EERSTE BLAD. aescher & Kemper, Vjemartetraat, Telefoonnummer 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Guriiji- 6n ffleitel-Stoli, BEHANGSELPAPIER YSeuhels en ISeiUlen, Ingericlit voor liet geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
BEKENDMAKING. INRICHTING, WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KAN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda; Gezien het adres van: L. Canjels, wonende alhier, vergunning verzoekende tot het oprichten van eene schietbaan voor den kruisboog , op het perceel gelegen in deze gemeente aan den Tramsingel n°. 50, kadastraal bekendonder sectie A, n". 4541; Gelet op de bepalingen der hinderwet; Brengen de door den adressant gedane aanvrage ter algemeene kennis, met bericht , dat het daartoe strekkend verzoekschrift, met de bijlagen, genoemd
in art. 5 der voorschreven wet, op de gemeentesecretarie zijn ter visie gelegd, en dat op den veertienden dag na de dagteekeDing dezer, zijnde Maandag 7 April a. s. , door burgemeester en wethouders des middags te 12 uur, ten gemeentehuize eene zitting zal worden gehouden, ten einde gelegenheid te geven, ora bezwaren tegen het oprichten van de voorschreven schietbaan mondéling of schriftelijk in te brengen. Zullende deze worden aangeplakt op het perceel voor de inrichting bestemd. Breda, 24 Maart 1902. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1902/03/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321050:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1902/03/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321050:mpeg21:p00001
VBEDEï Wederom duiken vredesgeruchten op, nu met meer Schijn van waarheid dan alle vroegere. Men weet dat lord Wolsely van Engeland naar de Kaap is afgereisd en de regeering heeft gezegd dat dit was om «gezondheidsredenen”. Nu zal iedereen het er over eens zijn dat de lord al aan een zeer bijzondere ziekte moet lijden om in Zuid-Afrika genezing te gaan zoeken. Maar vreemder nog is dat juist ook in dezen tijd door Boerenaanvoerders met Kitchener onderhandeld wordt. Het volgende telegram is uit Pretoria: »De leden der Transvaalsche regeering Schalk Burger, Reitz, Lucas Meijer, Krach en Van der Velde zijn hier onder de witte vlag met een extratrein uit Middelburg aangekomen.” De regeering te Londen hierover ondervraagd weigert elke inlichting, maar het volgende is toch uitgelekt. Burger en andere afgevaardigden waren verleden week op Rhenosterkop, waar kolonel Park en anderen hem grootelijks in het nauw brachten. Eens ontsnapten zij ternauwernood aan gevangenneming. Toen de toestand hoe langer hoe hopeloozer werd , werden er Vrijdagavond rapportrijders naar Balmoral gezonden, meldende dat de afgevaardigden daar zouden komen, hetgeen gisteren gebeurde onder geleide.
