De nieuwsbron is nu geheel en al opgedroogd. De Russen herstellen zich van de geleden verliezen, de Japanners doen 't zelfde en in dien tusschentijd laten de beide tegenstanders elkaar met rust. Moekden is bezet door de Russen, die versterkingen om de stad opwerpen o. a. op den Zuid-oever der Hoen-ho, Jentai is bezet door de Japanners, die daar in de buurt eveneens verschansingen aanleggen. Er wordt wel veel geseind, over de krijgsverrichtingen in den naasten toekomst, onderstellingen worden gemaakt, of Koeropatkin Moekden zonder strijd zal opgeven, of hij stand zal houden bij Tië-ling, ot op Charbin zal terug trekken en in verband daarmede krijgt men uitvoerige beschouwingen of de Japanners in Liao-jang zullen overwinteren ot in Moekden, of dat zij naar Charbin zullen optrekken, maar al die onderstellingen en beschouwingen berusten op vermoedens en geruchten, zoodat men er al zeer weinig waarde aan hechten kan. Nu het in Mantsjoerije zoo kalm en rustig is, worden de oogen onwillekeurig weer naar Port-Arthur gewend. Ondanks tegenspoed en nederlaag, ondanks het moordende bombardement en het gebrek aan voedsel, onvermoeid houden de dappere verdedigers van de vesting stand. Er zal wel niemand zijn, die geen bewondering gevoelt voor die dapperen, die reeds maanden lang van de buitenwereld afgesloten, terwijl iedere kans op ontzet vernietigd is, aanval op aanval afslaan en met onwrikbaar vertrouwen in de toekomst alle krachten inspannen om Port-Arthur voor 't vaderland te behouden. De verschillende berichten over den toestand in de belegerde vesting loopen zeer uiteen. Nu eens wordt verteld, dat er overvloed van voedsel en ammunitie is, dat het bombardement weinig schade aanricht en het leven in de stad zijn gewonen gang gaat, dan weer wordt de toestand met de zwartste kleuren afgeschilderd, de stad een puinhoop, de gasthuizen en hospitalen overvuld met zieken en gewonden, nijpend gebrek, besmettelijke ziekten — door alles wordt de ongelukkige stad geteisterd. Alhoewel wij 'toverdrevene van de meeste van die berichten inzien, kan men er toch zeker van zijn, dat de toestand iederen dag meer en meer onhoudbaar wordt. In de stad zijn een 25000 monden te voeden, dus indien er al eenige jonken met levensmiddelen kunnen binnen gesmokkeld worden, is die hoeveelheid zoo gering, dat daardoor de nood niet veel verminderd wordt. Verder zijh er eenige duizenden gewonden, het garnizoen moet dag en nacht op zijn hoede zijn voor aanvallen van den vijand, voeg daarbij het bombardement, dat dag aan dag voortduurt en men begrijpt, dat de verdedigers steeds meer uitgeput worden, zelfs al doen de Japanners geen stormaanvallen meer. . Het bericht, dat de belegeraars besloten hebben de stad door honger tot de overgave te dwingen lijkt ons daarom nog al geloofwaardig. Hier staat tegenover, dat men te Tokio weer grooter roerigheid voor Port-Arthur verwacht. Ook een Nederlandsch schip is door een Russische hulpkruiser aangehouden. De gezagvoerder van de „Arundo" meldt, dat hij tusschen Sagres en Straat Gibraltar gepraaid is door een hulpkruiser, waarvan men den naam niet kon lezen. Nadat de „Arundo" haar bestemming geseind had, mocht zij haar weg vervolgen. De Russische kruiser „Terek" heeft twee EngelscLc schepen aangehouden, doch
onderzoek der scheepspapieren, kregen zij verlof door te varen. Rusland ziet dus nog niet van het onderzoek van neutrale schepen af. Het door den Petersburgschen correspondent der „Echo de Paris" medegedeelde besluit van Alexejef, om met behoud van zijn stadhouderschap, ontslag te nemen als opperbevelhebber van leger en vloot in Oost-Azië, komt wel wat laat. Het wordt voorgesteld, alsof de admiraal zelfs den schijn van oneenigheid tusschen Koeropatkin en hem zelf wil vermijden, en zich daarom heeft opgeofferd. Intusschen is er door de zonderlinge versnippering van gezag in OostAzië voor de Russen vermoedelijk al meer kwaad