Uit Sas van Gent schrijft men aan de „Middelb. Ct." : Seder jaren dat zich te Sas van Gent het geval voor doet dat dagelijks een twintigtal jongens en meisjes, zoowel protestantsche als katholieke, met boekentasch, boterhammenzak en veldflesch beladen, des morgens de kom van de gemeente verlaten om daarin des avonds terug te keeren. Deze kinderen gaan ter schole in het naburige Selzaete (B.). Als men nu bedenkt: i°. dat het leerplan daar in geenen deele uitgebreider is dan hier; 2°. dat hier, evenals te Selzaete, een roomschkatholieke school is naast de openbare, terwijl aan laatstgenoemde het onderwijzend personeel katholiek is en aan beide het onderwijs goed mag heeten; 3°. dat het schoolgeld daar viermaal zoo hoog is als hier ; 4°. d^t in Selzaete Vlaamsch, in plaats van Hollandsch, onderwezen wordt; 5°. dat de afstand te groot is om 's middags het maal thuis te komen gebruiken ; 6°. dat ons onderwijzend personeel opgeleid is aan de rijkskweekscholen en in het bezit is van taalacten ; dan verdiept men zich in gissingen, wat de ouders van die kinderen kan bewegen deze voor het ontvangen van onderwijs buiten de gemeente, ja buiten het land te zenden. Waarschijnlijk zouden die ouders ach en wee roepen, wanneer hier de gelegenheid voor goed onderwijs ontbrak.
Arnhemsche courant
- 11-07-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 11-07-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5526
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BINNENLAND.
Inhoud van Tijdschriften.
„Maandblad, uitgegeven door de Vereeniging * tegen de Kwakzalverij" no. 7: Over hypnose wj,*!n nog wat. — Dr. von Graben's radicale rheumatiek- en jichtverdrijver. —Siroop Rhoea! — Bureau voor inlichtingen omtrent advertenties in Zweden. — De Chineesche lepradokter te Soerabaja. — Officieele waarschuwingen in Baden, Hamburg, Oostenrijk en Rusland. — Verplichte boekhouding voor kwakzalvers. — „Sociaal Weekblad" no. 55 : Staangeld en opzeggingstermijn. — Het internationaal vrouwencongres te Berlijn. — Standaard-fantasie, het geloof als toetssteen in de politiek. — De misdadige jeugd in het havenbedrijf. — Opname der landarbeiders in de Ongevallenwet. — Vacantie voor werklieden. — Longtuberculose in de verschillende bedrijven. — Gemeente-trams. Koud voor de gemeenschappelijke belangen der gemeenschap. — Nieuwe uitgaven. — „De Kroniek" no. 498 : Het Middenstands-congres, door F. M. Wibaut. — Groenloopen. — Een geschiedenis onzer vakbeweging, door Jos. Loopuit. — Mondaine kunst, door G. — Kleine ervaringen, door F. C. — Een afscheid, door J. Everts Jr. — Feuilleton enz.
„Eigen Haard" no. 28: Zooals de ouden zongen....! door Louise B. B. — De verrassing van Goa. Het reg. grenadiers en jagers, door Dick, met atb. en portr. — Voor reuzel rozen, door F. J. van Uildriks. — Over hei en heuvel aan den rand der Veluwe, door Jer. de Vries, met foto's. — Literaire bijdragen. , Européen ' nr. 136 : La possibilité d'une mediation, par Alexander Ular. — Le Scandinavisme, par Arne Hammer. — La findel'étalon d'argent, par N.-C. Frederiksen. — Lerapprochement serbo-bulgare. — A propos des rehgions tibétames, par Arnold van Gennep. — Chronique : sur la loi de deux ans, par Adolphe Retté. — Allemagne.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER. Landbouw-departement Ned. Indië Bij het afdeelingsonderzoek over dit wetsontwerp werd in 't algemeen toegejuicht dat door de Regeering meer zorg zal besteed worden aan den Indischen landbouw. Vele leden onthielden zich vooralsnog van het uitspreken van een oordeel over de wijze waarop dat volgens den minister zal moeten geschieden. Anderen betuigden hunne groote ingenomenheid met het voorstel, en één dezer leden achtte een afzonderlijke afdeeling voor landbouw met een directeur aan het hoofd zeer wenschelijk, terwijl anderen daarentegen meenden, dat in Indië volstaan zou kunnen worden met aan een departement eene afdeeling landbouw toe te voegen, waarvan de chef zou wezen adjunctdirecteur van het departement. In ééne afdeeling onderwierp één lid het voorstel aan een uitvoerig onderzoek. Dit lid wees erop, dat door den minister van Koloniën in de andere Kamer als toelichting is gezegd, dat met dit voorstel wordt beoogd, met betrekking tot den landbouw alles wat met de natuurwetenschappen en de bedrijfstechniek verband houdt aan het departement van landbouw op te dragen en alles wat wetgeving en inlandsche huishouding betreft bij het departement van binnenlandsch bestuur te laten. Aan die bedoeling is echter, volgens dat lid, op eene verkeerde wijze gevolg gegeven, welke dus ernstig ontraden moet worden. Daarvoor werden door dit lid verschillende gronden aangegeven. O.a. wijst hij er op, dat verschillende bemoeienissen aan het landbouwdepartement op te dragen, niet behooren tot de bedrijfstechniek, maar tot de behartiging der oeconomische belangen, rakende de inlandsche huishouding. Ook de indeeling van personeel bij verschillende takken van dienst werkzaam, komt hem ongewenscht voor.
