«51 De (/fi/yterj hoogfijne Melange en Plantenboter worden thans door duizenden verstandige en spaarzame huismoeders gebruikt inplaats van dure Natuurboter. Onze verpakking waarborgt U zuiverheid en kwaliteit! Alleen verkrijgbaar in de bekende winkels van P. de Gruyter & Zoon. *DeGruyterj Melange: 60. 50, 45 en 40 ct. p. p Plantenboter: 50 en 45 ct. p. p. Let op den reclamecoupon in onze volgende annonce!
Bredasche courant
- 13-02-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Bredasche courant
- Datum
- 13-02-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- W. van Bergen
- Plaats van uitgave
- Breda
- PPN
- 400337452
- Verschijningsperiode
- 1814-1941
- Periode gedigitaliseerd
- nr. 1 (1914) - jrg. 149, nr. 305 (1939)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Breda
- Nummer
- 37
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Advertentie
Veranderingen in
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds den dag yoor de uitgive in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
DE COöP. CENTR. NUTSCREDIETBANK,
Wilhelminastraat 4, Breda, verleent cre,diet aan den MIDDENSTAND. Kantoor dagelijks van 10 tot 12 uur.
Dit nummer b staat uit twee bladen, EERSTE BLAÖT j
Advertentie
liUililMIIIÜ 1 LUI'rul van complete Salon-, Hnis en Slaapkamer Am^ibiemen en in alle Prezen, Stijlen en Houtsoorten, met daarbij passende TAPIJTEN, GORDIJNEN, LINOLEUMS, ENZ, antoön verhoeven. Meubelfabrikant. Stoffeerderij. Tolüristraat 15, BREDA. Telef. 212. ♦*♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
De Oorlog.
Het voeren van een vlag van een neutrale mogendheid op een schip, dat toebehoort aan een rijk, dat in oorlog is, zooals door den kapitein van het Engelsche schip Laertes is gedaan, om zich voor verdere aanvallen van den Duitschen onderzeeër te behoeden, werpt een eigenaardig licht op de oorlogsmanieren. Wij zouden in onze naïviteit wellicht zeggen, dat een dergelijke handeling niet gerechtvaardigd is.
In Amerika is de gebruikmaking van neutrale vlaggeu door de Engelschen afgekeurd. Het zal ongetwijfeld voor de neutrale staten groote moeilijkheden opleveren in de scheepvaart. De kans bestaat toch, dat alle schepen onder neutrale vlag niet ongehinderd meer zullen kunnen varen, maar gedwongen zullen worden om een onderzoek toe te laten, of de vlag rechtmatig gevoerd wordt. Deze vlaggenquestie zal tot veel geschrijf aanleiding geven. Ter zee geschiedt overigens weinig of niets. De Duitsche vloot houdt zich buiten gevecht en de Ennelsch nemen een afwachtende houding aan. De beslissing van den oorlog zal wel door de legers te land bevochten moeten worden. Op het Oostelijk oorlogsveld worden blijkbaar voorbereidingen gemaakt voor groote krijgsoperaties, zotials de in ons vorig nummer gegeven oorlogstelegrammen doen verstaan. De Duitsche armee aldaar is aanzienlijk verstel kt, waarmede de Russen rekening zullen hebben te houden. De Russische generale staf deelt mede: In Oost-Pruisen is de samentrekking van zeer groote troepenmachten door de Duitschers gereed. Deze troepen begonnen het offensief, in het bijzonder in de richting naar Wilkomitski en Lyck. Nieuwe forrnoties moeten uit het centrum van Duitschland aan het front zijn aangekomen. De Russische troepen trokken terug van de Mazoerisxbe meren naar de grens. Op het front aan den rechteroever der Weichsel hadden plaaiselijke