** Zij, die zich met 1 APUIL a. s. op deze
EERSTE BLAD.
"W ■ m m mus u. cj. v. »f ULfiC (iOLRAIVT abonneeren , ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis.
Gescher & Kemper, taarststraat, Teietommiei 95 BREDA. GROOTE KEUZE vao TAPIJTEN, Gordijn- en Meotel-Steln, BEHANGSELPAPIER Meubels en Keilden. Ingericht voor liet geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/03/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322035:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/03/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322035:mpeg21:p00001
OPROEPING. Aan den persoon van HUBERTUS DEKKERS, geboren te s Bosch, 15 December 1883, muzikant, loteling der gemeente Breda, van 1903, n°. 89, reizende met zijn vader in een woonwagen, wordt kennis gegeven dat hij tegen den 12den Maart a s. is opgeroepen om voor de Nationale Militie te worden ingelijfd.
In gebreken blijvende hieraan te voldoen zal de wet op hem worden toegepast. Breda, 7 Maart 1903. De Burgemeester, Ed. GULJÉ.
"NATIONALE MILITIE.". "Bredasche courant". Breda, 1903/03/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322035:mpeg21:p00001
De Pruisische regeering heeft, en spoediger dan men algemeen gedacht hal, gezegevierd in het dreigend conflict met de katholieke kerk. Op vertoogen, namens den Duitschen Keizer te Rome door kardinaal Kopp tot het Vaticaan gericht, heeft men zich daar bereid verklaard den bisschop van Trier, Mgr. Korum, tot het terugnemen of wijzigen van zijn bekend mandement te bewegen. In dit mandement werd, naar men weet, aan katholieke ouders op straffe van weigerinoder absolutie, verboden hunne kinderen naar de Rijks-H. B. S. voor meisjes te zenden, ofschoon of misschien omdat het onderwijs daar volkomen neutraal is. Van alle kansels in het bisdom Trier is dientengevolge gisteren afgekondigd, dat het bewuste mandement van bisschop Korum moet worden beschouwd als niet uitgevaardigd. De protestantsche bladen, zooals de lügliche Rundschau, de Reichsbote en eenige van de liberale oppositie, erkennen dat het terugtreden van bisschop Korum, te Trier, onloochenbaar een succes is voor Bülow. De National-Zeitung schrijft: «Bülow heeft den Trierschen bisschop Korum genoodzaakt zich ran het staatsgezag te onderwerpen op eene manier, die men in Pruisen tot nog toe nooit oeleefd heeft.” Officieel wordt voorts verzekerd dat nóch de regeering harerzijds in eeuigerlei vorm voor het intrekken van de verklaring die de bisschop van den kansel heeft afgelegd, eene tegemoettoining heeft gegeven, noch het Vaticaan Mijnerzijds daarvoor voorwaarden heeft gesteld, roch blijft de Vossische Ze tung van oordeel dat egenover eene beleidvol toegevende geestelijkheid ïog meer wantrouwen past, dan tegenover eene
die den strijd zonder aarzelen volhoudt. En de Rundschau zegt: bisschop Korum neemt principieel niets terug; uit Rome heeft men slechts bij hem aangedrongen de roede weer op te bergen, omdat hij te ongelegener tijd kerkelijke strafmiddelen toepaste. De Reichsbote meent te weten dat de politiek van het Vaticaan er naar streeft Duitschlaod te winner, als de beschermende macht voor het Pausdom en dan Duitschlaud te gebruiken tegen Frankrijk, hetgeen de bron van hoogst ernstige botsingen zou kunnen worden. l)e vrij-conservatieve Post spreekt de liuop uit dat de regeering nu niet achteraf, bijvoorbeeld in ziken rakende liet onderwijs, zal gaan toegeven aan de ultramontanen. In Duitschland zijn protestvergaderingen van artikel 2 van de jeznteten-wet aan de orde van den dag. Nu hebben weer twee vergaderingen te Bannen en Karlsruhe moties aangenomen tegen de plannen van de regeering. Te Barmen ver klaarden de vergaderden dat, als de jezuïeten weer vrijheid van beweging kregen in de westelijke provincies, de godsdienstvrede verstoord zou worden; en te Karlsruhe zeide p:of Böhtlingk in een rede; dat het Duitsche volk niets te maken wilde hebben met de sjacherpartij tusschen de regeering en het centrum waarbij deze laatste partij beloond werd met klontjes suiker voor hare goedkeuring van het