IN GEZONDEN MEDEDEELINGEN BETREFFENDE HANDELSZAKEN. De Kinderen groeien er flink en voorspoe= digvanop.en lijden niet aan slechte spijs-/ vertering, ; 1 Bovenal een e'énig middel tegen Braakloop, JJarmcafarrh, Diarrhee, enz. Kufeke's Kindermeel te verkrijgen in de Leeuwen-Apotheek en Drogisterij, Bakkerstraat 15.
Arnhemsche courant
- 19-09-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 19-09-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5585
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Advertentie
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Men klaagt in Amsterdam over de ondankbaarheid der diamantbewerkers. Tijdens de uitsluiting hebben een groot aantal huiseigenaars hun huurders die uitgesloten waren, geheel of gedeeltelijk uitstel van betaling verleend. Daaraan hebben de diamantbewerkers het mede te danken, dat zij den strijd hebben kunnen volhouden. En wat doen nu de werklui ? Zij denken er niet aan deze schuld te voldoen, hoewel zij er thans toe in de gelegenheid zijn. Het bondsbestuur werd in de laatste weken letterlijk bestormd door huiseigenaren en opzichters, die hun huurders nu voor en na zien verdwijnen, zonder dat er zelfs maar een gedeelte der schuld is afgedaan. — Haarlem, 18 September. B. en W. hebben het volgende schrijven gericht aan de slagers te dezer stede: Wij hebben de eer u mede te deelen, dat een onderzoek naar de hoedanigheden van hier verkochte vleeschwaren heeft aangetoond, dat op groote schaal bijmenging van vreemde bestanddeelen plaats heeft. De onderzochte worst bevatte in meerdere gevallen boorzuur, terwijl in gehakt in alle onderzochte gevallen preserveerzoui. werd aangetroffen, somtijds in belangrijke hoeveelheden. De meeste soorten preserveerzout, voornamelijk die, welke boorzuur en zwavelige zouten bevatten, kunnen, naar onze meening, zelfs in kleine hoeveelheden toegevoegd, gevaar opleveren voor de gezondheid der gebruikers. Opdat zoodanig gevaar worde voorkomen, zien wij ons genoodzaakt u met aandrang te verzoeken, in het belang van de openbare gezondheid, de aanwending van zwaveligzure zouten of boorzuur na te laten. Waar wij gaarne aannemen, dat het gevaar, aan het gebruik van bedoelde bestanddeelen verbonden, niet in zijn vollen omvang of misschien in het geheel niet aan u bekend was, meenen wij na deze mededeeling thans op uw medewerking te mogen rekenen. Wij achten het niet ondienstig u tevens te herinneren aan de artikelen 174 en 175 van het Wetboek van Strafrecht. die strafbaar stellen wat boven werd bedoeld. — Teneinde aan de Nederlandsche fbkkers van tuigpaarden en belangstellenden de gelegenheid te geven, zich eenigszins op de hoogte te stellen van de Normandische harddravers en carossiers heeft de luit.-kolonel K. D. Punt te 's-Gravenhage 't plan opgevat om in 't laatst van October een gezelschapsreis te organiseeren naar Normandië, in den tijd dat te Caen ongeveer 400 3Vsjarige hengsten worden gepresenteerd, waarvan er ongeveer 150 voor den Franschen Staat worden aangekocht. Het gezelschap zou uit hoogstens 30 a 40 personen, zooveel mogelijk paardenfokkers, moeten bestaan. Het reisplan is als volgt: bijeenkomst in den Haag, 's avonds vóór de afreis, in „Hotel Central." Vertrek: in den morgen van 22, 23 of 24 October uit den Haag in gereserveerde wagens 2e kl.; aankomst te Parijs 5.31 's avonds. Zoo mogelijk voor allen logies in het Grand Hotel „Terminus", bij station St.-Lazare. Den volgenden morgen vertrek naar Caen,