botsingen plaats in de richting van Misjinets naar Ostrolenka en de rivier Skriwa. Op den linkervleugel van de Weichsel werd een kanonvuur onderhouden. In de Karpathen werden de Oostenrijksche aanvallen ten Westen van Mezö Laborts in de richting van Sablonof en ten Oosten van de Uszokpas, evenals het Duitsche offensief bij de hoogten Kozinivka met succes afgeweerd. De Russen wonnen terrein bij Rabbe ten 0 sten van de Lapkof-pas Na een hardnekkigen strijd mankten zij een 1000 gevangenen en een kanon buit. Op het Westelijk oorlogsterrein wisselen aanen tegenaanvallen in hooldzaak elkander af Uit Parijs wordt gemeld, dat de Duitschers Nieuwpoort en de oevers van den Yser hevig hebben beschoten, zonder groote schade aan te richten. De artillerie der Bondgenooten beantwoordde hun beschieting afdoende. In de Argonnen, in de omgeving van Bagatelle dedeu de Duitschers nadat zij den geheelen morgen een hevig gevecht hadden geleverd, te een uur een aanval op de stelling bij Marie
Thérèse. Zij naderden het Fransche front tot op 500 mijlen afstands. De aanval mislukte door het Fransche artillerie- en infanterievuur. De Duitschers lieten een groot aantal dooden achter. In de Vogezen namen de Franschen bij verrassing een loopgraaf ten Zuiden van Chateau Lusse en ten Noorden van Sainte Marie-pas. Een hevig artillerievuur woedde op verscheidene punten van het front. Van de zee tot de Sotnme hadden artilleriegevechten plaats. Ten zuiden van La Boisselle, deden de Duitschers een mijn Gtuploffen aan het einde van een der 'loopgraven van de bondgenooten. Deze behielden daar echter vasten voet. Van de Somme tot de Argonnen valt niets van beteekenis te vermelden, behalve dat de Duitschers Tracy le Mont beschoten en een krachtige actie van de Fransche artillerie bij Reims en Soissons en in gedeelten van Woevre. De Duitschers openden een geweldig kanonvuur tegenover Ramboncourt en het Hazellewoud De Franschen beschoten de stations Theancourt en Arnaville. Van Duitsche zijde wordt gemeld: Op het overige front hadden artilleriegevechten plaats. Bij Souai werd een infanterieaanval bep oefd, welke werd afgeslagen en waarbij 120 gevangenen in Duitsche handen vielen. Het getal gevangenen, die gisteren in de
Argonnen werden gemaakt, is toegenomen met 1 officier en 119 man. Ten N.W. van Verdun werden verscheidene Fransche loopgraven door de Duitschers genomen. Daarentegen werd een Fransche tegenaanval, die werd ondernomen, onder dekking der vlag van Genève, met belangrijke verliezen voor de Franschen afgesligen. De vesting Verdun werd door Duitsche vliegers met ongeveer 100 bommen gebombardeerd. Bij Sudelkopf in de Vogezen gelukte het den Franschen kleine loopgraven op de voorste linie der Duitsche stellingen te bezetten. De keizer iiij t locer rnu Miickeiii>en. Het «Berliner Tageblatt" bevat een correspondentie uit Lodz, gedateerd 7 Februari, waarin verhaald wordt van een bezoek, dat de keizer aan het leger van generaal Von Mackensen bracht. De keizer had, van Czenstochowa komende, een van die Poolsche landhuizen van edellieden betrokken, die algemeen bekend zijn om hun voorname en rijke elegantie, gemengd met bespottelijken praal. Nadat de keizer een deputatie had ontvangen van officieren en manschappen van een korps, dat zich bij Borziinow bijzonder had onderscheiden, begaf hij zich nair een allee van hooge olmboomen, waar een altaar was opgericht, waaromheeji
