EERSTE BLAD. Gescher & Kemper, V 3emarïtstraat, TeMooiimimei 95 BREDA> GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Gorilp- en BbbW-Mm, BEHANGSELPAPIER Meubels en liedden. Ingericht voor het geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
BEkEi\()MAKI i\ G. Aangifte voor het bevolkingsregister BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda aehten het noodig de ingezetenen te herinneren aan hunne verplichtingen, tot het doen van aangiften voor het bevolkings-register, voorgesehreven bij Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad n». 141). De verplichtingen, wier verzuim wordt gestrafd met hechtenis van ten hoogste 14 dagen ai geldboete van ten hoogste /100, zijn hoofdzakelijk de volgende: Bij vestiging in de gemeente. Hij die zich in de gemeente vestigt, doet daarvan
aangifte aan het gemeentebestuur binnen ééne maand na zijne aankomst. Bij het verlaten der gemeente. Hij die de gemeente metterwoon gaat verlaten, doet hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur. Bij verhuizing binnen de gemeente. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende doet, binnen ééne maand na zijne verhuizing binnen de gemeente, daarvan aangifte aan het gemeentebestuur. Ten aauzien van inwonende personen. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende geeft, uiterlijk binnen ééne maand, aan het gemeentebestuur kennis van ieder lid , dat in zijn gezin wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Breda, 18 Februari 1902. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GTJLJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. LICHTSTERKTE VAN HET GAS. Burgemeester en wethouders brengen ter openbare kennis, dat, blijkens het rapport van den heer dr. Reinders, in de maand Januari de lichtsterkte vau het gas, berekend in Engelsche standaardkaarsen, bij een verbruik van 141.6 L. gas per uur, was: het hoogst 6 Januari - 15,5 en het laagst 28 Januari - 13,7, terwijl de gemiddelde lichtsterkte was 14,9. Zwavel in milligrammen per Ma. gemiddeld 533. Ammoniak » » » » 0,78 Koolzuur in vol. %> 0,85. Breda, 24 Febr 1902. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda; Gezien het adres van J. Schets, wonende te Prinsenhage, daarbij onderhands in huur verzoekende: a. het jaagschippershuis met paardenstal en schuur, staande onder Prinsenhage;
h. eene woning met stal, staande nabij het Slikgat onder Prinsenhage, en c. het genot van het grasgewas op het trekpad langs de rivier »de Mark”, zich uitstrekkende van Breda tot het Slikgat onder Prinsenhage. Brengen voormeld verzoekschrift ter algemeene kennis, met nitnoodiging aan een ieder, die vermeenen mocht door de inwilliging daarvan in zijne rechten verkort te worden, zijne bezwaren daartegen binnen acht dagen na dagteekening dezer, aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Breda, 24 Febr. 1902. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1902/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321033:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1902/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321033:mpeg21:p00001
De correspondent van de Times te Pretoria beschrijft in een telegram van den 24sten hoe de aanleg van blokhuizen vordert. Met zoo’n netwerk van blokhuizen en posten zou men denken, dat groote stukken lands afdoende van een vijand gezuiverd zouden zijn, zegt hij dan. Helaas is dat niet het geval. Onder bedekking van den nacht schijnen de Boeren, als zij het er op gezet hebben, bijna alle versperring te kunnen doorbreken. Hun tegenwoordigheid wordt opgemerkt, ofschoon gemeenlijk te laat. En geweervuur is in den donker onnauwkeurig, gelijk men weet. Op het eerste gezicht moge dit een ontmoedigende mededeeling lijken, maar men moet bedenken , dat een jaar geleden Louis Bolha nog Johannesburg met verscheiden duizenden burgers bedreigde. Als men eenige maanden terugziet, bespeurt men den geleidelijken vooruitgang die er gemaakt is: zooals de zaken nu staan, zijn er, ons leger van 200,000 man ten spijt, geen troepen genoeg om tegelijk het geheele land, dat voor den strijdlustigen vijand open staat, onder handen te nemen. Vermoedelijk om deze beschrijving duidelijk te maken en aanschouwelijk voor te stellen zijn de Boeren wetr dwars door een blokhuizen-linie gebroken. In den avond van den 19den, aldus wordt
