nu eens waarlijk kunnen toonen door hunne bijdragen, dat Arnhem luxe-stad is. En hiermede, 'mijne heeren, beveel ik deze nieuwe Vereeniging ten zeerste bij u aan en open ik deze vergadering onder de leuze van den naam onzer Vereeniging „Arnhem vooruit" !" De heer mr. H. P. de Wilde lichtte vervolgens de artt. 3 en 4 toe van de ontwerpstatuten. Spr. wees er op, dat de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer veel voor Arnhem gedaan had en zeide met nadruk dat deze nieuwe Vereeniging geen concurrentie of tegenwerking wilde. Maar krachtens de statuten van de „V. V." was die Vereeniging er niet op aangewezen, handel en industrie te bevorderen , een belangrijke factor van den welstand dezer gemeente. Daarom is het doel van „Arnhem Vooruit" daarvoor propaganda te maken op groote schaal, maar ook voor Arnhem als plaats die mooi is gelegen en waar het leven niet duur is in vergelijking met andere plaatsen, en voorts is het doel al datgene te bevorderen wat aan dat streven ten goede kan komen, opdat Arnhem, 'twelk in den laatsten tijd niet vooruitgaat, meer bekend worde als plaats die veel voor heeft boven andere. De middelen daartoe zijn omschreven in art. 4 van de statuten. De Vereeniging staat niet op den grondslag van de Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer, ook staat zij er niet vijandig tegenover, doch raakt haar zijdelings. Wat toch is het verschil tusschen deze Vereeniging en de Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer ? Deze laatste wil het hen gemakkelijk maken, die slechts tijdelijk hier komen, terwijl ons streven is die hier blijven wonen, voort te helpen en handel en industrie te bevorderen. Had de Vereen, ter bev. v. h. Vreemdl. verkeer niet bestaan, wij zouden ook haar taak overnemen doch thans zullen we werken, ieder op haar gebied, ook al hoopt spr. dat samenwerking zal mogelijk wezen. Wij hebben gemeend, ging spr. voort, zelfstandig te moeten zijn, niet omdat wij zeggen: de „V. V." deugt niet, maar omdat wij op uitgebreider gebied wenschen te werken. Vervolgens ging spr. de verschillende middelen om tot dat doel te geraken na, zooals zij omschreven waren in de ontwerp-statuten, nogmaals de noodzakelijkheid aantoonende, naar zijn meening, om een nieuwe Vereeniging op te richten. De heer V. G. A. Bosch, voorzitter van de „Ver. tot Bev. van het Vreemdelingenverkeer in Arnhem en Omstreken", gaf zijn verbazing te kennen over het oprichten van eene nieuwe Vereeniging, die precies hetzelfde beoogt als „V. V.", terwijl door „Arnhem Vooruit" geheel geen voeling met haar bij de oprichting is gehouden. Men zegt, dat „V. V." zich niet inlaat met handel en industrie ; welnu, waren er meer leden en kwamen ze op de vergaderingen om hun klachten te uiten, het bestuur van de „ V. V." zou gaarne aan alle wenschen tegemoetkomen. De steun, dien „Arnhem Vooruit" dan ook eventueel aan de „V. V." wenscht te geven, zal althans door spr. niet gewenscht worden. Zoo gaat het wel meer : een ongevraagde steun wordt niet altijd geapprecieerd. Daarbij is het niet in Arnhem's voordeel nog een Vereeniging met hetzelfde doel op te richten, want deze Vereeniging wekt verdeeling: zij verdeelt de financiën en dat nog niet alleen, maar ook de krachten. „V. V." werkt niet alleen voor de tijdelijke bezoekers van Arnhem, maar wel degelijk ook voor de blijvende. Heeft zij niet de Orkest vereeniging gesteund met een zoo groote som, dat het bijna boven de financieele draagkracht der Vereeniging ging? Zijn er niet adressen door haar aan den Raad gericht betreffende het park op Sonsbeek ? Heeft zij haar best niet gedaan wegen te verbeteren en rustbanken geplaatst ? Veel komt zij te kort, dat wil spr. gaarne erkennen, maar had men haar meer gesteund, door lid te worden, had men wat meer sympathie getoond, zij zou ongetwijfeld meer hebben gedaan. De nieuwe Vereeniging is niet in het voordeel van Arnhem, daarom kan „V. V." niet met haar medegaan. Alles, wat in deze ontwerp-statuten wordt gezegd, wordt door „V. V." gedaan. WieIerfeesten,