éij vertrokken dadelijk naar Pretoria Het 'eleide bleef te/ Balmoral. Te Pretoria aangekomen, reden Burger en zijn collega’s in uteheuer’s rijtuig naar het hoofdkwartier. Na ■eri gesprek ging Kitchener met den trein naar leii Vrijstaat. De Daily Chronicle verneemt uit Pretoria: s’a het gesprek gingen Kitchener en de Boeren ïaar Kroonstad. Wij zijn het met de Engelsche bladen eens lat uit dit alles weinig stellig is af te leiden. 5ij betwijfelen het daarenboven nog of Botha, de la Reij en De Wet Schalk Burgers gezag irkennen, / De correspondent der Standard stelt het voor ilsof het viermanschap door de jongste Engelsche iperatiën in Oost-Transvaal ten zeerste in het ïauw gedreven , Kitchener hun onderwerping en vredesvoorstellen kwamen overbrengen. Dat voorstel gaan zij nu met de Vrijstaters bespreken. Dit is ook de algemeene indruk hier, en de Times blijkt daarin te deelen. Het blad ziet in net Boerenbezoek aan Pretoria de erkenning van 1e Transvaalsche bewindsmannen , dat het voortzetten van den oorlog hopeloos is, doch daaruit volgt niet dat het gewapende verzet elders in Transvaal en Vrijstaat terstond zal eindigen, al onderwerpen zich de Transvaalsche bewindslieden. De Daily News voegt er bij, dat ofschoon Schalk Burger’s autoriteit vaststaat, het twijfelachtig is in hoeverre Botha, De Wet en De la Reii haar erkennen, terwijl de Daily Mail, die reeds den grondslag van de vredesonderhandeiïngéa van Maart 1901 afdrukt, zijn bevrediging te kennen geeft, dat de vredesonderhandelingen gevoerd zullen worden met de Boeren in Zuid Afrika en niet met Nederlanders of Kru gerieten. De Petit Paruien verneemt uit Londen : In Je redactiebureau’s van de bladen ziet men in liet bezoek van leden van de Transvaalsche regeering te Pretoria een bewijs, dat er vredesonderhandelingen gevoerd worden of aanstaande zijn. Men gelooft dat de afgevaardigden onderweg Steijn zullen ontmoeten en dat het geheele gezelschap dan naar Kaapstad gaat, waar het tegelijk aankomt met Wolseley, dien de koning gezonden heeft om een einde aan den oorlog te maken. Op het oogenblik dat dit wordt geschreven is hiervoor weinig toe te voegen. Men zal wel doen zich te herinneren, dat het den wensch is van den grooten Eduard VII dat bij zijner Majesteitskroning de vrede in Zuid-Afrika zou verzekerd zijn. Men schrijft nog uit den Haag hierover: In Transvaalsche kringen hier ter stede heeft het gisterochtend verspreide bericht van de reis der Transvaalsche regeering naar Pretoria denzelfden indruk van verrassing gewekt als bij het publiek. Men vermoedt, dat die stap in verband staat met het door Kitchener gegeven gevolg aan de opdracht zijner regeering om de regeeringen der republieken officieel in kennis te stellen met de bekende nota van de Nederlandsche regeering en het antwoord van de Engelsche regeering op dat stuk, als gevolg waarvan de Transvaalsche regeering het noodig kan hebben gevonden zich in verbinding te stellen met president Steijn. • • * Sinds Maandagavond, toen bovenstaande werd geschreven, zijn er weer nadere inlichtingen gekomen. Brodrick heeft eindelijk gesproken en gisteren in het Lagerhuis medegedeeld dat Schalk Burger, ongeveer veertien dagen geleden, Kitchener den wensch te kennen gaf, hem vrijgeleide te verleenen door de Engelsche linies heen en terug, teneinde Steijn te spreken over de mogelijkheid van vredesvoorstellen. Kitchener had, met toestemming van de regeering, dit verzoek thans ingewilligd. Van vredesonderhandelingen is dus geen sprake, hoogstens van voorheieiding en van bespreking der mogelijkheid. Wij gelooven echter niet dat deze geschiedenis hiermede geheel ten einde zal zijn en de re s van lord Wolseley kan toch
nog met deze samenkomst in verband staan, i doordat Kitchener eerst den Boeren een mede- t deeling gedaan heeft, waarop dezen hun 1 wensch hebben uitgesproken met den Vrijstaatschen president te confereeren. Het voordeel van het vrijgeleide, dat de Transvalers gekregen hebben, is dat de ontmoeting nu zonder gevaar kan plaats hebben. Dat was anders, toen president Steijn in Augustus . 1900, na met de Wet dien beroemden tocht ( door den Vrijstaat te hebben gemaakt, boven ; Pretoria langs de Transvaalsche regeering moest opzoeken. Is de ontmoeting in den Vrijstaat nu afgeloopen, dan keeren de Transvalers rustig over Pretoria — hoe zal het hun te moede zijn geweest het dorp, dat zij in Juni 1900 moesten ontruimen, nu onder de Engelsche vlag terug te zien ! — naar hun bergwereld terug. * * • Wij ontvingen nog het volgende telegram: In Londensche regeeringskringen twijfelt men of de onderhandelingen tot vrede zullen leiden. Kitchener zet met kracht, de actie tegen de la Reij en Botha voort. Het vrijgeleide, dat Schalk Burger van lord Kitchener ontving is de daad van groote edelmoedigheid, die de Engelsche regeering zou stellen tegenover die van de la Reij.
