INGEZONDEN MEDEDEELINGEN BETREFFENDE HANDELSZAKEN. Bruid-Zijde 60 Cent. tot f| 11,35 p- Met. — Franco en vrij van invoerrechten toegezonden ! Stalen ommegaand! evenzoo van zwarte, witte en gekleurde , I Henneber0 la Zijde" van 60 cent tot fl 11.35 per Meter. G. Henneberg, Zijde-Fabrikant (k. & k. Hofl ), Zürich
Arnhemsche courant
- 25-10-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 25-10-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5616
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Advertentie
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Door B. en W. van Amsterdam werd gisteren aanbesteed : de levering van 45,000 M 2 straatklinkers voor voetwegen.
Laagsle inschrijvers, gebrs, Burgers, Weerd, 5000 M 3 a i-39 8 /4> 2000 M 3 a f 1.29 / 4 , Holl.Duitsche steenfabrieken, Lobith, 50 o M 2 a f 1.40; gebr. Burgers, Weerth, 5000 M 2 a f i.49 8 / 4 ; Naaml. Venn. Over-Betuwe, Wageningen 3000 a f 1.50; S. G. van der Poll, Eck-en-Wiel, 5000 a f 1.50; H. Terwindt, Nijmegen, 5000 a fl.50; S. Mutter, Millingen, 10,000 a 1.50; steenfabrieken H. Wolff & Co. aldaar. 8000 af 150. — 's-Gravenhage, 24 Oct. Bij het afdeelingsonderzoek van de Gemeentebegrooting werd door enkele leden erover geklaagd „hoe de onderwijzers zich uiten in hun vakbladen over politieke vraagstukken; zij kweeken een antinationalen geest bij de kinderen door hunne socialistische en anti-nationale opvattingen hoofdzakelijk buiten de school te propageeren". Het antwoord van het Dagelijksch Bestuur luidt: „Indien inderdaad de onderwijzers zich in hun vakbladen uitlaten in den zin als hier bedoeld, dan kunnen ook Burg. en Weth. dit allerminst goedkeuren." — Maandagochtend, 31 dezer, zal het stoffelijk overschot van President Kruger in een rouwwagen van de begraafplaats Oud-Eikenduinen naar Rotterdam vervoerd worden. De lijkwagen zal door geen enkel rijtuig worden gevolgd en direct over Delft en Overschie naar Rotterdam vertrekken. Aldaar wordt het stoffelijk hulsel ongeveer twee uur verwaent aan de Schie, om alsdan in een kleinen stoet van enkele volgrijtuigen naar het Willemsplein te worden gebracht, waar de „Batavier VI" gereed ligt. Het is de bedoeling, juist met het oog op het eenvoudig karakter dat men deze overbrenging wil doen aannemen, dat de „Batavier" onmiddellijk nadat het stoffelijk overschot zal zijn aan boord gebracht, vertrekt. — De heer en mevrouw van Marken, te Delft, zijn, naar „de Fabrieksbode" meldt, dezer dagen verrast met het bericht, dat een der jury's der wereldtentoonstelling te St.-Louis in NoordAmerika elk hunner had bekroond, den heer van Marken met den grand-prix. de hoogste onderscheiding, mevrouw van Marken met de gouden medaille voor hunnen socialen arbeid. De heer Tolman, directeur van het New-Yorker Bureau voor Sociale Adviezen, heeft een paar jaar geleden in ons land de instellingen in het belang van het personeel der Delftsche fabrieken, aan welker hoofd de heer van Marken staat, bestudeerd. — De tunnels in het Centraal-station te Utrecht zullen morgen voor het publiek verkeer worden opengesteld. — Bij het examen te Deventer in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek zijn o.a. geslaagd de heer S. A. Bijsterbosch te Brammen en de dames : R. Post, W. M. Posthumus, G. J. H. Beurslag, allen te Apeldoorn.
STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Indische begrooting voor 1905.