officieren en manschappen zich hadden gegroepeerd, de troepen in veldtenue met opgestoken bajonet. De vaandelcompagnie naderde met muziek en naast het met dennengroen versierde altaar namen de vaandels plaats, enkele, die nog nauwelijks den vuurdoop hadden ondergaan, andere, die reeds vorige geslachten der Duitschers tot den dood of de zege hadden geleid. Daar naderde de keizer, die met generaal Mackensen van het slot kwam. Met een ernstig oog de troepen monsterend, die met gepresenteerd geweer staan, treedt de keizer voor het altaar; de manschappen zetten de geweren af en na het zingen van een koraal spreekt de divisie-veldprediker woorden, die diep uit het hart komen en dus ook tot 't hart gaan. Hij herinnerde aan roemvolle dagen en de grondtoon van zijn rede is : Volhouden met God voor keizer en vaderland! naar aanleiding van Spreuken, hoofdstuk 21, vers 31 ; «Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des Heeren". Na den zegen zongen alle aanwezenden blootshoofds het Nederlandsche dankgebed. Toen sprak de keizer tot zijn soldaten, Hij dankt hen voor hetgeen zij reeds gedaan hebben, herdenkt de tallooze offers aan bloed en leven, die het Duitsche volk zoo gewillig gebracht heeft. Hij kondigt met luide, ver in 't rond hoorbare stem aan, dat een eervolle vrede bevochten moet worden, want, zoo vervolgde de keizer, onze vijanden zijn nog niet
geheel overwonnen. Er mag niet gerust worden, voordat zij geheel ter neer geworpen zijn. De generaal v. Mackensen hield daarna een toespraak tot den keizer, waarin hij dezen dankte voor zijn bezoek en de gelofte aflegde, dat de negende armee alles zou doen om zich het in haar gestelde vertrouwen waardig te toonen. Bruisend klinkt een driewerf herhaald hoera ! door het geboomte, terwijl in de verte, aan de Bzoera, het gebulder van het kanon wordt vernomen en een vlieger over de menigte groote kringen in de lucht beschrijft. Want de Russische vliegers waren in den laatsten tijd zeer vrijpostig geweest,... Zwaar geschut bij Wesl-Dapelle, Uit Havre werd aan de «Daily Telegraph« geseind dat de Duitschers er in geslaagd waren een aantal zware kanonnen bij West Capelle op te stellen, verscholen in boerderijen. Geworpen granaten lu Zwitserland. De «Kölnische Zeitung» meldt van de Zwitsersche grens dat het bericht, door de WestZwitsersche bladen verspreid en meldende dat verleden Zaterdag zware Duitsche artillerie weer de Fransche posities bij Pfetterhausen beschoten heeft, waarbij 11 granaten op Zwitsersch gebied zijn gevallen, bevestigd wordt. De Franschen zonden zeer dicht bij de Zwitsersche grens, bij Dreilanderstein, een batterij hebben opgesteld. Genoemd blad wijst er op dat de Duitsche granaten als antwoord op het Fransche geschut werden geworpen en bijgevolg op Zwitsersch gebied konden vallen, zoodat het gebeuren kan dat de Duitschers het Zwitsersch gebied schonden ; iets waartoe zij echter door de opstelling van de kanonnen bij de Zwitsersche grenzen waren genoodzaakt. Uit Bern wordt thans gemeld dat de Zwitsersche militaire autoriteiten, den Franschen attaché in Bern hierop opmerkzaam hebben gemaakt, en de hoop uitspraken dat van Fransche zijde met de Zwitsersche belangen zal worden rekening gehouden. In de Bnkowlua. Het gevecht in de Karpathen, in het bijzonder in de Tucholka pas moet ontzettend geweest zijn. Het duurde