De Japanners zijn de laatste week niet gelukkig met hun vloot. Eerst vliegt een torpedoboot in de lucht, daarna een adviesjacht en nu meldt Tago, dat tijdens een dichten mist voor Port-Arthur de kruiser „Kasoega" in aanvaring is geweest met den kruiser „Yoskino", waardoor de laatste in weinige minuten zonk. Slechts 90 man der opvarenden werden gered. Denzelfden dag liep de kruiser Hatsoeso op een Russische mijn en ook dit schip zonk, alhoewel hiervan nog 300 man werden gered. De vice-admiraal Nashiwa die op dit schip was, kwam om. Een chineesche kapitein van een schip meldde, dat de Japansche vloot Port-Arthur bombardeerde en de Japanners achter de stad landden. Dit zou dan een algemeenen aanval beteekenen te land en ter zee. Wellicht maken de Japanners zoo'n haast, omdat er een Russisch outzettingsleger van 70000 man in aantocht is en willen zij daarom eerst de stad doen vallen. Zij brengen hun scheepskanonnen op ijzeren wielen landwaarts in, zooals de Engelschen bij het beleg van Ladysmith ook gedaan hebben. Dit zijn echter alle Èngelsche berichten en dus zullen we maar wachten om er geloof aan te hechten, tot van Russische of Japansche zijde bevestiging komt. Zoo weet de „Express" o.a. te vertellen, dat de Japanners van Kai-stjou komende, Nioetsjwang bezet hebben, maar gelijktijdig vertelt de „Telegraph", dat 10000 Russen bij Kaiping, ten Zuiden van Nioetsjwang staan, om de Japanners tegen te houden en vertelt dan meteen, dat deze troepen reeds door de Japanners verslagen zijn en de Russen 2000 man hebben verloren. Men ziet, aan berichten geen gebrek, maar om er het ware uit te nemen is zeer lastig. Dat de Japanners Nioetsjwang genomen hebben, is zeer goed mogelijk, maar waar komen die 10000 Russen vandaan ? We dachten, dat de Russen in die streken overal waTen terug getrokken. Te Feng-wang-tsjeng is ook wat gaande. Het schijnt, dat de Japanners hun opmarsch gestaakt hebben. Nu komt er reeds dadelijk bericht, dat de Japanners hier een zware nederlaag hebben geleden. Dit zal ook wel weer een nederlaag zijn, ontstaan in het brein van sommige correspondenten. We zullen nog een paar dagen moeten wachten, eer we op die verschillende punten zekerheid hebben, maar het schijnt toch, dat er weer een nieuwe beweging begonnen is. — De Russische torpedobooten vertoonen zich volgens telegrammen uit Sjanghai van tijd tot lijd buiten de haven van Port-Arthur en doen verkenningstochten. Het is geen wonder, dat de Pauselijke nota, naar aanleiding van het bezoek van den President der F ransche Republiek aan den Koning van Italië, die in ons blad van Woensdag is opgenomen, de geheele Parijsche pers in beweging heeft gebracht. Men moge aan de juistheid van den inhoud getwijfeld hebben, omdat het blad van Jaurès den it-kst het eerst openbaar maakte, Delcassé heeft aan een der afgevaardigden op een desbetreffende vraag geantwoord dat de tekst juist was en daarmee is natuurlijk elke twijfel weggenomen. De bladen zijn in 't algemeen slecht te spreken over toon en inhoud van het schrijven en zelfs die van de meest uiteenloopende richting stemmen daarin overeen dat deze nota inderdaad een gevaar kan worden voor de, zoo dan al niet vriendschappelijke, toch in ieder geval uiterlijk goede verhouding tusschen Frankrijk en den Heiligen Stoel. Zelfs het Roomsche blad de „Gaulois" betreurt deze nota, natuurlijk de schuld werpend op Loubet, „die om de lage berekeningen van zijn raadgevers te dienen en hun schandelijken haat
te vleien, niet geaarzeld heeft de traditoneele banden te verbreken, die de kerk verbonden aan haar oudste dochter" — welke eenigszins bombastische woorden verkropte woede laten doorschemeren. Nu is het toch ook om boos te worden, als de „Gaulois" in de „Echo de Paris" zoo treffend juist gezegd, moet lezen, „dat deze nota juist gelegen komt om Combes in staat te stellen een redevoering tegen Rome te houden en de congregaties nog scherper te veroordeelen." En dan is het wel waarschijnlijk dat geen afgevaardigde der coalitie zich durft af te scheiden, uit vrees roor een ultramontaan gehouden te worden. Is dat zoo dan zou het doel bereikt worden, want zooals de „Radical" zegt: „de aanvallende houding van het Vaticaan is ons aangenaam, omdat het onze arbeid op merkwaardige wijze zal steunen." De „Siecle" die, al is de Paus geen politiek mon, hem toch nog wel eenig verstand toekent, gelooft niet dat het stuk van den Paus afkomstig is, maar de verklaring van Delcassé is, dunkt ons, duidelijk genoeg. Dat de bladen van de linkerzijde scherp zijn en ongezouten hun meening zeggen, is te begrijpen. In die