douane-tarief. In het Lagerhuis eene vraag beantwoordend, heeft de onder-secretaris van buitenlandsche zaken, viscount Cranborne, het uit naam der regeering hoogst wenschelijk verklaard dat er tusschen Groot Bntannië en Rusland vriendschappelijke overeenstemming heersclite met betrekking tot de wederzijd-che belangen in Perzië en elders. Over verschillende vraagpunten, i op die belangen betrekking hebbende, is in den laalsten tijd tusschen de beide regeeringen van gedachten gewisseld. Percey verklaarde dat er thans omstreeks ' 300 Boerengevangenen in Indië zijn, die ge- : weigerd hebben den eed van trouw af te leggen if te vei klaren dat zij de voorwaarden van de I rvergaaf aannemen en dat nu besloten is dat ' Botha iemand naar die Boeren zal zenden om i
hun duidelijk te maken dat het gewenscht is dat zij alsnog de bedoelde verklaring afleggen. Te correspondent der Daily Mail te Hamburg seint een lang telegram over buitengewone maatregelen die de Engelsche regeering genomen heeft om het Transvaalsclie reg-eeringggeld dat nog in Zuid-Afrika begraven heet te zijn te ontdekken. Daartoe heeft zij speurders uitgezonden. Een hum er verklapte het plan echter aan Leyds en Kruger, die er maatregelen tegen namen door duizenden portretten van de uitgezonden speurders in Zuid-Afrika te verspreiden, zoodat iedereen daar voor hun komst gewaarschuwd is. De begraven Boerenschat heet vier millioen pond te bedragen De terugkomst van Reitz schijnt met deze^aak in verband te staan! Het Hamburger Fremdenblatt deelt mede, dat een Hamburgsche private speurder met name Meisterknecht, in gezelschap van een Engelsch officier van hoogen lang, die den oorlog in Zuid-Afrika heeft meegemaakt, en in opdracht van de Engelsche regeering naar Zuid-Afrika is vertrokken om uit te vinden wie de afzender is geweest van de millioenen Transvaalsch regeeringsgeld, welke men aanneemt dat gedurende den oorlog naar Europa zijn gezonden en verborgen worden gehouden. Het grootste gedeelte zou te Hamburg zijn geweest, maar naar elders zijn overgebracht, toen leden der vroegere Transvaalsche regeering van die zending van Meisterknecht lucht gekregen! De heer Van Broeklinyien van Pretoria, die gedurende den Zuid Afiikaanschen oorlog in Europa lezingen kwam houden; wordt nu door de Engelsche rechtbank vervolgd, wijl hij gezegd heeft dat de vrede tusschen de Engelschen m de Boeren nog niet zooveel waard is als het rapier waarop het verdrag is geschreven , alsook rmdat hij als voorganger der geloovigen gebeden leeft gestort opdat Kruger en Steyn zich eens touden kunnen wreken. Lord Milner ha l hem reeds vroeger het verwijf in Transvaal verboden; door de Hollanders vas hij toen als predikant beroepen te Worcester n de Kaapkolonie.
Naar luid van een telegram uit Washington aan de Morning Leader, krijgt de regeering telkens somberder berichten uit China. Er loopen geruchten van een verbond tusschen de Unie, Rusland en andere mogendheden om de zelfstandigheid van China te waarborgen en krachtiger op te treden. De nieuwe Chineesche gezant te Washington zou dienaangaande gewichtige mededeelingen hebben te doen.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1903/03/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322035:mpeg21:p00001
C ORNÉLIE NOORDWAL. 33. Ja ^waarlijk, zij begon al een dametje te worden als bij haar zoo aanzag . . . met Februari al zestien . . . nu^ was bet des te aardiger een kus van haar te krijgen .. . bij moest ze nog even voelen op zijn wang die fluweelen lipjes, voor bij haar gelukwensch aan Annie zou overbrengen, en in de laatste jaten bad hij ze hoogst zelden gevoeld, want met al baar omstuimigheid had Trees een groot besef van eigenwaarde, dat vooral opgewonden aanbidders als Henk en Julius op een afstand hield. Van Stenden, die zoo nauw niet zag, bad haar eens in de gang gekust, ondanks haar tegenstribbelen , maar toen was Bartha uit de keuken gekomen en bad hem zoo geducht «de ooren gewasschen” dat bij zich geen vrijheden meer dorst te veroorloven. Gerard mocht baar dan ook alleen maar