den geheelen dag. De Duitschers deden niet minder dan 22 aanvallen op de hoogten bij .Koziswa. Men vocht hoog in het gebergte en om van de bezwaren daaraan verbonden een denkbeeld te krijgen kan dienen, dat die bergen daar gemiddeld van 2500 tot 3300 Eng. voeten hoog zijn. De meeste aanvallen hadden met de bajonet plaats. Langs de bergglooingen lagen de lijken als gezaaid. Van ambulance werk kon geen sprake zijn daar honderden gewonden buiten de begaanbare wegen of paden, tegen en tusschen de rotsblokken op de steile hellingen lagen. Vliegtiifgoperaitea aan de Belgiscbé klikt, De marineafdeeling van het vliegkorps deed de laagste 24 uur gecombineerde operaties met vliegtuigen en watervliegtuigen in de omgeving van Brugge, Zeebrugge, Blankenberghe en Ostende, teneinde te beletten, dat bases werden gevormd voor duikbooten, 34 vliegtuigen en watervliegtnigen namen hieraan deel. Er moet zware schade zijn toegebracht aan het station te Ostende dat geheel verbrand zou zijn. Het station Blankenberghe werd eveneens beschadigd en de spoorwegen op verscheidene punten afgesneden. Bommen vielen op stellingen en geschut te Middelkerke en ook op een electrische centrale en Duitsche schepen bij Zeebrugge, doch de resultaten zijn onbekend. Bij een aanval van vliegtuigen en watervliegtuigen stuitten deze op massa's sneeuw. Er werd geen enkele» duikboot opgemerkt. De vlieger Graham Withe viel in zee in het gezicht van Nieuwpoort en werd geholpen door een Fransch schip. Alle bestuurders der vliegtuigen zijn ongedeerd teruggekeerd niettegenstaande het hevige geweervuur en het vuur der mitrailleurs en kanonnen. Twee vliegtuigen kregen averij. De expeditie geschiedde onder bevel van Samson met als onderbevelvoerders Longmore, Porte, Gourtney en Rathbone. Geen woord. Donderdag namen wij uit Msb. een bericht over, omtrent een moordaanslag, gepleegd op een Duitschen grenswacht. Thans vernemen wij daaromtrent nader het volgende: Een soldaat had een bezoek gebracht aan zijn meisje, in een naburige Belgische gemeente woonachtig. Toen de soldaat, die zich in burgerkleeren had gestoken, huiwaarts keerde, ontmoette hij op Belgisch grondgebied, dicht nabij de grenzen, zekeren C., den bewoner en eigenaar van een boerderij. Beiden knoopten een gesprek aan, toen plotseling een Duitsche patrouille, bestaande uit twee soldaten, te voorschijn sprong en den grensbewoner toeschreeuwde, hem eindelijk te pakken té hebben wegens het hulp verleenen aan Belgische jongelingen bij hun vlucht. Ofschoon beweerd werd, dat de jongeman een Nederlander was, hetgeen door deze werd bevestigd, zouden beiden mee naar Maeseijck genomen worden. Toen den jongeling door de Duitschers naar papieren gevraagd werd, zeide hij die niet bij zich te hebben. Intusschen was den landbouwer toestemming gegeven zich vóór zijn overbrenging naar Maeseijck nog even naar vrouw en kinderen te mogen begeven. Een der Duitsche soldaten ging mee, terwijl de tweede bij den verdachten vluchteling achter bleef. Naar verluidt zou toen deze een mes getrokken hebben en hiermede den Duitscher levensgevaarlijke verwondingen hebben toegebracht. De Nederlander sloeg op de vlucht en hem werden nog enkele kogels nagezonden. De Duitscher is naar het naastbijzijnde Belgische dorp overgebracht, terwijl de landbouwer C. naar Maeseijck is getransporteerd. N.v.N. IlnweliJksasMivraag uit de loopgraaf. De 12-jarige dochter uit een aanzienlijke familie te Brunswijk had een Kerstpakket voor een soldaat aan 't oostelijk front gezonden, met de bepaling erbij, dat het aan een van die soldaten moest overhandigd worden, die geen of slechts weinig geschenken ontving. Daarop ontving zij een dankbetuiging die haar aanleiding gaf nog meer liefdegaven te doen volgen. Die
