Barometer'r? stand. to G >—i 1 9 Toestand | Gevallen regen Plaats. Gisteren Heden X O "J h G £ Windkr. (0 >-H V O* a u H der lucht. mM. mM. Gron. 765 768 O Helder. . 765 767 O De Bilt. . 764 766 NO Vliss. 764 766 NO Maastr. 764 765 N helder bewolkt licht bew. bewolkt mist Overzicht vaa den weerstoestand i» Europa. De depressie boven Zuidelijk Frankrijk heeft stand gehouden en is wat dieper geworden (Nizza, 753 mM). Het gebied van hooge drukking boven het zuidelijk deel der Oostzee is in beteekenis vermeerderd. (Wisby, ruim 775 mM). De veranderingen in de temperatuur loopen zeer uiteen. Verwachting : Matige Oostelijke wind ; afwisselende bewolking; goed, frisch weer. Sibru.
Arnhemsche courant
- 19-04-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 19-04-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5457
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ARNHEMSCHE COURANT van Dinsdag 19 April 1904. TWEEDE (laatste) BLAD. METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN. Dinsdag 19 April 1904. (Waarnemingen van des morgens 8 uur.)
Arnhem, 19 April.
Thermometer (8 u. 51 0 12 u. 63° F.) Fortin's Barometer, B. Holsboer, (12 u.) 763.7 Daling 1.1 mM. Nog dalende. Windstreek NO. Windkracht 1. Hoogte van den waterspiegel aan de peilschalen te Arnhem bij de brug: 9.85 M -f AP. = Amst. Nulp.> y , M 2.88Mbov .of+Amh.NulpJ val 7 cM ' Te Keulen 3.47. Wa- 2 cM. MAAN : L. K. 7 April. N. M. 15 April. E. K. 23 April. V. M. 29 April.
BEKENDMAKINGEN.
Op heden zijn nog ten Raadhuize ter inzage nedergelegd de volgende stukken, om te worden behandeld in de Raadsvergadering van 23 April. a.s. 1. Adressen, houdende aanvragen of ontheffing of restitutie van plaatselijke directe belasting over 1903. — 2. Missives van de Arnhemsche Stoomsleephellingmaatschappij en de firma G. T. Coers betreffende het pachten van oppervlakten lanks den linkeroever van de rivier den Nederrijn. — 3. Missive van de Commissie voor de gemeentegasfabriek, houdende toezending van een staat met waarnemingen omtrent de scheikundige samenstelling en de lichtkracht van het gas gedurende de Maand Maart j.1. — 4. Missive van de naamlooze vennootschap „Grondenen Huizen-exploitatiemaatschappij" betreffende den verkoop aan de gemeente van een stuk grond tusschen de Ernst Casimirlaan en den Velperweg met berichten van den directeur der gemeentewerken en de Commissie van Bijstand. — 5. Missive van het bestuur der Drie Gasthuizen, houdende toezending der rekeningen van die instellingen
over 1903 met bijlagen en bericht van de Commissie van Financiën. — 6. Idem van het bestuur van het Nieuwe Weeshuis met bijlagen en gelijk bericht. — 7. Idem van het bestuur der afdeeling „Arnhem" van den Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik betreffende de exploitatie der volksleeszaal met .bijlagen en gelijk bericht. — 8. Idem van de commissie, bedoeld bij art. 33 der pensioenverordening, houdende toezending der rekening van het pensioenfonds over 1903 met bijlagen en gelijk bericht. — 9. Idem van de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, houdende toezending harer rekening over 1903 met bijlagen en gelijk bericht. — 10. Adressen van de heeren W. Badon Ghijben en mr. P. C. 't Hooft, houdende aanvragen om ontslag als lid der Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, met bericht van die Commissie,— n.Ontwerpraadsbesluit tot het doen eener betaling uit den post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooting voor 1903. — 12. Idem tot het doen van af-en overschrijvingen op die begrooting. — 13. Proces-verbaal van opneming der boeken en der kas van den gemeenteontvanger. — 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toekennen eener persoonlijke toelage aan den commies 2e klasse ter secretarie mr. A. L. Scholtens. — 15. Verslag der Gezondheidscommissie over 1903. — 16. Idem van de Vereeniging tot restauratie der Groote of St.