gebrouwen, dan ooit weer goed te maken is. Alhoewel er over de feestvreugde in Italië bij de geboorte van een Kroonprins nog weinig gemeld is, kan men zich die wel voorstellen. Evenals in Rusland keek men ook in Italië reikhalzend naar een troonopvolger uit en nu die wensch vervuld is, zal het levendige, licht ontvlambare Italiaansche volk wel op duidelijke wijze uiting aan zijn blijdschap geven. Om de verhouding met het Vaticaan, die in den laatsten tijd beter is geworden, niet te verstoren, heeft de jonge prins niet den titel prins van Rome, doch prins van Piemont gekregen. De toestand in de haven van Marseille is gedurende de laatste dagen iets verbeterd. Kapiteins van buitenlandsche schepen hebben zich dadelijk gewend tot het dokwerkers-syndicaat om arbeidskrachten. Het bestuur gaf verlof tot werken, mits van het dagloon 2 francs werd gestort in de strijdkas. Kleine reederijen volgden dit voorbeeld, zoodat thans ongeveer 1500 man aan het werk zijn. In een bijeenkomst hebben de stakers besloten, te volharden in den eisch, dat het contract van 1903 gehandhaafd blijve. — De staking der trambeambten te Cette heeft een minder rustig verloop dan de stakingen te Marseille. De schade aan de tramlijnen veroorzaakt maakt het onmogelijk den dienst voor Maandag a.s. te hervatten. — Nu spreekt men weer tegen, dat Prins Herbert von Bismarck aan kanker lijdt. De toestand schijnt werkelijk verbeterd te zijn, en de doctoren zouden zelfs weder meer hoop hebben op mogelijk herstel — Te Milaan is een algemeene werkstaking in alle bedrijven uitgebroken. Dit besluit werd genomen ten gevolge van het schieten op arbeiders op Sardinië en te Castelluzo. — Met de stoomboot „Philippeville" zijn naar den Kongostaat vertrokken de leden van de commissie van onderzoek, welke onlangs door de Regeering van den Staat is ingesteld, om rapport uit te brengen over de behandeling der inboorlingen. Dit rapport kan over zes maanden verwacht worden. — In Chicago zijn van de 12,000 stakende slagers slechts 4800 weer in dienst genomen. Er heerscht onder de stakers groot gebrek.
"BUITENLAND. De oorlog in Oost-Azië.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
"Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
Hedenmorgen diende voor de Rechtbank de zaak van jhr. Vivian J. L. T. Brantsen van Rhederoord, beklaagd van opzettelijk de eer en goeden naam van luit.-kol. J. H. Koek te hebben aangerand. Tegen den bekl., die niet verschenen is, wordt verstek verleend. De heer Koek stelt zich civiele partij. Voorlezing wordt gedaan van de door overste Koek gedane klacht en de door bekl. afgelegde bekentenis voor den rechter-commissaris. Overste Koek, gehoord als ie getuige, verklaart niet te weten, dat ooit op weg naar of van 't oefeningsterrein socialistische liederen zijn gezongen. Get. rukte in den recrutentijd nimmer met het bataljon uit. Eerst op 25 Aug. is get. voor 't eerst met den troep mee uitgerukt. Hiermede meent get. zijn alibi bewezen te hebben. Toen get. den Minister op zijn vraag omtrent 't gebeurde moest antwoorden, heeft hij alleen met kapitein van Alphen daarover gesproken. Get. meende verder met niemand er over te moeten spreken, daar op 's Ministers stuk 't woord „vertrouwelijk" stond. Get. meende ook aan de inlichtingen van dien kapitein genoeg te hebben. Minst genomen noemt get. de bewering van Brantsen overdreven. Uit verschillende overwegingen schrijft hij de handeling van Brantsen aan een wraakneming toe. Br. heeft zich in dien geest ook tegen zijn eigen oppasser uitgelaten. In der tijd, toen het gebeurde plaats gehad zou hebben was het zingen van socialistische liederen niet verboden, maar get. meende, dat dit verbod voortvloeide uit het verbod om socialistische geschriften in bezit te hebben. Get. zegt geen bezwaar te hebben tegen 't zingen van de Marsaillaise en 't Transvaalsche volkslied, twee liederen, op wier wijs ook socialistische