Parijs, 19 Maart. Nooit te voren heeft men wellicht, in die mate als thans, in de Fransche politiek gelegenheid gehad de waarheid te toetsen van het spreekwoord : de beste stuurlui staan aan wal. Nog nimmer zal men de practijk, op zulk een voor ieder zichtbare wijze naast de theorie kunnsn zien leggen, als in de naaste toekomst de Minister van Binnenlandsche Zaken der Republiek gedwongen zal zijn te doen voor de oogen der gansche, nauw toeziende wereld. De groote afbreker, die zijn leven heeft doorgebracht met het omwerpen van ministeries, is eindelijk gedwongen op te bouwen en reeds een paar dagen na zijn optreden heeft men meenen te merken dat er verschil bestaat tusschen hetgeen hij voorheen en hetgeen hij op 't oogenblik als waarheid verkondigt. Nog 'slechts weinige dagen geleden schreef Clémenceau, hootdred-cteur van de „Aurore", dat men de voorschriften der schei- dingswet, met name die welke betrekking hebben op de inventarisaiie der keikelijke goederen, met onverbiddelijke gestrengheid behoorde op te ' volgen — thans laat Minister Clémenceau duidelijk
zien dat hij geneigd is toegevendheid te gebruiken, dat men alles in het werk moet stellen om de Bretonsche katholieken niet te zeer te verbitteren, dat, om bloedstorting te voorkomen, zelfs met een — wet de onschendbare uiting der volkssouvereiniteit, gelijk de Fransche republikeinen het met voorliefde noemen — een weinig de hand gelicht, althans de uitvoering ervan kan opgeschort worden. Zeker is het dat Clemenceau thans in het moeilijke parket verkeert van een tooneelcriticus, die plotseling als acttur voor het publiek geplaatst wordt. Dat hij op zijn ouden dag niet geschroomd heeft die rol te aanvaarden pleit voor zijn zedelijken moed. Het is immers zeker geen eerzucht of geen materieel voordeel alleen gewees, wat hem heeft doen besluiten i.i de gegeve omstandigheden de teugels van het bewind te aanvaarden. Een man als Clemenceau heeft trouwens, wat men ook zegge, meer dan eens gelegenheid gehad Minister te worden. Dat hij vroeger nooit een portefeuille heeft aangenomen maakt hem thans minder suspect. Trouwens ... men geeft wellicht te hoog op van de voordeelen, welke in de huidige Republiek aan het ambt van Minister verbonden zijn. Bij sommigen is het beslist eerzucht, begeerte den lande nuttig te zijn of zich een beroemden naam te maken, waarom een senator of député zich het ministerschap laat welgevallen. De nieuwe Minister van Financiën Poincaré kan daarvan het voorbeeld leveien. Ik heb uit goede bron vernomen, dat zijn practijk als advocaat hem ia den laatsten tijd jaarlijks ongeveer 150,000 francs opleverde. Daar hij als Minister niet de helft van die som verdient kan men althans dezen staatsman niet van onmiddellijk winstbejag beschuldigen of, gelijk tegenwoordig met een minder smaakvolle parabool wordt aangeduid, te zeggen, dat hij belust was op „Vassiette au beurre ." De Franschen hebben echter dit met de Atheensche republikeinen gemeen, dat zij gaarne hun in 't oog vallende politici belasteren. Hiermede is niet gezegd dat allen die de politieke carrière uitgekozen hebben, het ernstig met hun taak en met hun land meenen. Integendeel. In alle partijen worden mannen gevonden, die de politiek niet anders opvatten dan als een beroep om geld te verdienen en tot aanzien te geraken. Het is dus mogelijk dat aan de politici van die soort, soms gebeurt wat men in den tijd der Romeinschs décadence aan de Auguren verweet, namelijk dat ze elkaar niet in de oogen kunnen zien zonder te glimlachen, denkende aan de verhalen, die zij aan de goede gemeente van belastingbetalende burgers opdisschen. Doch daarnaast bestaat een categorie, die zoo zeer gewend zijn aan het verdedigen van maatschappelijke theorieën dat ze ten