Oranjedag enz. enz., alles wordt door de „V. V." gesteund. Ook zij geeft een reclameplaat, zelfs heeft zij voor dit jaar een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe reclame-plaat. Verder plaatst zij advertenties, en zelfs geeft zij over Arnhem een boekje uit. Haar bureau van voorlichting doet veel, zeer veel. Met handel en industrie echter heeft zij zich niet bemoeid, hoewel haar statuten het niet uitsluiten. Doch hieraan is dé financieele toestand de schuld. Dat zich daarom meerderen aansluiten! De heer Verrijp vroeg, of de nieuwe Vereeniging zich ook ten doel stelde om de levenswijze hier goedkooper te maken. Zoo b.v. zijn huishuur en groenten hier duur; wil deze Vereeniging trachten die goedkooper te maken ? Is ook dat haar doel ? De heer N. Th. Ladenius zeide, dat hij oorspronkelijk het plan dezer Vereeniging met sympathie begroet had, doch na alles wat de heer Bosch gezegd had, eenigszins huiverig werd. Spr. is bang voor verdeeldheid. Het speet hem dat de Voorzitter van de „V. V.", de heer Bosch, het met deze Vereeniging niet eens was, daarom zou spr. wel een brug willen slaan opdat beide elkaar zouden naderen, door in overweging te geven, dat het comité dezer Vereeniging en het bestuur van „V. V." met elkaar zouden confereeren. Mr. C. J. baron van Tuyll gevoelde als bestuurslid van de „V. V." toch veel sympathie voor deze nieuwe Vereeniging, doch is het met den heer Bosch eens. Spr. zag kwaad in concurreerende Vereenigingen. De menschen zullen geen tijd meer kunnen vinden de vergaderingen te bezoeken, waar er reeds zooveel Vereenigingen zijn. Spr. betreurde dat niet een gecombineerde vergadering was vooraf gegaan van het comité dezer Vereen, en het bestuur van de „V. V." om nader overeen te komen. Spr. zegt dat wanneer men denkt, dat „V. V." tegen deze Vereeniging is omdat de bestuursleden tuk zijn op het baantje, men zich vergist Spr. en ook anderen willen gaarne hun plaats afstaan aan hen die meenen het beter te kunnen doen, maar men wachte zich voor verdeeldheid. De heer H. Minkman Jr. vond ook dat art. 4 der ontwerp-statuten overeenkwam met die van de „V. V." Voorts wees spr. er op, dat al was er veel te doen in het belang van handel en nijverheid, hij meende dat het moeilijk zou zijn, door het zoo maar oprichten van een nieuwe Ver., veel uit te richten. Ook vond spr. de contributie van f5,— veel te hoog, daar velen die som niet zullen kunnen betalen. Spr. begreep niet waarom een nieuwe Ver. moest worden opgericht. De heer mr. de Wilde repliceerend vond het geen zeggen van den voorzitter van de „V. V." den heer Bosch : wij begeeren geen steun, en evenmin van den heer Minkman, die bang scheen te zijn voor zijn teere plantje! de Vereeniging „Handel en Nijverheid". Maar zoo was het altijd. Doch deze Vereen., zegt spr., wil niet andere in den hoek duwen. De heer Ladenius wil een brug slaan voor toenadering, hij heeft „pais en vrede" geroepen, doch wij willen uitsluitend Arnhem en niet Arnhem, Velp en Oosterbeek, zooals de „V. V." Dit verschil is te groot; samenwerking tusschen beide is daarom absoluut onmogelijk. Daarom wenschen wij zelfstandig te staan. De voorzitter van de „V. V." geeft wel hoog op van zijn Vereeniging maar zij gaat toch uitsluitend over het vreemdelingenverkeer. Dat juichen wij wel toe, maar dat is niet ons doel. Met handel en industrie bemoeit zich die Vereen, absoluut niet en dat juist beoogen wij. Onze Vereeniging heeft reden van bestaan. Er moet wat gedaan voor haven, marktwezen enz. Daarom hoopt spr. straks op den steun van de heeren Bosch en Minkman. Door ons — zegt spr. — is over een tijd van 11 jaren een statistiek opgemaakt