De boeiende en prettig geschreven Roman: KLEINE TREES door Cornelie Noordwal, IS VERKRIJGBAAR ad fl ingenaaid en t 1.40 gebonden liliOESfc’s Bockhandel. Groote Markt 83.
EERSTE BLAD.
Gescher & Kemper, Vaemarïtstraat, Telefoonimmmw 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Gordijn- ei leiM-Stitii, BEHANGSELPAPIER Meubels en lïetltlen. Ingericht voor het geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan. BE KEN D JH AKI AG. Aangifte voor bet bevolkingsregister. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda aehten het noodig de ingezetenen te herinneren aan hunne verplichtingen, tot het doen van aangiften voor het bevolkings-register, voorgesehreven bij Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad n». 141). De verplichtingen, wier verzuim wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldboete van ten hoogste ƒ100, zijn hoofdzakelijk de volgende: Bij vestiging in de gemeente. Hij die zich in de gemeente vestigt, doet daarvan aangifte aan het gemeentebestuur binnen ééne maand na zijne aankomst. Bij bet verlaten der gemeente. Hij die de gemeente metterwoon gaat verlaten, doet hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur. Bij verhuizing binnen de gemeente. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende doet, binnen ééne maand na zijne verhuizing binnen de gemeente, daarvan aangifte aan het gemeentebestuur. Ten aanzien van inwonende personen. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende geeft, uiterlijk binnen ééne maand, aan het gemeentebestuur kennis van ieder lid, dat in zijn gezin wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Breda, 23 April 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd, A. P. SCHELTUS , loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. PERSONEELE BELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat de kohieren n0s. 3, 4 en 5 der personeele belasting, voor het belastingjaar 1903, invorderbaar verklaard respectievelijk 27, 28 en 30 April j.1. heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen alhier ter invordering is ter hand gesteld. Breda, 1 Mei 1903. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd: A. P. SCHELTUS, l.b.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322064:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322064:mpeg21:p00001
BEKENDMAKING. KOEPOKINENTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda brengen ter openbare kennis, dat de gemeente-genees lieeren op Zondagen 19 en 26 April en 3 Mei a. s., des namiddags van 1 tot 2 uur, in een der lokalen van het gemeente-ziekenhuis zullen aanwezig zijn tot het kosteloos verrichten der koepokinenting en her-inenting, met uitnoodiging aan de ingezetenen om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maken Breda, 14 April 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
I Pointe Tentoutellinjr VAN MOimVXK I AMEUBLEMENTEN. Celegenheklspr ijzen!!! gf Bovenzalen bij den WelEd. Heer I BALMAKERS. 1 F. JANSENS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322064:mpeg21:p00001
(Slot) i ,c De instelling der permanente arbeiders- 1 vertegenwoordiging verdient ongetwijfeld i I toejuiching; wonderlijk is echter daarnaast i ~ de officieele regeling der werkstaking. ( Daartoe kan slechts worden besloten bij £ meerderheid van stemmen en het aantal t ia stemmenden moet op zijn minst een 1 n derde bedragen van de kiezers in het c ° belanghebbend gedeelte der onderneming, c ■d De stemming is geheim en heeft met tal van waarborgen voor hare juistheid 5 onder leiding van de afgevaardigden r [e plaats. Aldus wil de wet voorkomen, c dat overhaast door eene minderheid tot 1 staking wordt besloten. Telkens na één \ ° week moet het besluit worden hernieuwd; de minderheid zal de gelegenheid hebben \ hare meening nog