laatste zich zeiven voor oprecht houden. Het eenige wat hun ontbreekt is dat ze niet altijd hun bijzonder leven in overeenstemming brengen met hun openlijk verkondigde leerstellingen. Een aardig type van zulk een staatsman, waarin menig député zich zou kunnen herkennen, is dezer dagen geleverd door Capus en Descaves in hun nieuw, in de „Gaite"' opgevoerd stuk: ,,L'Attentat". Daarin hebben ze een socialistisch volksvertegenwoordiger geschilderd, die eenige malen millionair, behept is met een roerende welsprekendheid, alles voor de proletariërs zegt over te hebben en ten slotte alleen bevrediging van eerzucht, en zijn herkiezing als député zoekt. Het middel daarvoor is, gelijk voor zoo veel dingen, reclame en als zoodanig moet dienen een aanslag op zijn leven, door een heethoofdig vrijdenkend jongmensch ondernomen. Alleen weet hij de dingen zoo te draaien en zoodanig den rechter van instructie, het jonge mensch zelf, kortom iedereen te bewerken, dat het ware motief voor het „ attentat" ('t welk in verband stond met de liefde, welke de bedrijver voor zijne vrouw had opgevat) op den achtergrond geraakt en de gezworenen er slechts een politieke misdaad in zien. Hij zelt pleit vrijspraak en die volgt dan ook, en de populariteit van den volksvertegenwoordiger is er zoo door gestegen dat de herkiezing thans verzekerd is. Dit stuk heeft zeer goede hoedanigheden. De
hooldper oon-d/ftute' is niet te sterk gechargeerd en een gezonde ironie spreekt uit alle passages, waarin de huidige politieke toestanden zijn geschilderd. Evenwel is het stuk niet wat men een groot succes noemt. Trouwens dat is in Frankrijk zelden met een politieke comedie het geval, hetzij, omdat deze dramatische kunstsoort uit den tijd is, hetzij omdat er een buitengewoon talent toe hoort, om haar door het verwende Fransche publiek te doen waardeeren. Coquelin senior had persoonlijk echter grooten bijval. Hij speelde de rol van den dépwi voortreffelijk. Hij was op ende op de schetterende, breed van humaniteit opgevende dc'pute', ... die aan zekere zijde den commis voyageur raakt. Ik durf niet zeggen dat hij zijn rol in de Kamer — in animo vilt — bestudeerd had, doch het lijkt me niet onmogelijk. Wellicht hadden Capus en Descaves beter gedaan hun hoofdpersoon in een andere partij te kiezen, daar het radicaal-socialisme op het oogenblik bovendrijft. Indien ze een nationalist genomen hadden, zouden ze althans meer instemming gevonden hebben bij de groote menigte. En ook dan zouden voorbeelden, hun niet ontbroken hebben. Van den député- koopman, die onlangs hoewel met toepassing der wet van Bér enger tot gevangenisstraf werd veroordeeld, kan men in waarheid zeggen dat de „val groot was". Doch — de zaak door hem gesticht, heeft hij niet kunnen meesleepen. Na gereorganiseeid te zijn, schijnt de „Printemps" integendeel tot nieuwen bloei voorbestemd. Juist dezer dagen bij den aanvang der lente is het in dit lentemagazijn zoo vol als het nooit geweest is. De groote hal is namelijk verfraaid, de galerijen zijn vergroot, er is door den architect Binet (den maker van de hoofdpoort der laatste wereld-tentoonstelüng) een monumentale trap; gebouwd naar het midden der zaal en al die hervormingen, door den nieuwen directeur, den heer Laguionie,'
tot stand gebracht, werden heden namiddag met zekere piaal en plcc'itigheid ingewijd. Dat de helft der Panjsche dames er waren durf ik niet beweren, maar dat men er zich nauwelijks in bewegen kon is zeker. Alle dames kregen bouquetten — en aldus werd de naam gewettigd van „Fête des Fleurs", waardoor de vrouwelijke clientèle werd aangelokt. Indien Zola dit gewoel had kunnen zien, zou hij stof gehad hebber, voor een epiloog voor zijn „Bonheur des D;tmes", iïiet het motto: „het kan verkeeren." Juv.
