EERSTE BLAD. Gescher & Kemper, Vaemaiitstraat, Telefoontnmiaer 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Sorip- et luM-Stofei, BEHANGSELPAPIER Meubels en Bedden. Ingericht voor het geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
BEKENDMAKING. LICHTSTERKTE VAN HET GAS. Burgemeester en wethouders der gemeente Breda brengen ter openbare kennis, dat, blijkens het rapport van den heer' dr. Reinders, in de maand Januari 1903 de lichtsterkte van het gas, berekend in Engelselie standaardkaarsen, bij een verbruik van 141,6 L. gas per uur, was: het hoogst 15 Jan. — 15,6 en liet laagst 13 » — 14,5 terwijl de gemiddelde lichtsterkte was 15. Zwavel in mG. per M3. gemiddeld 492. Ammoniak » » » » » 1,2. Koolzuur in volnme-procenten » 1,1. Breda, 17 Febr, 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/02/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322024:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/02/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322024:mpeg21:p00001
De BelgUche regeering heeft zich vrij wel misrekend, toen zij meende het wetsvoorstel aangaande de veihooging van den alcoholaccijns met vijftig procent (van honderd tot honderden-vijftig fr. per hectoliter) zdo maar als bij tooverslag in één enkel uur er door te kunnen jagen m de Kamer: de oppositie van links (liberalen, radicalen en sociaal-democraten) meende dat zoo’n ingrijpend wetsvoorstel wel degelijk een ingaande bespreking noodig maakte en daarom heeft zij gepoogd alles te berde te brengen wat zij op het hart had, in welken toeleg zij volkomen geslaagd is. De laatste zitting over het regeeringsvoorstel heeft de voorgaande, er aan gewijd, volkomen geslagen wat duur betrof! Ee ziiting van Donderdag heeft zestien uur geduurd ; de zitting van Vrijdag werd na enkele uren verdaagd tot Zaterdag en Zaterdag in den voormiddag om tien uur is men weer aan slag gegaan tot... gisteren. Zondagmorgen kwart vóór acht, dus bijna twee wijzertjes rond ! Drie dagen en twee heele nachten zijn er dus aan het wetsontwerp gewijd en toen de Kamer door den president bedankt was voor haar ijver, toewijding en volharding, brachten de volksvertegenwoordigers die hulde terug op den president en op het oudste lid in jaren, den heer Tack, die vier-en-tachtig is en voortdurend op zijn qui vive is gebleven. Een der stenografen beeft een beroerte gekregen tijdens de zitting. ^ ’t Gaat natuurlijk niet wel aan alle kleinere incidenten van deze slotzitting over het regeeringsvoorstel na te gaan. Tegen zes uur Zaterdagavond stelde een linkerzijde-lid voor verdaging der beraadslaging tot heden, Maandag, doch de rechterzijde verzette zich daaitegen eenparig, zoodat Besloten werd om zeven uur één uur te pauseeren en dan weder aan slag te gaan voor de nachtzitting. De sociaal-democraten hebben zich danig ge weerd met voorstellen, die uitgeplozen werden door tal van sprekers, waarop dan telkens tal van amendementen in stemming werden gebracht,
terwijl de leden van rechts rustig afwachtten in de couloirs tot ’t tot een stemming kwam. ’t Was eergisteremnorgen twintig minuten over zeven, toen’t tot een eindvotum zou komen over het ensemble der wet. De premier De Smet de Nayer sprak nog enkele woorden en dan werd met 83 tegen 21 stemmen het regeeringsvoorstel aangenomen. Twee-en-twintig uur in haar geheel met twee verdagmgen van één uur, heeft deze zitting geduurd ! Ook de bekende Jules Cornély treedt thans weder in het strijdperk der HBreyfus-smalt en deelt in een artikel in het Journal de Gerieve het een en ander mede over de aanslaande onthullingen van Jaurès. Zoo verzekert hij, dat de Voorzitter van den Krijgsraad van Rennes, Overste Jouaust, nadat door de meerderheid der rechters het «schuldig” was uitgesproken, aan hen vroeg hoe zij tot zulk een besluit konden komen, daar toch geen enkel bewijs van schuld geleverd was. Een der rechters, een kapitein, zou toen geantwoord hebben: «Wij hebben documenten gezien, welke gij niet