Het afdeelingsverslag over de Indische begrooting is verschenen : Door zeer vele leden werd de toestand der Indische financiën zorgelijk geacht. De productieve werken, waarvan het bedrag tegenover het geraamd tekort wordt geplaatst, kunnen, naar de meening van verscheidene leden niet alle als zoodanig worden beschouwd, en in geen geval achtte men het geoorloofd gewone uitgaven door leening te bestrijden. Sommigen meenden, dat, waar het wenschelijk is om met den werkelijken toestand rekening te houden, het geen aanbeveling verdient een deel van de voor verkoop in dit jaar bestemde hoeveelheid Java-koffie voor verkoop in 1905 te reserveeren. Was de indruk der ingediende begrooting verre van gunstig, ook de algemeene financieele toestand werd door velen als zeer zorgwekkend beschouwd. Bepaaldelijk ten gevolge van den achteruitgang van de opbrengst der koffiecultuur bewegen de middelen zich voortdurend in dalende richting, terwijl ook de hooge inkomsten uit de tin niet zeker blijvend zijn. De vele militaire expedities en de voortdurende uitbreiding van het rechtstreeksch bestuur doen aan den anderen kant de uitgaven stijgen, terwijl ook het civiel bestuur meer en meer lasten vordert. Tegenover dit ongunstig oordeel dachten anderen optimistischer. De verhouding tusschen wisselvallige inkomsten en die, welke uit meer regelmatig vloeiende bronnen van inkomst voortspruiten, is in de laatste decenniën aanzienlijk verbeterd. Omtrent de in die richting door den Minister geopende vooruitzichten werden inlichtingen gevraagd; meer speciaal wenschte men te weten welke maatregelen door den nieuwen gouverneur-generaal aan de orde zullen worden gesteld ten einde sommige deelen d'er Buitenbezittingen meer in de lasten te doen bijdragen. Eenige leden gaven daarbij in overweging van Rijkswege een stelselmatige mijnbouwkundige exploratie van geheel Sumatra te doen plaats hebben. In verband met deze beschouwingen werd ook weder het bezuinigingsvraagstuk ter sprake gebracht en daarbij andermaal o. a. gewezen op de wenschelijkheid van vermindering der uitgaven van traktementen en pensioenen van ambtenaren. Breedvoerig werd van gedachten gewisseld naar aanleiding van de klacht van eenige leden over het voeren van imperialistische politiek in Indic. Tegenover die klacht werd gesteld het feit, dat menige militaire expeditie niet zoozeer gezagsuitbreiding beoogt, als wel behartiging en beveiliging van het belang der inlandsche bevolking. In dit verband kwam o. a. weder de expeditie naar de Gajoe- en Alaslanden ter sprake, waarbij verscheidene leden de toekenning der onderscheiding aan kolonel Van Daalen, op dit oogenblik, immers in afwachting der nadere inlichting die de Regeering beloofd heeft, ontijdig achtten en wellicht eene later
misschien misplaatst te blijken goedkeuring van 1 hetgeen onder de leiding van den kolonel is geschied. Overigens gaven zoowel de mededeelingen bij het adres van antwoord gedaan als die in het Koloniaal Verslag voorkomende, aanleiding tot het vragen van verschillende nadert inlichtingen omtrent het gebeurde; ook voor zooveel betreft de mededeelingen omtrent de pogingen tot onderwerping van den pretendent-sultan van Bandjer-Masin ; ten opzichte van de bedoelingen der Regeering met betrekking tot de Boven-Doesoen, Boni, Flores, Djambi enz. Naar sommiger meening hebben de door den Minister geraadpleegde deskundigen ovgr den economischen toestand van Java niet overal blijk gegeven van de noodige objectiviteit; an deren echter brachten den schrij vers hulde voor den door hen gegeven arbeid, welke vele belangrijke gegevens betreft, terwijl de studie van den heer Rouffaer over de voornaamste industrieën der inlandsche bevolking als een werk van groote waarde werd geprezen. In tegenstelling met verscheidene leden, die in overweging gaven de commisie, benoemd voor het onderzoek naar de oorzaken deimindere welvaart van de inlandsche bevolking te ontbinden, betoogden andere leden, dat de reden voor een degelijk plaatselijk onderzoek naar de oorzaken der