"BUITENLAND. Echo's uit Parijs. (Particuliere correspondentie.)". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/03/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096072:mpeg21:p005
"Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/03/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096072:mpeg21:p005
Te Amsterdam is bevorderd tol doctor in de rechtsgeleerdheid op stellingen de heer E. W. van Straaten, geb. te Arasterdam. — Amsterdam, 20 Maart. De Rechtbank alhier veroordeelde heden de gebroeders Wagesaar uit de Driehoekstraat, beklaagd van inbraak met diefstal bij den goudsmid Noach in de Amstelstraat, tot 3 en 2 jaren gevangenisstraf. De eisch was tegen Jean 4 en tegen Fritz 3 jaar. — De zaken van de Hollandsche Hypotheekbank contra verschillende effectenfirma's, eischenteruggave van ondeugdelijke pandbrieven, werden heden allen weder 8 of 14 dagen uitgesteld tot het indienen van een antwoord. 's-Gravenhage, 20 Maart. H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins zijn te halfvijf in de Residentie teruggekeerd. Daar omstreeks dien tijd eenige treinen kort na elkander binnenkomen, was op het perron zeer veel publiek aanwezig. Ook buiten wachtte een vrij talrijke menigte. In den ouderdom van ruim 68 jaar is te 's-Gravenhage overleden de heer L. C. A. Rombach, gep. kolonel, oud-chef van den geneeskundigen dienst bij het O.-I. leger. De overledene was ridder van de Militaire Willemsorde en van den Nederlandschen Leeuw. — Leiden, 20 Maart. Het programma der feestelijkheden op 31 dezer, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Kweekschool voor ZeeTaart, is samengesteld: H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden komen om halfelf. Inspectie van de eerewacht bestaande uit 70 reünisten. Inspectie door de Koningin en den Prins over de bemanning en de overige reünisten. Daarna voorstelling van de leden der commissie van oppertoezicht en btheer, enz. Roeiwedstrijd door de jongens op het Galgewater. Daarna rondgang van H. M en Z. K. H. door het gebouw, waarbij door enkele jongens eenige liederen zullen gezongen, door anderen ordeoefeningen zullen gehouden worden. Na in de directiekamer eenige ververschingen te hebben gebruikt, keeren H. M. en Z. K. H. naar de Residentie terug. Om 1 uur feestmaaltijd voor de reünisten in de Stadsgehoorzaal en voor de jongens op de Kweekschool. Militaire wandeling ▼an de jongens met de Stafmuziek der Marine door de stad. Feestmaaltijd voor de commissie van oppertoezicht, de leden der sub-commissie en genoodigden. Concert en voorstelling in de Stadsgehoorzaal voor reünisten, jongens en genoodigden. — Omtrent het gisteren vermelde bezoek van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden aan enkele der door den watersnood geteisterde streken van Zeeland ontleenen wij het volgende aan het „Hbld." : Donderdagmiddag had de heer H. P. M. Verlinden, redacteur van „De Zoom," Hare Majesteit in een telegram op de groote ramp die Zeeland trof, gewezen, en eerbiedig vei zocht de geteisterde streek te bezoeken, daar dit ook ongetwijfeld de liefdadigheid zou bevorderen voor de slachtoffers. Misschien heeft dit telegram er de Vorstin toegebracht het bezoek te brengen. De Prins, in politiek, een pelsjas aan, stapte uit; daarna de Koningin, dragende een bonten mantel, Hare Majesteit zag er zeer goed uit. H. M. gevolg bestond slechts uit twee personen, den particulieren secretaris jhr. van Geen en de hofdame jkvr. van de