kent.” Overste Jouaust merkte toen op, dat er dan onregelmatigheden in het proces moesten zijn voorgekomen. De rechters wilden daarna overstemmen, wat de Voorzitter echter weigerde. Een dezer documenten zou het borderel wezen, met het vervalschte bijschrift van den Duftschen Keizer. De ontvangst van Chamberlaia te Graaf Reynet is geen lichtpunt in zijn reis. De houding der bevolking was zeer stroef en de groote heer was daar geraakt over. Als tegenwicht tegen deze minder glansrijke episode heeft Reuter de volgende mededeeling aan de bladen gericht. «In het Hollandsche adres, dat te Graaf Reynet den heer Chamberlain is aangeboden ten gunste vin de Afrikaanderbevolking in dit distrikt, wordt verklaard, dat hoe hoog de adressanten ook de voorrechten van een vrije konstitutie
schatten,' zij niet minder oprecht de verbinding waardeeren met Groot-Britanië, waaraan zij hun vrijheid hebben te danken. Zij betuigen hun groote dankbaarheid aan den heer Chamberlain voor zijn afwijzing van de petitie ten gunste eener schorsing der grondwet , een petitie die ten doel had de kortwieking hunner vrijheden. Velen hadden verdrukking, beleedigingen en onrechtvaardigheden moeten dulden bij de toepassing der krijgswet en het was geen wonder dat er nog verbittering heerschte. Zij waren echter overtuigd, dat van hun gedrag en hun daden afhankelijk was de welvaart en voorspoed van het land en het toekomstige geluk hunner kinderen die geen ander thuis zouden kennen. Zij waren daarom besloten het verleden den rug toe te keeren en manmoedig de toekomst tegemoet te gaan onder de vrije instellingen, hun door wijlen hun beminde Koningin verleend en onlangs door den Koning bevestigd. Concludeerende verzekeren zij den heer Chamberlain hun vast besluit trouw te blijven aan het Rijk.” Nu is maar de vraag waaraan meer geloof te hechten. Aan de telegrammen die kersvers den ongurtstigen indruk weergaven of aan deze mededeeling die den indruk geeft «bewerkt” te zijn. Chamberlain heeft Graaf Reynet verlaten zonder eenig officieel vertoon. Slechts de burgemeester en zijn echtgenoote waren er bij met eeuige andere vertegenwoordigers van het stadsbestuur. Hij zal echter te Kaapstad zijn schade wel inhalen. Wolfïs bureau maakt den tekst der protokollen in zake Venezuela openbaar. Htt protokol bestaat uit 8 paragrafen. Venezuela erkent in beginsel de Duitsche vorderingen; het neemt de verplichting op zich, vooruit 1,718.815 boüvars te betalen, ter voldoening van Duitsche vorderingen uit den burgeroorlog 1898—1900, en wel 137.500 bolivars in haar geld, het overige, in vijf wissels, betaalbaar op 15 Maart, 15 April, 15 Mei, 15 Juni en 15 Juli, waarvoor de douane-inkomsten van La Guyara en Puerto Cabelle als garantie zullen dienen.
Tot voldoening der overige Duitsche vorderingen is een uit een Duitscher en een Venezolaan bestaande commissie benoemd, die het recht en het bedrag van de vorderingen moet onderzoeken; kan deze commissie het niet eens worden, dan benoemt de president, der Vereenigde Staten een Voorzitter. Als garantie voor deze vorderingen en gelijksoortige vorderingen van andere mogendheden zal Venezuela op 1 Maart 1903 dertig procent der douane-inkomsten te La Guyara en Puerto Cabello aan den vertegenwoordiger van de Engelsche Bank te Caracas overdn gen. De geschilpunten omtrent de rechten der drie verbonden mogendheden omtrent afzonderlijke voldoening van hunne eischen, zullen te's-Gravenhage worden opgelost. In beslag genomen schepen zullen worden teruggegeven. De Blokkade van Venezuela is thans opgeheven.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1903/02/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322024:mpeg21:p00001