(óók gereserveerde wagens); aankomst ongeveer 12 uur. Alleen zal worden bijgewoond de aankoop der trotteurs en der hengsten, die voor de 2 e keur worden gemonsterd. Voor het bijwonen van de geheele presentatie zou men 10 dagen te Caen moeten zijn. Verblijf te Caen ongeveer 3 dagen ; dan één dag naar St.-Lo, het grootste rijkshengstendepot (400 hengsten-carossiers en trotteurs), en 's avond naar Parijs terug: daar een paar dagen blijven en dan naar huis; dus 7 a dagen heen en terug van hier uit. (»H. C.") — * Leiden, 19 September. Onder talrijke blijken van vriendschap en sympathie herdacht L. D. Petit den dag waarop hij 25 jaren geleden de betrekking aanvaardde als Conservator der gedrukte stukken aan de Rijks-Universiteitsbibliotheek. Op den middag had eene druk bezochte receptie plaats in Maison Prins aan het Rapenburg, waar tal van vrienden en belangstellenden den jubilaris hunne gelukwenschen kwamen aanbieden. Van een aantal vereerders werd hem bij monde van prof. dr, P. J. Blok een aanzienlijk geschenk in portefeuille aangeboden, terwijl hem van wege de Vereeniging tot bevordering van de belangen van den boekhandel door den heer P. M. G. van Boele een paar fraaie etsen werden vereerd. In den voormiddag was den heer P. in het gebouw der Bibliotheek een kunstvoorwerp aangeboden, als huldebetuiging van het personeel der instelling. De ie custos, de heer J. P. de Sauvage, was hier de tolk der gevoelens van hoogachting ten opzichte van den geëerden chef. Nog van verschillende andere zijden mocht de heer P. ervaren, vooal in den vorm van bloemstukken, hoezeer hij zich in de achting en sympathie, vooral in wetenschappelijke kringen mag verheugen. — De leden der Internationaal Zeerecht-Conferentie waren Zaterdag met hunne dames de gasten van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel en Fabrieken. Een extra-trein bracht hen om 10 uur 20 minuten aan het Maasstation aan, waar zij, ten getale van 67, door den heer A. Plate, president van de Kamer, ontvangen werden. Een tocht werd gedaan om de havenwerken en inrichtingen te bezichtigen. Tegen twaalf uur ging men op de salonboot „Merwede I" van de reederij Fop Smit & Co. over, Met deze salonboot ging het naar den Hoek van Holland. Middelerwijl werd aan boord geluncht.
— Men meldt uit Almelo aan de „N. R. C." : Over de werkstaking bij den heer F. Westenberg alhier vernemen wij het volgende : Na het ontvangen van den bewusten brief van den Bestuurdersbond, deelde de heer W. aan zijne knechts mede, dat hij hun verzoek (werken van 7 tot 7 en 's Zaterdags tot 4 uur) zou inwilligen, mits zij bedankten voor hun lidmaatschap van de Vereeniging van Pakhuisknechts „Tot steun en strijd". Wilden zij dat niet, dan kondigde hij hen met veertien dagen ontslag aan. Daarop antwoordde de knechts, dat zij er dan direct uitgingen, aan welk voornemen zij gevolg gaven. Vrijdagavond toen de vier nieuwe knechts van den heer W. naar diens woning gingen, werden zij achtervolgd door een joelende menigte, meest opgeschoten jongens, wier optreden van dien aard was, dat de marechaussee zich genoodzaakt zag de menigte met de blanke sabel uiteen te jagen. Een wagon met koopmansgoederen van den heer W. bleek bij aankomst te Gronau overgoten met petroleum. Deze wagon werd door den geadresseerde niet geaccepteerd. De heer W. heeft de directie der Staatsspoorwegen telegrafisch voor de schade aansprakelijk gesteld. — 's Hertogenbosch, 17 September. Door de Rechtbank alhier is ter vervulling eener vacature van rechter in dat college opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: jhr. mr. W. K. G. Dittiinger, substituut-griffier bij de Rechtbank alhier; mr. P. J. G. van der Meulen, rechter in de Rechtbank te Almelo; en mr. C. W. Schlingemann, substituut-griffier bij de Rechtbank te 's-Gravenhage.