Poll. Aan het station te Bergen-op-Zoom nam men plaats in één hofrijtuig en reed door de stad, waar van tal van huizen de vlaggen wapperden en een groote menigte de Koningin toejuichte, langs Halsteren naar het veer aan de Eendracht, om daar over te varen naar Tholen. Het vorstelijk gezelschap ging over met de pont en daarna met het aan den overkant van het eiland Tholen staande rijtuig, de .stad langs, naar Oud-Vossemeer, dat door den watervloed deerlijk gehavend is. Men reeds langs den dijk, waar overal stukken uit waren geslagen en waar men bezig was de gaten met kistdammen te sterken. Het weer was ondertusschen zeer slecht geworden : een gure wind joeg over de vlakte en een doordringende stofregen joeg ons in het gezicht. Langs den geheelen weg kon men de ellende, door het water aangericht, aanschouwen, en rond Oud-Vossemeer in de verte stond alles nog blank. De huizen waren boven den waterspiegel uitstekende. Het weder was tegen den middag weder zeer verbeterd, de regen had opgehouden, de zon weder doorgebroken. Bij 't huisje van den arbeider de Jagt, aan den afrit van den dijk naar het dorp, werden de hooge bezoekers door jhr. de Casenbroot, lid van Gedeputeerden, ontvangen. Hier begaven zich allen met gevolg in een roeiboot om het overstroomde dorp te zien. De Koningin bezocht het huisje van de weduwe Jacob van der Klcoster, waar het wachthuis der politie is. Door de overstroomde dorpsstraat roeide men tot de Vogelenzang, waar Hare Majesteit alles bezicht'gde, en naar het Raadhuis in het dorp, waar nog een kamer droog staat. Haie Majesteit werd daar ontvangen door jhr. Vredenburg van Tholen en den Burgemeester van Oud-Vossemeer, den heer de Graaf. Geruimen tijd werd door de Koningin alles bezichtigd en overal liet Zij zich inlichten. Na een kort oponthoud reden de Vorstin en de Prins op een open dogcar met gevolg en jhr. de
Casembroot naar Tholen terug, waar zij te ongeveer half één aankwamen. Den geheelen weg langs werd dit rijtuig gevolgd door een grooten stoet fietsrijders. Op het marktplein te Tholen aangekomen, werden de hooge bezoekers door een juichende menigte begroet. De Vorstin, met een blozend gelaat door den kouden wind, werd aan den ingang der bewaarschool, tijdelijk het toevluchtsoord van door de ramp getroffenen van OudVossemeer ingericht, ontvangen door den Burgemeester, den heer van Stapelen, die aan Hare Majesteit en den Prins het comité van ondersteuning voorstelde. In het achterlokaal zaten ongeveer 260 mannen, vrouwen en kinderen, van alles beroofden, aan het middagmaal, hutspot. Het vorstelijk gezelschap toefde bier geruimen tijd en begaf zich daarna naar „Non Semper," waar vele zieken uit het Oud-Vossemeer worden verpleegd. In „Non Semper," de sociëteit, tijdelijk tot ziekenhuis ingericht, bezocht de Koningin alle 40 zieken en gaf hun versnaperingen. Een oude vrouw stierf juist toen de Vorstin het huis was binnengekomen. Hare Majesteit werd er rondgeleid door mevr. Pot —Meyer, die belangloos van den aanvang der ramp af, het liefdewerk op zich nam. Van het ziekenhuis wandelde men, gevolgd door een groote menigte, naar de Brugstraat. De Vorstin en de Prins toefden tot bijna kwart voor twee ten huize van den Burgemeester en gebruikten daar de lunch. Alvorens te vertrekken bezichtigden zij nog in de hal van het Stadhuis de stapels kleeren en ondergoed voor de slachtoffers bijeengebracht. De Vorstin was blijkbaar zeer onder den indruk van al de ellende, die zij had