-Eusebiuskerk.— 17. Besluiten van Gedeputeerde Staten betreffende de uitvoering der wet van 1 Februari 1904, „Staatsblad" no. 25. — 18. Missive van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs, houdende toezending van j een ontwerp tot wijziging der verordening op de regeling van het gemeentelijk openbaar lage* onderwijs. — 19. Missives van de plaatselijke Commissie van toezicht op het lager ouderwijs en de Gezondheidscommissie betreffende de ontwerp-verordening, regelende de aanstelling en de werkzaamheid van schoolartsen bij het openbaar lager onderwijs. ) 1
Nog zijn ter inzage gelegd de volgende stukken ; 1. Missive van de Commissie voor de strafverordeningen betreffende de vaststelling eener algemcene politieverordening. — 2. Missive van den directeur der gemeentewerken, houdende toezending van een overzicht over de eerste ontginning op de Kemperheide over het seizoen I 9°3/ I 9°4* Arnhem, De Burgemeester, 16 April 1904. Sweerts. Burgemeester en Wethouders der gemeente Arnhem; Brengen ter algemeene kennis: dat ter Secretarie der gemeente, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar zijn : a. eene ontwerpvei ordening op de waarneming van de functiën van ambtenaar van den Burgerlijken Stand (prijs 5 cent} ; b. idem tot wijziging der verordening op de regeling van het gemeentelijk openbaar lager onderwijs (prijs 5 cent) c. idem, regelende de aanstelling en de werkzaamheid van schoolartsen bij het openbaar lager onderwijs (prijs 25 cent), welke ontwerpen in de op 23 April a.s. te houden Raadsvergadering zullen worden behandeld. Arnhem 18 April 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Sweerts. De Secretaris, A. J. Kronenberg.
De weduwe van Mac Glowrie, 5) NAAR BRET HARTE.
Verbaasd, geërgerd, verontwaardigd gehoorzaamde Blair niettemin aan zijn eerste ingeving, die van een fatsoenlijk man. Hij keerde zich langzaam af en deed alsof hij hem niet zag, leidde zijn paard een eind verder, steeg op en galloppeerde weg, zonder om te zien. Maar zijn hart was vol bitterheid. Die vrouw, die een paar dagen geleden pas haar afkeer van dien man te kennen gegeven en zijn bewonderaars uitgelachen had — had nu heimelijk, als zijn grootste vereerster, een ontmoeting met hem. Het verhaal van haar flauwte, de grove toespelingen van Slocum kregen nu in zijn herinnering een heel andere beteekenis. Maar zelfs nu nog verbood zijn verstand hem, aan te nemen dat zij onder den invloed van den predikant gekomen was — zij, met haar gezond verstand en haar kalm gestel. Wat echter haar verontschuldiging mocht zijn, zij had hem bedrogen, op een ongehoord wreede manier! Hij was zóó gauw omgekeerd dat hij niet wist of zij hem herkend had, toen hij wegreed. Als dit zoo was, dan zou zij begrijpen waarom hij gedaan had, alsof hij haar niet zag — en dan moest er eene verklaring van hare zijde komen. Er volgden een paar dagen van onzekerheid, waarin zijne gedachten telkens vol afgunst tot den predikant terugkeerden. Was zij eigenlijk toch als die andere vrouwen en was haar lachbui over haar malligheid slechts het gev ?lg van afgunst ? Hij was te trotsch om Slocum Ul * te hooren of hem iets van zijn vermoeden te 'aten blijken. Hij was echter niet sterk genoeg om den Hoogen Kam te vermijden, om e zien of er een herhaling van het rendez-vous P aats had. Maar hij zag haar noch daar, noch egens anders op zijne dagelijksche ritten. Op zekeren avond werd de onrust hem te machtig