eens te zeggen. Is I , het besluit genomen dan zijn ook de c '• tegenstemmers verplicht te staken. i De goede bedoeling van deze bepalingen c n is niet te loochenen; het geweldmiddel, z r. dat de werkstaking is, tracht de wet c zooveel mogelijk te beschaven. Onbegrijpelijk echter is het waarom tot staking t ,e moet zijn besloten, voordat de Kamer £ n van Arbeid als scheidsrechter kan optre- < ‘ den. Waartoe die verplichte staking 1 met al haar opwinding en ellende? De ( wet kon immers evengoed den arbeiders ( -. het recht toekennen, indien de poging ] om tot een vergelijk te komen mislukt ( is te besluiten, zonder den arbeid te ] onderbreken het geschil aan de beslissing i van den arbeidersraad te onderwerpen. ( Doel der wet is immers werkstakingen i r te voorkomen. c J De wet van Nieuw Zeeland heeft ’t ( r dan ook geheel anders begrepen en 1 werkstakingen juist verboden. Deze wet £ is vervat in de Industrial Conciliation and c r Arbitration Act van 31 Augustus 1894 t (later verschillende malen gewijzigd.) i
Overigens is deze wet van dezelfde strekking als de Fransche. De Australische wet, die zeer omvangrijk is, houdt zich in de eerste plaats bezig met de regeling van de rechten der arbeiders vereenigingen. Verder vindt men ook hier, evenals in de Fransche wet, eerst de poging tot verzoening, dan de scheidsrechterlijke beslissing en zijn ook hier de partijen verplicht, zich aan de uitspraak der scheidsrechters te onderwerpen. Komt een harer niet op dan wordt bij verstek geoordeeld. Minder practisch dan de Fransche wet, die terecht de samenstelling van den verzoeningsraad in ieder voorkomend geval aan patroon en werklieden zelf overlaat, stelt de Australische blijvende Boards of conciliation in, één voor elk der industrieele districten, waarin de kolonie door den gouverneur wordt verdeeld. Deze raden bestaan voor de helft uit werkgevers, voor de helft uit leden van arbeidersvereenigingen. Het Hof van Arbitrage, één voor de geheele kolonie telt drie leden benoemd door den gouverneur. Zoowel verzoeningsraden als arbiters treden slechts op in een geschil tusschen patroons en arbeidersvereenigingen Het geheele streven der wet is: de markt dezer vereenigingen te vergrooten, wat trouwens in overeenstemming is met de algemeene Australische politiek. Bij de Fransche wet wordt daarentegen met de arbeidersvereenigingen heel geen rekening gehouden en toch moet ook deze — volgens de Memorie van Toelichting, vooral door de voortdurende vertegenwoordiging, de solidariteit der arbeiders versterken. Zoodra nu, volgens de wet van NieuwZeeland, een geschil aan den verzoeningsraad is opgedragen, mag, op grond van dat geschil, niet tot werkstaking worden besloten, evenmin mag de patroon de werkplaats sluiten. Een dergelijk verbod vindt men in de wet van het kanton Genève van 10 Februari 1900. Deze wet heeft ten doel omtrent loonen en andere arbeidsvoorwaarden bepalingen tot stand te brengen, die algemeen zullen gelden, voor zooverre zij niet bij het sluiten van een arbeidscontract ter zijde worden gesteld. Tot het vaststellen van die voorwaarden worden bevoegd verklaard de vereenigingen van patroons en van arbeiders die aan zekere vereischten voldoen, en, bij gebreke daarvan, patroons en arbeiders, die meer dan drie maanden in Genève gedomicilieerd zijn. Kunnen de partijen niet tot overeenstemming geraken, dan moet op verzoek van een harer een poging om haar daartoe te brengen, worden gedaan door eene commissie uit den Staatsraad (het bestuur van het kanton). Mislukt deze poging, dan wordt de strijd door de centrale commissie der conseils de prud’ hommes beslecht. Hier bestaat dus ook de verplichting om zich aan de arbitrage te onderwerpen en daarnaast verbiedt nu de wet den arbeid te onderbreken, hetzij van de zijde des werkgevers hetzij van die der werklieden;