welwillendheid schijnt het hart van den soldaat zoodanig getroffen te hebben dat hij het meisje het volgend huwelijksaanzoek deed toekomen : • Lieve juffrouw, ik groet u vriendelijk en dat ik uw lieve kaart in gezondheid heb ontvangen, waardoor ik mijn hartelijken dank betuig, ik heb in uw schrijven vernomen, dat het u nog altijd goed gaat lieve juffrouw ik ben nog niet verloofd en ook niet getrouwd want ik ben 24 jaar en tot heden bij mijn moeder gewoond, vader is verleden jaar gestorven, lieve juffrouw uit uw schrijven heb ik gezien dat u een goed hart hebt veel groeten worden u uit het veld toegezonden door uw liefhebbende August P.» Zou deze dappere krijgman zooveel geduld hebben om met een huwelijk te wachten totdat het meisje begrip heeft van zijn teedere liefdesbetuigingen ? Terug in België. Telkens keeren thans door de Duitschers uit België weggevoerde burgers naar hun vaderland terug. Zoo arriveerde onlangs een troep van zulke terugkomenden te Antwerpen. Het »Hbl4" schrijft erover: • Er waren er uit verschillende kampen, sommigen kwamen zelfs van de omstreken van Konigsbergen. Allemaal zagen er echter erbarmelijk uit. Sommigen zelfs barrevoets ih hun klompen, zooals zij waren gevangen genomen op het veld bij het begin van den oorlog. Anderen hadden bij wijze van sokken, vuile lompen aan de voeten. Eenparig klagen zij over de behandeling, die zij ginder te verduren hebben gehad. Uitzondering maken degenen, afkomstig uit het kamp in Mecklenburg, waar zij bewaakt werden door een militair, die vóór den oorlog te Antwerpen een hotel voor landverhuizers hield. Deze toonde zich inschikkelijk. Het is moeilijk om hen aan het spreken te krijgen. Meest allen zijn gewone lui, boeren of werklieden, en het verblijf van vijf maanden in de gevangenkampen heeft hen zoo schuw gemaakt, dat zij ternauwernood durven antwoorden, wanneer men hun een vraag stelt. Wat zy meedeelen komt op het volgende neer. Allen zijn het eens om te bevestigen, dat het voedsel afschuwelijk was. Het gewone maal bestond uit een afkooksel van bieten, kastanjes of aardappels. Wanneer er nu niet genoeg was, werd hun soep aangelengd met een emmer koud water. Verdér bestond hun rantsoen uit een maisbrood voor vier dagen. Te Konigsbergen leden meest allen aan koliek. In een der kampen zijn van de 1800 gevangenen 150 overleden. Toen zij in Duitsche steden aankwamen, werden zij onder militair geleide, door de straten gevoerd, waar de burgers de straatjongens ophitsten om hen met stokken te slaan. Overijl hebbeu zij slavenarbeid moeten verrichten, graafwerken, betimmeringen, vervoeren van balken enz. De soldaten dreven de onwilligen met kolfslagen voort. Degenen die gestraft werden moesten gedurende twee uren met de handen, de voeten en den hals aan een paal gebonden blijven. Als karakteristiek detail: meest alle Brusselaars, ondergingen deze straf. Over 't algemeen werden de Engelscher» nog slechter behandeld. Men weigerde hun soms de hoogst noodige geneeskundige hulp. Er waren ook