Het moge dan niet heel prettig wezen, om te constateeren: waar is het, dat het wantrouwen in de politiek een zeer groote rol vervult. En ook kan bezwaarlijk ontkend worden, dat velen, die in de staatkunde hun werkkring hebben gezocht en gevonden, meer het oog gevestigd houden op het partij-voordeel, dan op het algemeen belang. Bij de behandeling der voorstellen tot Grondwetsherziening speelt de rechterzijde een zeer eigenaardige rol. Men weet, dat er onder de vrijzinnige Kamerleden verscheidenen zijn aan te wijzen, die tegenover de pacificatie op onderwijs-gebied zeer sceptisch gestemd zijn. Mannen als Eerdmans, Van Doom, Lieftinck, Otto, De Beaufort. — zij zullen, als zij hun stem aan artikel 192 geven, dat geenszins van ganscher harte doen. Financieele gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs, — goed, zeggen zij. Maar dan ook gelijke waarborgen van deugdelijkheid. Daartegen is men van rechts in verzet gekomen. Wij moeten die heeren van de linkerzijde in de gaten houden, verklaarde de heer Van der Voort van Zijp. De heer Rutgers kraaide het hem na. En dominee Brummelkamp. En baron Van Wijnbergen. Het was ter rechterzijde plotseling een kippenhok, waar de komst van den vos is gesignaleerd. Men deed het voorkomen, alsof het bijzonder onderwijs wie weet wat gevaren dreigden van vrijzinnige zijde. Dat was komedie. Er dreigde geen gevaar. Niemand dacht er ook maar één moment aan, van de bijzondere school iets te nemen. Men wilde geven. Daartoe waren allen ter linkerzijde bereid. Alleen : er werd niet precieselijk gelijk over gedacht, hoe er zou worden gegeven. De één vond het goed, als de band in de schatkist werd gestoken ten bate van bet bijzonder onderwijs; men had vertrouwen, dat de gelden zouden worden besteed vorr het doel, waarmede zij gegeven werden : het onderwijs voor het kind, en wel in de eerste plaats voor het volkskind, zoo hoog mogelijk op te voeren. Maar anderen misten dat goede, dat blind vertrouwen en eischten, zwart op wit, de waarborgen voor de deugdelijkheid van het onderwijs. Dat is alles. Waarom roept de heer Van der Voort van Zijp nu uit, dat men mantien als Eerdinans, De Beaufort, Otto e luLli quanti in de gaten moet houden ? Hebben zij hun overtuiging niet ronduit uitgesproken ? Wist men van het eerste oogenblik af niet, wat men aan hen had?Men kan het met hun zienswijze oneens wezen, dat zij zoo. Maar hun in zekeren zin verwijten, dat zij een politiek van slimmigheidjes zouden wenschen te voeren, dat zij, om een volksuitdrukking te bezigen, een slinger om den arm wilden houden, in ieder geval: niet vol komen eerlijk waren, dat gaat niet aan. De rechterzijde eischt — zij het ook ongemotiveerd — van de gansche linkerzijde openhartigheid. Welnu, het is voor ons een conditio sine qua non, dat, wie zulke eischen raag en stellen durft in de allereerste plaats het voorbeeld moet geven en de deugd der openhartigheid betrachten. Kunnen wg dit nu ter rechterzijde constateeren ? Eerlijk gezegd: neen. Wy zullen er met een enkel woord aan herinneren,-dat het een quaestie van compromis was tusschen linker- en rechterzijde, om aan het kiesrecht de onderwijs-bevrediging te verbinden. Wanneer de linkerzijde de financieele gelijkstelling op onderwijs-gebied aanvaardde, zou de rechterzyde aan het algemeen mannenkiesrecht geen hinderpalen in den weg leggen. Van het algemeen kiesrecht voor de vrouw behoeft hier geen gewag te worden gemaakt; daar wil de rechterzijde niet aan. Men eischte van links loyale vervulling van de belofte, ten aanzien van het bijzonder onderwijs afgelegd; dan zou rechts even loyaal handelen, waar het de zaak van het algemeen mannenkiesrecht betrof. En wat zien wij nu ? Dat de rechterzijde een slinger om den arm heeft gehouden; dat de belofte, door haar afgelegd, ook niet even eerlijk door haar zal worden in vervulling gebracht. Het wil ons voorkomen, dat omtrent het begrip algemeen kiesrecht voor mannen geen verwarring kan bestaan ; duidelijk genoeg wordt uitgedrukt, wat er mede bedoeld wordt. En nu maken wij er de rechterzijde een ernstig verwijt van, dat zij het algemeen mannenkiesrecht heeft trachten het