en betrad hij het lokaal van den nieuwe dominee. Het was toevallig een bijzondere bijeenkomst en het gewone opgewonden gehoor was nog versterkt door eenige zieners uit een naburige stad — den districtsrechter en ambtenaren bij het hof — en onder hen bevond zich ook kolonel Starbottle. De hartstochtelijke redenaar — met zijne koortsachtig fonkelende oogen, zijn haren nat van het zweet, langs zijn dikke bolle wangen neerhangende -— besloot juist een dringende vermaning aan zijne hoorders om toch hunne zonden te belijden, „het geloof aan te nemen" en onverwijld „wedergeboren" te worden ! Zij moesten den „ouden Adam" afleggen en terstond het vleesch der rechtvaardigheid aandoen. Zij mochten zich allerminst door valsche schaamte of wereldschen trots laten weerhouden van het belijden hunner schuld voor de broederen. Gekerm en gesnik volgden op die woorden; de onrust en krampachtige gebaren van den spreker schenen zich aan de heele vergadering mee te deelen, totdat er een twaalftal mannen en vrouwen opstonden en, als beschonkenen waggelende, door snikkende vrienden naar het zondaarsbankje geleid werden. Daaronder bevond zich ook de geduchte, wereldsche kolonel Starbottle ; maar hij stapte rechtop flink vooruit. Bij dit bewijs van den macht des redenaars juichte de menigte — doch verstomde eenklaps toen de kolonel voor den predikant bleef staan en het podium betrad, waar hij naast hem, met zijn stok met gouden knop in de hand, een uitdagende houding aannam, de andere hand in zijn borst stak en op luiden toon begon: „Als ik mij niet vergis, mijnheer, raadt gij dezen heeren en dames aan, een openlijke bekentenis hunner zonden af te leggen —^ — en hun verleden te onthullen — voor htan bekeering. — Als ik mij vergis — vraag ik u verschooning — en hun ook — en stel mijzelf aansprakelijk — persoonlijk aansprakelijk." De predikant keek angstig naar den kolonel, maar antwoordde op denzelfden opgewonden toon, waarmede hij vermaand had: „Ja 1 Een volledig onderzoek van de harten en uitwerping der Zeven Duivels van Trots, IJdelheid ..." — „Dank u, dat is genoeg," zei de kolonel
bedaard. „Maar laat. .. het mij ... veroorloofd zijn voor te stellen, dat gij hun het voorbeeld geeft. De mededeeling der omstandigheden van uw eigen verleden en bekeering zou zeker heel belangrijk en leerrijk zijn." De predikant keerde zich eenklaps om en zag den kolonel aan, met fonkelende oogen en een vaalbleek gelaat. — „Als dit het gesmaal en gejoel van den ongoddelijke , den verlorene is," gilde hij. „Wee u! zeg ik. Wee u! Wat heeft zoo iemand als gij te maken met mijn vroegeren onbekeerden staat ?" — „Niets" zei de kolonel nuchter, „tenzij die staat ook den S'laat van Ar kansas ware! Want dan, mijnheer, zou ik, als oud-lid van de rechtbank in Arkansas, in staat zijn, om uw geheugen te hulp te komen — en uw bekentenis aan te vullen." Thans begonnen de aanhangers van den dominee gevaar voor hun afgod te duchten en verdrongen zich voor het podium, waar hij afsprong in hun midden, en den kolonel alleen liet staan, tegenover een zee van vijandige gezichten. Maar die dappere krijgsman veranderde niets aan zijn houding. Hij werd gesteund door de reputatie der twaalf duels, die hij gevochten had, en men veronderstelde dat zijn stok met gouden knop een stalen degen bevatte — de bevolking van Laurel-Spring was dus voorzichtig. Hij glimlachte, stapte kalm naar beneden en bereikte ongehinderd de deur, waar hij opgewacht werd door Blair en Slocum, die hem met vragen bestormden. — „Wat was dat ? Wat heeft hij gedaan ? Wie is hij ?" — „Een lafaard, die weduwen en weezen bestolen heeft in Arkansas en uit de gevangenis ontvlucht is." — „En heet hij niet Brown?" — „Neen." — „Hoe heet hij ?" — „Dat is een zaak die hem en mij alleen aangaat" zei de kolonel kortaf — „maar waarvoor ik persoonlijk aansprakelijk ben." Een woest denkbeeld schoot Blair door het hoofd en hij vroeg gejaagd: „Gij zegt dat hij een bekend