in sommige kampen Russische krijgsgevangenen. De Joden onder hen verklaarden, dat zij zich hadden laten gevangen nemen. Het was hun om 't even, want nooit toch hadden zij voor krijgsmansmoed beloond kunnen worden. Op de terugreis 'hadden de gevangen Belgen vier dagen zonder voedsel geleefd. Ze wisten niet dat ze vrij zouden worden gesteld, wisten niet waar zij heen gebracht werden. Velen weenden van aandoening toen zy te Antwerpen aankwamen. Zij werden gelogeerd in het landverhuizershotel Winnipeg. Toen hun een stevig maal van soep, vleescb, aardappelen en roode kool, met als dessert een bord rijstpap werd voorgezet, werd de aandoening hun te sterk en zij weenden en lachten tegelijkertijd. Na het eten zouden zij gaan wandelen, maar ze durfden nauwelijks alleen de straat opgaan, 's Anderen daags hadden zij zelf met zorg hun bedden opgemaakt en hun eerste weik was den meest geletterde onder hen het opstellen op te dragen van een dankbrief aan het Antwerpsche gemeentebestuur voor de liefderijke behandeling. Vóór hun vertrek naar hun respectieve dorpen zijn ze in groep gefotografeerd." Dnltscke fcotdatei» gevlucht. Uit Antwerpen aan de »Tel": Er moeten weer een massa Duitsche soldaten naar Nederland gevlucht zijn: ditmaal niet bij dozijnen, maar bij honderden. Men spreekt van meer dan 200 deserteurs, waaronder zich talrijke officieren bevinden moeten, allen manschappen die moesten vertrekken naar de Yser! De Duitsche overheid verdenkt de Antwerp sche bevolking ervan, bij iedere gelegenheid de deserteurs in de hand te werken, vooral de houdens van kleine herbergen en winkeltjes en verleden Maandag nu heeft zij heel de stad overhoop gezet door een klopjacht, in regel op achtergelaten Duitsche uniformen. Honderden woningen werden van den kelder tot den zolder doorzocht en op menige plaats werden heele stellen soldaten kleederen gevonden. Vooral in de kleine cafétjes aan den havenkant, moeten de deserteurs gemakkelijk hun unform voor een burgerplunje hebben kunnen uitwisselen. Verschillende aanhoudingen werden gedaan. Het spreekt wel vanzelf, dat zij die zich niet voldoende rechtvaardigen kunnen op een zware bestraffing mogen rekenen. Uit 't fort van Brasschaet en uit dat van Merxem, zyn de soldaten in massa verdwenen. De desertie gelijkt daar meer aan een rijpelijk overwogen en goed georganiseerden aftocht Op de deuren hadden de deserteurs geschreven: »Fort zu vermiethen". (Fort te huur!!) In het Hotel Weber zaten de vorige week op 'n avond Duitsche officieren gezellig rond de »Stamtisch" en zongen: «Deutschland Deutschland ueber I . . . ." Dat ergerde een Antwerpenaar, die een' eindje verder eenzaam zijn glas dronk, zoodanig, dat hij zich liet ontsnappen : »uber alles ! . . . Maar niet over de Yser 1" De mun werd op staanden voet bij den kraag gevat en naar de gevangenis der Begijnstraat gebracht.
Advertentie
Oorlogstoestand heeft ons doen besluiten aan onze zaak te verbinden een zeer uitgebreide afdeeling tot het in llUIII* gJÖVGn van prima BEDDEN, MATRASSEN. enz, uitsluitend aan nette familiën. Deze afdeeling is geheel afgezonderd van de andere magazijnen POSTHUMUS, GINNEKENSTRAAT 124. Meest uitgebreide magazijnen voor de Slaapkamer• Na iedere uitzending wordt een en ander door ons machinaal gezuiverd en gedesinfecteerd.
De Ivoren Poort door WALTER BESANT. VERTAALD DOOR H. TH. CHAPPIUS. (Nadruk verboden).