uit Pretoria gemeld, vielen 300 Boeren te Tweekopjes de blokhuis linie Frankfort-Vrede aan. Zij werden gesteund door een groot aantal Boeren uit het zuiden. De Boeren verbraken de iraadversperring door er een kudde vee op aan te drijven. Een groot aantal Boeren rende er toen door heen, onder een hevig vuur van de blokhuizen. Verscheiden Boeren werden getroffen sn door de hunnen weggedragen. In hetzelfde telegram leest men dat De Wet aan de Wilgerivier staat en dat zijn commando’s in kleine troepjes verspreid zijn. Natuurlijk hebben zij met elkaar afgesproken waar en wanneer zij zich weder zullen verzamelen. Merkwaardig is het intusschen dat men niets van bewegingen van de EDgelschen troepen hoort tegen De Wet, wier verblijfplaats aan lord Kitchener toch sedert eenige dagen bekend moet zijn; voorts, dat men ook nog niets hoort van de uitwerking , die het bekendmaken der Nederlandsche nota aan de Engelsche regeering en het antwoord daarop op de Boeren heelt gemaakt; men mag toch zeker veronderstellen dat dit is gebeurd ; het waarschijnlijkst zal het zijn , dat de Boerengeneraals die voor kennisgeving zonder meer hebben aangenomen, wat inderdaad ook wel het beste zal zijn. Wat hangt er echter nu in de lucht? Of zal ditmaal de 27ste Februari, de Majuba-dag, voorbijgaan zonder een verrassing te brengen ? Werkt lord Kitchener daarop? Of Louis Botha, De Wet en Steyn ? Men hoort niets van hen; wij zien alleen dat commando’s Boeren in de richting trekken waar de dappere Vrijstaatsche generaal zich ophoudt en dit geeft te denken, dit geeft hoop dat er na eenige dagen rust een actie zal worden begonnen, waardoor op waardige wijze de beroemde Majuba-dag zal worden gevierd , die de Boeren voor de eerste maal de onafhankelijkheid bracht, maar waardoor tevens een poging zul worden gedaan, de overgave van Cronjé te Paardeberg te wreken, die eveneens Donderdag a. s. voor de tweede maal verjaart. Het is niet te denken, dat de Engelsche opperbevelhebber dien dag zal vergeten ; mogelyk zal ook hij trachten een tweeden Cronjé te
vangen. De week, die wij zijn ingetreden is gedenkwaardig om de feiten in de historie van Zuid-Afrika en kan belangwekkend worden door een interessante aanvullingsgeschiedenis. De correspondent van de Daily Mail schreef den 31sten Januari uit Johannesburg dat de Boeren hevig verbitterd zijn op de Nationale Verkenners en gedreigd hebben eiken stammen” Boer die hun in handen valt, den kogel te geven. ïHet spijt mij — vervolgt de berichtgever— geen vermindering te kunnen berichten in de roerigheid van Boeren. Alle berichten toonen aan dat de burgers overal even druk in de weer zijn als altijd. Eenige dagen geleden zijn nog een paar wagenladingen levensmiddelen in hun handen gevallen, bijna in het gezicht van een blokhuis.” De Illustrated Londen News die onlangs de wanhoop van eenige door een blokhuis tot overgaaf gedwongen Boeren op een prentje aanschouwelijk heett voorgesteld, zou nu, als pendant op haar vroegere plaat, deze gebeurtenis eens kunnen illustreeren. Wij lezen nu in een brief uit Zuid-Afrika, waarvan de Petit Bleu een uittreksel geeft, dat Engeland een nieuw middel gevonden heeft om zijn hulpbenden van Kaffers, Zoeloe’s, Maori’s en Hottentotten uit te breiden; het heeft nu zijn leger, dat met deze bondgenooten zeker op 400,000 man geschat mag worden, met eenige schrikaanjagende contingenten meenen uit te breiden. Een boerenvrouw die in het, kamp te Middelburg was geïnterneerd en zich met verlof naar Natal mocht begeven, werd onderweg door de onbewegelijkheid van verscheiden groepen khaki’s, die verborgen opgesteld stonden, getroffen. Na verscheiden van die groepen van zeer nabij te hebben opgenomen, die allen evenveel op elkaar geleken, kreeg zij eindelijk de overtuiging, dat het geen soldaten van vleesch en been . . . maar eenvoudig stroo ■ poppen waren, die in ’s Konings rok gestoken, hier en daar geposteerd zijn om kleine patrouilles Boeren, die den spoorweg zouden willen oversteken , tegen te houden!
