Burgemeester en Wethouders der gemeente Arnhem ; Gelet op de Hinderwet; Gelezen het besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 2 April 1906, no. 54 ; Brengen ter algemeene kennis : dat op de Secretarie der gemeente ter visie is gelegd een aan Gedeputeerde Staten gericht verzoek met bijlagen van Burgemeester en Wethouders der gemeente Arnhem, om vergunning tot oprichting van eene Gemeente Electrische Centrale op het terrein aan den Westervouitschen dijk, Kad. Sectie D, no. 3526; dat op den 20 April 1906, des namiddags ten i 1 2 ure, op het Gemeentehuis gelegenheid is om bezwaren tegen het oprichten der inrichtingen in te brengen; en dat gedurende diie dagen vóór dien dag op de Secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. Amhem, 6 Apiil 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. Röell. De Secretaris, A. J. Kronenberg.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Arnhem; Gelet op de Hinderwet; Brengen ter algemeene' kennis : dat op de Secretarie der gemeente ter visie zijn gelegd verzoeken met bijlagen van i°. H. de Haas Rzn., om vergunning tot oprichting van ee.te benzine-bewaai plaats aan de Trompetsteeg, achter het perceel no. I, Kad. Sectie O, no. 1325; 2°. C. van Heteren, om vergunning tot oprichting van eene bakkerij aan de Alexanderstraat, in het perceel no. 9, Kad. Sectie P, no. 1888 , dat op den 20 April 1906, des namiddags ten i 1 /, ure, op het Gemeentehuis gelegenheid is om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen ; en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. Amhem, 6 April 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A, Röell. De Secretaris, A. J. Kronenberg.
"ARNHEMSCHE COURANT. van Zaterdag 7 April 1906. VIERDE BLAD. BEKENDMAKINGEN.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
"Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
Naar de „N. Ct." verneemt zal het Tweede-Kamerlid voor Amsterdam VII, dr. C. F. J. Blooker, Amsterdam verlaten om zich metterwoon in de residentie te vestigen. De heer Blooker zal dientengevolge ontslag nemen als lid van den Amsterdamschen gemeenteraad, waarin hij voor district VII zitting heeft. — Amsterdam, 5 April. De Rechtbank bevestigde het vonnis van den kantonrechter waarbij beslist werd, dat wanneer de beheerder eener naamlooze vennootschap failliet is of zich verwijdert, geen ander in zijn plaats sterken drank mag verkoopen, daar vennootschappen geen rechtspersoonlijkheid bezitten. — Voor het Gerechtshof 'e 's Gravenhage is behandeld de bekende zaak tegen mr. j. Dermout, vroeger advocaat te 's-Gravenhage, later gevestigd te Rotterdam. Beklaagde was door de Haagsche Rechtbank veroordeeld tot één jaar en 6 maanden gevangenisstraf, wegens het opzettelijk vooideel trekken uit de opbrengst van een door verduistering verkregen cheque. Het O. M. eischte bevestiging van het vonnis der Rechtbank — De opbrengst der collecte voor de noodlijdenden in Zeeland, door jonge dames op straat gehouden, bedraagt f 7900, die van heeren aan de huizen f 19,697.55. — De Minister van Waterstaat a. i. en van Financiën brengen ter kennis, dat ten aanzien van den invoer van paarden, bestemd voor het vanwege de „Vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij in Nederland" in Juli te 's Gravenhage te houden internationaal concours hippique, afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in de betreffende ministerieele beschikkingen, wordt toegestaan onder voorwaarde ; a. dat aan het eerste kantoor worde overgelegd een door den secretaris van het concours hippique afgegeven bewijs, dat de paarden voor genoemd concours hippique bestemd zijn; b. dat de paarden, voor zooveel zij na afloop van het concours hippique hier te lande moeten blijven, niet in het verkeer worden gebracht dan na door den districts-veearts te 's Gravonhage of een zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden. („St.-Ct.") — Te Utrecht is bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, op stellingen, de heer A. van Soest, geboren te Driebergen. — Te Utrecht is bevorderd tot arts de heer A. ten Doesschate. — De aan de huizen der ingezetenen te Utrecht gehouden geldinzameling met open schalen ten bate van de noodlijdenden ten gevolge van den watersnood in Zeeland, heeft f 5089.52 V» opgebracht. — Utrecht, 6 April. In de heden gehouden openbare terechtzitting van den Centralen Raad van Beroep (Ongevallen verzekering) had de uitspraak plaats o. a. in de volgende zaken : 1 j j '