22 Het paartje zat met de handen ineen. De preek vloeide over van lof, hoop en vertrouwen ; de psalmen waren hartverheffend, zegepralend, jubelend. Een omgang volgde met banieren, om het hart der geloovigen op te Vroolijken ; — en vrede en rust keerden terug in Eisie's ontroerd gemoed. Zij voelde zich niet meer zoo uitgeworpen. Met vernieuwd vertrouwen verliet zij het kerkgebouw. 't Was nog dag. Zij wandelde het naastbijzijnde plein samen herhaaldelijk rond. — Jane, de binnenmeid, en haar vrijer deden hetzelfde. — Vol vertrouwen en blijdschap spraken zij over de toekomst, die hen wachtte. Op eens Liegon het te regenen, en hiermede zonk Elisie het hart weder in de schoenen. • Zijn wij soms een van beiden zelfzuchtig, George ? Is 't van mij wel goed, dat ik je naar de laagte trek en je dwing daar te blijven V' • Dit zul je niet. Je zult stijgen en mij opheffen. Twijfel hieraan maar niet. Zelfzuchtig ben ik, omdat ik je zulk een groot ofler doe brengen." »0, neen, Leen 1 Voor mij is dit geen offer. Je moet mij helpen dapper zijn, George, omdat mama en Ililda mij dagelijks de vreeselijkste dingen vertellen. Ik heb mij den gauschen
dag ellendig gevoeld, denkelijk ten gevolge van dien woordenstrijd met mama gisterenavond". • Zoodra de kogel door de kerk is, zal je moeder wel bijdraaien. En Hilda draait ook bij. Die heeft je noodig om je haar nieuw rijtuig en haar nieuwe toiletten te laten zien. Door niemand wordt een rijke bloedverwant meer benijd en bewonderd dan door een arme. Dit is de reden waarom deze in een rijke familie altijd zoo aangehaald en geflikflooid wordt. Wij zullep die arme bloedverwanten zijn, begrepen ?" • Dit denk ik ook. Wij moeten deze rol op ons nemen en ze naar behooren vervollen." — t Klonk vroolijk, maar 't kostte moeite. • Zij zal je een paar van haar oude japorineü geven; en ook zal zij je vragen op de kliekjes, maar dan bedanken we. 0, Hilda draait wel bij. Wat je moeder betreft —." Hij slikte de verdere woorden in ; — «geen koppigheid is er zoo wanhopig groot, dat die niet door 't een of ander kan worden verminderd. De droppel en de steen, je weet wel, he ? Laat haar den tijd. Verkiest zij niet te veranderen, d an wederom gaf hij bijtijds een draai aan zijn woorden ; — »dan, kindlief, moeten wij ons geluk zoeken in ons zeiven, zonder de hulp van de familie." «Ja, dit zullen wij. — En toch, George, terwijl ik zoo dapper ben met mijn woorden, gevoel ik mij eerlijk gezegd, zoo ternedergedrukt als een schooljongen wien een kastijding wacht." • Lieve Elsie," hernam George met een tintje wanhoop in zijn stem; «als zij niet willen bijdraaien laat ze dan blijven waar ze zijn, en laat ze mokken en boos zijn. Van mij kan men bezwaarlijk verwachten, dat ik mij bijzonder bezorgd maken zal over de verandering
van humeur bij menschen, die van mij zooveel hardheden hebben gezegd. Morgen heb je dat onderhoud met meneer Dering. Hij is zoo hard als een spijker, maar rechtvaardig is hij en gevoelig ook. Morgen avond om negen uur kom ik je afhalen, om te hooren wat hij gezegd heeft. Over zes weken kunnen wij getrouwd zijn. Ik zal eens nakijken hoe het is met de afkondiging van de geboden. Dan vinden wij wel ergens een woning, pakken ons boeltje op, trouwen en verhuizen naar ginds. Een huwelijksreis zal er, vrees ik, niet op kunnen overschieten. Die zal later komen, als het schip met shillings binnen is." •Ja. Als ik jou bij me heb, ben ik voor niets bang. Maar ben je weg, en zit ik alleen in mijn.eigen kamer met de wetenschap, dat mama in de kamer daarnaast zit te mokken en te brommen, dun voel ik schuld. Vanavond niet. Nu voel ik mij niet schuldig; integendeel ; maar ik heb een gevoel, alsof er iets zal gebeuren." • Weldra zal er ook iets gebeuren' lieveling. Ik zal een trouwring