omhelzen bij plechtige gelegenheden als verjaardagen en Nieuwjaar. Gerard had dikwijls naar een kus van haar verlangd, want er waren tijden dat ze zóo onweerstaanbaar hef was, «maar, jongens ik dring mijn genegenheid niet op, en ’t zou min; gewoonweg min van me zijn te maken, dat ze zich te veel aan me hechtte.” Gerard had door de dames geleerd wat een «juweel” hij was. J »Je bent stapel!” riep grove Henk, »ik had er al duizend van haar gestolen als ik jou was. Hield ze van mij maar zooveel!” »Ja, jij! zei Gerard op hoogen toon, terwijl hij de schouders ophaalde. »Ik houd er nu weer andere begrippen op na dan jij, dat weet je. En daar schaam ik me niets voor. Het is geen kunst jezelf door drogreden in te praten, dat je goed doet, als je verduiveld laag en gemeen doet.” Gerard had in de n joop der jaren dikwijls gelegenheid gehad Nol de hand te drukken omdat die hem geholpen had in den strijd tegen zooveel wat een jongmensch kan ruïneeren l voor eeuwig; en nu achtte hij zich gelukkig niet te ! zijn als Henk. Maar Trees moest hem nu toch féliciteeren en hartelijk ook ; daar ging niets af. sTrees, een zoen ,
hè? Bij zóó’n gelegenheid. Kom, vrouwtje!” Hi hield zijn wang verleidelijk dicht bij de hare er vleide met zijn mooie oogen. Maar zij sloeg knippeno beur groote kijkers neer, ze week schuw terug, heur adem werd beklemd, zoodat ze hijgde, het bloed steeg haar naar het aardig kopje en verfde haai voorhoofd zelfs rood. Juist die lieve woorden van hem, deden haar smartelijk aan, veel smartelijker dan ruwe zouden gedaan hebben. sik kan niet!” fluisterde ze heeseh en bijna onhoorbaar, en zonder hem aan te kijken snelde ze de kamer uit, heel naar boven, en naar den zolder, en daar stond ze eerst versuft te kijken en te turen naar uitgezakte , gebroken manden en oude pannen en potten; zwijgend haar leed; haar keel als dichtgesnoerd. En toen, ineens, begroef ze haar gezichtje in een afgedragen japon van moes, die, met vele andere kleeren aan krammen tegen den muur hing, en ze snikte als zou heur hartje breken. Instinctmatig voelde ze, dat ze hem nu niet meer mocht kussen nu hij een ander toebehoorde, en óók, dat hij haar kus zou aannemen als een soort van bonbon, waarvan hij den délicieuzen smaak éven zon genieten, éven om er dan niet meer aan te denken en geheel op té gaan in Annie Klokstra, de gelukkig bevoorrechte die zijn algeheele liefde mocht ontvangen .. . voor een dom, klein meisje als Trees, bleef niets over ... O... niets! Want Trees beschouwde zichzelf nog als een kind; ze dacht er niet aan, dat over een paar jaar ook zij volwassen en dan frisscher en mooier zou zijn dan honderden ingebeelde nufjes. Ze had zich nooit de mogelijkheid voorgesteld van een huwelijk ... dat iemand haar zou liefhebben en trouwen en tot zijn alles maken. Ze zag graag bruiden voorbijrijden, zoo mooi in ’t wit gekleed, maar ze dacht over die bruiden als een kind, alleen bewonderend, niet begeerend in heur plaats te wezen. Ze voelde zich nu alleen maar droevig-huiverig van harte-eenzaamheid en verlatend. Ze was ongelukkig, omdat ze nu voor hém niets meer kon zijn. Maar wat haar het meest dat hopelooze, kille smartgevoel bezorgde was het besef dat ze nóóit iets voor hem geweest was . . . zoo héélemaal niets L... En nu ging hij alles en alles worden voor die mooie juffrouw Annie, die haar, Trees, altijd zoo aanzag met een akelig , onuitstaanbaar irotsch lachje; zoo’n voornaam, minachtend lachje. J, Trees had zich nooit recht een leven kunnen lenken, zoiider «meneer boven.” Eigenlijk had ze limmer over de toekomst nagedacht. Ze droeg een I