effect te ontnemen, door in de Grondwet.... het meervoudig kiesrecht opgenomen te krijgen. Die poging was verre van fair. Men wist ter rechterzijde zeer goed, dat links het algemeen kiesrecht voor mannen zonder correctief in de Grondwet wilde zien nedergelegd ; alleen op dezen grond kon sprake wezen van een compromis. Gelukkig is de toeleg van rechts mislukt. De heer Troelstra — en hij was hier zeker, namens de geheele linkerzijde te kunnen bandelen — kwam onmiddellijk met een amendement, dat geen kiezer meer dan één stem zou kunnen uitbrengen. Met 44 tegen 36 stemmen, links tegen rechts, is dit amendement door de Tweede Kamer aangenomen. Daarmede is ook van de baan de poging van den heer Pe Savornin Lohman, om den gehuwden man eventueel twee stemmen te doen uitbrengen, een voor zich zeiven en een voor zijn vrouw. Het onverzwakte algemeen kiesrecht zal ongerept in de Grondwet komen. Artikel 80, gelijk het thans door de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangenomen, luidt als volgt :
»De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet onder de drie-en-twintig jaren raag zijn, hebben bereikt, en door de vrouwelijke ingezetenen die aan gelijke voorwaarden voldoen, indien en voorzoover de wet haar, niet uit.hoofde van aan het bezit van maatschappelijken welstand ontleende redenen, kiesbevoegd verklaart. Ieder kiezer brengt slechts eene stem uit. • De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen bij de zee- en landmacht, voor den tijd, gedurende welken zij zich onder de wapenen bevinden. »Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten zij, wien dat récht bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is ontzegd; zij, die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd en zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren of van de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer hunner kinderen ontzet zijn. Aan onherroepelijke veroordeeling tot een vrijheidssrtaf van meer dan een jaar, of wegens bedelarij of landlooperij, zoomede aan meer dan twee, binnen een door de wet te bepalen tijdperk, vallende onherroepelijke rechterlijke uitspraken, openbare dronkenschap vaststellende, verbindt de wet tijdelijk of blijvend verlies van kiesrecht. »De uitoefening van het kiesrecht is verplicht volgens regels, door de wet te steken». Wij hebben dus deze voorname veranderingen ten aanzien van het oude art. 80 gekregen: a.) Algemeen kiesrecht voor mannen, behalve dan natuurlijk de uitsluitingen hierboven genoemd; b.) in de Grondwet wordt vastgelegd het enkelvoudig kiesrecht; c.) stemplicht wordt ingevoerd ; d.) de gewone wetgever heefi de bevoegdbeid, bet kiesrecht voor de vrouwen in te voeren, een kiesrecht, dat niet.gebonden mag wezen aan voorwaarden van maatschappelijken welstand. Het behoeft wel geen betoog, dat, al werd bet nieuwe artikel 80 door de Tweede Kamer zonder hoofdelijke stemming aanvaard, niet alle partijen bet volkomen met den inhoud eens zijn. In het bijzonder maakte de heer Van der Voort van Zijp, de voorzitter van de antirevolutionaire Kamerclub, zich lichtelijk ridicuul, door met. veel pathos te verkondiugen. dat voor hem en de zijnen het bekende offerfeest der beginselen was gevierd : om de Grondwets-lierziening niet in gevaar fe brengen — daarmede is natuurlijk beioeld het den kerkelijken zoo welgevallig artikel 192 — zouden zij heenstappen over hun.... principieele bezwaren. Kon de heer Van der Voort van Zijp zich nog leelijker in de kaart laten kijken ? Enfin ; artikel 80 is binnengehaald door de Tweede Kamer en artikel 81 ook. Zooals men weet, schrijft laatstgenoemd artikel de evenredige vertegenwoordiging gebiedend voor. Er is nog een poging gedaan, om bet slechts facultatief in de Grondwet neer te leggen, maar bij die poging — een zeer zwakke trouwens — is het gebleven. Wij weten niet, of evenredige vertegenwoordiging, naar het hier gevolgde systeem, aan haar verwachtingen zal beantwoorden. Het stelsel zelf zijn wij, het is bekend van harte toegedaan. Maar dat de macht der partijleiders in hooge mate zal kunnen toenemen, wij gelooven het en».... vreezen het. Bij de