misdadiger is". De kolonel zag hem verbluft aan. — „Misdadiger, mijnheer! volstrekt niet, in 't geheel niet — een gemeene, psalmen-zingende, kruipende, lage dief!" En Blair voelde zich verlicht zonder te weten waarom. Den volgenden dag werd er bekend gemaakt dat de predikant Brown Laurel-Spring had verlaten, omdat het Evangelie hem dringend elders riep. Kolonel Starbottle keerde dien eigen avond met zijn vrienden naar de stad terug. Zonderling genoeg had een groot gedeelte van de toehoorders de beteekenis van het ongepaste optreden van den kolonel niet goed begrepen, en die het wel deden, hielden zich stil. Blair, gefolterd door twijfel, voelde zijn aarzeling en onrust toenemen en hoopte steeds dat de weduwe van haar kant een verklaring zou geven. Een haastige boodschap van den zieke in de hut achter in het bosch bracht hem den volgenden dag weer in de noodlottige buurt. Maar tot zijn teleurstelling en ergenis vernam hij, in de hut komende, dat hij het slachtoffer was eener domme vergissing. Hij keerde gemelijk door het bosch terug, toen hij op eens, op eenigen afstand voor zich, de bekende groene amazone van mevrouw Mac Glowrie zag wapperen. Zij had haar hondje niet bij zich — maar ook geen predikant — anders zou Blair de heele verschijning voor het spel zijner verbeelding gehouden hebben. Zij vertraagde haar stap en hij was genoodzaakt om eenigszins verlegen vlak bij haar zijn paard tot staan te brengen. — „Ik hoop dat het u niet weer zal ergeren dat ik alleen door de bosschen rijd, met een man," zei zij even lachende. Zij zag echter heel bleek, toen hij ietwat koel antwoordde, dat hij geen recht had zich te ergeren over iets wat zij verkoos te doen. — „Maar gij hebt u geërgerd, want gij reedt den laatsten keer weg, zonder te spreken en toch — had die man, met wien gij mij toen zaagt, meer recht om alleen met mij te rijden dan eenig ander. Hij was ..." — „Uw minnaar? riep Blair eensklaps uit. — „Mijn echtgenoot!" antwoordde zij langzaam. ( Wordt vervolgd).
KUNSTEN, LETTEREN, WETENSCHAPPEN.
't Is wel jammer dat we 't niet in onze macht hebben om altijd opgewekt te zijn ; vroolijkheid is een heerlijke hoedanigheid, bijna een deugd.
Dagelijks : Wereld-Panorama, Groote Markt 16a. Interessante reis langs de Loire (de historische kasteelen,) (Ingezonden.) Aan de Dames en Heeren Toonkunstenaars te Arnhem. Verleden jaar is hier ter stede opgericht eene Vereeniging van Muziekonderwijzers en -onderwijzeressen. Het aantal leden, dat zich aangegeven heeft, is echter niet zoo groot, als wij verwacht hadden van eene stad als Arnhem, wat wij meenen te moeten toeschrijven aan te weinig bekendheid van het streven der Vereeniging. Haar doel is het verheffen van het muzikale leven en het bevorderen van de geestelijke en stoffelijke belangen van den toonkunstenaarsstand. Het bestuur stelt zich voor, geregeld bijeenkomsten uit te schrijven, den leden gelegenheid te geven tot het bespreken van hunne belangen, uitwisseling van gedachten daarover te houden en hoopt zoo te komen tot onderlinge waardeering en een vriendschappelijken band, eene verhouding, die, we weten 't maar al te goed, hier niet bestaat. Men zegge nu niet, dat 't bereiken hiervan eene onmogelijkheid is, men kan althans beginnen de proef te nemen, die, naar onze meening, slagen moet. Op deze vergadering wil het bestuur de gelegenheid openstellen tot het geven van wetenschappelijke voordrachten en muziekuitvoeringen, hoofdzakelijk door krachten uit de leden der Vereeniging zelf. Dan hoopt 't bestuur, bij genoegzamen steun, een eigen bibliotheek aan te schaffen, een leeskring te vormen — 't nut hiervan zal ieder inzien, die weet, hoe duur vakboeken en -tijdschriften zijn. Niet ieder toonkunstenaar kan zich de uitgaven daarvoor veroorloven en ieder lid kan genieten van wat voor gemeenschappelijke krachten niet te zwaar zal zijn om te dragen. En mocht de Vereeniging in een bloeitijd komen, dan kan zij trachten eene leeszaal rijk te worden.