BUITENLAND. De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlogsbuit der Japanners bij Liaojang is al heel wat te doen geweest De Russen beweerden halstarrig, dat er zoo goed als niets verloren was gegaan en daar de Japansche telegrammen met geen . enkel woord van veroverde voorraden of kanonnen spraken, begon men aan die Russische bewering algemeen geloof te hechten. Koeropatkin seinde later wel, dat hij een geheele batterij had moeten achterlaten, die in den modder was blijven steken, maar 't schijnt wel, dat die batterij nog in den modder zit, want Oyama spreekt er in zijn telegrammen in 't geheel niet van. De voorraden in Liao-jang buitgem aakt heeten voldoende om de paarden van eenige divisies gedurende vier maanden te voeden. Het lijkt dus wel, dat die voörraden alleen uit hooi en haver bestaan! Voor de rest beteekent de oorlogsbuit ook niet heel veel. In 't geheel moeten den Japanners in handen gevallen zijn : 13 Russen, levende exemplaren wel te verstaan, 2600 geweren, 170 munitekarren, 7250 granaten en ongeveer 1. 300.000 geweerkogels. Zeer zeker is deze buit, in verhouding tot den duur en de hevigheid van het gevecht al heel gering. Zoowel de Russen als de Japanners zijn weer uitgerust van de vermoeienissen der laatste gevechten. De Russen hebben hun tijd gebruikt om in de buurt van Moekden versterkingen aan te leggen. Een van die verschansingen, een oud Chineezenkamp heet zoo goed als onneembaar, maar daar de Japanners getoond hebben spe-
cialiteiten te zijn in het nemen van onneembare stellingen, zegt dit niet heel veel. De voorposten der beide tegenstanders zijn voortdurend met elkaar in voeling en de schermutselingen beginnen reeds talrijker en heviger te worden. Het schijnt dat de Japanners naar het Oosten oprukken, en binnenkort wordt bij Moekden een groote slag verwacht. Alle berichten over 't oprukken der Japanners zijn echter slechts geruchten en veronderstellingen, waar men niet te veel waarde aan moet hechten; het is zelfs zeer goed mogelijk, dat Koeropatkin op Tië-ling terugtrekt.
Generaal Stoessel bericht uit Port-Arthur, dat het groote aantal onbegraven lijken, dat om de stad ligt, de lucht verpest. Zoodra de Russen trachten die lijken te begraven, openen de Japanners 't vuur op hen. Dit bericht klinkt als een zware beschuldiging, maar men moet niet vergeten, dat, toen de Japanners eenigen tijd geleden een korten wapenstilstand vroegen om hun dooden te begraven, dit door generaal Stoessel geweigerd werd. De toestand te Port-Arthur wordt als zeer ernstig voorgesteld. In den laatsten tijd oefenen de Japanners een strenger toezicht uit op de jonken, die van uit Tsjifoe voortdurend levensmiddelen binnen Port-Arthur smokkelen, waardooi er nu slechts weinig binnen komt. De „Lena" die de Amerikaansche regeering eenige dagen geleden zooveel last veroorzaakte, is te Mare Island aangekomen en wordt ontwapend, waardoor ook dit incident uit de wereld is geholpen. De „Petersburg" en de „Smolensk" zijn 16 Sept. uit Dar-es-Salem vertrokken, waarheen weet men niet. — Zaterdag is te Moekden de volgende boodschap van den Czaar aan Koeropatkin bij legerorder bekend gemaakt: „Ik zie uit uw rapport, dat gij de vesting Liao-jang niet kondet houden, omdat de vijand uw verbindingslijnen dreigde af te snijden. De terugtocht van het geheele leger onder zulke moeilijke omstandigheden en over de verschrikkelijke wegen was een krijgsverrichting, die uitmuntend werd uitgevoerd tegenover ernstige hinderpalen. Ik dank u en uw schitterende troepen voor hun heldhaftig werk en aanhoudende zelfopoffering. God zij met u. Nicolaas." Koeropatkin