INGEZONDEN MEDEDEELINGEN BETREFFENDE HANDELSZAKEN. Henneberg-Zijde. — alleen echt, indien direct van mij betrokken. — Zwart, wit en gekleurd van 60 cent tot f| 11.35 p. Met. — Aan ieder franco en vrij van invoerrechten in huis. btalen ommegaand. G. HeDiieberg, Zijde -Fabrikant (k. & k. Hofl), Zürich
Arnhemsche courant
- 13-12-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 13-12-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5658
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Advertentie
RECHTSZAKEN.
* Door de Arrond.-Rechtbank alhier zijn Zaterdag de navolgende uitspraken in strafzaken gedaan : C. B. M„ smid te Nijmegen, wegens vernieling, tot 8 dagen gev.straf. — J. J„ rijwielreparateur te Nijmegen, wegens bedreiging, tot 1 maand gev.straf) — W. C. v. A., arbeider te Wageningen, wegens wederspannigheid, tot 5 dagen gev.straf, — ie. P. W. landbouwer, 2e. H. L., bezembinder, beiden te Groesbeek, wegens strooperij met een wagen, tot f 2 boete subs. 4 dagen hecht, ieder. — A. v. W., arbeider te Wageningen wegens diefstal, tot 1 maand gev.straf. — J. D., arbeider te Geldern, vrijgesproken. — J. v. M , arbeider te Wijchen, vrijgesproken. — M. L., gep. O.-I. militair te Wijchen, wegens vernieling, tot 14 dagen gev.straf. — Th. A. P., arbeider te Renkum, wegens diefsfal, tot 1 maand gev.straf. — H. F. W., visscher te Huisen. Het vonnis van het kantongerecht te Eist dd. 29 Oct. 1904 vernietigd en beklaagde vrijgesproken. — W. v. K, arbeider te Nijmegen, wegens vernieling, tot 14 dagen gev.straf. — C. N. v. B., arbeider te Nijmegen, wegens alsvoren, tot idem. — 2e. L. v. d. P., voermansknecht te Achterberg, 2e. J. W. H.. landbouwer te Veenendaal, wegens mishandeling tot 3 maanden gev.straf ieder.
* Vonnissen uitgesproken door het kantongerecht te Arnhem dd. 6 December 1904. Ter zake van het te Arnhem rijden met een kruiwagen op een voetpad : E. K., huisvr. van F. H. te Arnhem, f 0.50 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van het te Arnhem een voorwerp op straat laten verblijven: W. W. te Arnhem, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van het te Arnhem rijden met een voertuig zonder licht: C. R. te Arnhem, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van het te Arnhem rijden met een rijwiel zonder licht: H. v. K. te Oosterbeek, gem. Renkum, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van het te Arnhem snel rijden met een rijwiel: H. J. S. te Arnhem, f 6 boete, subs. 3 d. hecht. — Ter zake van het te Rheden rijden met een rijwiel zonder licht: J. W. C. en J. L., beiden te Zutphen, ieder f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van het te Rheden gillen en schreeuwen op
straat: J. C. te Dieren, gem. Rheden, f 3 boete, subs. 2 d. hecht. — Ter zake van het te Herwen en Aerdt muziek maken in een tapperij: W. T. L. A. P. te Lobith, gem. Herwen en Aerdt, f 3 boete, subs. 3 d. hecht. —Ter zake van het te Herwen en Aerdt rijden met een rijwiel zonder licht: W. F. K. v. H. te Tolkamer, gem. Herwen en Aerdt, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Ter zake van overtreding Prov. Reglement; H. T. te Wijchen : f 3 boete, subs. 3 d. hecht. — Ter zake van overtreding van het motorregreglement F. C. v, R. te 's-Gravenhage. f 10 boete, subs. 3 d. hecht. — Ter zake van overtreding spoorwegwet: J. B. te Huisen, f 3 boete, subs. 3 d. hecht.; en tevens opgeven van een valschen naam : A. B. J' E. te Apeldoorn, f3 en f5 boete, subs. 2maal 2 d. hecht. — Ter zake van zonder recht vee op weiland laten loopen, B. L., huisvr. van J. W.,teGroessen, gem. Duiven, f 1 boete, subs. 1 