liederen worden gezongen. Het O. M. vraagt of het niet totaal onmogelijk is dat een geheel bataljon, gelijktijdig één lied zou zingen. Get. geeft dit toe. Verder zegt get,, dat het geschrijf van Brantsen voor een militaire autoriteit een zware beleediging is. De volgende get., de heer J.C- Nijgh, directeur-uitgever der N. R. C. verklaart de copie van 't tweede stuk op het kantoor gevonden te hebben. Kap. A. W. Koestal verklaart nimmer op marsch socialistische liederen gehoord te hebben. Volgens dezen get. kan alleen iemand, die in den troep loopt, hooren wat er gezongen wordt. Hoogstens kan men een wijs hooren. De Marseillaise heeft deze get. nimmer hooren zingen,
wel de wijs van het Transvaalsche volkslied. Volgens dezen get. gaan de miliciens na iojuli over tot de bataljons-oefeningen. Na dien datum rukt de luit.-kol. wel mee uit. Get. Koek verklaart dat jaar niet voor 25 Aug. met den heelen troep uitgerukt te zijn. Kap. J. van Alphen legt een gelijkluidende verklaring af als kap. Koestal. Deze get. verKlaart ook dat overste Koek hem eens op de noodzakelijkheid gewezen heeft om socialistische uitingen onder de manschappen te onderdrukken. W. Roldanus, gepens. kapitein, heeft nimmer socialistische liederen hooren zingen en daarover ook nimmer rapport ontvangen. Verder stemt ook de verklaring van dezen get. overeen met die der vorige getuigen. H. Ravesteijn, gepens kapitein, getuigt eveneens hetzelfde. Kapt. J. Trempe herinnert zich ook, dat overste Koek wel eens een z.g.n. kisten-inspectie heef] voorgeschreven. Verder stemmen ook de verklaringen van dezen get. met de vorige overeen. Luit. H. J. Kleijn, ie luit. der Infanterie, stemt eveneens met de vorige getuigen overeen. J. C. C. Phaff, ie luit. der inf.. heeft eenmaal gehoord, dat een opruiend liedje gezongen werd. De voorz. vraagt op welke wijs dit liedje gezongen werd, wat get. de opmerking ontlokt of hij 't voor moet zingen ! Get. heeft ook eenmaal den socialisten-marsch hooren zingen, maar hij heeft dat dadelijk verboden. H. Hermans, gepens. serg.-majoor te Utrecht, heeft wel de melodieën der socialistische liederen hooren zingen, doch meestal niet de woorden. Get. heeft een enkelen keer echter ook wel eens dewoorden gehoord. Den socialisten-marsch heeft get. vaak hooren zingen, d. w. z. het refrein, maar hij wist niet, dat 't de socialisten-marsch was. Volgens deze get. kan hoogstens één sectie tegelijk 't zelfde lied zingen. H. ten Brink, gewezen hoornblazer te Doesburg, heeft ook nooit socialistische liederen in dienst hooren zingen. Brantsen heeft zich tegenover dezen getuige wel eens uitgelaten over de straf, die hij van den overste gekregen had. Hij zei o. a. eens, dat die straf nog wel eens te pas kon komen. Chr. Buunk, arbeider te Doesburg, gewezen milicien, zegt, dat alleen nu en dan op de kamers socialistische liederen werden gezongen, doch dan werd 't dadelijk verboden. Op weg naar 't oefeningsterrein heeft hij dat nimmer gehoord. H. Loman, arbeider te Zetten, gewezen milicien, heeft evenmin zooiets gehoord. A. Donderwinkel, nu arbeider te Brummen, heeft er ook nooit iets van gehoord. Wel weet hij, dat 't hun verboden was socialistische liederen te zingen. G. J. Schoenmakers, nu opperman, verklaart gelijkluidend. C. Schothorst, koetsier, gewezen milicien, heeft aan korporaal Vos, get. a déch., eens f5 geleend. Vos liet hem toen een brief van Brantsen lezen, waarin stond, dat deze Vos geld zou geven. Het O. M. merkt op, dat het bevreemding wekt, dat bekl. niet bij deze zaak tegenwoordig is, daar hij zelfs in een courant schreef, dat hij naar de behandeling van zijn zaak verlangde. Hieruit kan men zien welke waarde men aan zijn geschrijf kan hechten. Indien hij hier was geweest, had hij zijn geschrijf eens kunnen uitleggen, ook had hij dan de namen van de meerderen kunnen noemen, waarop hij in de courant doelde. Door de bekentenis van bekl. en door het ook van andere zijde geblekene, is het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Aan de hand van de stukken in de „N. R. C." gaat spr. 