voegt ii} zijn legerorder hier aan toe, dat deze boodschap een nieuw bewijs is van 's Keizers verheven welwillendheid en dat hij zich overtuigd houdt, dat elk soldaat van het Mantsjoersche leger zijn best zal doen de overwinning op den vijand te behalen en het vertrouwen van den Keizer van Rusland waardig te worden. Aan alle soldaten van het leger wordt de Keizerlijke boodschap met plechtig ceremonieel voorgelezen op Koeropatkin's bevel. — Over de schade, die de Japansche handel door den oorlog leed, zijn reeds een aantal •cijfers gepubliceerd. Over de belangrijke economische gevolgen wordt aan de „Köln. Zeit." nog het volgende geschreven : Toen de Japansche Regeering het uitbreken van den oorlog zeer nabij achtte, besloot zij alle eigen-exploitatie ondernemingen te beperken, beambten bij groote getallen te ontslaan, en iedereen tot spaarzaamheid aan te manen. In het algemeen verdween de ondernemingsgeest bij particulieren en maatschappijen, en het gevolg is, dat de banken vol dood kapitaal kwamen. Er liggen grootere sommen dan ooit te voren, en de banken moesten graag of niet vele millioenen tegen zeer lage rente aan de Rijksbank ■overdragen. De geldmarkt is dood, zwakke ondernemingen gingen ten gronde, de overigen missen de export, slechts gebruiksvoorwerpen voor het leger worden in grooten getale gemaakt,
— Luitenant Lepansky, een gewond uit den oorlog teruggekeerd Russisch officier, die groote bewondering voor de Japansche soldaten betuigt, verzekert dat de Japanners verleden jaar, toen generaal Koeropatkin in Japan was, opzettelijk bij de legeroefeningen de grofste fouten hebben gemaakt, om den Russischen bevelhebber in den waan te brengen, dat zij soldaten waren van weinig waarde. Ook de Japansche officieren, die de Europeesche leger-manoevres bijwoonden, plachten .zich als oliedom of kinderlijk naief voor te doen. — De „Daily Express" verneemt uit Tokio, dat de Japansche generale staf bevel heeft gegeven tot organisatie van een volksleger waartoe behooren personen van 32 tot 40 jaar. Zij zullen nog dit jaar op het oorlogsterrein aankomen. De Japansche Regeering had verwacht, deze nieuwe mobilisatie eerst in het begin van het volgend jaar te moeten gelastenDoch de zware verliezen bij Liao-jang hebben aanvulling der troepen dringend noodzakelijk gemaakt. In 't geheel zouden hierdoor acht divisies, gezamenlijk 120.000 man beschikbaar komen. Gisterenmorgen is Prins Herbert Bismarck, de oudste zoon van den ijzeren kanselier op Friedrichsruh overleden. Hij was den 28en December 1849 te Berlijn geboren, studeerde in de rechten, werd in den Fransch -D uitschen oorlog bij Mars la Tour 7. waar gewond, en trad in het laatst van 1873 in dienst bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Onder den Rijkskanselier was hij eerst verbonden aan de gezantschappen te Dresden en München, en later te Bern, Weenen, Londen, Petersburg en 's-Gravenhage. In 1885 werd hij onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Zaken. Een jaar vroeger was hij tot afgevaardigde voor den Rijksdag gekozen, doch' moest als zoodanig aftreden toen hij tot ondersecretaris benoemd werd. Dit bleef hij tot 1890, drie jaar later kwam hij weer in hen Rijksdag. Sedert 21 Juni 1892 was hij met gravin Margaretha Hoyos gehuwd. Na den dood van zijn vader (30 Juli 1898) erfde hij den prinselijken titel. — Groeneveld, bekend om de vervolging, waaraan hij in Duitsch Zuidwest-Afrika heeft blootgestaan, omdat hij|| verkeerde dingen in