Hooger beroep van H. G, metselaar te Nijmegen, tegen de uitspraak van den Raad van Beroep (e Arnhem, houdende bevestiging der beslissing van de Rijksverzekeringsbank, waarbij hem eene rente iS toegekend van f 044V2 per werkdag ter zake van een hem overkomen ongeval, tengevolge waarvan hij zijn linkervoorarm heeft gebroken er. zijn bovenlip en rechterpols verwond, waaruit is oveigebleven functioneele stoornis van linkerarm en -hand. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak. Hooger beroep van j. S. te Nijmegen tegen de uitspraak van den Raad van Beroep te Arnhem, bevestiging der beslissing van de Rijksverzekeringsbank, waarbij hem meerdere schadeloosstelling is geweigerd ter zake van een hem overkomen ongeval, daa.in bestaande dat hij bij 't verzetten van een wagen onder 't wiel geraakte, tengevolge waarvan de kneuzingen en een wond in den linkerkniekuil bekwam. De Centrale Raad overwoog, dat de getroffene nog lijdende is tengevolge van voorzegd ongeval, vernietigde zoowel de uitspraak als de beslissing der Bank en kende hem eene rente toe van f 070 per werkdag. — Bij het examen te Utrecht voor de akte nuttige handwerken is o. a. geslaagd mej. D. A. Bauling, uit Harderwijk. — Te Groningen is tot arts bevorderd mej. J. Kapteyn, te Groningen. — * 's-Hertogenbosch. 7 April. Hedennacht overleed alhier in den ouderdom van 64 jaren, mr. Ch. F. G. de Menthon Bake, vice-president van het Gerechtshof, Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. De heer de Menthon Bake was in 1841 te Semarang geboren en in 1864 te Utrecht gepromoveerd. Na te Almelo en te Groningen substituut-officier bij de Rechtbank te zijn geweest, werd hij in 1883 laadsheer in het Hof te 's Hertogenbosch. Sinds 1900 was de overledene vice-president.
"BINNENLANDSCH NIEUWS.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
* Vonnissen uitgesproken door het kantongerecht te Arnhem dd. 4 Apiil 1906. Ter zake van het zich zonder behoorlijk plaatsbewijs in den trein bevinden: W. M. W., zonder bekende woonplaats, f 3 boete, subs. 3 dagen hecht.; G. H. te Didam, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. ; Th. H., zonder bekende woonplaats, f 3 boete, subs. 3 d. hecht. — Strooperij : H. J. D. te Velp, f 2 boete, subs. 2 d. hecht. — Straatb>_vuilen 'e Arnhem : A B. J. W. te Arnhem, f 3 boete, subs. i d. hecht.; A. S. te Arnhem, f 1 boete, subs. 1 d. hecht. — Straatmuziek maken te Arnhem zonder veigunning : H. A. te Arnhem, f5 boete, subs. 1 d. heent — Wielrijden zonder bel: H. A. W. te Dieren, f 1 boete, subs. 1 d. hecht.; L. J. v. B. te Dieren, f 1 boete, subs. I d. hecht. - Buiten noodzaak vee leiden op een rijwielpad : A. L. te Elden, f 0.50 boete, subs. 1 d. hecht. — Wielïijden zonder 1'cht: J. M. D. te Velp, f0.50 boete, subs. 1 d. hecht.; J. H. M. te Arnhem, f 1 boete, subs. 1 d. hecht ; G. B. te Eerbeek, f 5 boete, subs. 3 d. hecht.; E. D. H. te Ellecom, f 2 boete, subs. 2 d. hecht. — Vaartuig zonder licht: f. R. te Pannerden, f 5 boete, subs. 3 d. hecht. — Geen naam der plaats waar 't schip thuis behoort, op dat schip aangebracht hebben : H. J. R. te Antwerpen, f 10 boete, subs. 10 d. hecht. — Openbare dronkenschap : A. V. te Arnhem, f 2 boete, subs. 3 d. hecht. ; F. D. B. te Arnhem, tweemaal f 2 boe;e, subs. tweemaal 3 d. hecht.; W. G. W. te Arnhem, f 3 boete, subs. 3 d. hecht.; J. A. Q. te Arnhem, f 2 boete, subs. 3 d. hecht.; L. W. v. R. te Arnhem, f 3 boete, subs. 3 d. hecht.; H. L. te Worth-Rheden, f 2 boete, subs. 2 d. hecht. ; J P., zonder bekende woonplaats, f 1 boete, subs. 2 d. hecht.; W. J. W. te Zevenaar, f2 boete, subs. 3 d. hecht.; J. M. te Lobith, f 3 boete, subs. 3 d. hecht.; H. J. A. te Tolkamer, 1 2 boete, subs. 3 d. hecht.