Voorts hebben verschillende overwegingen hem niet gelijk den minister van koloniën tot de conclusie geleid dat de koffiecultuur geheel tot het departement van landbouw moet gebracht worden, maar tot de tegenovergestelde slotsom, n.1. dat aan het landbouwdepartement alleen de leiding der cultuur uit een natuurwetenschappelijk oogpunt moet worden opgedragen. Ook het brengen van het boschwezen onder het departement van landbouw acht dat lid onraadzaam. Voor die cultuur is leering of leiding van een departement van landbouw niet noodig en /ie oveiige doeleinden staan geheel buiten de richting van zoodanig departement „met een praedomineerend technisch karakter." Evenmin mag — naar dit lid meent — raadzaam heeten het brengen van de paarden- en veeteelt en van den burgerlijken veeartsenijdienst tot het departement van landbouw. Vooreerst raken maatregelen in het belang van paardenen veeteelt veelal nauw de inlandsche huishouding, maar bovendien bestaat bezwaar den burgerlijken veeartsenijdienst weder van het departement van binnenlandsch bestuur af te scheiden. Dit lid wees er verder op dat het bemoeienis krijgen van het landbouwdepartement met de politietaak over de visscherijen staat buiten de bedrijfstechniek. Deze opmerkingen en beschouwingen motiveeren — naar dit lid meende — voldoende de conclusie: ie. dat de taak van den directeur van landbouw door de bij het wetsontwerp aangegeven organisatie van het nieuw departementen zou omvatten de leiding van aangelegenheden die moeten blijven beheerd worden door den directeur
van binnenlandsch bestuur, niet alleen omdat zij verband houden met wetgeving bij inlandsche huishouding, doch ook uit anderen hoofde in verband met den werkkring van dat departement; 2e. dat ingeval het orgaan voor den landbouw ingericht moet worden zooals de regeering het zich voorstelt, het niet anders kan zijn dan een onderdeel van het departement van binnenlandsch bestuur. Biljetten der Nederlandsche Bank als wettig betaalmiddel. Ofschoon in het algemeen instemming werd betuigd met deze voordracht, achtten andere leden het verkeerd om eene verbintenis van eene particuliere instelling tot wettig betaalmiddel te maken en waren er ook leden die de noodzakelijkheid van den maatregel niet inzagen, omdat zij alleszins denkbaar oordeelden eene andere regeling van de wijze waarop het aanbod van gereede betaling geschiedt, b.v. door de in betaling aan te bieden geldsom bij den rijksontvanger te storten tegen recepis dat wettig betaalmiddel werd. Velen drongen uit moreel oogpunt aan op regeling van de consignatie zelve. Staatstoezicht op krankzinnigen.
Van verschillende zijden werd deze voordracht toegejuicht, al waarschuwde men tegen al te hooge verwachtingen van de nieuwe regeling en al verwachtte men daarvan niet in de eerste tien jaren aanmerkelijke ontlasting van de krankzinnigengestichten in verband met de steeds meer gevoelde wenschelijkheid om zenuwzieken in gestichten te verplegen. Nadere bepalingen omtrent den accijns op het gedistilleerd. Eenige leden vreesden van deze wet groot gevaar voor misbruiken, zoodat de controle op vermenging zeer scherp zal moeten zijn. Tegen het bij de strafbepaling gesteld minimum van f 50 bestaat bezwaar, omdat het zal gelden ten opzichte van strafbepalingen bij algemeenen bestuursmaatregel vast te stellen. Andere leden waren vóór het stellen van minima. Wijziging der begrooting van financiën. Betreurd werd, dat de Minister van Financiën door het verminderen van het voorgedragen traktement van den koninklijken commissaris bij de Nederlandsche Bank van zijne eerste meening is teruggekomen. Bij het belang van den staat bij een richtig beheer van de Bank, kan men zich met de opvatting der Regeering van de taak van het Rijkstoezicht moeilijk vereenigen. Vermeerdering van ambtenaarspersoneel bij Buiten 1. Zaken. Onderscheidene leden betwijfelden de noodzakelijkheid van dit voorstel, nu reeds meer dan de helft van het dienstjaar verstreken is, zoodat zij met andere wenschten te wachten tot den aanvang van het nieuwe dienstjaar. Vele leden achtten het dringend noodig, dat de Minister zijn aandacht wijdde aan verbetering van het pand, waarin het Departement van Buitenlandsche Zaken gevestigd is, een gebouw geheel ongeschikt voor zijne bestemming, dat vervangen moest worden door een ander gebouw, ons land meer waardig. Men wenschte geen weelderig ingericht paleis, maar een smaakvol en doelmatig gebouw, van den aard als dergelijke inrichtiug te Brussel. Deze leden twijfelden niet of de Staten-Generaal zoudengde gelden voor een nieuw departement niet weigeren.