behandeling van artikel 84 beeft de heer L ihman nog getracht, het passief vrouwenkiesrecht (de verkiesbaarheid der vrouw in vertegenwoordigende lichamen) te weren. Zijn amendement werd echter verworpen en in het zonder hoofdelijke stemming aangenomen art. 84 zal nu uitgedrukt zijn, dat men, om verkozen te kunnen worden, Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend moet zijn. Maar mannelijk Nederlander behoeft men niet te zijn en zoo is ook bier de deur voor de vrouw opengestooten. Wij zullen maar geen oude koeien uit de sloot halen. Daarom gaan wij in dit Kameroverzicht stilzwygend het incident voorbij, door den heer Nierstrasz uitgelokt. Vermelden wij alleen, dat" hij den volgenden dag volkome» amende bonorable heeft gedaan; Minister Cort van der Linden "aanvaardde de verontschuldigingen, maar achtte ze ziet volledig; ook zijn ambtgenoot Posthuma was aangevallen en tegenover dezen bewindsman behoorde de heer Nierstrasz dus feitelijk ook nog zijn excuses te maken. Dat kan dus later nog komen. Het boetekleed ontsiert den man niet. Het presentiegeld voor Kamerleden wordt evenwel niet ingevoerd; gelukkig. En de heer Bogaardt, die het onderste uit de kan wilde bebben en daardoor — hoe kan het anders? — het lid op den neus kreeg, — de heer Bogaardt zag zijn voorstel verworpen, om reisen verblijfkosten te vergoeden voor buiten Den Haag wonende Kamerleden en tevens vergoeding te geven voor het bijwonen van commissievergaderingen. De schadeloosstelling der Kamerleden is thans op ƒ3000 gebracht; de pensioen-bepalingen, zoowel voor de zittende ab voor de toekomstige leden, zijn aangenomen. Zoo zal menig tegenstander van Staatspensioen straks bewijzen, dat Staatspensioen een zeer schoon iets is, als.... men het zelf ontvangen kan. Voor de arme oude stakkerds de bedeeling. Ja, het is toch wel zeer .ongelijk verdeeld in de wereld en de mensch is de levende tegenspraak van zich zeiven.... VAN DER HAEGHEN.
"Van het Binnenhof.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
"Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
Het bestuur der Nederlandsche Tooneelkunstenaars-vereeniging heeft besloten : Op grond van de handelingen, gepleegd door M. de Vries, tandtechnicus en tooneeldirecteur, G. van Hulzen en Alex Poolman, handelende of gehandeld hebbende onder de benamingen of een der benamingen van Het Hollandsche Tooneel (N. V.), Het Nieuwe Tooneel (N. V.), Nationaal Tooneel en Nationaal Klein Tooneel, die de economische en artistieke belangen van de Nederlandsche tooneel spelers ten zeerste hebben geschaad, bovengenoemde personen te boycotten en tegen alle overigen, die ter opzettelijke benadeeling van de leden der N. T. K. V., mede geëngageerden bij Het Nieuwe Tooneel, bebben gehandeld, met alle ten dienste staande middelen op te treden.
"Kunst en Wetenschappen. Een boycot.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
De oud-Minister van Financiën, mr. De Meester, schrijft in Het Vad.: In October 1916 een totaal bedrag van ƒ 13.544 000, in October 1915 van /15.284 000. Een achteruitgang dus van ƒ 1.740.000. Is dit feit op zich zelf, na de, over het geheel genomen, gunstige resultaten der vorige maanden, — teleurstellend, verontrustend is deze teleurstelling niet. Want de accijnzen, en onder deze vooral de suiker, dragen van den achteruitgan g de schuld, en. van den suikeraccijns was in October 1915 de opbrengst abnormaal hoog. Dit middel vertoont trouwens, over de eerste tien maanden van het loopende jaar gerekend, uiterst bevredigende cijfers, want bij een raming, voor het geheele jaar, van ƒ23.125.000, was dc opbrengst over de maanden Januari tot en met October niet minder dan ƒ24.942.000 tegen ƒ20 856 000 over dezelfde maanden van 1915. Nu de details der onderscheidene groepen. Directe belastingen ƒ3.999.000 tegen ƒ3.853.000 in October-1915. Grondbelasting eenige duizenden guldens minder, personeel 1 ton meer, inkomstenbelasting plus vermogensbelasting ƒ 63.000 meer dan dezelfde belastingen, benevens een restantje bedrijfsbelasting in Oct. 1915. Van de invoerrechten bleef de opbrengst ongeveer gelijk: ƒ 1 245.000 thans ƒ 1.253 000 in.de