aanschouwd. Naar Bergen-op-Zoom werd teruggereden vanwaar men te 2.8 uur naar den Haag terugkeerde. — Gisterochtend vertrok uit Utrecht weder een detachement genietroepen ter sterkte van 1 onderofficieren 10 geniesoldaten naar RillandBath, ten einde een barak op te slaan tot onderbrenging van de door overstrooming zonder onderdak geraakte bewoners uit de omliggende plaatsen. _ . Sedert eenige dagen stond als voorzorgsmaatregel op het station te Utrecht voor onmiddellijke verzending gereed een wagen, beladen met zulk een groote, bij den Centralen Gezondheidsraad aanwezige verplaatsbare Rijksziekenbarak, ten einde naar Zeeland te worden verzonden, zoodra daartoe door een Burgemeester aanvrage werd gedaan. Deze barak is voorzien van ledekanten, kachels enz. en uiterst geriefelijk. Teneinde zoo noodig terstond naar Zeeland uit te kunnen rukken, om hu'p te verleenen tegen den watersnood, is bij het ie regiment vesting-artillerie te Utrecht een dedachement ter sterkte van 1 officier, 4 onderofficieren en 50 kanonniers geconsigneerd. („U. D.") — Bevorderd te Utrecht tot doctor in de godgeleerdheid, met proefschrift : „De Gereformeerde Kerken in Nederland en de Zending in Oost-Indië in de dagen der Oost-Indische Compagnie", de heer C. W. Th. van Boetzelaer van Dubbeldam, geboren te de Bilt. — Bij het examen te Utrecht voor de akte nuttige handwerken is o. a. geslaagd mej. H. M. van Balen, uit Arnhem. — Bij het examen te Breda voor de akte nuttige handwerken slaagden de darr.es C. W. Wyking, J. A. M. van Wickeren, M. Winkelhage, allen uit Nijmegen, en A. H. C. Smals, uit Herwen.
"ARNHEMSCHE COURANT van Woensdag 21 Maart 1906. TWEEDE BLAD. BINNENLANDSCH NIEUWS.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/03/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096072:mpeg21:p005
Bij Kon. Besluit van 19 dezer zijn herbenoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger: in het kanton Nijmegen, mr. A. van der Goes; in het kanton Veghel, J. P - H. M. van de Ven; in het kanton Utrecht, mr. D. Ragay; in het kanton Heerlen, J. W. A. Dautzenberg; in het kanton Purmerend, I. Holtz; in het kanton Breukelen-Nijenrode, J. Th. A. Braams; in het kanton Venlo, F. W. Swane; in het kanton Zuidhorn, D. M. Kruisinga; in het kanton Onderdendam, mr. C. de Ranitz; in het kanton Druten., W. Verheijen; in het kanton Gulpen, J. E. A. E. Wijnans; in het kanton Almelo, mr. G. J. ter Kuile. Bij Kon. Besluit van 19 dezer is aan J. G. Moorrees, op zijn daartoe door hem gedaaa verzoek, met ingang 1 Juni, eervol ontslag verleend als notaris te Culenborg. Bij Kon. Besluit van 19 dezer is aan den vice-admiraal W, J. Derx, op zijn verzoek, met 1 Mei, wegens langdurigen dienst, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, onder toekenning van pensioen en onder dankbetuiging voor de veeljarige en belangrijke diensten door hem aan den lande bewezen, en het bedrag van het pensioen ingevolge de artt. 2, sub ie., 3, 17 en 26 der „Pensioenwet voor de zeemacht 1902", bepaald op f4050 'sjaars. Bij Kon. Besluit van 19 dezer is benoemd tot ontvanger der registratie voor de burgerlijke akten (kantoor no. 3) te Amsterdam, de heer W. Wondergem, thans inspecteur der registratie en domeinen' van de eerste klasse, in de 6de divisie te Amsterdam. Bij Kon. Besluit van 19 dezer is aan den majoor van den staf der infanterie, toegevoegd aan den inspecteur van het wapen, L. J. H. Habbema, de vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de ordeteekenen van ridder eerste klasse der orde van het Zwaard, hem door Z. M. den Koning van Zweden geschonken. Bij Kon. Besluit van 17 dezer is, met ingang van 16 April, b noemd tot directeur van het postkantoor te Horst, J. Bouman, thans commies der posterijen van de 2de klasse. Bij Kon. Besluit van < 7 dezer is inge'rokken een Kon. besluit van 28 Februari, houdende benoeming, met ingang van I April, van den