"RECHTSZAKEN.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
Bij Kon. Besluit is pensioen verleend aan de navolgende personen, tot het bedrag achter ieders naam vermeld ingevolge verschillende artikelen der burgerlijke pensioenwet: L. Verharen, f483; D. of D. C. de Jong, f 495; J. Marsman, f 214. Bij Kon. Besl. is aan mr. G. Vissering, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend al lid van de voogdijraad II te Amsterdam Bij Kon. Besl. i.s aan P. K. P. J. van Sloten, op zijn daartoe gedaan vei zoek, met ingang van 10 dezer, eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Schoonhoven, onder dankbetuiging vooi de als zoodanig bewezen diensten. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Mei, benoemd: tot directeur van het postkantoor te 's Gravenhage, E J. K. van Lidth de Jeude, thans inspecteur der posterijen en telegraphie te Leeuwarden; tot inspecteur der posterijen en telegraphie te Leeuwarden, J. F. A. Post Uiterweer, thans directeur van het post en telegraafkantoor te Zierikzee. Bij Kon. Besl. is aan A. Herkerath, oudhoofdambtenaar van de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij, wonende te Utrecht verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder 3de klasse der orde van den Rooden Adelaar, hem door den Duitschen keizer, koning van Pruisen geschonken, Bij Kon. Besl. is aan H. S. Wattel, koopman te Amsterdam, vergunning verleend tot het aannemen van het ordeteekenen van ridder 5de klasse van de orde van Medjidié, h;m door den sultan van Turkije geschonken, en van het ordeteeken van ridder 5de klasse van de orde van Danilo, hem dooi den vorst van Montenegro geschonken. — In de maand Augustus of September van dit jaar zal blijkens mededeeling in de Slct. no. 81 te 's-Gravenhage worden afgenomen A voor voor surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, bedoeld bij de artt. 1 tot
en met 3 van het Koninklijk besluit van 13 Maart 1900 no. 28, en wel voor ten hoogste 15 plaatsen. Men z ; e verder de ,.Stct." — De heeren }. A. van Bommel te 's-Gravenhage, P. Sprée te Hoorn en A. H. Hattink te Zevenaar zijn bestemd voor den Indischen dienst om te worden benoemd tot onderwijzer der derde klasse bij het Openbaar Europeesch lager onderwijs in Nederlandsch-Indië.
"BENOEMINGEN enz.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
De „Sindore", van Rotterdam naar Java, arriveerde 6 dezer te Padang. De „Ophir", van Java,naar Rotterdam vertrok 6 dezer van Padang. De „Prins Willem IV', van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde 5 dezer Dungeness.
De „Pahud", van Rotteidam naar Batavia, passeerde 6 dezer Perim. De „Statendam", van New-York naar Rotterdam, passeerde 6 dezer Wight. /,*. -^. vi De „Koningin-Regentes", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 dezer Point de Galle. De „Prins Willem I" arriveerde 6 dezer van West-Indië te New-Yoik. Norddeutscher Iiloyd, Bremen. (Lijn op Oost-Azië). De „Wittenberg" (Bremen-La Plata), is 5 dezer Dover gepasseerd, yyjaü.s!!!ü| De „Friedrich der Grosse" (Australië-Bremen) is s dezer van Port-Saïd vertrokken. De „Darmstadt" (Bremen-Australië), is 5 dezer van Napels vertrekken. £7^ De Zieten" (Penang- \msterdam) is) b dezer te Amsterdam aangekomen.
"STOOMSCHEPEN.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
Ingezonden medelingen omtrent handelszaken.