"Transvaal.". "Bredasche courant". Breda, 1902/03/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321050:mpeg21:p00001
DOOK RICHARD HENRY SAVAGE. 12. Eens heb ik tien dagen lang op de hoogte van de Salt Key banken in eene open boot gedreven, totdat ik, de eenig in leven geblevene, half krankzinnig werd opgevischt. Ik heb gediend onder El Cbino Gomez, onderden grooten Garia en dien strengen krijgsman, Maeeo! Zij hebben mij zelfs naar de stad Havana gezonden als spion, en ik heb te Matanzas drie maanden lang als muilezeldrijver gewoond. Van mijne laatste Amerikaansche reis keerde ik, drie maanden geleden, stoutmoedig naar Havana terug als bediende van een Kngelsch reiziger, die een groot landgoed bij Pinar del Rio wilde bezoeken ” De jongeling knarsetandde, toen hij ernstig zeide: nik ging met hem naar Cabanas en Morra, en ik heb onze lieden zien doodschieten als honden. Tot dien tijd bad ik de ongewapende gevangenen gespaard, maar nu kent mijn wapen geen genade meer! Toen ik eindelijk veilig in de stad Pinar del Rio was, zond mijn goede Engelsche vriend mij meteen geleide naar de bergen Ik gaf de brieven over, die ik van New-York medegebracht had, en, toen ik mij bij Generaal Maeeo vervoegde, gaf bij mij den last door de liniën te sluipen met deze berichten voor Padre Ruiz. Niemand dan ik van ons troepje kende de streek om Marianao zoo duor en door. Dus,” zeide hij met een bauwen glimlach, «werd ik weggezonden om hier been te gaan, met bevel mijne berichten te vernietigen, als ik gevangen genomen werd, en stom te sterven. Hier ben ik !” Het geluid van drie tikken op den muur onder ben weerklonk, »Gij zijt bier veilig onder Gods dak,” riep de oude koster haastig, terwijl hij wegstrompelde om beneden weer op wacht te gaan staan. Er klonk een zware tred op de trap, en Padre Ruiz trad de kleine wijkplaats binnen. Zijn gelaat was zeer plechtig, toen hij zeide: «Kendet gij den inboud der brieven, die gij gebracht hebt, mijn zoon ?” »Neen, mijn vader! Ik wist alleen, dat leven en dood er van afhingen. Ik heb mijne opdracht vervuld. Gedurende eene week lag ik verborgen in de
rietvelden en veestapels van Palo Alto, een groot landgoed veertig mijlen van bier. Daar brachten de negers en oude vrouwen mij voedsel Anders zou ik u nooit gezien hebben. De Spaansche ruiterij heeft jacht op mij gemaakt als op een vos, en ik lag in een moddersloot met mijn hoofd verborgen in een bos riet en mijn lichaam onder water, terwijl zij tien schreden van mij hunne paarden lieten drinken. O 1 Het was verschrikkelijk 1” Het was middernacht, voor de oude priester het nauwkeurig ondervragen van den jongeling eindigde. »Het is Gods wil,” zeide hij plechtig, toen de klok een nieuwen dag inluidde. »Gij zult het werktuig zijn voor groote dingen. Zeg mij, hebt gij iemand te Palo Alto gezien, dien gij kendet ? Het is een grootsch, oud landgoed!” De jonge soldaat schudde zijn hoofd. »IIoe zou ik — zwerver zonder vaderland, wees, kind der armoede ? Zonder u zou ik gestorven zijn op den weg, toen gij mij tot u naamt, een half verhongerde, zwervende jongen. Er bevindt zich nu een Spaansch [ generaal, die op hoogen voet leeft. Men heeft mij i gezegd, dat het