't krenkende en beleedigende van den inhoud na. Het verwondert spr. dat een courant deze stukken heeft opgenomen, waarvan de onwaarheid, de onmogelijkheid zelfs een leek in 't oog springt. Was 't toch waar, dan zou hiervan wel eens rapport zijn uitgebracht. Nimmer is dit echter gebeurd. Het is den heer Brantsen met te doen de waarheid bloot te leggen, doch om zijn wraak te koelen op zijn vroegeren chef. Hij was juist gestraft wegens overtreding van een voorschrift van den overste, gegeven om de socialistische woelingen tegen te gaan. Zeer zeker zijn de geschreven stukken zeer krenkend voor den overste Koek, en worden de eer en goeden naam van dien overste daar door geschaad. Zelfs aannemende, dat jhr. Brantsen alleen overdreven heeft, dan nog heeft hij den overste schandelijk beleedigd. Dat bekl.'s geschrijf niet in 't algemeen belang is, blijkt daaruit, dat hij er eerst na twee jaar mee te voorschijn kwam en nog wel op een zeer verkeerde manier, in een courant. De aangewezen weg zou geweest zijn, om op t oogenblik zelf zich bij overste Koek te beklagen. Het komt spr. voor, dat het antwoord van den Minister op een interpellatie in de Kamer volkomen juist is. De Minister noemde toen de aanklacht volkomen onwaar. Het tweede stuk van bekl. komt spr, al even beleedigend voor. Hij voert hierin de brutaliteit ten" top en speelt de verontwaardigde. Op geheel ongemotiveerde wijze haalt hij weer den luit.-kol. Koek er bij. Hij schroomt niet den overste voor te stellen als een partijdig man. In 't tweede stuk trekt bekl. dadelijk den schoen aan, die hem past. Het O. M. requireert ter zake van smaadschrift tweemaal gepleegd een gevangenisstraf van twee maanden. De raadsman van de beleedigde partij, mr. H. P. de Wilde, wijst op 't verschil tusschen den heer Brantsen in den tijd, toen htf zijn beschuldigingen schreef en nu. Eerst keek ieder vol verwachting naar den heer Brantsen en verwachtte men een nieuw faccuse en wat is er nu van die verwachtingen overgebleven? Gebleken is, dat de heer Brantsen, die zoo hoog opgeeft over Koningin en vaderlandsliefde,
zich zelf aan zijn plichten onttrokken heeft. Zeer zeker was het de plicht van den heer Brantsen als korporaal de bedoelde feiten te rapporteeren, doch dit doet hij niet, doch wacht daar twee jaar mee. De ridder Brantsen sans peur et sans reproche heeft zich ontpopt tot den ridder van de droevige figuur. Hoe anders te verklaren, dat bekl. nu niet verschenen is ? Dit geeft den indruk, dat hij zijne zaak niet zuiver acht en niet voor den dag durft komen. In zake de schadevergoeding beperkt de civiele partij zich tot 't eischen van f 1 schadevergoeding. Uitspraak Dinsdag 27 September.
"RECHTSZAKEN. Voor de Rechtbank.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
Gisterenavond is in de huishoudelijke vergadering van de afd. Arnhem der S. D. A. P. de heer W. P. G. Helsdingen, candidaat gesteld voor het lidmaatschap van den Gemeenraad in district III. — * Groningen, 17 Sept. Als nr. 1 op de voordracht voor directrice der Meisjesschool alhier staat mejuffrouw J. Anema, benoemd directrice der Meisjesschool te Arnhem. — Professor Max. Rann, wonende te Brussel, is de dupe geworden van een handigen zakkenroller, vermoedelijk een Amsterdammer. Hij bevond, zich in de sneltrein van Brussel naar Genua. In dezelfde coupé bevond zich een Hollander, die goed Duitsch en Fransch sprak. Eerst in het Gotthardgebied bemerkte de profersor dat hij zijn portefeuille inh. 3 Belgische banknoten a 500 fr„ 1 Fransche id. a 100 fr. en 140 1 in Ital. banknoten en een reispas miste. De Hollander gaf op dat hij voor zaken reisde van Keulen naar Italië en dat zijne ouders in Amsterdam woonden. Recherche en mededeeling aan bankinstellingen wordt door de Brusselsche politie verzocht.