bladen wordt onverholen afgekeurd het zich bemoeien van den Paus met zaken, die hem niet aangaan; anderen vinden het noodig, dat de Fransche gezant teruggeroepen wordt, de „Lanterne" voorspelt een formeele breuk tusschen Frankrijk en den Heiligen Stoel, „wat de democratie al zooveel jaren gewenscht heeft." En ook de gematigdrepublikeinsche bladen, zooals de „Temps" en het „Journal des Débats" zijn verontwaardigd. Beide bladen noemen het stuk een onhandigheid en meenen dat het geheele protest achterwege had moeten blijven. En zoo kan deze pauselijke nota wel eens aanleiding worden tot dat wat Jaurès en zijn vrienden al zoo lang gewenscht hebben! Een later telegram van Reuter zegt dat de Ministerraad zijn vorig besluit bevestigde om den gezant bij het Vaticaan terug te roepen wanneer het blijkt dat het Vaticaan het protest tegen de reis van president Loubet naar Rome aan andere mogendheden dan aan Frankrijk heeft gezonden. Uit Berlijn wordt gemeldt, dat de beraadslagingen der conferentie door den D u i t s ch e n Handelsdag bijeengeroepen tusschen de vertegenwoordigers van den Duitschen en Nederlandschen en den Russischen, Rumeenschen en Bulgaarschen graanhandel, gisteravond geeindigd zijn. Zij voerde tot een difinitieve vaststelling va n het Duitch-Nederlandsche verdrag voor gecombineerde ladingen van de Zwarte Zee, de zee van Asof en de Donau. — Alweder een geval van soldatenmishandeling, nu te Trier. De onderofficier Eckert was beklaagd van mishandeling zijner ondergeschikten op verschillende manieren in meer dan 500 gevallen, sedert 1901. Hij werd tot een jaar en 9 maanden gevangenis en tot degradatie veroordeeld. De nieuwe Hongaarse he Onderwijswet, door de Regeering voorgesteld, bevat de bepaling dat op alle openbare scholen in het Magyaarsch onderricht gegeven zal worden en op bijzondere scholen althans parallel onderwijs in die taal, zoodra 20 pet. der kinderen Magyaarsch zijn. De niet-Magyaren, die de meerderheid der bevolking vormen, zijn zeer verstoord hierover. Gerust stellend! — Koning Peter van Serv i ë een toespraak houdende tot de bevolking van Chabatz, verklaarde dat hij steeds constitutioneel monarch zou blijven en dat het volk nooit in dat opzicht aan een verrassing zou bloot staan. Volgens een schrijven uit Petersburg aan de „Bresl. Zeit." zou den 28sten (oudestijl) de Keizer van Rusland bijna het slachtoffer zijn geworden van een dweepster. Dien dag had op het Marsveld de groote vooijaarsparade plaats. Tribunes waren opgericht, zooals gewoonlijk, om de plaatsen te verhuren. Eenige loges, die zich in de nabijheid van de voor de Keizerlijke familie bestemde ruimte bevinden, worden niet door de stad, maar rechtstreeks door den Minister van het Keizerlijk Hof aan dezen nauwkeurig bekende personen, die zich door hooge posities onderscheiden, verkocht. In een dezer loges, in de onmiddellijke nabijheid van den Keizer, bevond zich de jeugdige juffrouw Meresjkofski, dochter van Rusland's eerste psychiater. Deze jonge dame, die het hooger onderwijs voor vrouwen volgt, was door de nihilistische partij aangewezen om een bom naar den Czaar te werpen. Haar opgewonden, schuw voorkomen viel eenige hooge ambtenaren op, zoodat men kort voor aankomst van den Czaar, op gevaar af een groven misslag te begaan, besloot haar te arresteeren. Men vond bij haar een goed geconstrueerde, zeer gevaarlijke bom. Het jonge meisje ontkende niet, dat zij een aanslag in den zin had. Het lot der gevangene is waarschijnlijk de strop. De Eerste Kamer in Zweden heeft de wijzigingen die de commissie voor de kieswet in het Regeeringsontwerp had aangebracht, — de commissie wilde een beperkten vorm van algemeen stemrecht invoeren bij de proportioneele verkiezingen — met 93 tegen 50 stemmen verworpen, en een voorstel aangenomen, om zich aan den oorspronkelijken tekst van het Regeeringsontwerp te houden. De Tweede Kamer heeft met geringe meerderheid — 116 tegen 108 stemmen — een motie verworpen van baron Barnekow betreffende uitbreiding van het kiesrecht. Daarmede schijnt de zaak voor de tegenwoordige zitting van de baan te zijn. 'tZou wel wonder zijn wanneer er niet weer kans was op een oorlog tusschen twee Z u i dAmerikaansche Staten. Peru en Brazilië hadden quaestie over een stuk
grondgebied zoodat het zich liet aanzien dat 't op kloppen zou uitdraaien. Nu echter laat de Peruaansche gezant te Washington aan de Amerikaansche Regeering weten, dat volgens de laatste berichten, er weinig kans is op een oorlog. De onderhandelingen zijn zoo vredelievend begonnen, dat men een bevredigende regeling mag verwachten.