- eene poging daartoe wordt reeds met straf bedreigd. Ook de wet van Zuid-Australië van s 21 December 1894, »an act to facilitate i the settlement of industrial disputes,” t bedreigt werkstaking of sluiting van de e fabriek op grond van een geschil dat , door arbitrage kan worden beslist, met i boete tot ƒ240 voor een particulier i en /GOOG) voor eene vereeniging. s Deze wet gelijkt in menig opzicht op t die van Nieuw Zeeland; zij kent echter terecht ook particuliere verzoeningsraden e naast de openbare. Deze raden treden a feitelijk als arbitrale rechtbanken op. i De onderwerping aan hunne rechtspraak f is niet verplicht in dien zin dat de eene e partij de andere kan dagvaarden, maar k indien de gouverneur van de kolonie e beslist dat een geschil er voor geschikt t is, moeten de partijen dit aan de beslise sing van een der openbare verzoeningst raden onderwerpen. :t De geldigheidsduur der door de arbiters e getroffen regeling is volgens de wet van r Genève hoogstens 5 jaar, volgens de - Australische wetgeving hoogstens 2jaar, n volgens de Fransche 6 maanden. Om de nakoming te verzekeren heeft r men strafbepalingen noodzakelijk geacht, e In Frankrijk bestaat de straf in het verlies - van actief en passief kiesrecht voor e handelskamer, handelsrechtbank, arbeidst raad enz, De wet van Nieüw Zeeland - bevat hooge boeten (tot ƒ6000) voor n de patroons, de arbeidersvereenigingen e en hare leden, die in strijd met de r beslissing der arbiters handelen; de wet , van Zuid-Australië dreigt zelfs met gevan1. genisstraf, Wanneer men deze en dergelijke . wetten vergelijkt met onze wetgeving tl op ’t gebied van arbeidsgeschillen zal a men tot de erkenning moeten komen e dat andere landen ons hierin een goed eind voor zijn. P.
"Arbeidsgeschillen.". "Bredasche courant". Breda, 1903/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322064:mpeg21:p00001
ö Heden 16 Maart komen we te Port Said. H ;t wordt echter zeer laat, ja misschien wel nacht en daar we er slechts enkele uren verpoozen om kolen te laden, zoo zullen we maar wein;g of niets van ons derde station zien. ’t Is wel jammer anders, want te Port Said komen we dan eindelijk in aanraking met het Oosten. Enfin , we zullen trachten ook zelfs in ’t donker, een indruk te verkrijgen en dus aan wal gaan. In alle geval is bij aankomst van een mailboot daar alles dadelijk bij de hand. Deze Penkras moet nog te Port Said op de post en aangezien ik vanmiddag eenige uren ga slapen, met ’t oog op vannacht en den zoo belangwekkenden tocht morgen door het Kanaal van Suez, zal ik mij haasten met het vervolg van mijn reisverhaal. In mijn vorig artikel vertelde ik reeds, hoe wij slechts noode de schoone stad Genua verlieten. Bij aankomst aan boord was er een drukte van belang. Tal van nieuwe passagiers waren er reeds bijgekomen en ’t werd een voortdurend kennis maken daar boven op het promenadedek. Heilsoldaten en liefdezusters bewogen zich tusschen de vroolijk babbelende menigte en vroegen ons om het restantje ltaliaansch geld. ’t Werd hen gaarne voor ’t goede doel afgestaan. Ook builen boord konden we onze halve lires en centimestukjes kwijt raken. In een der vele
bootjes, daar beneden, zaten eenige Italiaansche schoonen zeer melodieuse liedjes te zingen, begeleid door guitaar en viool. Menig zilverstukje werd als belooning van boord gegooid en in ’t bootje opgevangen. Een Duitsche mailstoomer kwam met volle muziek de haven binnen en ging er^ voor anker. Andere schepen vertrokken weêr en lieten hun stoomfluiten jammeren. Te midden van al dat leven brachten de onvermoeide roeiers telkens nog nieuwe passagiers voor de vKoning Willem, II”. Een zuidelijk zonnetje aan een prachtig blauwen Italiaanschen hemel bescheen ’t geheel Er werd gewacht op de mail voor Indië, die