overeenkomstige maand van 1915. De totaal-opbrengst van de accijnzen is rond ƒ2 millioen minder. Suiker ƒ702 000 tegen ƒ 2 560 000 verleden jaar,, wijn ruim ƒ 26.000 tegen bijna / 25 000, gedistilleerd ƒ2.216 000 tegen ƒ2.438.000, zout ƒ167.000 tegen ƒ183.000, bieren en azijnen ƒ149 000, tegen ƒ 146,000, geslacht ƒ 819.000 tegen ƒ 727.000. Totaal ƒ 4 070.000 tegen f6.079 000. De belasting op gouden en zilveren werken blijft betrekkelijk veel. opbrengen ; de maand October 1916 bracht ƒ60 000 in 's Rijks kas tegen ƒ51.000 in October 1915. Aan indirecte belastingen is ontvangen ƒ 3.703 000 tegen ƒ 3.651,000 ten vorigen jare. Bijzonder gunstig was de opbrengst der registratierechten, die een avans vertoont van ƒ460.000; (ƒ1.074 000 tegen ƒ 614.000). Ook de hypotheekrechten hielden zich goed; uit dezen hoofde werd ontvangen ƒ 98.000 tegen ƒ58.000 in October 1915. Daarentegen brachten de zegelrechten f 137.000 minder op (ƒ 602.000 tegen ƒ 739.000) en de successierechten ƒ 312.000 minder (ƒ 1.928.000 tegen ƒ 2.240.000). Domeinen — ik heb er al meer op gewezen — zijn belangrijk vooruit. De opbrengst was in October ƒ 207.000 tegen ƒ116.000 in dezelfde maand van. 1915. Voor het jaar 1916 is geraamd een opbrengst van ƒ 1 690 000 en in tien maanden ontvangen /1.913.000 tegen ƒ775 000 over hetzelfde tijdvak van 1915. Eindelijk de loodsgelden, die blijven achteruitgaan ten gevolge van de steeds grootere moeilijkheden, welke de krijgvoerende mogendbeden aan onze scheepvaart meenen in den weg te mogen leggen. Aan loodsgelden werd ontvangen ƒ78.000 tegen ƒ106.000 in Oct. 1915. Over Januari tot en met October is de totaalopbrengst der verschillende middelen alleszins bevredigend. Tegenover een raming voor dat tijdvak van ƒ152.484 000 staat een opbrengst van ƒ160.940.000, terwijl over de eerste tien maanden -van 1915 / 133.136 000 werd verkregen. Tweede Kamerverkiezing te Tlel. De centrale liberale kiesvereeniging in het hoofddistrict Tiel heeft candidaat| voor de Tweede Kamer gesteld H. G. Dresselhuys te 'sGravenbage. Bond van vr(|e liberalen. Het hoofdbestuur koos, in de plaats van wijlen mr. M. Tydeman Jr., tot voorzitter den heer mr. H. G. Dresselhuys. De vrij liberale Tweede Kamerclub koos in de plaats van wijlen mr. M. Tydeman Jr. tot voorzitter prof. mr. A. C. Visser van IJzendoorn. Ondervoorzitter bleef de heer mr. W. H. de Beaufort: secretaris de heer F. J. W. Drion. (De Fakkel) Een Gerucht. De Haaqsche Courant maakt melding van een gerucht, dat bij het departement van Oorlog plannen in ernstige overweging worden genomen, om tegen het einde des jaars over te gaan tot bet naar huis zenden van eenige lichtingen (men spreekt zelfs van een viertal) ter verlichting van den druk der mobilisatie. N Het Vaci. heeft zich tot den Minister van Oorlog gewend ter informatie naar de al of niet juistheid van dit bericht en is door bem gemachtigd, het als geheel onjuist tegen te spreken. Gebrek aan Looistoffen. Door gebrek aan looistoffen is de stoomlederfabriek der firma W. Mallens & Co, te Rijen, finaal stop gezet. Door het feit ook, dat andere lederfabrieken in nijpenden toestand verkeeren, wat aanvoer van looistoffen betreft, dreigt niet alleen werkloosheid in de bange winterdagen maar wordt het publiek bovendien bedreigt met fabelachtige lederprijzen, indien niet spoedig door de regeering zoodanige maatregelen worden getroffen, dat de lederfabrieken geregeld kunnen doorwerken. Ontvluchte Duitsche geïnterneerden. Naar men aan de Nieuwe Ct. schrijft, is hier te lande bericht ontvangen, dat een der Duitsche geïnterneerden, de aspirant-officier C. Petersen, in September j.1. met schending van zijn woord uit het officieren-interneeringsdepót te Wierickerscbans gevlucht, door de Duitsche regeering naar bet front is gezonden, nadat hij eerst eenigen tijd van een verlof bij zijn familieleden heeft mogen genieten. Op den terugkeer van een half dozijn andere hier geïnterneerd geweest zijnde Duitsche militairen, die eveneens met verbreking van hun woord of belofte ontvlucht zijn, wordt hier te lande nog steeds gewacht. De Tuinbonwers willen uitvoeren. Naar in De Tuinbouw wordt vermeld, heeft het centraal bestuur van den Nederlandschen Tuinbouwraad aan den Minister verzocht, een regeling te treffen, waarbij het drogen van