over de vermeerdering der bevolking door vestiging in Arnhem en daaruit blijkt, dat de toeneming der bevolking door vestiging heeft bedragen: 244 personen. Nu vragen wij, wat heeft de „V. V.' in dien tijd dan uitgericht ? Spr. antwoordde op de vraag van den heer Verrijp, dat toen alles in Arnhem duur was, Arnhem in veel betere conditie verkeerde. Maar 't is ons doel niet — en we zouden het ook moeilijk kunnen ging spr. voort — om hier het leven p;oedkoop te maken. De zaak willen we niet mooier voorstellen dan ze is, maar alleen er op wijzen, wat hier te vinden is. De heer Bosch wees er nog eens op, ctet 'n* dien maar voeling was gehouden met de „V. V. ook wel tot overeenstemming zou zijn gekomen. Dat spr. daarom den steun van „Arnhem v ooruit" niet wenschte was niet alleen, omdat he^ niet in het belang van Arnhem en van de »*•*• was, maar omdat er slechts verdeeling gekweekt werd. Velp en Oosterbeek staan wel degelijk in verband met Arnhem, en zijn voor den win e - stand van Arnhem van groot belang. Men ee daar echter in de laatste jaren zelf Vereenigingen opgericht en zich op die wijze van ons osg maakt Wie meende dat er meer gedaan worden, had zich bij de „V. V moe e „ . ten, en daar ditniet is gebeurd, hee „ • • kunnen doen voor handel en industrie, Sp . gelooft niet dat een nieuwe Vereeniging m het belang van Arnhem is, wel, de ou e en met haar samen te werken. De heer Ladenius bepl:eitte nogmaab een samenwerken tusschen beide, daar ^ nigingen schadelijk zouden werken. •zou Arnhem groot maken. - —and De heer Bosch antwoordde dat nooit lema van de heeren was gekomen om daarover SP D k e eI heer de Wilde merkte op, dalt het voorloopig comité aan enkele leden van . , . * van de „V. V." een uitnoodiging had gencht tot bijwoning dezer vergadering en was blijde dat sommigen daaraan gevolg hadden gegeve . Hij deelde mede dat met het Bestuur van „V. V." in overleg zou worden getreden en dat
later eene vergadering 2oü worden bijeenge roepen waarop de resultaten van die bespreking zouden worden medegedeeld. Deze mededeeling werd met luid applaus begroet, waarna de vergadering gesloten werd. _ In de alg. vergadering op Zaterdag 16 dezer, des av. te 8 uur in het Logegebouw, van de „Ver. voor Gezondheids- en Vacantiekolonies te Arnhem" komen aan de orde: Het jaarverslag, de rekening en de bestuursverkiezing. Door het bestuur worden 4 dubbeltallen aanbevolen: ie de heeren dr. G. J. M. Couvée en dr. R. B. Damsté; 2e mevr. J. E. KalkerFranken en mevr. J. M. Wolff-Gompen; 3e de heeren H. P. de Haan en H. T. J. Tiddens; 4e de heeren A. Hildesheim en J. F. Rothfusz
Steun aan het ontslagen spoorwegpersoneel. Het comité tot steun van het ontslagen spoorwegpersoneel alhier, heeft thans zijn taak geeindigd en wenscht het volgende mede te deelen ter verantwoording aan hen die financieel hun steun hebben verleend. Voor dien steun zegt het comité hartelijk dank ook uit naam van hen die er van genoten hebben; deze zijn door dien bijslag op hun gering wekelijksch inkomen, in de* afgeloopen winter ten minste voor algeheelen ondergang bewaard gebleven. Het comité kon beschikken door giften in eens, per maand of per week, over een bedrag van f 1282,85. Als noodzakelijke onkosten werden uitgegeven aan drukwerk f 25.90, zaalhuur voor vergaderingen f4 50» kleine uitgaven f4.11, aan de „Onderlinge Werkverrichting", welke uitsluitend bestaat uit ontslagen spoorwegpersoneel, f 148.55 wegens het verspreiden van inteekenbiljetten en -kaarten, en het geregeld ophalen der bijdragen; aan andere personen die eveneens met deze werkzaamheden zijn belast geweest, is nog betaald f21.90, waardoor nog ter uitkeering overbleef f1076.55, terwijl het restant ad f 1.34 is gestort in de kas der „Onderlinge Werkverrichting." De eerste uitkeering had plaats 12 Dec. 1903 en de laatste 2 April j.1. Zij werd