"Transvaal.". "Bredasche courant". Breda, 1902/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321033:mpeg21:p00001
DOOK RICHARD HENRY SAVAGE. 1. VOORBERICHT. De oorlog met Spanje gaf geen moeilijker vraagstuk dan de bezetting van het tot razernij gedreven Havana met zijne 28000 nog niet verslagene Spaansche troepen en de men;gte Cubaansche vrijwilligers, wier beuselaelitige pogingen ondersteund werden door de mannen, die bij El Cauey stierven en Schley’s kanonnen bedienden. Het vredesprotocol stelde de Vereenigde Staten in staat eene »militaire organisatie” te zenden, om onmiddeilijk de provinciën van Havana onder bare hoede te nemen Deze organisatie van 9 officieren en 233 manschappen —bet zoogenaamde «Slachtersbataljon” — werd aangevoerd door Majoor Richard Henry Savage, van het Tweede Genieregiment, vrijwilligers der Vereenigde Staten die juist dertig jaar te voren de vertrouwde adjudant en stafofficier der genie van den heldhaftigen Generaal Geo H. Thomas was geweest. Den 21 sten November 1898 , eene maand en negen dagen vóór den datum van de wettelijke overgave van Havana, werd dit bataljon kleurlingen, vrijwilligers bij de genie van Ohio, Indiana en Illinois, door den President, den Secretaris van Oorlog, Generaal Miles en Generaal Corbin naar den Majoor-Generaal E V. Greene gezonden met orders zich onder zijne bevelen te plaatsen. Dit bataljon bemachtigde de kanonnen van Morro Castle den 26sten November 1898, en bezette den heuvel Marianao op den avond van denzelfden dag (alleen) totdat eenige weken later bet Zevende Corps bet kwam versterken. De aankomst van de eerste gewapende landingstroepen was dramatisch ! Om drie nur in den morgen van den 26sten November eindigde de stoomboot sFlorida” onder de muren van Morro Ca>tle haar tocht van Port Tampa en Dry Tortugas. De bevelhebber van het bataljon, gewekt door den kapitein der boot, gaf bevel, dat de stoomboot tot het aanbreken van den dag daar voor anker moest blijven. Daar was het grimmige roode licht van Morro, even uitdagend schitterend als op den dag, toen het kasteel door een groote bom de »Wilmington” zes mijlen van de kust vernietigde.