klerk der posterijen van de iste klasse, U. W. Dethmers, tot directeur van het postkantoor te Simpelveld. Bij Kon. Besluit van 14 dezer is aan de na te noemen personen vergunning verleend tot het aannemen der onderscheidingen achter hunne namen vermeld te weten : mr. H. K. Westendorp, bankier te Amsterdam, commandeur der Koninklijke Militaire Orde van Onzen Heer Jezus Christus, hem door Zijne Majesteit den Koning van Portugal en der Algarven geschonken ; M. C. Brouwers, fabrikant te Tilburg, commandeur in de orde van den Heiligen Gregorius den Groote, hem door Zijne Heiligheid den Paus geschonken ; R. E. Verbeek, secretaris der firma Wm. H. Mütler en Co., te Rotterdam, en P. A. C. Keeman, procuratiehouder der firma Wm. H. Müller en Co., te Amsterdam, beiden ridder in de orde van de Kroon van Rumenië, hun door Zijne Majesteit den Koning van Rumenië geschonken. Bij Kon. Besluit van 17 dezer is aan J. van de Ven, te 's-Hertogenbosch, chef van de wagenmakerij der firma Teulings aldaar, toegekend de eeremedaille, verbonden aan de orde van de orde van Oranje-Nassau, in zilver. De gewone audientie van den Minister van Koloniën zal op Vrijdag 23 dezer niet plaats hebben.
"BENOEMINGEN enz.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/03/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096072:mpeg21:p005
Ingezonden mededeelingen betreffende Handelszaken. ■ Hl 1 Pi aslijn I Maart HEDEN morgen ten "uur 2 min. ism LENTE begonnen \ nn Verheugt U dus en past op. Verheugt U omdat het slechte jaargetijde voorbij is. Past op, omdat de lente gevaarlijk is. De lente is ten hoogste gevaarlijk, omdat het lichaamsgestel zich in een ziekelijken en verzwakten toestand bevindt. Dat onwelzijn, dat gevoel van vermoeidheid bespeurt men bij alle seizoenveranderingen, maar vooral is zulks het geval met de lente. Men is neerslachtig, de gal zet zich in beweging. De eetlust is gebrekkig, schele hoofdpijnen doen zich vaker voor, de bloedarmoede maakt zich van U meester. Bovendien hebt gij last van uitslag, puisten bloedzweren, die Uw gelaat verminken. Het lichaamsgestel heeft met de lente een licht versterkend middel noodig. De Pink Pillen zijn het beste middel tot versterking der zenuwen. Zij versterken en zuiveren het bloed. Zij geven aan al de organen de onmisbare zweepslag, welke organen gedurende het slechte seizoen zoo geleden hebben. De Pink Pillen zullen alles in orde brengen en zullen U versterken. Een goede raadgeving: De lente begint vandaag. Neemt vandaag de Pink Pillen. Prijs f 1.75 de doos, f 9.— per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger, 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland en Apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Arnhem en Omstreken bij H. Linnewiel, Jansstraat 17, R. J. Hagenbeek, Broerenstraat 16, H. de Haas Rzn., Drogerijen, Turfstraat 25. KIN DER-I -MEtL KinderenenZiekenj
"Advertentie". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/03/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096072:mpeg21:p005