boerenkool wordt toegestaan en daarbij ook gedeeltelijke uitvoer van het gedroogde product. Zooals de toestand thans is, wordt slechts ^in zeer bijzondere omstandigheden vergunning gegeven, boerenkool te drogen; echter is uitvoer van het verwerkt artikel niet toegestaan. Er is zeer veel boerenkool uitgeplant, veel te veel voor de binnenlandsche behoefte, veel meer dan in andere jaren, maar — aldus de adressant — bet nijpend gebrek aan meststoffen in het seizoen, dat achter ons ligt, is oorzaak, dat de bladeren reeds thans geel worden en dat het product dus waardeloos zal worden, indien niet ten spoedigste ingegrepen wordt. Door nu te bepalen, dat de te velde slaande bloemkool mag worden gedroogd en het gedroogde product gedeeltelijk mag worden uitgevoerd, terwijl een gedeelte opgeslagen en desnoods, indien noodig, door bemiddeling van de «Groenten Centrale» tegen vast te stellen prijs gedistribueerd moet worden, wordt voorkomen, dat dit gezonde voedsel noodeloos bederft en wordt een gemakkelijk bewaarbaar product verkregen, dat in tijden van gebrek opgeld zal doen. Aan de permissie tot drogen behoort echter daarom — volgens adressant — de toezegging te worden verbonden, dat gedeeltelijke uitvoer van dit product zal worden toegestaan, want, zonder die toezegging, zullen de drogers uit den aard der zaak niet tot het verwerken van boerenkool overgaan. • • Aangedrongen wordt verder op een spoedige regeling van den uitvoer-van zuurkool »om dit voor de-koolstreken zoo boog belangrijke bedrijf niet te doen stil staan wegens gebrek aan vaten». Zelfs loopt de z.g. »regeeringsfabriek» gevaar, haar bedrijf niet te kunnen voortzetten, zegt de Tuinbouwraad, want het vatgebrek wordt met den dag nijpender, en invoer van ledige vaten, die weer uitgevoerd mogen worden, is slechts te verwachten, wanneer uitvoer Yan zuurkool mogelijk zal zijn. Voor Noord-Holland benoorden het Noordzeekanaal kan een regeling van den uitvoer van uitschot roode kool en gele savóyekool niet op zich laten wachten, want ook deze qualiteit, die anders hier te lande steeds in consumptie komt, is thans door de getroffen maatregelen onverkoopbaar en hoogstens voor mest geschikt en dit kan toch werkelijk de bedoeling niet zijn. Aldus de producenten .... Steenkolen, Het nijpende gebrek aan steenkolen doet zich hoe langer hoe meer gevoelen. Het Kamerlid de heer Albarda heeft, naar Het Volk meldt aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de volgende schriftelijke vraag gesteld: • ls de Minister bereid, om, met het oog op de mogelijkheid van een nijpend gebrek aan steenkolen, spoedig een wetsontwerp in te dienen tot tijdelijke regeling van een algemeene vervroegde. winkelsluiting?» In een Zaterdagavond gehouden spoedeischende vergadering, beeft de gemeenteraad van Tilburg besloten, den prijs van het gas, die thans 5 cent per M s . bedraagt voor den ge woneo en ö cent voor den muntmeter, voor de eerste 50 pet. van het normale verbruik niet te wijzigen en den prijs voor de tweede 50 pet. te bepalen op 25 cent per M 3 . Dit besluit moest genomen worden, omdat de gaskolen voorraad bijna geheel uitgeput is. Mocht door dezen maatregel het gasverbruik niet aanzienlijk verminderen, dan zullen krassere maatregelen genomen woaden. Verschillende ondernemingen te Weesp, Weespercarspel, Nigtevecht, Nederhorst, den Berg en Ankeveen zullen binnenkort, wanneer niet spoedig verbetering intreedt, geen kolen meer hebben. Het kolengebrek is zoo nijpend, volgens de Tel., dat alle stoombleekerijen genoodzaakt zuilen worden, de zaken te sluipen. Stoombleekers met een personeel van 50 a 60 mannen en meisjes zullen op deze wijze dezen winter buiten werk geraken. Belgische oorlogsweezen. Reeds sedert geruimen tijd bestaan hier te lande plannen, om gelden bijeen te brengen voor den bouw van een Nederlandsch Paviljoen in het door Koningin Elisabeth van België te stichten weeshuis voor Belgische oorlogsweezen. De watersnood in Januari, welke den onraiddellijken en