De korte bevelen van bet Departement van Oorlog gaven geene bijzonderheden aangaande de landing. Havana was tot razernij gedreven, en niemand wist, boe lang Castellanos zwakke hand een volksoploop kon beteugelen. De eenzame bevelhebber wekte zijne officieren en soldaten, er werd haastig ontbeten, de soldaten namen hunne wapenen, vulden hunne riemen met de vreeselijke Krag-Jorgensen patronen, en toen bet morgenrood achter Cabanas en Morro opkwam, kon men eene kleine loodsboot, N“. 1, voorzichtig zien naderen. Honderden soldaten stonden op de vestingwerken, terwijl de Spaansche vlag tartend wapperde. In de slapende stad, welker schitterende lichten nu langzaam uitgingen, wist niemand iets van de komst der gehate Yankees. Majoor Savage en Luitenant Eitzgerald ontplooiden eigenhandig de kleuren van bet Departement van Oorlog, de vlag der Vereenigde Staten en de roode banier der Genie met haar zilveren kasteel. Langzaam bewoog zich het koninklijke vaandel op het oude Morro, driemaal zwenkte bet, welke groet door het vaandel der sFlorida” beantwoord werd. Eenige gefluisterde woorden, en, met den loods aan boord, wendde de «Florida” zich naar het westen en stoomde langs de groote waterbatterijen van Santa Lucia. Men kon nu groepjes ruiters langs de verschillende oevers zien rijden, Binnen een uur liet de sFlorida” baar anker vallen op de reede van La Playa, de eenige landingsplaats voor de drie zustersteden Marianao, Quemados en Lissa. Eene groote pont dobberde achthonderd meter van de kust. De soldaten, in vier compagnieën, met den majoor aan het hoofd die den degen in de hand hield, marcheerden de boot af aan de landingsplaats, waar een paar duizend van het gepeupel zioh hadden verzameld. Majoor Savage drukte de hand van den dapperen en bekwamen Majoor-Generaal Eraneis Vinton Greene, de eerste, die hen aan het strand opwachtte. Toen bedekte de kleine stoet van telkens vier man, met trots wapperende vlag en gevelde bajonet, snel de streek tussehen het strand en den heuvel van Marianao. In de brandende zon, voorbij kerkhoven en grimmige redoutes, door rijen forteu, stapten de jongens van het Westen met hunne lange zwaaiende passen. Naar het westen, het land in, bespotten de onbeschaamde vlaggen der buitenposten van acht duizend Cubanen, de banieren der een en twintig duizend verschanste Spanjaarden, binnen wier liniën het eerste bataljon voorbijtrok, terwijl de heuvelen weergalmden I van het waarschuwend hoornsignaal. j Voor den middag was de top van den heuvel van
Marianao bezet door veertig schildwachten met geladen > geweer en tegen den avond vertoonden zich de lichten j van de eerste blanke stad in de provincie Havana ! 1 De wijze beradenheid van Generaal Greene had een j ileirien trein van platte karren verschaft. In den 1 aaeht vormden de kisten met reserve amnnitie en 1 -antsoen, goed opgesteld eene wijkplaats in geval ’ van een plotseüngen aanval! Op den top van den ’ leuvel, waar ons infanterievunr de schansen en het .egerkamp der Spanjaarden zou kunnen bereiken, wapperde de eerste vlag der Vereenigde Staten, ( renhoog geheschen door Amerikaansche troepen in de < provincie Havana. De mast van een verlaten jacht 1 was spoedig in beslaggenomen. Hoe kwellend waren ' le onaangenaamheden van dien eersten nacht. Troepen slordige Cubaansche vrijwilligers werden streng uit de gelederen geweerd, honderden inwoners van Havana * waren uitgereden om de forsche s Americanos ’ van * liet dal der Mississippi te zien! Vele Spaansche 1 officieren van hoogen rang werden afzonderlijk door schildwachten door de gelederen geleid om den be- 1 velhebber der Yankees te ondervragen. De nacht 1 daalde neer in de stilte der afwachting. Voor de 1 tent van den majoor was eene enkele koperen strijdlantaarn, een signaal voor de wacht, dat alles in orde was. De vier compagnieën sliepen