eens de zete) was van eene deftige Cubaansehe familie, en dat het graf, het vuur en het zwaard ze allen verzwolgen hebben.” De handen van den ouden man bewogen zich stom smeekend, terwijl zijne lippen een gefluisterd gebed prevelden. »En uwe bevelen van Generaal Maeeo ?” »Waren u te gehoorzamen; op uw bevel mijn leven te laten voor Cuba,” antwoordde Andrés. «Hebt gij — hebt gij hem gezegd, mijn zoon, dat gij mij kendet ?” «Neen. Ik vreesde, mijn vader, u in ongelegenheid te brengen. Geen levende ziel heeft een trouw vriend in Cuba! De lippen, die heden kussen, verraden morgen; de hand, die den eenen dag redt, kan den volgenden ten doode doemen of het Judasgeld voor een verkocht leven nemen. Wien de Spanjaarden niet kunnen dooden, diens dood wordt, verkregen door omkooping met gemunt goud. Zelfs onze eigen soldaten zeggen, dat Maeeo’s hoofd voor zijn gewicht in diamanten verkocht zal worden!” Hij zuchtte, toen hij de grootste schande van het gekruiste Cubaansehe ras erkende. «Gij hebt wijs gedaan, mijn zoon, gij hebt ververstandig gehandeld. Moge God uw beschermen en in zijne hoede nemen. Gij hebt gezegd , dat gij weer naar New-York terug zondt gaan. Dat zult gij ook, maar ik zal u zenden. Cuba Libre zal meer zijn dan eene hoop — het zal eene gezegende waarheid worden. De brieven welke gij mij gebracht hebt, geven de plannen aan, de middelen om het geschut, het dynamiet, de geweren en de ammunitie
aan land te brengen. Generaal Maeeo is verstandig, dapper en trouw. Zoolang hij de heuvelen van Pinar del Rio behoudt, zal de beul Weyler zijne plannen verijdeld zien. Maar onze vrienden hier, van wie Domingo u verteld heeft, verzamelen fondsen, wissels op Londen, om de groote zending krijgsvoorraad te betalen. Gij moet hier eene week verborgen blijven. Dan zal ik u over Bahia Honda naar New-York zenden, vermomd als student der godgeleerdheid. Daar woont nog een. priester, die trouw is aan de > Lone Star”. Hij zal ons te Guanajay opwachten. Als gij geschoren zijt en de tonsuur ontvangen hebt, als deze donkere kamer uw gelaat heeft doen verbleeken en ik de vermomming gereed heb, zal ik met u per trein naar Guanajay gaan. Padre Villareal zal ons daar afwaehten en hij zal u in zijn rijtuig over de bergen naar Bahia Honda brengen. Hij zal paspoorten nemen om met u naar New-York te gaan om verslag te doen aan zijn godsdienstig genootschap , op het laatste oogenblik zal hij ziek worden. Gij zult alleen met zijne berichten uitzeilen”. «Maar, Padre, het krioelt daar van Spaansche soldaten. De weg is bezaaid met de beulen, zeide de jeugdige soldaat, -en bovendien eene uitgezóchte wacht van vijftig man !” »Ik weet alles, mijn zoon”, antwoordde de priester ernstig. «Plet Spaansche zwaard hangt hoven onze hoofden, maar als het op de kerk gericht wordt, klieft het nutteloos de ijle lucht. De kerk is almachtig. Ik zal u beneden verbergen in eene veilige schuilplaats terwijl onze patriotten hier bij mij komen met de fondsen. Zij zullen wissels op Londen moeten trekken in kleine sommen om de achterdocht der regeering te vermijden. Ik heb beneden een dozijn stellen kleederen. Uwe vermomming zal morgen gereed zijn, en Domingo zal voor kleermaker, barbier, knecht