krachtdadigen steun van alle Nederlanders vereischte, heeft deze plannen tijdelijk op den achtergrond gedrongen, doch, naar wordt medegedeeld, zal eerstdaags door het voorloopig comité dat zich tot het bovengemelde doel gevormd heeft, een vergadering worden gehouden, ten einde met spoecf*de begonnen werkzaamheden voort te zetten. Het voorloopig comité meldt nog, dat ook Amerika en andere landen zich de stichting van een paviljoen in genoemd weeshuis ten doel stellen, waarvoor uit de betrokken landen reeds belangryke giften zijn ingekomen, en het vertrouwt, dat ook Nederland niet zal achterblijven, om door stichting van een Nederlandsch Paviljoen blijk te geven van zijn groote sympathie met het door Koningin Elisabeth opgevatte plan. Smokkelen. Ondanks alle waakzaamheid van den stationschef der Maasbuurtspoorwegen te Nijmegen en verschillende strenge maatregelen der directie bij dienstorder van 23 October j.1., waarin voor het laatst wordt gewaarschuwd en met ontslag bedreigd, heeft men toch nog smokkelwaar weten te vervoeren. Het gelukte den soldaat-kommiezen, even voorbij Nijmegen, Zaterdagavond van trein 16 der Maasbuurtspoorwegen een groote partij smokkelwaar van de machine weg te halen en in beslag te nemen. De dienstdoende machinist, zekere K., is in vasten dienst van den NoordBrabantsch-Duitschen Spoorweg. Verzending met hindernissen. Het verzenden van levensmiddelen naar Nederlanders in het bezette gebied van België wordt hoe langer zoo moeilijker. Ruim een half jaar geleden was het voldoende, wanneer men van de Nederlandscbe regeering consent had, de dajrin opgenoemde hoeveelheid en soorten van levensmiddelen te verpakken en dit met - dft noodige ingevulde lijsten per buurtspoorweg
te zenden en in een of twee dagen bereikte het pakje zijn bestemming Brussel. Thans, schrijft het N.v.d.D., lukt het in de eerste plaats niet altijd, om elke zes weken een consent tot uitvoer te krijgen, maar heeft men dit eenmaal, dan moet aan de Aussenhandelstelle te Brussel vergunning gevraagd worden, met bijvoeging van een antwoord-coupon, om de goederen »für eigenen Bedarf» naar Brussel te mogen invoeren. Werd die vergunning meestal gegeven, nu krijgt men (kreeg ik) na veertien dagen wachten tot antwoord:»Wend u tot het Nederlandsche consulaat te Brussel». Hiermede gaan weer minstens veertien dagen gemoeid en wanneer men ten slotte door den geadresseerde, die tot dat doel op het consulaat wordt ontboden, de toestemming ontvangt, is het consent afgeloopen en moet men dit weer laten verlengen. En nu is er als laatste nieuwigheid bij gekomen, dat men zijn pakje met inhoud, plus een lang touw zonder eind, moet laten onderzoeken en verzegelen bij een daartoe aangewezen ambtenaar, waarvoor men de som van 35 cent te betalen en dan mag het pakje, vergezeld van nog een brief voor vrij vervoer, eindelijk de reis aanvaarden.
"Binnenland. 's Rijks middelen over October.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
De correspondent van de *ti$voje Vrcmja» eeft een uiterst belangrijke beschrijving van en bouw van den Moermanspoorweg, voor oo ver deze gereed is, namelijk het traject an Ramanof, aan de Moermankust, tot aan e rivier Kola, over een lengte van 260 werst, n het traject vandaar langs het meer van andra tot aan Kandalaska (Witte Zee); weerom 250 werst. Gedurende den winter 1915— 916 hebben daaraan 17.000 arbeiders inden ooinacht gewerkt. Daar waren Russen, Finnen, artaren, Armeniërs, Tsjerkessen, Tsechen, Chieezen en Duitsche en Oostenrijksche gevangeen. Welk lijden de gevangenen te verduren adden, bewijzen de talrijke grafheuvels met 'uitscbe opschriften aan beide zijden van den poorweg. Een eigenaardige moeilijkheid deed ch bij de Mohammedaansche arbeiders voor. Vant toen de zon weder opging, ging zij niet 7eder onder, zes maanden lang. Óndertusschen wam de vastenmaand Ramadan, gedurende relke de Mohammedanen van zonsopgang tot :>nsondergang eten noch drinken mogen, enige dagen hebben deze menschen het iverelijk zonder eten en drinken uitgehouden, laar toen moesten zij naar zuidelijker streken ervoerd worden, waar althans de zon eenige ren per dag onderging.