dag hecht. — Ter zake van loopen op verboden grond, PI. P, te Dieren, gem. Rheden, f 12 boete, subs. 3 d. hecht. — Ter zake van straatschenderij, J. A. H. tj Arnhem, f 3 boete, subs. 3 d. hecht. — Ter zake van vervoer door een trekdier op noodeloos pijnlijke en kwellende wijze doen plaats hebben, W. E. te Arnhem, f 5 boete subs. 3 d. hecht. — Ter zake van in staat van dronkenschap in het openbaar de orde verstoren, A. J., f 5 boete, subs. 5 d. hecht.; A. S., huisvr. van R. B., f 6 boete, subs. 4 d. hecht.; J. G. E„ f 10 boete, subs. 5 d. hecht.; J. B. E., f 3 boete, subs. 3 d. hecht., allen te Arnhem. — Ter zake van openbare dronkenschap, D. L. G., Th. G., ieder f 1 boete, subs. 2 d. hecht.; A. H. S., f 2 boete, subs. 2 d. hecht.; W. te P., OJ H. H,, F. W. B., W. A., f 2 boete, subs. 3 d. hecht, .eder, allen te Arnhem; H. K. te Herwen, gem. Herwen en Aerdt, J. T. te Rheden, ieder f 2 boete, subs 3 d. hecht.; W. v. S. te Arnhem, f 3 boete subs. 3 d. hecht.; W. G. W , J. S., beiden te Arnhem, ieder f 6 boete, subs. 3 d. hechtenis.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Van welingelichte zijde .neemt het „Hbld.„ dat het bericht, ais zou de heer Cremer, lid van de Tweede Kamer voor Amsterdam, voornemens zijn bij de verkiezingen in 1905 geen candidatuur meer aan te nemen, en ook op ander gebied zich uit het openbaar leven terug te trekken, gedeeltelijk voorbarig en gedeeltelijk beslist onjuist is. — 's-Gravenhage, 12 Dec. De Hooge Raad heeft ambtshalve ontslagen van rechtsvervolging een koetsier te Arnhem, door den kantonrechter aldaat tot een aantal geldboeten veroordeeld wegens het in strijd met de verordening op de straatpolitie op de openbare straat zonder vergunning van B. en W. een rijtuig doen verblijven.
— Tot directeur van het „Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap" te 's-Gravenhage is herkozen de heer D. N. Dietz. met 460 st. Op den heer R. H. Driessen werden 315 stemmen uitgebracht. — 's-Gravenhage, 12 Dec. Gistermiddag tusschen 4 en 4'/a u. was de toeloop naar de tentoonstelling v. kookkunst zóó groot, dat het uitgeven van entrées voor een tiental minuten moest gestaakt worden. 's Avonds, ruim acht uur, werd door eene commissie geconstateerd dat de 5000e betalende binnen het gebouw was. Ingevolge bepaling van het comité was voor de houdster van de 5000ste kaart, een dame, een compleet eetservies als souvenir bestemd, Het merkwaardigst uurtje van den dag is wel, zegt de „Tel", tusschen 1 en 2 uur, de etenstijd in het nagebootste volkslogies der marine. Dan worden de tentoonstellingswandelaars genoodigd aan de tafel der schepelingen, en van de puike qualiteit van het eten is reeds zulk een goede roep uitgegaan dat de plaatsten op de banken aan den disch gretig worden ingenomen ook door hen, die niet gewoon zijn zich dagelijks met scheepskost tevreden te stellen. Zondag schafte de pot gekookte andijvie met aardappelen en mndvleesch met bijbehoorende saus in verglaasde pannen, en bij dien maaltijd zijn de gasten onderworpen aan de voorschriften die aan boord gelden, zoowel wat het overreiken der eetbakjes aan „zoontje" (een zeemansterm voor den gezel die het eten opschept) betreft als het in acht nemen der noodige stilte aan tafel. De welbespraakte bootsman legt al die gebruiken op onderhoudenden toon uit en voegt er tevens een verklaring bij van de commandos en signalen die op een fluitje aan boord geblazen worden, Dit geeft ook het sein voor opstaan van tafel waarna weer gelegenheid wordt gegeven aan anderen om het eten te proeven. Ook van de Indische rijsttafel werd een druk gebruik gemaakt.