schuiven aan dit aardig vingertje hier." «Wanneer ik spreek over bijgeloovigheden bedoel ik daarmede altijd iets kwaads, iets vreeselijks, iets, dat zich tusschen ons stellen en ons scheiden zal. Iets onverwachts." • Kind lief, geen duizend duivels zijn bij machte ons te scheiden." Elsie begon flauwtjes te lachen. Die fiere taal verluclüte haar 't hart. • Hier zijn wij weder thuis, lieveling,» zeide George, toen het paartje voor de voordeur stond. «Ik geloof, dat de regen het nu in ernst begint ie meenen. Maak maar vlug, dat je binnen komt. Morgen avond om negen uur wacht ik je.» Vlug snelde zij de trappen op en schelde
De deur werd geopend. Zij wendde het hoofd om, lachte, wuifde met de hand tegen haar aanstaande en verdween. Op het trottoir onder de straatlantaarn stond een man een sigaar aan te steken. Toen het meisje zich omwendde, viel het licht van die lantaarn met volle kracht op haar gelaat. De man staarde haar aan vergat zijn sigaar en liet de lucifer brandende in de goot vallen. Toen de deur achter Elsie werd gesloten, keek hij George aan, die, nu zijn meisje was verdwenen, op zijn beurt staarde naar de deur. Al dit staren vorderde een tijdsverloop van circa dertig seconden. Toen wendde George zich om en stapte heen. De man streek een andere lucifer aan, stak zijn sigaar op en stapte toen ook heen, denzelfden kant op. Weldra haalde hij George in en legde hem de hand op den schouder • Zeg eens meneer, voordat wij verdergaan, wenschte ik wel even een woordje met u te spreken,» zeide hij barsch. Driftig wendde George zich om. Dat hem een zware hand op den schouder wordt gelegd, heeft niemand gaarne. In vroeger jaren beteekende dit altijd een dagvaarding of een wandeling naar de gijzeling en dergelijke onplezierige dingen meer. • Wie voor den duivel ben jij?» • Dat is juist de vraag, die ik —'. De man hield op en begon te lachen. — «Neen. Nu zie ik het. Die vraag behoef ik niet meer te doen. Jij bent George Austin, niet ?» »Zoo beet ik. Maar wie ben jij, en wat moet je van me ?• De man was hem vreemd. Hij droeg een fluweelen jasje, een wist vest en een slappen vilten hoed, en had met zijn vollen, bruinen baatd in die kleeding wel iets van een artist. Tegen het einde van Juni is het om half tien
nog licht George zag, dat die andere een heer was. Zijn gelaatstrekken, sterksprekend en forsch geteekend, herinnerden hem aan iemand, — doch slechts flauw. Zij gaven hem den indruk, dat hij die lang geleden wel eens meer had gezien. De man scheen ongeveer dertig jaar oud de leeftijd, waarop iemand lichamelijk in bloei verkeert Mij had een behoorlijke lengte, was stevig gebouwd en gespierd. Zeker was hij een lid van de kunstenaarsbent of iemand, die zich als tot deze behoorende wenschte voor te doen, omdat, moet u weten, de artist zelf niet zoo schilderachtig is als de man, die zoo mogelijk wel voor artist zou willen doorgaan. De niet geslaagde arist bij voorbeeld is somtijds een zeer schilderachtige figuur. Het model eveneens. De lompen en vodden brengen dikwerf tot het schilderachtige te veel* bij. Zoo ook is 't gesteld met het middagmaal van den boerenknecht onder de heg of met den hutbewoner op Zaterdagavond. De dorpsherberg is mogelijk een prachtig onderwerp voor een schilderij, maar op het genot, dat ze schenkt, is de schilder toeti niet bijster gesteld. • Welnu, meneer; wie is u?« herhaalde George, toen de andere geen antwoord gaf. • H-rkent ge mij niet? Ik wacht nog even, om u een kans te geven.» • Neen, — stellig niet.» • Denk eens even na. Zou het huis, waarbeen ge daareven mijn, — die jonge dame, — gebracht hebt, — niet iets met mij te maken kunnen hebben ?» • Neen. Waarom?» • Dan schijn ik wel volslagen vergeten.» • Vreemd! Ik meen uw stem te herkennen.» (Wordt vervolgd).