en alles spelen. Gij moogt het gelaat niet aanschouwen van een dier edele harten, die mij het geld verschaffen om deze wapenen te koopen. Moge God Maeeo voorspoed geven. Hij schrijft mij, dat hij het met deze versterking twee jaar kan uithouden”. »Ik dacht, dat ik naar den generaal terug zou gaan”, prevelde de jonge man. «O1 Het zou onveilig zijn dit groote fortuin bloot te stellen aan de kans door rondzwervende Spaansche benden ontdekt te worden. Gij ziet, dat ik of Padre Villareal elk oogenblik bij u zullen zijn, tot gij in volle zee zijt. Ónder de Britsche vlag, zult ge regelrecht naar New-York zeilen. De fondsen zijn alle in ’t geheim verzekerd , en zoo gij op zee mocht sterven, wat God verhoede, zouden de volgende
wissels New-York veilig bereiken door een anderen bode. Ga nu uwe gebeden opzeggen, mijn zoon. En dan kunt ge in vrede rusten, want bf Domingo of ik ben altijd wakker en waakzaam. Het machtige schild der Heilige Kerk zal uwe sluimering beschermen. Trotsch, gelukkig en gezegend ben ik te weten, dat uwe opvoeding (het weinige, dat ik tot uw leven kon bijdragen) u tot een held voor de zaak heeft gemaakt”. De oude man stond op om heen te gaan, nadat hij zijne verdorde hand teeder zegenend had uitgestrekt. »Blijf, vader,” riep Andrés ernstig, naar hem toe springend, sin al deze zeven jaar heb ik gewacht om u eene vraag te doen — ben ik slechts een vondeling, een verschoppeling, een bastaard? Al zijn ze ook nog zoo nederig, waarom hebt gij nooit van mijn vader en moeder gesproken ? In het kamp heb ik mij zwijgend afgewend, wanneer men mij naar mijne familie, mijn verleden vroeg. Op school beschimpten mijne onmeedoogende Cubaansehe makkers mij in de dagen, toen ik vocht om hunne beleedigingen te wreken. Ik ben nu soldaat; men heeft mij gezegd, dat ik spoedig een rang zal hebben; Maeeo zeide «Slaag in uwe zending, blijf leven om terug te komen, wees trouw en ik zal u de dubbele ster van kapitein geven 1” Ik vraag u als man van eer, als ridder, weet gij iets van mijne geboorte ?” De stem van den jongen man trilde in zijne innige smeekbede. Met een plechtig! gebaar keerde de priester zich om. Tranen stonden in zijne oogen, toen hij stamelde: sVraag het mij niet. Ik kan niet spreken. Uw leven is jong en, schaduwen vallen spoedig genoeg op ons !” «Luister 1” riep Andrés trots, met vlammende oogen. «Ik sta hier voor u in de lompen van een bedelaar. . Dikwijls heb ik in het veld blauwbloedige ridders bestreden Ik heb den dood duizendmaal in ’t aangezicht gezien. Nu ga ik hem weer tegemoet. Gij weet, dat Spaansche spionnen overal rondzwerven, ik weet, dat zij het in New-York doen, op de schepen, in de treinen, en zelfs te Key West. Zij zijn in liet dichtste ouzer gelederen. Ik heb u verlaten als een onnoozele jongen van vijftien jaar — ik kom terug als een man van twee en twintig, gedurende drie jaren een beproefd krijgsman. Ik vrees niets. Laat mij niet sterven met de waarheid in uw hart begraven. God mocht u te eenigen tijd tot zich roepen. En dan ?” (Wordt vervolgd.)
"De Hacienda op den Heuvel". "Bredasche courant". Breda, 1902/03/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000321050:mpeg21:p00001