BUITENLAND. De oorlog in Oost-Azië.
Kapitein Klado, de man die het rapport van admiraal Rodsjestwenski naar St. Petersburg heeft overgebracht, weet, nu zijn opdracht afgeloopen is, blijkbaar met zijn tijd geen raad. Hij is nu specialiteit geworden in oorlogszaken en zegt met een ongekende vrijmoedigheid in de Petersburgsche bladen hoe de zaken eigenlijk staan. Hij was de eerste, die de doorvaart der Zwartezee-vloot door de Dardanellen in het openbaar verdedigde, een aardigheid die hem op 50 dagen kerkerstraf kwam te staan. Wij vermoeden, dat de vertaler hier eenigszins de plank misgeslagen heeft en vesting door kerker vertaald heeft; toch is het ook wel mogelijk, dat men in Rusland, het Rijk van de krasse maatregelen, een vergrijp tegen de mondjedicht-politiek met kerker straft.
Onze wakkere kapitein schijnt echter voor die 50 dagen „brommen" niet bang te zijn en in het „Nowoje Wremja" houdt hij zijn superieuren een vergelijking tusschen de Russische en Japansche zeemachten voor oogen, waar velen met een minder aangename gewaarwording naar zullen kijken. Met heel weinig woorden, die echter aan duidelijkheid niets te wenschen overlaten vertelt hij de heeren admiraals dat het uitzenden van de Oostzee-vloot een blunder is van de ergste soort. Om dit te bewijzen gaat hij de sterkte der beide tegenstanders ter zee na en indien zijn opgaven juist zijn, waarvan het tegendeel moeielijk aan te nemen is, dan moet men hem wel gelijk geven. De Oostzeevloot komt in Oost-Aze aan, terwijl de Russische eskaders daar vernietigd zijn en de havens toegevroren. Bovendien heeft de vloot een reis om de halve wereld achter den rug. De rompen der schepen zullen wel sterk aangegroeid zijn en waarschijnlijk zal de vloot wel geen verlof krijgen in een onzijdige haven, b.v. Saigon de schepen in orde te maken en voor te bereiden voor het gevecht. Hier siaat teg;nover, dat de Japansche vloot overvloed tijd heeft, om in de dokken de geleden schade te herstellen en de schepen op nieuw uit te rusten, zoodat de gevechtswaarde dier vloot, indien men de verongelukte schepen buiten beschouwing laat, weinig is verminderd. Ook de vergelijking tusschen de bemanningen der vloten valt ongunstig voor de Russen uit. Aan Japansche zijde een bemanning van ruim 14000 koppen, gehard en geoefend in een strijd van tien maanden, aan Russische zijde nog geen 9000 manschappen, inderhaast bijeen gescharreld, ongeoefend en zonder ervaring. Wat het aantal linie-schepen betreft, hierin loopen beide vloten niet ver uiteen, doch in het geheel bestaat de Japansche vloot uit 33 schepen, behalve de torpedobooten, de Russische uit 15 schepen en vooral hebben de Japanners meer snelle kruisers, op welk soort schepen het in hoofdzaak aankomt. Bovendien beschikt de Russische vloot over 703 vuurmonden, de Japansche over 941, de eerste over 14 torpedo-lanceerbuizen, de laatste over 52.