DOOK C ORNÉLIE NOORDWAL. 25. Hij was evenwel zoo goed op te staan met eer buiging en Tine een stoel aan te bieden, toen zij binnenkwam. Zij had zoo iets liefs en waardigs in haar houding, de schoondochter der oude mevrouw, dat zelfs de ruwste man haar niet anders dan met eerbied kon behandeld hebben. Trees kroop dicht bij haar, toen zij plaats had genomen. »Mag ik u alvast danken voor het genoegen te verschaffen aan mijn kleine meid F Ik ben zoo blij voor haar ; ze heeft zoo weinig.” Hij boog even het hoofd. «O, dat is volstrekt niets . . . dat is mama’s werk, maar wat ik zeggen wil, mevrouw, hoe komen de kinderen weer thuis? Trees zou eeu nachtje kunnen overblijven, of mag ze met den laatsten trein met mij mee F Maar uw zoontje . . .” Hè ja, moe!” riep Trees met stralende oogen, «laat ik met meneer thuiskomen 1” Gerard en Tine proestten het uit. «Ze houdt zóóveel van u ” «Ik niet van haar!” plaagde Gerard en toen Trees hem smeekend aanzag. «Nou. een heel klein beetje dan.” »Als u goed op haar past. Tine weifelde. Zij hoopte dat de heeren niet te veel aan Bacchus zouden offeren. Op haar passen F Wel lieve mevrouw als op mijn leven!” klonk op het oogenblik een stem en de heeren Hendrik Anderson en Nol de Vlet traden binnen. «Goedenavond mevrouw, goedenavond lief Treesken, goedenavond G-mineur.” «O, wat ben je-weer pittig!” «Ben je dan majeur F de vent is een en twintig.” Henk viel, met een doffen plomp, in een fauteuil neer. «Ik heb zoo copieus gedineerd, dat ik hoofdpijn had en een wandelingetje ging doen, ik ontmoette onzen Puritein, die met een wanhopig gezicht stond te turen voor een juwelierswinkel. Ik was zoo bang, dat hij zou inbreken, het had er alle schijn van, je weet ’t is zijn fort, dat ik hem
knevelde en meenam. Ik zag licht bij je en hoop dat ik nou voor mijn moeite een bakje thee krijg... ik verdien ’t ” «Weet je, dat Dora Zondag jarig is ?” vroeg Arnold «Wat je zegt! de 1’abondance du coeur la bouche parle. De mima heeft jullie uitgenoodigd voor Zondag 1” «Uitstekend!” riep Henk, die wist dat de keuken op villa Franpoise Marie heel goed was. «Maar als Jet niet komt, kom ik niet. Jet is mijn charge. Jet is mijn charme, Jet is mijn léven !” Hij zwaaide met de korte, dikke armen. Tine schaterde. «Mevrouw lacht je uit 1” waarschuwde Nol. «Trees, schenk jij den dikken meneer een kopje thee in, anders krijgt hij zóó een beroerte!” riep Gerard. «Natuurlijk hij kan weer niets op Jet hooren, natuurlijk. Trees, niet morsen hoor, schaapje; niet te veel suiker.” «Ja, heerlijk meneer, en ik doe mijn roode jurk aan met rood satiju en een rood lint aan mijn haar en Gusje doet zijn lichtgrijs pakje aan, met zijn grooten, witten kraag, nietwaar, moe F” «Met een kantje F” vroeg Henk. «Zoo draag ik ze ook” Trees schudde van het lachen. «O meneer, dat geloof ik niet ha ha ha 1 Moe, hoe vind u dat 7” «Vind u goed, dat ik Bartha ’s middags stuur om Gusje te halen F Zij heeft toch nog een broer te Baarn, dien kan zij dan meteen bezoeken.” «Ik dacht eerst, dat ze er een beminde had !” verzekerde Gerard. «Nu mevrouw, dat vind ik heel best. Daar zullen we het dan maar op houden. Drinkt u ook een kopje thee mee F . . .” «Neen, ik dank u vriendelijk. Kom Trees !” sik wil niet van haar scheiden !” riep Henk. «Ja, maar ’t moet tóch; zij moet nog brekn.” «Ik wou, dat je voor mij een beurs breide, Treeseken, die altijd vol bleef!” riep Nol. «En voor mij een slaapmuts !” riep Henk. «Zal ik jullie eens wat laten zien F” vroeg Gerard, toen moeder en dochter vertrokken waren. En hij las hun den brief van Trees voor. De twee toehoorders zaten te schudden. «Verduiveld aardig! Wat zou Louis lachen, als hij het hoorde. Vervelende kerel, hóe komt dat aardige kleine ding zoo van jou te houden F Lamme waterchinees !” «Ja hóé, hè?” riep Gerard, met oogen tintelend van triomf. «Jullie overlaadt haar met lekkers en speelgoed en van mij krijgt ze niets. Van middag «I