"LAATSTE BERICHTEN.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
Londen. 17 Sept. De „Times" verneemt uit Peking, dat de Chineesche vertaling van 't ontwerp-verdrag tusschen Engeland en Tibet 10 artikels bevat. Het verplicht Tibet markten te vestigen in Yatoeng, Gyantse en Gartok, en een schadevergoeding te betalen van 500,000 p. st. in drie jaarlijksche termijnen. De Britsche troepen zullen de Goembi-vallei bezet houden tot de schadevergoeding betaald is. Zonder toestemming van Engeland mag geen grondgebied van Tibet verkocht of verpacht worden, geen vreemde Mogendheid mag in de Tibetaansche aangelegenheden tusschenbeide komen, of wegen, spoorlijnen, telegraaflijnen aanleggen of mijnen ontginnen. San-Francisco, 17 Sept. De „Lena" is te Mareisland aangekomen en wordt terstond ontwapend..
"TELEGRAMMEN. (Reuter-telegrammen).". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
DIENSTAANBIEDINGEN Advertentiën a wijf cent per regel. Bij vooruitbetaling te voldoen. Et biedt zich aan een net MEISJE als Keukenmeid of leid-alleen, P. G., 24 jaar, flinke burgerpot kunnende koken en van goede getuigen voorzien. Brieven franco onder No. A 550 aan het Bureau dezer Courant. Tegen November biedt zich aan een nette Dienstbode als WERK-TWEEDEMEID, P.G. en van goede getuigen voorzien. Brieven franco onder No. A 551 aan het Bureau dezer Courant.
"Advertentie". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014
Amsterdam, 16 Sept. Oliën. Raap.- vliegend van de Molen de 100 KG. f 23 s / 4 ,l 23 1 / 4 , Mei f 23; Sept. f 22 i / a ; Oct.-Dec. f 22 6 / 8 . Lijnolie vliegend v. d. Molen f 19, f i 8 3 / 4 ; Jan.-Mei f 18 6 8 , I8 3 /*; Juni-Aug. f 19V8. f 19V4, Oct. f l8Vs, i8 s / 4 ; Oct.-Dec. f 18%, f 18%, 18 1 / a . Schiedam, 16 Sept. Noteering der Vereeniging „Bond van Distillateurs," gevestigd te Rotterdam. Moutwijn f 11.00 per hectoliter. Gene ver „15.00 „ „ Amst. proef „ 16.50 „ „ Arnhem, 16 Sept. Rogge f 5.50 tot f 6.50 p HL. Tarwe id. f 8.00 tot f 8.50 p. HL. Boekweit f 0.00 tot f 0.00 p. H.L. Haver f 0.00 tot f 0.00 p. HL. Aardappelen f 2.15 tot f 2.50 p. HL. Appelen f 2.75 tot f 5.90 p. HL. Peren f 4.00 tot f 8.60 p. HL. Boter f 1.36 tot f 1.44 per kilo. Vette varkens 36 tot 40 ct. p. kilo. Eieren f 4.75 tot f 5.25 per 100 stuks. Snijboonen f 8.50 tot f 10.00 de zak. Bloemkool f 15.00 tot f 20.00 per 100 stuks. Roode kool f 9.00 tot f 11.00 de 100 stuks, Witte kool f 8.00 tot f 15 de 100 stuks. Kippen per stuk f 0.50 tot f 0.90 per stuk. Melkvee f 130 tot f 220 per stuk. Aangevoerd 104 HL. rogge, 260 id. tarwe, 00 id. boekweit, 00 id. haver, 490 id. aardappelen, 800 id. appelen, 500 id. peren, 380 ldlo boter, 139 vette varkens, 44500 stuks eieren, 10 zak snijboonen, 3000 stuks bloemkool, 3500 st. roode kool, 1500 st. witte kool, 2200 st. kippen en 24 st. melkvee.
"MARKTEN.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/09/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095903:mpeg21:p014