"De Moermanspoorweg.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
In het Russische dagblad » Denj» klaagt een mbtenaar, die drie duizend roebel per jaar erdient, over het feit, dat het verbod, om de uurprijzen der huizen te verhoogen, eenvoudig ntdoken wordt. Men vraagt nu bijvoorbeeld rie honderd roebel meer voor verwarming, in een ander huis te gaan opzoeken is een nbegonnen werk,want erbeersht groote woningood in St. Petersburg. Menschen met een vast ikomen van diieduizend roebel zijn er nog oed aan toe, maar wat moet wel een arme lussiscbe student doen, zooals er duizenden in e hoofdstad rondloopen ? Zijn kost verdient iij door les te geven, en als woning heeft hij en dakkamertje, met een stoel, een bed en en tafel. Dat kost tegenwoordig 25 roebel per ïaand. Voor hem is er geen denken aan, zoo'n om op te brengen. Hij koopt dus 's avonds an het station een kaartje voor het naastbijelegen station, en krijgt daardoor het recht, e verwarmde wachtkamer te betreden. En ier laat hij zich niet uitjagen, totdat de zon iet zijn stralen het ellendige aardrijk verlicht, •e stationsgebouwen van St. Petersburg geven an ook iederen nacht bet schouwspel te zien an Gorki's uNachtasyl».
"Woningnood in St. Petersburg.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
Het arsenaal is een slad in een stad en in ijn tegenwoordigen toestand zeker een der ïerkwaardigste dingen, die men ter wereld ;en kan. Tweemalen per dag wisselt de geeele bevolking, die vele duizenden zielen telt. iijlen ver strekken zich loodsen en fabrieksebouwen uit en daartusschen liggen paden, ie in dezen tijd van het jaar zoo modderig jn, als men de loopgraven zich thans voortelt, maar waarlangs een onophoudelijk verkeer laats beeft. Miniatuur locomotieven gillen en lluiten, terrijl zij langs kilometers spoorlijnen of de ge;ed gemaakte producten, óf personenwagens, ik met honderden arbeiders, die naar hun 'erk gaan of er vandaan komen, geladen voortrekken. Boven het lawaai van al dit verkeer it hoort men het gestamp der reusachtige amers en persen. Buiten de werkplaatsen liggen ingen opgestapeld, welke er op het oog als oomstammen uitzien. Het zijn echter geweldige inde, massief stalen blokken, die tot kanonnen oor de Engelsche vlrot verwerkt moeten a-orden.
In de werkplaats is er juist een dier blokken wit gloeiend gemaakt en wordt nu onder een hydraulische pers van 3000 ton indenjuisten vorm gebracht, alsof het een stuk deeg of boter ware. Elders liet men een nog indrukwekkender schouwspel. Daar wordt de binnenmantel van een vijftien inch scheepskanon in een ronden oven, die er als een langen stoomketel uitziet, roodgloeiend gemaakt. Een geweldige tank komt van boven af van een rijdende kraan naar beneden, pakt het uiteinde van het kanon, een der zijden van den oven zwaait open en de roodgloeiende buis wordt hangend weggereden tot boven een put van meer dan dertig meter diepte, die met een paar honderdduizend liters olie is gevuld. In een oogenblik en met absolute zekerheid wordt het kanon in de olie gedompeld, die kookt en sist en waaruit violette vlammen omhoog slaan. Als het kanon neergelaten is, ziet men er niets meer van onder het kokend oppervlak van de olie. Het kanon blijft hier acht uur in, tot het de gewensche hardheid en taaiheid heeft gekregen. «Het wordt dikwijls beweerd», zegt een correspondent van de Daily Express, «dat vrouwen niet in staat zijn, langen tijd achtereen te werken. Een bezoek aan een der nieuwe enorme munitie-fabrieken, met de eindelooze rijen glimlachende, opgewekt uitziende vrouwen en meisjes, met haar nette khakikielen en mutsen, leert het iemand wel anders. Men kan zich geen vroolijker groep arbeidende vrouwen voorstellen dan deze munitiewerksters, waartegenover echter erkend moet worden, dat de opzichteressen er veel toe bijdragen, om haar lot aangenaam te maken. De hoofdinspectrice beeft hiertoe heel wat lastige vraagstukken op te lossen gehad. De vrouwen te Woolwich werken llink en kennen geen angst. Er werken er dag en nacht duizenden in de gevaar-zone, waar zij de ontstekingsinrichtingen voor de granaten laden en vullen, het moordende trinitrotoluol in net afgewerkte zakjes gieten, die springlading voor houwitsers gereed maken, gevulde granaten in kisten pakken en die kisten op wagentjes zetten, waarop zij haar reis naar het front beginnen. Zij kennen de gevaren, waaraan zij blootstaan, en zien die kalm onder de oogen, in het belang van haar vaderland. Zoowel in de gevaar-zone als in andere deelen van het arsenaal moet het zwaardere werk door mannen worden gedaan. Zoo wordt bijv. het picrinezuur in poedervorm in gro»te pannen gedaan, vervolgens in een groote oven tot eén lijmachtig uitziende vloeistof gesmolten. Er is mannenkracht noodig, om die pannen heen en weer te dragen naar de loodsen, waar het zuur de in granaten wordt gegoten.