geregeld wekelijks verstrekt. Het aantal personen die daarvoor in aanmerking kwamen, varieerde van 30 tot 19. De eerste drie uitkeeringen bedroegen f 2 per week. Toen daarna het comité een juister overzicht kreeg over de bijdragen, werd, ten einde de uitkeering meer in verband te brengen met de talrijkheid en dus met de behoeften der gezinnen, deze per week vastgesteld op f 1.50 per persoon of gezinshoofd, vermeerderd met 25 cent voor elk kind beneden den leeftijd van 14 jaren. Daar echter bleek dat de inkomsten aan de „Onderl. Werkverr.", waarbij bijna alle personen aan wie werd uitgekeerd, werkzaam waren, belangrijk daalden, werd dit bedrag van f 1.50 per hoofd voor dezen gedurende eenige weken verhoogd met f 2.50 per week. Ten einde den steun tot April te kunnen uitkeeren, werd op 19 en 26 Maart en 2 April respectievelijk verstrekt f 1.50, f 1.— en f 1.70 per persoon en de bijslag voor kinderen achterwege gelaten. Behalve aan deze personen, verbonden aan de „Onderl. Werkverr.", werd nog voor korteren of langeren tijd aan andere alhier wonende ontslagen spoorwegmannen een uitkeering gedaan van f 1, a f1.50 per week. Aan enkelen die elders werk konden vinden, werd op hun verzoek ter bestrijding der kosten van verhuizing enz. een som gelds in eens uitgekeerd. De rekening van den penningmeester van het comité is nagezien en in orde bevonden door de comitéleden B. van den Berg en C. L. Treffers, benevens K. J. van Prooijen en R. Polman namens de personen aan wie de uitkeering heeft plaats gehad. Deze waren door het comité daartoe uitgenoodigd. — Van wege de afd. Amhem van den Ned. Opperliedenbond wordt Zondag 10 April te 10 uur 's ochtends eene openbare Vergadering gehouden, ter herdenking van het 3-jarig bestaan. Als spreker treedt op A. F. Muller van Arnhem net het onderwerp: „Wat de Arnh. Opperlieden vereeniging in 3 jaar deed en loon en arbeid der opperlieden". — t Heden Vrijdagavond, 8 April, te halfnegen zal er in café Kelholt eene vergadering worden gehouden, toegankelijk voor de werklieden der gemeente, waar door de besturen van den Arnh. Bestuurdersbond, den Bond van Gemeentewerklieden en den Christelijken Bestuurdersbond besproken zal worden : „wat kan worden gedaan ter bevordering van de Zondagsrust aan de gemeente-gasfabriek ?" — Wij kunnen den beminnaars van een waneling door het Beekhuizer bosch mededeelen, at, tnet goedkeuring van den heer Lüps van ']°en, door de zorgen van het bestuur der " e r- tot Bev. v. h. Vreemdelingenverkeer in rnhem en Omstreken" de vier prachtige wane '? g en in gezegd bosch opnieuw zijn gemerkt. I ^ weet, dat de roode, witte, blauwe en ° ^driehoekjes met de punt naar de richting dus rf 1 Beekhuizen wijzen. Men behoelt t , eze °P de boomen aangebrachte merkH™ ? ns slechts te volgen, om zich voor verbalen te hoeden. d a ï7'^ et: Panopticum van William Böhme, ^ U1 een fraaie tent op het Roermondsplein gez ,P n ' s > mag, nu de Paaschweide met hare wel 'f 6 kindervermakelijkheden is afgeschaft, S ? en vergoeding voor de jeugd worden Pofwf^ ' s •A- von ds, als de geuren van de Stront"" ' aam daarnaast de lucht vervullen, de derdp 6 m .° t0r . z 'j n drijfwiel laat snorren, de honhlinkeHMetrische lichtjes het van goud en wit in pp 0 f' Wee 'derig gebeeldhouwde frontgebouw orgel n . ër ' e ken glans hullen en het stoompan ij 2 ' 11 zware toonen over het plein uitstort, Vatl en zlc h te midden van een dichte drom ens chen, oud en jong, mannen en vrouWen ' uuu en jong, mann W?t ~- 61 ? kl e * ne kermis denken. zeer de^ m - ^ et P ano pticum te zien is, loont beelden moe ' te van een bezoek. De wassen cn S roe Pen zijn zoo goed afgewerkt als j