schemerig idéé met zich om dat alles altijd, altijd zoo zou blijven, dat ze zou blijven voortleven met hen allen, en dat het grootste genot in haar leven zou zijn, nu en altijd: de lessen die meneer boven haar gaf. Kleine Trees! oeh, zij stelde zich met zoo weing tevreden , zij leefde zoo stil en afgezonderd met haar moeder en grootmoeder en Bartha en Gusje! In dat stille gezin, waar zelfs de hond als een familielid geteld werd, in dat stille, eenvoudige gezin waar het bakken van een taartveen gebeurtenis van gewicht was en men speculeerde op Bartha’s kwade en goede buien, daar was Gerard met zijn atmosfeer van jolige, wereldsche vroolijkheid, met zijn drom van schertsende , grappenmakende vrienden een wereld van verstrooiing; en voor het eenvoudige kind was hij de wereld. Zij kende geen andere, zij wilde haar niet. Dagen lang teerde zij op een lief gezegde van hem; dagen lang treurde zij om een hard woord in zorgeloozen overmoed van zijne lippen gevloeid. En nu ... en nu ... o, zij moest er niet aan denken, hoe leeg het voortaan voor haar zon wezen! Zooals zij nu schreide, zij herinnerde het zich, had zij hare moeder dikwijls in stilte zien schreien. Eens had zij haar gevraagd : «waarom !” En Tine, behoefte gevoelend haar hart uit te storten voor een wezen dat haar zoo na wa.s, vertelde Trees , hoe zij zich ongerust maakte over oom Fred, die in zoo lang niets van zich had doen hooren. «O, kindje, ik had hem niet moeten laten gaan! Wat was ik toch dwaas en gek!” «Maar moes, waarom is oom Fred toch eigenlijk weggegaan ?” Tine bloosde Hij .. . hij wilde met moes trouwen, Trees, en moes wilde toen niet. .. omdat ze zich niet sterk voelde en ook omdat ze nog veel aan paatje dacht, al was hij al vier jaar dood. »0, moes!” de roman die eensklaps voor Trees werd onthuld, had haar schier den adem benomen. Zij sloeg de handjes ineen en werd vuurrood van verrassing over al het nieuwe, dat zich, in wilde verwarring, aan haar geest opdrong. «Had u oom Ired maar getrouwd, moes! Ik had het wel gezellig gevonden! En Gus ook!” Tine glimlachte onwillekeurig. «Het is nu voorbij, lieveling. Denk er maar niet meer over.” «Neen, moes, maar hij zou toch wel erg leuk zijn geweest. Een visioen van moes in bruidskleeren en het vreemde daarvan, dook op voor haar geestesoog. Trees had moes dan helpen kleeden natuurlijk. «Wie weet hoe hij veranderd is!” hervatte Tine
peinzend. «O neen, moes! Sféllig niet!” zei Trees, op een toon van diepe overtuiging. Oom Fred is veel te góéd om te veranderen ” «Malle meid 1” had Tine gezegd, doch onwillekeurig hadden die woorden van haar dochtertje haar de toekomst hoopvoller voor oogen gesteld dan zij het zich sinds jaren gedaan had. En nu dacht Trees aan moes, die haar zou begrijpen. Zou moes nu ook zoo’n verdriet voelen als zij had?,Zou dat hetzelfde zijn? Zou zij het aan moes zeggen? Ze was al half opgerezen, maar eensklaps overmeesterde haar een woeste angst, een gevoel van schaamte, ze wist niet waarvoor. Ze bedekte het bescheiden gezichtje met de handjes en gevoelde, dat ze rood werd tot achter de ooren. «Hoe gék ... wat ben ik gék!” mompelde ze. «Moes zou me uitlachen ... en wat zou ik haar móéten en ktinnen vertellen? Niets... ik z u niet durven... o, moes! o, meneer boven! O! o!” En ze schreide liartstoriitelijk, nu gezeten op een oude kist, die vroeger van Gerard was geweest en waarvan zij erg veel hield als zijn eigendom. De zolder was vol kisten en doozen en Gusje speelde er dikwijls met Trees als hij uit school kwam .. . want Trees hield nog veel van verstoppertje en krijgertje. Zoo vond Bartha haar. «Kom je nou haast beneden om koffie te drinken? meneer Elderling is gekomen en ik heb me gek naar je gezocht. Waarom huil je zoo?” Ze greep haar ruw bij den arm. «Nergens om!” Trees klemde de tanden op elkaar. «Wel waar! Jon bengel! Denk jij, dat je me kan bedriegen? Ik, die je gekend heb van het uur, wat zég ik? de minuut, dat je geboren bent? Gauw! vertel! anders zeg ik het tegen je moeder en jé grootmama 1” «O, Bart!” Trees zag in eerbiedige vrees tol haar op en beefde over het geheele lijf. «Néén! ik zeg ’t niet!” besloot ze beslist. «Je zal ’t zeggen,” Bartha werd lijkbleek. «Ik heb gehoord, dat die slungel van boven je straks riep. Ik waak over je, ik zie en hoor alles Wat heeft hij gezegd, wat gedaan? Och, dat je moeder en je grootmoeder zoo blind zijn . ..” (Wordt vervolgd )
"KLEINE TREES". "Bredasche courant". Breda, 1903/03/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322035:mpeg21:p00001