Advertentie
liiitiiittik ICetelstraat 6. 3im>elter, ARNHEM. Telefoon 672. GROOTE KEUZE Gouden en Zilveren Voorwerpen tegen concurreerende prijzen.
TELEGRAMMEN. (Reuter).
St.-Louis, 9 Juli. De Democratische Conventie benoemde den rechter Parker tot haren candidaat voor het Presidentschap.
Advertentie
ADVERTENTIËN. Een solied adres voor het Inbindt uwer Boekwerken is de bekende van J. E. BRINKGREVE, 359rieik«»irtiug;en
Wekelijksch overzicht der faillissementen in het Arrondissement Arnhem. VERGADERING VAN SCHULDEISCHERS in de Raadkamer der Arrond.-Rechtbank.
14 Juli, voorm. ioy 4 uur, nadere stemming accoord faill. A. Letsch, kok te Arnhem. Curator mr. G. B. Roes te Arnhem. 14 Juli, voorm. 11 uur, J. Koenen, timmerman te Huissen. Curator mr. R. v. Maare B.Jzn. te Arnhem. 14 Juli, voorm. ii V 4 uur, A. Th. Hendriksen, winkelier te Nijmegen. Curator mr. F. W. A. Hütschler te Nijmegen. 14 Juli, voorm. 11 1 /, uur, J. Blankespoor, zonder beroep te Walderveen. Curator mr. W. Reilingh te Wageningen. INSOLVENT. 7 Juli, E. C. J. Schelfhout, kellner te Arnhem. Curator mr. H. S. J. Hijmans te Arnhem. 7 Juli, H. N. RI. Wap, z. b. te Hees. Curator mr. W. A. van Bijlert te Nijmegen. 7 Juli, J. Striekwold, wegwerker te Silvolde. Curator mr. F. H. Losecaat Vehneer te Terborg.
BUITENLAND.
De gemeenteraad van Mannheim heeft een arts aangesteld, die uitsluitend voor de scholen werkzaam moet zijn; particuliere practijk is niet toegestaan. Zoo'n geneesheer, schrijft O. in het „Kath. Soc. Wkbld.", moet natuurlijk een ruim salaris hebben, heel wat meer dan een, die naast zijn gewone practijk ook nog het ambt van schoolarts waarneemt. Maar zou 't zooveel duurder uitkomen? Van één dokter als die te Mannheim kan meer worden gevergd dan van meerdere, die het school bezoeken als een baantje beschouwen, te zamen, zoodat het ééne hoogere salaris wellicht tegen de meerdere lagere opweegt. En al mocht dit niet het geval wezen, dan nog verdient o. i. de aanstelling van een uitsluitend schoolarts de voorkeur, wijl op die wijze meer zekerheid kan worden verkregen voor een richtig en regelmatig onderzoek der
kinderen. Jammer dat we niet verme/d vinden wat de Mannheimsche arts verdient. ' — Omtrent den nieuw benoemden GouverneurGeneraal van Finland, hofmaarschalk, prins Iwan Michaelowitsj Obolenski, verneemt men, dat hij een man van negen-en-veertig jaar. Hij begon zijn loopbaan aan de marine, verliet den militairen dienst als luitenant ter zee, en ging m den administratieven dienst over. In 1882 werd hij tot district-adelsmaarschalk van Simbirsk benoemd, later verwierf hij nog allerlei eereposten, in 1887 werd hij benoemd tot Gouverneur van Cherson, en in 1902 tot gouverneur van Charkof. Hij had daar de reputatie van een streng heer te zijn, en kort na een aanslag op zijn leven werd hij op eigen verzoek van den gouverneurspost ontheven, en ter beschikking gesteld van 't ministerie van binnenlandsche zaken. Als belooning voor zijn diensten kreeg hij den titel van luitenant-Generaal, der admiraliteit. Men zegt dat de Finnen een zeer strengen landvoogd aan hem zullen hebben. De Tsaar spreekt in zijn rescript aan den nieuwen dignitaris den wensch uit, dat deze het beleid van wijlen gouverneurgeneraal Bobrikof zal voortzetten. Finlands binnenlandsche instellingen zullen niet worden veranderd en de Tsaar beschouwt de daad van Schauman niet als een uiting van verzet der geheele bevolking. Er wordt in het keizerlijke stuk gesproken van de daad van een waanzinnige zonder medeplichtigen.