"Advertentie". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
Zitting van 22 Febr. Voortgezet werd heden het debat over het wetsontwerp betrekkelijk bekrachtiging van de heffing van eene paaidenbelasting in NoordBrabant. De heer Bos bestreed deze heffing, waarvoor volstrekt geen noodzakelijkheid bestaat, aangezien Noord-Brabant nog lang niet aan de grens van opcenten-lieffing is. Spreker oordeelde 't het best, te bepalen, dat voor het oogenbük Noord-Brabant vergunning kreeg eene paardenbelasting te heffen tol een maximum van f 160,000, met bepaling, dat dit bedrag telkenjare na Mei 1907 te verminderen met f 40,000. De heer Sasse van Ysselt verdedigde het ontwerp. Verwerping van de paardenbelasting zou een zwaarderen. druk op den middenstand tengevolge hebben en bovendien zou Noord-Brabant niet kunnen voortgaan de materieele weivaan cler provincie krachtig te bevurderen. De heer L 0 h m a n, van oordeel, dat men de zaak moet beschouwen in historisch verband met de tolafschaffing in 1872, achtte het onbillijk, wanneer men thans aan Noord-Brabant eene paardenbelasting zou onthouden. Dat zou een straffen zija van het geavanceerd beginsel van Noord-Brabant van 1872. De heer Pierson verdedigde een stelsel van geleidelijke inkrimping van de belasting, waartoe de heeren Bos en Pa tij n een amendement voorstelden, bepalende, dat telkenjare, beginnende met Mei 1907, de heffingsbedragen met een vijfde moeten worden verminderd. De heer L o e f f bestreed het ontwerp, als principieel tegenstander van heffing van de paardenbelasting, welke hij geleidelijk wilde afschaffen, in den geest van den heer Bos. De Minister van Financiën, de heer de Meester, het ontwerp verdedigende, stelde ook in het licht, dat men niet plotseling aan Noord Brabant deze belastingheffing mag onthouden. Een equivalent voor deze belasting zou alleen te vinden zijn door opcenten op de Personeele en de Grondbelasting. Dat zouden dan acht opcenten op elke belasting moeten zijn, hetgeen de Minister te veel acht. Een terugkeer tot de tolheffing is niet meer mogelijk. Op dit oogenblik moet de Paardenbelasting worden gecontinueerd. Het algemeen debat werd gesloten. Na aanneming met 54 tegen 21 stemmen van het amendement-B o s-P a t ij n (geleidelijke inkrimping der paardenbelasting) en. intrekking van de amendementen-Arts en Regout, werd het ontwerp aangenomen. Hierna werden, 11a eenig debat, nog verschillende kleineie ontwerpen aangenomen, o. a. dat tot wijziging van art. 4 der Arbeidswet, noodig geworden door een arrest van den Hoogen Raad, waarbij een der verbodsbepalingen betreffende den arbeid van vrouwen en jeugdige personen niet verbindend werd verklaard, en de onteigeningswet ten behoeve van het hoofdpostkantoor te 's-Hage. De Kamer ging daarop met Paaschvacantie uiteen.
Wijziging der Hinderwet. Een wetsontwerp is ingedieud tot wijziging der Hinderwet, wet van 2 Juni 1872 (Stbl. no. 161). Behalve op de in aU. 2 met name genoemde inrichtingen is de Hinderwet mede van toepassing op alle inrichtingen, bij welke stoom, gassen of dampen van hooge spanning worden gebezigd, althans voor zoover de spanning door stoom, gassen of dampen teweeggebracht, in verband met den inhoud van het daartoe gebezigd wers'uig, eene bepaalde, bij algemeenen maatregel van bestuur gestelde grens overschrijdt. Zoolang slechts van stoom, gassen en dampen van hooge spanning voor het leveren van beweegkrachttot het drijven van inrichtingen werd gebruik gemaakt, was hiermede eene alleszins voldoende regeling verkregen. Dit kon echter
niet rnesr gezegd worden sedert in de laatste jaren een nieuwe krachtbron, n.l. die der electricteit, allerwege toepassing vond, vooral in die gemeenten, waar door electrische centralen electrisch arbeidsvermogen algemeen verkrijgbaar wordt gesteld. Sedert dien toch heeft de electromotor zijne intrede gedaan en van dat oogenblik heeft zich de leemte doen gevoelen, dat de electrisch gedieven inrichtingen niet ir. art. 2 zijn genoemd. Burg. en Weth. zijn thans niet in staat, om de exploitatie der betrokken inlichtingen aan voorwaarden te binden, ter bescherming van de belangen der omwonenden. Deze toestand eischt voorzening. Daartoe ware de Hinderwet in dien zin te wijzigen, dat inrichtingen, welke door electromoren worden bewogen, alleen reeds daardoor aan de werking dezer wet zullen zijn onderworpen, op denzelfden voet misschien, als dit het geval is met de inrichtingen, bij welke stoom, gassen of dampen van hooge spanning worden gebezigd. Eene desbetreffende aanvulling van art. 2 is in het ontwerp in de eerste plaats opgenomen. Deze aanvulling mocht zich intusschen niet bepalen tot de bloote vermelding van de electrisch gedieven inrichtingen. Immers voorkomen moest worden, dat tal van inrichtingen van minder beteekenis, gedreven door een motor van zeer geringe capaciteit, welke onmogelijk gevaar, schade of hinder voor de omwonenden kunnen vero orzaken, aan de bepalingen der Hinderwet zouden worden onderworpen. Mitsdien is art. 1 in dien zin geredigeerd, dat de wet slechts van toepassing zal zijn op die inrichtingen, bij welke het vermogen van den motor, of het gezamenlijk vermogen van alle gebezigde motoren, eene bepaalde, bij algemeene maatregel van bestuur aan te geven grens overschrijdt. Als datum, voor welken de inrichtingen, waarvan in dit artikel sprake is, moeten zijn opgericht, werd 1 September 1906 gekozen. Het is de bedoeling van art. 29ter, om den gemeentebesturen vat te geven vóór het inwerkingtreden der aanvullingswet zonder vergunning wettiglijk bestaande, door electromotoien gedreven, inrichtingen. Mitsdien moesten enkele artikelen der Hinderwet op bedoelde inrichtingen van toepassing vorden verklaard, evenals ten aanzien van overtredingen van die artikelen.
"STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013
De waarn. assistent-resident seinde bij afwezendheid van den gouverneur: Door een patrouille in het Lhoseumawesche werden twee vijanden neergelegd, licht gewond een inlandsche fuselier en een Amboineesch ziekenverpleger. Een patrouille onder kapitein Terbeek legde bij Klibeuet (Pidi) twee kwaadwilligen neer, zwaar gewond een inlandsche fuselier, buit een Beaumontgeweer. („Bat. Nbld") — Naar de „Sem. Ct." mededeelt, werd te Combong in den omtrek van het fort Generaal Cochius en de pupillenschool een Japanner gezien, bezig met aanteekeningen maken, welke hij daarna in een kleine city bag verborg. Hij overnachtte in een waroong en was vrij schunnig gekleed, waar hij wel zijn redenen voor zal gehad hebben met het oog op zijn vermoedelijk hoogen officiersrang. Den volgenden morgen verliet hij die plaats in de richting Pediagoen (Soka), van waar hij langs den postweg 1 '/j paal verder gelegen kota Keboemen bereiken en meteen de strategische beteekenis van de spoorweg- en steenen waterstaatsbrug over de loo koeloo bestudeeren kon. Op gekomen last volgde eer, mantri politie zonder distinctieven hem als een poedelhond voortdurend op den voet. Om ongemerkt de militaire vestiging Magelang te bereiken, behoeft de Japanner verder slechts den binnenpostweg Poerworedjo— Salaman—Magelang in te slaan.
De controleur te Goenoeg Sabilan L. O'Brien, heeft wegens -langdurigen dienst, een jaar verlof naar Europa aangevraagd. — De leeraar aan het gymnasium Willem III F. P. H. Prick van Wely gaat wegens langdurigen dienst met een jaar verlof naar Europa. — De onderwijzeres der ie kl. mej. W. A. de Jong gaat wegens langdurigen dienst met een aar verlof naar Europa. („Bat. Nbld.") Door den Gouvern.-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen : CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: wegens langdurigen dienst, een jaar verlof aan den hoofdingenieur bij den aanleg van S.S. te Bandoeng R. P. O. D. Wijnmalen aan den controleur bij het binnenl. best. op Java en Madura f. H. Rering en aan den leeraar in de Maleische taal bij de afd. taal-, land- en volkenkunde van het gymnasium Wülem III te Batavia dr. Ph. S. van Ronkel. Ontslagen: op verzoek eervol, als lid der hoofdcommissie, belast met de leiding van een onderzoek naar de oorzaak van de mindere welvaart der inlandsche bevolking op Java en Madura, de heer A. H. van Geyt, onder dankbesuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten. MILITAIR DEPARTEMENT. B e n o emd: tot bataljons-adjudant S. Alberda : tot militaircommandant van Palembang J. M. van Gogh. Trouw-, geboorte- en Doodberichten. Getrouwd; C. G. van Motman met J, Ph. van Motman. Buitenzorg. — M. A J. Goudriaan met J. J. Burg, Ngandjoek. Bevallen: Th. Karsseboom, geb. Gerspach, Z., Tandjong Pandan. — Lagers, geb. Zeper, Z., Soeiabaja. Overleden: Wed. R. I. van Lier, Djocja.
"KOLONIEN. Batavia, 8 Maart. Atjeh.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096087:mpeg21:p013