toen ze ergens kan aanschouwen. Ook de kleederdrachten zijn met zorg gemaakt en historisch juist, naar het ons voorkomt. Althans de costumes van de Boeren op kommando, van den monnik, den Savoyaard, de Hongaren, de bezoekers eener volksvergadering, kaartspelende boeren enz., zijn der waarheid getrouw. De poses zijn almede zeer goed. Een der grootste kunststukken — vele beelden bewegen — is de oude waarzegster. Haar mooie kop beweegt zich als in gedachte, de oogen dwalen over de kaarten, de lippen prevelen, de uil op den schouder schudt den kop, de poes onder den arm streelt met haar kopje en beweegt den staart. Zeer interessant zijn ook de „clair-voyante"verrichtingen van een der dames-artiesten. Deze weet, hoezeer geblinddoekt, de meest uiteenloopende voorwerpen te noemen welke door iemand, die het vertrek rondwandelt, worden aangewezen bij het publiek, of die hem worden getoond, zooals de jaartallen op muntstukken, de onderteek ening van een telegram, de juiste aanwijzing van den minuutwijzer, den ouderdom van personen uit het publiek. Ook de lachspiegels hebben veel succes en bereiken hun doel ten volle. — X Gisteravond ruim twaalf uur kwam een bewoonster van de Spijkerstraat, toen zij haar huisdeur wilde ontsluiten, tot de ontdekking dat de-deur reeds van het slot was. Nader bleek, dat ongeveer f17 aan geld en een gouden ring was ontvreemd. De politie doet onderzoek. — Zutphen, 7 April. Heden werd alhier onder voorzitterschap van den heer J. W. Planten de algemeene vergadering gehouden van de afdeeling Gelderland der vereeniging tot bevordering der Pluimveehouderij in Nederland. De vergadering was niet druk bezocht. De rekening over 1903, die met een batig saldo van f 3 53 sluit, werd goedgekeurd. Blijkens het verslag van den secretaris was het jaar 1903 niet zeer voorspoedig, want 31 zoogenaamde losse leden bedankten en de onderafdeelingen gingen in ledental niet vooruit. Uit het jaarverslag van den algemeenen secretaris, dat uitgebracht zal worden op de a. s. algemeene vergadering te Amersfoort en hier voorgelezen werd door den voorzitter, bleek, dat de vereeniging in bloei toeneemt. Het ledental is van 2000 tot 3193 gestegen. Voor 1903 verleende de Regeering f 1500 subsidie. De handel in pluimvee is toegenomen, terwijl de afdeeling Friesland een eierhandel heeft georganiseerd, waardoor het getal leden toenam en de prijs der eieren daar hooger werd.
De konijnenteelt breidt zich zeer uit, alleen in Meppel worden jaarlijks 20 a 25000 konijnen naar de markt te Londen gezonden. Er zijn thans in ons land 34 fokstations voor de hoenderen 39 dekstations voor de konijnenteelt. Aangezien de statuten der afdeeling gewijzigd werden, trad het geheele bestuur af. Herkozen werden de heeren J. W. Planten, voorz., J. S. M. Vrijland waarn. secretaris, F. de Haan (te Eefde), G. J. Duitshof (te Ambt-Doetinchem) en baron Van Nagell (te Warnsveld). De afdeeling kan dit' jaar over een bedrag over f 165 beschikken, hetgeen veel te weinig geacht werd, waarom dan ook bij het hoofdstuur om meerdere subsidie zal gevraagd worden. Besloten werd deze f 165 te besteden voor subsidies aan de onderafdeeliegen en aan lezingen, waarbij iemand de belangen van den Ned. Coöperatieven Eierverkoop zal bespreken. Nadat nog eenige minder belangrijke punten besproken waren, werd de vergadering gesloten. — & Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is aan J. W. Stapel, onderwijzer aan de O. L. school te Gaanderen (Ambt-Doetinchem), naar aanleiding van zijn adres om vergoeding van schade, welke hij heeft geleden door het hem niet ten volle uitbetalen zijner jaarwedde gedurende den tijd in militairen dienst doorgebracht, te kennen gegeven, dat voor tusschenkomst der Regeering geen termen bestaan. — * Njjkerk, 7 April. Tot gecommitteerden van den polder Arkemheen zijn gekozen, voor Nijkerk de heeren E. v. d. Pol Jzn. en C. C. Callenbach C.Cz. resp. met 97 en 80 stemmen; voor Putten de heeien D. v. Hel en G. Slot met 82 en 81 stemmen. Totaal waren 144 stemmen uitgebracht.