"Het arsenaal te Woolwich.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
De Gazette des Ardennes geeft een graphiscbe voorstelling van de schommelingen ^van den koers van de Fransche staatsschuld, welke vóór den oorlog 83 05 noteerde en thans 61.10 Maar de daling is niet geleidelijk gegaan, ten minste het jaar 1916 toont ontzettende verschillen. Deze schijnen samen te hangen met de stemming in de politieke kringen te Parijs. Zoo zien wij bijvoorbeeld den 26sten Augustus 1916 een plotselinge hausse. De beurs te Parijs scheent te weten, dat Roemenië den oorlog zou verklaren. Een zelfde hausse valt te constaleeren in Maart 1916, toen het Russische offensief begon. En een derde hausse in Juli, toen het offensief aan de Somme begon. Maar steeds weder volgde een baisse, als het bleek, dat dit allemaal slechts drogbeelden waren. En sinds de nederlagen in de Dobroedsja gaat de Fransche rente zonder ophouden naar beneden.
"De Fransche 3% Rente.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
In ieder schoolboekje staat te'lezen, dat de I'oolsche held Kocsiusko, toen bij in den slag van Maciejowitz doodelijk gewond van zijn paard viel, uitgeroepen heeft: Finis Poloniae; het einde van Polen is gekomen I Dit verhaaltje is een legende, welke Kosciusko zelf tegengespioken heeft, toen hij weder van zijn wonden hersteld was. In een brief aan den Ségur, den adjudant van Napoleon I, schrijft hij den 31 sten October 1803: «Zoo iets heb ik nooit gezegd, en nooit kunnen zeggen. Ik werd bewusteloos uit den slag weggedragen, en kwam pas twee dagen later weder tot bezinning. Wij, Polen, ieder voor zich, zijn sterfelijk, maar Polen zelf is onsterfelijk. Eu de Poolsche legioenen zullen dat waarmaken.» En de geschiedenis heeft het woord van den grooten patriot honderd jaar later waargemaakt. Moge Polen opbloeien als een vrij land I
"Finis Poloniäe.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
In de tfiqaro* van 29 October brengt de Franschman Polybe hulde aan Mackensen. »De Russen»' schrijft hij, «dachten hem eens bij Lodz omsingeld te hebben; hij offerde de helft van zijn menschen op en sloeg er zich door heen. Dezelfde energie legde bij aan den dag bij zijH veldtocht in Galicië, waar hij, zonder op verliezen te letten, steeds voorttrok. Men moet erkennen dat hij in enkele dagen uit zóó verschillende elementen als Bulgaren, Turken en Duitschers eene tactische eenheid met groote stuwkracht heeft geschapen. Als Ferdinand of Enver zou hebben ia het midden gebracht, dat de Bulgaren geen Duitsch en de Duitschers geen Turksch verstaan, zou hij geantwoord hebben, dat de moeilijkheden er zijn, om overwonnen te worden. Er zijn weinig voorbeelden van, dat een leger zoo snel verzameld en met zoo vaste hand tegen den vijand werd aangevoerd.» -
"Von Mackensen.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002
Er wordt, vooral in de Engelsche pers, veel geschreven over de behandeling der krijgsgevangenen in Duitscbland, welke, volgens de toch zeker niet onverdacht-onpartijdige Engelsche bladen, veel te wenschen moet overlaten. In de * Times> van 19 October vinden wij thans een stukje over de allertreurigste behandeling van politieke gevangenen in ... Engeland I In de zitting van het Lagerhuis van 18 October hebben, volgens het Londensche blad, de lersche afgevaardigden ernstige klachten geuit over de behandeling hunner landgenooten, die in Engelsche politieke gevangenschap zuchten. Byrne verklaarde, dat in het kamp van Frongoch 600 personen, zonder te zijn gevonnisd, worden vastgehouden. Men laat hen hongerlijden. Op 14 October werd voor deze ongelukkigen 260 pond vleepch geleverd, waarvan
niet minder dan 176 pond voor de consumptie ongeschikt bleek. Asquith stelde een onderzoek in. Minister Samuel deelde mede, dat de 600 Ieren, die thans in het kamp zijn opgesloten, \iog van geluk mogen spreken. Waren zij niet in het kamp gebracht, dan hadden zij voor een krijgsraad terecht moeten staan en dan was het waarschijnlijk slechter met hen afgeloopen. Wat de voeding in het lersche kamp betreft, deze is gelijk aan die in de andere interneeringskumpen. Op de vraag van den Ierschen leider Dillon, of de gevangenen niet in vrijheid kunnen worden gesteld, antwoordde Asquit, dat dit zal geschieden, zoodra men het zonder gevaar kan doen.
"Behandeling van politieke gevangenen in Engeland.". "Bredasche courant". Breda, 1916/11/20 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060233:mpeg21:p002