dien nacht op hunne wapenen. Voor den eenzamen officier, alleen tegenover de gelederen kleurlingen, was het 1 ;en tijd van eervolle beproeving. Met ingehonden 1 adem was een Spaanseh officier van den hoogsten rang binnengeslopen om te zeggen, dat hij «vreesde zijne manschappen niet te kunnen weerhouden den heuvel te beklimmen.” »Dat kan ik wel,” zeide de bevelhebber, «want wij zullen een muur van uwe doode Spanjaarden orn ons heen stapelen 1 En mijn land zal een honderdduizend man uitzenden om onze lijken te zoeken!” De lange nacht ging voorbij in vage onrust. Toen ie dag aanbrak, verdrongen zioh duizenden nieuwsgierigen om de gtdedereu der Yankees, terwijl de uitgeputte bevelhebber, die met den degen in de hand des nachts gewaakt had, eenige oogenblikken den welkomen slaap genoot. De toestand was spannend. Een enkel toevallig schot, het gebabbel van een dronken man, of de uitgelaten razernij van een vurig Cubaan of onoverwonnen Spanjaard zou een bloedbad veroorzaakt hebben. De strengste krijgswet werd door Generaal Greene afgekondigd, geen officier of soldaat mocht de gelederen verlaten. Binnen eene week was de spanning verminderd. De kwartiermeester van het bataljon, die vier dagen later met eene vrachtboot aankwam, geleidde met het pistool in de hand den trein van veertig
carren door het opgewonden gepeupel van Havana raar de prachtige voorstad, waar het bataljon kleuringen van het Tweede Genieregiment het gezag van le Vereenigde Staten vertegenwoordigde. De telegraaf ïad berichten voor Washington overgeseind, die de 'egeering vrijer deden ademen, en de dertig regimenten ran het Zevende Corps begonnen hun tocht voorwaarts. Gedurende negen en twintig dagen beteugelden de soldaten en officieren van het Tweede Genieregiment le dwaze aanmatigingen van de hoogdravende en mbetrouwbare Cubanen, zoowel als de natuurlijke gramschap van de gebrek lijdende, nog onoverwonnen Spanjaarden. Dappere en niet beloonde jongens van iet Westen van het bataljon kleurlingen ! Zij deelden aun rantsoen en zakgeld met de treurende Spanjaarden, lie in stille verslagenheid begonnen af te druipen. Geene enkele overtreding der tucht bedierf de bezetting ioor het Eerste Bataljon. Zij hielden de eer van hun land onbevlekt! En toen, twaalf dagen na hunne aankomst, de Spaansche bevelhebber de drie zustersteden overgaf aan eene wacht van veertig man, die de Lissa brng bezette — de poort tot Havana — was het werk gemakkelijk voor hen, die later kwamen. Want op het voetspoor van dit kleine troepje schitterden drie weken later de vaandels van een dozijn Yankeesche regimenten in de Cubaansche zon, en duizenden dappere mannen ontblootten het hoofd, als de avondzang van de «Met sterren bezaaide banier” klonk op de wijze van «Cuba libre,” Het werk was nu gemakkelijk, en het bataljon kleurlingen had den weg geëffend voor het geheele Zevende Corps. De eerste gewapende marsch van de troepen der Vereenigde Staten in Havana was die van dezen troep. Zij hesclien de eerste Amerikaansche vlag na 402 jaren van Spaansche opperheerschappij. Het bataljon ontving den lOden December 1898 de overgave van de stad Marianao door Don Manuel de Ciria, Marleies de Cervera, en het bracht naar Cuba de eerste Amerikaansche vlag der Genie, waarvoor de Spaansche, gewapende soldaten vloden De nog onverklaarbare «Geschiedenis van de Maine” wordt in deze bladzijden verteld door den officier, die, met den degen in de hand, zijne manschappen aanvoerde bij de overgave van Havana, op den lsten Januari 1899, waar twintig duizend man later gemakkelijk waren aangekomen om het moeilijke en gevaarlijke werk te voltooien van de eerste organisatie in de gevaarlijke bezetting van Cuba! (Wordt vervolgd.)
"De Hacienda op den Heuvel". "Bredasche courant". Breda, 1902/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321033:mpeg21:p00001