kwaal volstiekt nog niet overbodig is. De uitslag van het onderzoek zal moeten leeren in hoever niet werkelijk, gelijk uit de berichten van den laatsten tijd schijnt af te leiden de mindere welvaart der bevolking slechts aan tijdelijke oorzaken moet worden toegeschreven. Het komt niet zelden voor, dat de Mekkagangers te Mekka gedwongen worden alles af te staan wat zij bezitten, zoodat zij het noodige missen om op eigen kosten naar Indië terug te keeren. Gevraagd werd of niet bevorderd kon worden, dat de Mekkagangers niet vertrekken zonder voorzien te zijn van een retourbiljet voor de zeereis. Verwondering werd er over uitgesproken dat speciaal deze minister van koloniën zoo weinig spoed betracht bij de behandeling van de dikwerf beloofde regeling van den rechtstoestand der inlandsche chrLtenen. Opnieuw en van verschillende zijden werd met aandrang aangedrongen op invoering van eene commercieele boekhouding bij de door den Staat geëxploiteerde bedrijven in Indië. Opnieuw werd geklaagd over de late ronddeelingen van het Koloniaal Vefslag en werden verschillende wenken gegeven omtrent de inrichting en den inhoud van dat verslag. Uitgaven in Indië. Eenige leden achtten de jaarwedde van den gouv.-generaal te hoog en meenden, dat eene verlaging tot f 100,000 per jaar aanbeveling verdiende. Men vroeg 's Ministers oordeel over de verplaatsing van den zetel van den gouv.-gen. naar Batavia. Opnieuw werd aangedrongen op eene reorganisatie van den Raad van Indië en aanbevolen dien Raad samen te stellen uit de directeuren der departementen en enkeie deskundigen. Door eenige leden werd aangedrongen op herziening van de bestaande regelingen betreffende de toelating van vreemde Oosterlingen bepaaldelijk Chineezen, en betreffende het passenstelsel. Ook vioeg men hoe het staat met de herziening der koelieordonnantie. Gevraagd werd, of de aankondiging van het ontwerp Strafwetboek voor inlanders spoedig kan worden verwacht. Door eenige leden werd er op gewezen, dat bij de bevordering van den geleidelijken overgang van den agricultuurstaat in de industrieele periode, de vorming van een talrijk proletariaat niet is te keeren. Tot bescherming van deze arbeiders werd, behalve sociale wetgeving en meer ontwikkeld onderwijs, het toekennen van meerdere politieke rechten, met name meer vrijheid van vereeniging, vergadering en drukpers, noodig geacht. Gevraagd wordt of spoedige herziening van het drukpersreglement is te verwachten. Gaarne zou men het rapport van dr. Snouck Hurgronje over de opleiding van inlanders voor betrekkingen bij de rechtelijke macht overgelegd zien. Gevraagd werd of gevolg gegeven is aan het denkbeeld om de terechtstelling van ter dood veroordeelden binnen de muren der gevangenis te doen plaats hebben. Geklaagd werd over de administratie der wees- en boedelkamers. Gevraagd werd, of t et waar is, dat de dwangarbeiders in Atjeh met al te groote gestrengheid gestraft zijn. Aangevoerd werd, dat de regeling van het gevangeniswezen zeer duur is. De memoriepost voor afschaffing der slavernij vond toejuiching, maar enkele leden meenden te moeten waarschuwen tegen pogingen om door middel van geweld tot afschaffing van slavernij te geraken. Men vroeg of toeneming van den smokkelhandel een der oorzaken van de vermindering van het opium-debiet is. Opgemerkt werd, dat van de opiumregie geen gebruik mag worden gemaakt om de inkomsten te doen stijgen en dat het heulsap niet behoort ingevoerd te worden in streken waar het zoo goed als onbekend is. Voorts werd door een der leden aanbevolen het gebied der Bataklanden, maar de Rijnsche missie werkzaam is, met inbegrip van Si Balungun tot een verboden kring te maken. Gewezen werd op de wenschelijkheid om de te vorderen rente bij het pandhuisbedrijf niet op een te laag bedrag te stellen, Men vroeg of de Minister bereid was t<">t vestiging van een gouvernementspandhuis in de afdeeling Denak. Opnieuw werd door enkele leden aangedrongen op eene reorganisatie der politie in den ten vorigen jare aangeduiden geest. (Wordt vervolgd),