heb ik hier gegeten, ik had geen lust ergens anders te gaan, ik was katterig, en toen gaf ik haar een klein stukje pudding Die lange turf beneden kookt excellent. Maar je kadt eens moeten zien, hoe blij ze was . . . verschrikkelijk . . .” «Straks wordt je nog op haar verliefd in plaats van op Annie Die zal er ook wel zijn Zondag.” «Weet ik niet; de mima schreef niets.” «Verzoek je Louis F” «Ik geloof ’t niet.” «Jaloersch F” vroeg Henk hem scherp aankijb’nd. «Neen, volstrekt niet ... hij is een jolige vent, mogelijk vraag ik hem.” NEGENDE HOOFDSTUK. Een feestdag voor Trees. Trees werd den volgenden Zondag «midden in den nacht” wakker. Zij sloeg de dekens van zich af, stapte uit bed en keek eens rond in de schier duistere omgeving, waarin het pitje van het nachtlichtje knapte en knetterde, ten teeken dat de olie bijna op was gebrand. Een flauw flikkerend schijnsel ging van het vlammetje over de naastbij zijnde meubelen. Gusje’s bedje alleen was een langwerpig vierkant vlak wit, met lange grijze schaduwen. De omtrekken van stoelen, kastjes en tafel vloeiden weg in dommelig duister. Trees’ hoofdje dommelde ook nog, maar was toch vol van de groote gebeurtenissen, die dien dag zouden plaats grijpen. Ze gevoelde zich blij, angstig en plechtig gestemd en sloop op de teenen naar Gusje’s bedje. Al het lange steil bruine haar viel over zijn gezichtje, als bij een Eskimo in miniatuur. Een poezelig handje lag boven het dek : het andere op zijn hoofdje, al zegende hij zichzelf in den slaap. Rustig en geregeld was zijn ademhaling Trees trok het dek wat hooger en kuste hem: «We gaan vandaag op vesite, Gus !” juichte ze, trappelend met haar bloote voetjes, rillend in haar dunne witte nachtjaponnetje. «Kom, ik stap maar weer m bed. Heerlijk, dat Gusje en ik vandaag op vesite gaan bij de pa en ma van meneer boven .... misschien moeten wij er wel verhaaltjes of versjes opzeggen .... Gusje mag wel oppassen, dat hij daar niet morst .... hè, verrukkelijk als je weer in bed komt, na er uit te zijn geweest.; dan lijken de dekens nog veel warmer.... mijn papelotten zitten er nog heerlijk vast in ... . wat doet dat pijn, als je met je hoofd ligt op zoo’n
papillot; net of je haar er uit wordt getrokken....” Trees viel in slaap en werd eerst wakker toen Bartha om negen uur op de deur bonsde. «Luie meid! schaam je je niet? ... bij half tien. . . .” «O, Bart!” klonk het verschrikt, «en ik moet meneer boven nog bedienen .... geef mijn kousen eens.” «Je meneer boven snurkt als een os .... ik heb voor de aardigheid eens getikt, maar toen gaf die een snork dat ik dacht, dat de deur zou openvliegen.” Zij nam Trees uit bed en op haar schoot. Trees, getroffen door die goedheid, sloeg hare poezele, blanke armen om den hals der oude. «Bart., doe je dat omdat ik uit moet?” vroeg ze onschuldigvleiend. «Welneen, ik heb juist niks te doen, daarom doe ik ’et .... o ja, dat ’s waar, je mot vandaag naar de ouwelui van onzen sterdent. Ik zou nou wel eens willen weten wanneer die sterdeert; zeker ’s nachts met zen vriendjes, of an de koffietafel hi hi!” «O, Bart, niet waar! Ik heb meneer boven al dikwijls zien schrijven of lezen, dan trekt hij zoo’n bóós gezicht en dan mómpelt hij. En dat is dan studeeren, begrijp je.” «Jawel!” hernam Bartha, zeep in Trees’ oogen wrijvend, «maar dat doe ik ook, als ik opreken hoeveel ik de ouwe mevrouw verschoten heb . . ..” «Au! die zeep in mijn oogen . . . . ’t stéékt zo . . . .!” «Dat ’sniks, dan worden ze meteen schoon . . . nou, hier is koud water . . . hou je maar bedaard.” «ik zal je zeggen wat meneer boven wordt!” hervatte Trees, toen Bartha haar huisjurk dichtknoopte rmeneer boven wordt advocaat, en nou is hij jujubes student.” «Wel heb ik van mijn leven! . . . sjesjubes! .. . dat zijn van die schijnende, zwarte dingetjes en dat ie dat is . . . nee maar ’en mensch wordt zoo oud als een koe en leert alle dag toe, zeg ik maar. . .. hij hêt je voor den gek.. ..” «Hij is geen jejubes, die je éét!” verklaarde Trees, met wijs gezichtje, «maar jejubes is Latijn, zie je, Bart. Ik heb hem eens gevraagd: meneer wat bén u F en toen zei hij dat.” «Latijn ken ik niet, men Spaansch en men Engelsch ken ik beter !” spotte Bartha. (Wordt vervolgd.)
"KLEINE TREES". "Bredasche courant". Breda, 1903/02/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322024:mpeg21:p00001