het bestuur aan het licht had gebracht, is dezer dagen van daar te Hamburg aangekomen. Een verslaggever der „Frankf Zeit." heeft hem gesproken. Groeneveld zag den toestand in de kolonie duister in. Indien het waar is, dat de gouverneur verlangt, dat de inboorlingen half September de geweren, die de Duitsche overheid hun te kwader ure verkocht heeft, inleveren, dan zal de opstand, vreest hij, algemeen worden. De Bondelzwarts, Bethaniërs, Veldschoendragers, Berseba, de Gibeonieten onder Hendrik Witbooi, de Gokhas en Haochanas, zij zullen allen meedoen. Groeneveld bevestigde ook wat er van het rechts- en gevangeniswezen in Bethanië en Keetmanshoop slechts is verteld. Volgens de „Frankf. Zeit." is Groeneveld een Pruis, zoon van een ritmeester. — Te München is, op uitnoodiging van den Bond der Duitsche ingenieurs, een vergadering gehouden door 30 afgevaardigden van technische hoogescholen, universiteiten, nijverheid enz., ter bespreking van belangrijke vragen. Men kwam daar o. a. tot de slotsom, dat in de behoefte aan technisch onderwijs nog langen tijd beter zal worden voorzien door stichting van afzonderlijke hoogescholen dan door toevoeging van technische faculteiten aan de universiteiten. — In een gisteren te Alt-Moabit gehouden vergadering der arbeiders en arbeidsters van de firma Siemens und Halske, wier fabrieken zich te Charlottenburg bevinden, is met algemeene stemmen besloten, om, indien hedenavond de werkstaking in de afdeelingen gloeilampen niet geëindigd is, in alle afdeelingen den arbeid neer te leggen.
In Noord-I t a 1 i ë is de toestand tengevolge van de stakingen zeer ernstig geworden. Gisteren werd uit Milaan gemeld, dat de winkels aldaar gesloten waren en de trams niet meer reden. De omnibussen der hotels worden door de stakers tegen gehouden en de reizigers genoodzaakt uit te stappen. De meeste spoorwegbeambten legden, nadat de staking was afgekondigd eveneens het werk neer. De vreemdelingen verlaten de stad. In den namiddag werd door ongeveer 50000 personen een meeting gehouden, waarop met algemeene stemmen besbten werd de staking tot Dinsdagavond voort te zetten. Ook ie Genua is de staking afgekondigd. Groepen stakers doorliepen de stad en dwongen de winkeliers met geweld de winkels te sluiten. Bij botsingen met de openbare macht werden een ambtenaar, vijf agenten, twee karabiniers en twee stakers gewond. Een bulletin van de „Gazettino del Popoio," te Genua gepubliceerd, meldt dat tijdens de opstootjes, die aldaar plaats hadden, 80 personen gedood werden. De staat van beleg is afgekondigd. Generaal Del Mayno is benoemd tot militair gouverneur van de stad. — De doopplechtigheid van den jongen Italiaanschen Kroonprins, die — met toestemming van den Paus — door kardinaal Richelmy, aartsbisschop van Turijn, zou geschieden, is uitgesteld. Naar het schijnt, laat de toestand van den jonggeborene en zijn moeder te wenschen over. De onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag tusschen Italië en OostenrijkHongarije zijn afgeloopen; de overeenkomst zou gisteren te Rome geteekend worden. — De internationale conferentie tegen den handel in blanke slavinnen, te Zürich vergaderd, nam een resolutie aan, waarin voor alle landen de meest strenge maatregelen tegen souteneurs en hun bedrijf geëischt werden. — Het Engelsch-Tibetaansche verdrag, dat bepaalt, dat Tibet drie markten voorgoed moet openhouden ten bate van den ruilhandel tusschen Indic en Tibet en dat het den handel langs de bestaande en nieuwe karavaanwegen moet toelaten, is te Peking aangekomen, daar het door de Chineesche Regeering bekrachtigd moet worden. Het schijnt den Chineezer. echter nogal naar den zin te zijn, zoodat er zich verder wel geen bezwaren meer zullen opdoen.