Deze cijfers spreken en daar men moeielijk kan aannemen, dat kapitein Kado in het openbaar cijfers meedeelt, die hij niet kan verantwoorden, kan men er ook eenig vertrouwen in stellen. Over het lot der Port-Arthur-vloot is nog het een en ander bekend gemaakt. Ambtelijk is te Tokio meegedeeld, dat vier slagschepen, twee kruisers, een kanonneerboot en een torpedotransportschip in den grond geboord zijn. Een verdere beschieting der Russische schepen is onnoodig, (waarschijnlijk omdat er geen meer zijn), zoodat het bombardement der stad hervat is, reeds met „goeden uitslag", zooals het in oorlogstijd heet. De Japanners begrijpen niet recht waar de Russische torpedobooten liggen. Ieder hoekje van de haven zoeken zij met hun granaten af, doch de Russische scheepjes kunnen zoo goed verstoppertje spelen, dat zij niet te vinden zijn. De mogelijkheid bestaat, dat zij evenals de „Sewastopol" op de buitenreede liggen. Dit laatste schip schijnt zich 's nachts onder den wal, achter de versperring, die voor overrompeling door torpedobooten is aangebracht, terug te trekken. Heel veel gevaar voor een aanval van Japansche torpedobooten bestaat er niet, daar het weer zeer stormachtig is. Van den berg van 203 M. hebben de Japanners opgemerkt, dat verscheidene sleepbooten en kleine schepen een toevlucht bij de hospitaalschepen gezocht hebben. De belegeraars zullen generaal Stoessel op dit feit opmerkzaam maken, daar het tot gevolg zou kunnen hebben, dat de hospitaalschepen niet meer ontzien werden. Ook over de verliezen der Japanners in de twee laatste maanden zijn te Tokio ambtelijke mededeelingen openbaar gemaakt. In het laatste deel van October zijn 3000 man gesneuveld en 10,000 gewond. De verliezen bij de jongste aanvallen zijn veel grooter. Bij Moekden blijft de toestand onverandeid. Het Russische leger moet nu ongeveer 400,000 man tellen, waaronder 40,000 man cavalerie. Doch ook de Japanners krijgen voortdurend versterking, eenige dagen geleden zijn er nog 2000 man te Nioetsjwang geland. De Japanners schijnen in China kameelen op te koopen en ook gaat het gerucht, dat zij een vliegend vendel zullen uitrusten (soms op die kameelen ?) om de Russische verbindingslijn bij Tië-ling te verstoren. — Van de bemanning der kanonneerboot „Seijen" zijn 38 personen omgekomen, onder hen kapitein Tasjima.
— Aanzienlijkejapanners te Londen ontkennen beslist de bewering van Günsberg, den leverancier der Russische vloot in Oost-Azië, als zou een broeder van den Japanschen Minister-president Katsoera hem 120,000 ton steenkool voor de Russische vloot geleverd hebben, toen de oorlog reeds voor de deur stond. Wie Katsoera kent, zeggen zij, weten dat dit niet waar kan zijn, en bovendien zou de Japansche pers er zeker achter gekomen zijn en een geweldig lawaai erover gemaakt hebben. In de Italiaansche Kamer heeft, in antwoord op de interpellatie omtrent het uitlokken van een internationale conferentie tot het vaststellen van regelen voor het gebruik van onderzeesche vernielingswerktuigen in zeeoorlogen, de Minister van Buitenlandsche Zaken gezegd, dat de betrekkingen met Rusland uitstekend zijn. Hij wees er verder op dat de Vredes-conferentie te 's-Gravenhage de rechten van oorlogvoerenden in zee-oorlogen heeft besproken, doch het onderwerp is bijlang niet uitgeput en tal van vragen zullen bewaard blijven voor latere bijeenkomsten. Italië zal steeds getrouw blijven aan de menschlievende tradities, waarvan spreker de tolk is geweest.
De Spaansche Senaat heeft het wetsontwerp tot bestrijding van het anarchisme aangenomen. Het nieuwe Servische Ministerie heeft zich voorgesteld aan de Skoepchtina. De Minister-president las een verklaring voor, waarin de Regeering haar vertrouwen uitspreekt in de medewerking van de meerderheid en in de volksvei tegenwoordiging om de in de troonrede aangekondigde maatregelen tot stand te brengen. In Rumenië dreigt hongersnood tengevolge van misgewas. De Regeering heeft alle Parlementsleden, zonder onderscheid van partij, tot een bijeenkomst uitgenoodigd, om te beslissen wat er gedaan moet worden. Reeds is vooi 4 millioen francs maïs onder de boeren uitge. deeld, doch dit heeft nog maar weinig geholpen. Het Noorw eegsche Storthin^ heeft met 102 tegen 10 stemmen een ontwerp tot verhooging van de invoerrechten op sterken drank aangenomen. Men verwacht van deze verhooging, die onmiddellijk in werking zal treden, een hoogere opbrengst van 700,000 kronen.