En verder wil de Vereeniging alles behartigen, wat tot eerstgenoemd doel kan leiden. De contributie is voorloopig gesteld op f 3.50 per jaar, waarvoor ieder lid „Het Orgaan" van de hoofdafdeeling te Amsterdam ontvangt. Met dit schrijven hopen wij de belangstelling gewekt te hebben van de musici hier ter stede. Het bestuur hoopt daarvan de bewijzen te ontvangen, door uwe opgave als lid der Vereeniging aan 't adres van de Secretaresse — vóór 25 April — daar van genoegzame toetreding zal afhangen, of de Vereeniging blijft bestaan. Agenda voor de a. s. vergadering!: 1. Een voorstel tot vormen van een reglement. 2. Bespreking van de aan te gane contracten bij het muziekonderwijs. 3. Bepaling van het wetenschappelijk onderwerp, dat in de eerstvolgende vergadering zal behandeld worden. 4. Muzikale voordrachten. Het Bestuur Jac. J. Ruygrok, President. Henriëtte van Bommel van Vloten, Secretaresse. Rietgrachtstr. 22 J. Morhée, Penningmeester. Door Mengelberg is in studie genomen een „fantasie" van een jong Rotterdamsch musicus, Henri Zagwijn. — In plaats van mevr. de Haan—Manifarges zal Tilly Koenen de alt-partij in Beethoven's negende zingen bij het Beethoven-Muziekfeest met Pinksteren te Amsterdam, onder leiding van Felix Weingartner.
— De Philharmonie uit Berlijn gaat een kunstreis maken naar Petersburg en Moscou ter herinnering aan het feit dat voor 10 jaar Tschaikowsky is overleden. Er zullen alleen werken van hem gespeeld worden. De concerten staan onder leiding van Nikisch. — De Pruisische luitenant Bilse, schrijver van den roman „Uit een klein Garnizoen", die wegens dat boek te Straatsburg een gevangenisstraf van zes maanden onderging, is thans weder in vrijheid gesteld. — Sedert 1870 was er geen concert gegeven in het Vatikaan. Zaterdagavond heeft Perosi daar zijn „Stabat Mater" en zijn oratorium „Het laatste Oordeel" doen uitvoeren in tegenwoordigheid van den Paus, een aantal kardinalen en het personeel der Fransche legatie. — Het Goethe-standbeeld voor Rome is Vrijdag 11. in den tuin van de Villa Borghese gebracht en wordt daar opgesteld. — Een nieuwe opera „Chopin" heeft te Warschau veel succes gehad. De muziek is van Orefice. — De 4e afl., 2e jaargang van „M oderne Kunstwerken", van W. Versluys, te Amsterdam, redactie vanH. P. Biemmer, is geheel aan de drie Marissen gewijd. Van J. Maris op 't omslag een Stadsgezicht naar een teekening; Meisjeskopje (paneel); Scheveningsch vrouwtje (paneel); Pauwenveer (doek), alle drie in 't Museum Suasso, te Amsterdam. Van M. Maris: Boschrand (doek) in 't Museum Suasso; Landschap (paneel) eigendom van den heer J. J. Bresing, den Haag ; De verloren Zoon (paneel) kunsthandel van J. J. Bresing; De verloren Zoon (potloodteekening). Van W. Maris : Koeien aan de plas (sepia), eigendom van mevr. Crommelin, Arnhem.
— Van het „Algemeen Weekblad voor het Handels-, Crediet- en Verzekeringswezen, critisch populair orgaan" onder hoofdredactie van de heeren W. Pieters en W. Wiebes is het eerste nr. van den 2n jaargang verschenen. Het blad tracht een volkomen onpartijdig standpunt in te nemen; de redactie verklaart, dat zij daarbij met eene voorzichtigheid, die aan angstvalligheid grenst, waakt en dat zij instemming vindt bij zeer velen.
STOOMSCHEPEN.
De „Gedé", van Rotterdam naar Java, passeerde 16 dezer Fortespuria. De „Bogor", van Rotterdam naar Java, vertrok 17 dezer van Suez. De „Malang", van Rotterdam naar Java, passeerde 17 dezer Ouessant. De „Oengaran", van Rotterdam naar Java, arriveerde 17 dezer te Southampton. De „Kediri", van Java naar Rotterdam, vertrok 17 dezer van Port-Said. De „Salak", van Java naar Rotterdam, arriveerde 17 dezer te Marseille en zette de reis voort. De „Oranje", van Batavia, arriveerde 18 dezer te Amsterdam. De „Koning Willem II", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 dezer te Suez. De „Bali", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 17 dezer te Padang. De „Koningin-Regentes", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 17 dezer Perim. De „Amsteldijk", van Rotterdam naar Newport News, passeerde 17 dezer Lizard. De „Amsterdam", van Rotterdam naar NewYork, passeerde 17 dezer Lizard. De „Sloterdijk" vertrok 17 dezer van Norfolk naar Amsterdam en Rotterdam. De „Myrmidon", van Amsterdam naar Java, arriveerde 17 dezer te Liverpool.