men om 2 uur 30 aan boord bracht en uit 125 zakken bestond. Wel een bewijs van de drukke coriespondentie tusschen moederland en koloniën, vooral als men bedenkt, dat er wekelijks zoo’n Hoilandsche mail vertrekt en tusschentijds ook nog brieven en couranten met de Engelsche, Duitsche of Fransche booten worden verzonden. De mail wordt in speciaal daarvoor ingerichte kamers opgeborgen. » Vooruit” zijn de soldaten in spanning of hun drie gedeserteerde makkers op ’t laatste oogenblik misschien nog terug zullen keeren. Een matroos is bezig het zooeven ontvangen nieuws uit Holland, natuurlijk over »de staking”, aan zijn kameraden voor te lezen, terwijl een ander, jong getrouwd, nog gauw een afscheidsbrief aan moeder de vrouw schrijft. De agent der Maatschappij neemt straks bij het vertrek de post meê »naar wal.” ’t Zijn twee aardige tooneeltjes, die we vereeuwigd hebben door een vkiek.” Eindelijk om 2 uur 41 licht men ’t anker en langzaam aan stoomen we weer voorwaarts. Europa is voor goed verlaten; de reis naar Port Said begint. Even buiten de pieren passeeren we de y> Koningin Wdhelmina” op reis naar Holland. Aan hoezee’s over en weer natuurlijk geen gebrek. »De liefde tot zijn land is ieder aangeboren!” ’t Is nu vol aan boord. Alle plaatsen zijn bezet en onze mailstoomer lijkt wel een pleizierboot met al die passagiers aan dek, vol bewondering starende naar de schoone Italiaansche kust aan bakboord. ’t Is de beroemde Riviera di Lei ante, welke zich aan onze verrukte reizigers daar vertoont, nu ons schip zoo betrekkelijk dicht vland houdt”. We hebben het prachtigste weer, dat men zich denken kan! Niet koud en niet warm! Een spiegelgladde zeel Geen zeezieken! En we hielden dat weer tot heden toe. Ik begin te gelooven, dat de ellende nu voorgoed voorbij is. ’s Avonds genieten we van den heerlijken maneschijn en zijn allen aan dek om te luisteren naar de gramophone, die ons hier op zee doet genieten van opera’s en concerten. Nu en dan wordt een belangrijk punt gepasseerd, zooals den eersten avond aan stuurboord het bekende eiland Elba (11 uur 12 n. m.) Een ieder dacht toen aan den grooten soldatenkeizer, hier een tijdlang gevangen. 13 Maart ’s middags om 2 uur zagen we, heel in de verte, aan bakboord Ischia bij Napels liggen en ’s avonds om half twaalf den vulkaan Stromholi, midden in zee. Nu en dan spoog hij gloeiende lava, die langs de helling in zee liep. Prachtig schouwspel, die werkende kolossus, beschenen door volle maan ! Hier herinneren wij ons den roemrijken zeeslag door onzen Michiel Adriaanszoon de Ruyter in 1676 tegen een overmachtige Fransche vloot onder Duquesne geleverd. 14 Maart ’s morgens om 2 uur 24 naderen wij de beroemde straat van Messina. Jammer, dat we het dezen keer juist ’s nachts moeten treffen, want nu genieten we er niet veel van. Vóór ons zien we een zwarte massa, t Zijn bergen! Het schip gaat er recht op af, alsof het zoo dadelijk te pletter zal loopen. Het is een eigenaardig gezichtsbedrog, dat zich opheldert, wanneer wij eindelijk naar stuui boord wenden en daar plotseling tusschen de hooge bergen van Italië en Sicilië de straat met al zijn lichten aanschouwen. Om 3 uur 54 v. m. waren we er weder uit en gingen we naar kooi. Bij del Armi werd nog met lantarens geseind, dat valles wel aan boord” was. Gisteren 15 Maart hadden we van ’s morgens half negen tot donker een aardigen kijk op ’t bekende eiland Kreta. ’t Was Zondag en we gaven daarom een concert met de gramophone voor janmaat en soldaat van vvooruit." Of we een dankbaar publiek hadden! In een volgend artikel iets over den nacht te Port Said. Lt. Clockener Brousson b. d. 16 Maart 1903. a/b. s.s. Koning Willem II.
"INDISCHE PENKRASSEN.". "Bredasche courant". Breda, 1903/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322064:mpeg21:p00001