EERSTE BLAD.
Zij , die zich met 1 «ÏLLI a. s. op deze
{]OURA 1\ T abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis.
Gescher & Kemper, Vmarttstraat, Telefoonnummei 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Gordijn- bh BtiW-Mtn, BEHANGSELPAPIER Uleubels en Bedden. Ingericht voor het geheel in orde makei van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgav gedaan. BEKENDMAKING. KOEPOKINENTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda Gelet op art. 18 der wet tot voorziening tegei besmettebjke ziekten; Brengen ter openbare kennis, dat de gemeente-genees lieeren, tot nadere aankondiging eiken Zondag des namiddags van 1 tot 2 uur, in een der lokalei van bet gemeente-ziekenhuis zullen aanwezig zijl tot liet kosteloos verrichten der koepok-iuenting ei her-inenting, met uitnoodiging aan de ingezetenei om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maker) Breda, 22 Mei 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELT. US, loco-burgemeestcr, A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. KLEINHANDEL IN STERKEN DRANK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Breda; Gelet op art. 5 der wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad n". 97); Brengen ter openbare kennis, dat bij ben is ingekomen een adres van J. de Laender alhier, daarbij vergunning verzoekende tot uitoefening van den kleinhandel in sterken drank in bet benedenlokaal van het huis, staande tranen deze gemeente, aan de Groote Markt n°. 49. Breda, 18 Jnni 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco burgemeester A R VERMEULEN, secretaris. I PERMANENTE 1 leiMeitoonstfilg, I beneden Winkelprijzen. 1 GEBRUIKTE MEUBELEN INRUILEN. F. J. JANSENS, i Groote Markt 26a. I
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/06/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322090:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/06/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322090:mpeg21:p00001
1. Naar aanleiding van de artikelen «Vrije wil of praedestinatie” heeft zich een dispuut ontsponnen of inderdaad het milieu van zoo grooten invloed zijn zou op de kinderziel. De opponent meende van niet en was van oordeel, dat die invloed alleen inwerkte op »de schors van het karakter”, met welke typische uitdrukking hij wilde zeggen dat de onveranderlijke kern van het karakter reeds bij de geboorte vaststaat en dat de omgeving, waarin het kind opgroeit, alleen wegneembare veranderingen daarin kan brengen. Het is misschien een beetje ontmoedigend dat bij elk onderweip hetwelk besproken wordt men terug kan gaan tot de Ouden, d;e hetzelfde, wat nu veelal als gloednieuw beschouwd wordt, reeds overdacht en beschreven hebben. Ook hierin is dit weer zoo. Door denkers , die leefden toen de wereld nog jong was, is reeds gezegd dat kwade gezelschappen goede zeden bederven. Men heeft er toen geen philosophisch stelsel van gemaakt en de zaak niet door het bezigen van een vreemd woord buiten het gebied van de alledaagsche spreektaal der eenvoud'gen gebracht. Zou het misschien aan het uitheemsche woord liggen, dat men bij het bezigen van het woord «milieu” nog aan iets anders denkt. De omgeving, dat is hetgeen rondom ons is, met ons in betrekking staat, op ons in inwerkt. Bewust of onbewust ondergaan wij er den invloed van, geraken er onder of verzetten er ons tegen, doen haar de macht van onzen wil gevoelen of zien er dien in verstrikt, als het vliegje, dat in onverbreekbare boeien geklonken, lijdelijk afwacht, wat de spin haar zal doen ondergaan. Daarentegen "als wij spreken in den hier bedoelden zin, moet ook nog bedacht worden, dat het «milieu” niet iets is buiten ons gelegen, dat ons omsluit en omknelt, op ons aandrmgt en ons vervormt, maar dat wij er zelf toe behooren en een deel en wel een zeer voornaam deel ervan uitmaken. Wij worden er in geplaatst, goed, maar niet geboeid, niet ] voor anker gelegd. Eenmaal daar zijnde, ■ gaan we groeien, en die onzichtbare 1 kiem, de nog latente wil, zet zich uit tot een plant, die wel degelijk waarneembaar is. , Groot, overweldigend groot is, na?r mijne meemog, de invloed der omringende < personen, de werk-ng van de karakters, j die met het onze in betrekking, in aan- i raking, in wrijving komen en niet slechts ' op de schors, maar ook wel degelijk op { de kern van het karakter. De nobelste < aanleg wordt verdorven, als niets dan 1 het slechte de beelden aanbiedt, die de < ziel tot model moeten dienen, terwijl Jl
een oorspronkelijk samenstel van gevaarlijke neigingen door leiding en vooral door verkeer in zedelijk gezonde omgegevmg een wijziging kan ondergaan, die den gemoedsaard volkomen hervormt. Als men spreekt van de werking der opvoeding op de zedelijkheid van jeugdigen, dan moet niet uitsluitend gedacht, zelfs niet in te ruime verhouding gedacht worden aan de richting, die één persoon geeft aan de ontwikkeling van zekere eigenschappen; een niet gering deel van dien arbeid wordt onbewust volbracht en de geestesontwikkeling, die ons ten deel valt wordt beheerscht door den geest, die de overhand heeft binnen den kring onzer bewegingen Maar ook dien geest nemen wij niet lijdelijk in ons op, zooals de plant de voedingsgassen uit de lucht inademt en langs haar wortels de vloeibare stoffen uit den bodem laat opstijgen. Gassen en vochten zijn er, heilzame en schadelijke, maar wij hebben het vermogen om ze te onderkennen en de kracht om te nemen, die ons passen. Door die wilsd meting brengen wij tegelijkertijd iets persoonlijks in het geheel, waaraan wij het benoodigde ontleenen, drukken wij met eigen stempel en teekenen wij met eigen signatuur het gedenkschrift, dat den toestand schetst van het milieu, binnen welks omheining het lot ons plaatste. Men behoeft ook geen aanspraak te maken op den naam van te behooren tot degenen , die «geen vreemdeling” zijn in de hedendaagsche theorieën over toerekenbaarheid in strafrechtelijken zin, om te weten, dat het bovenstaand woord een belangrijke plaats inneemt bij de bespreking van de verschillende omstandigheden, die behooren in aanmerking te komen bij de bepaling van schuld, Zonder op die, een geest van humaniteit ademende, theorieën diep in te gaan , wil ik alleen er van zeggen, dat de arkenning van het bestaan van overgeërfde aigenschappen volstrekt niet insluit instemming met de beweerde onvruchtbaaraeid van alle streven, om aan haar invloed :e ontkomen of dien te temperen. De nensch brengt niet, op het uur, waarin aij ter wereld komt, het geanticipeerde reisverhaal mede van den tocht, dien hij ;usschen wieg en graf zal hebben af te eggen, en ’t schijnt mij een hopeloos sogen toe, de meening ingang te doen rnden, dat wij niets anders zijn dan de iroducten van zeker complex van natuurvetten, aan w'elke werking het niet mogeijk is ook maar het geringste te verandeen. De aanleg is er wel, de kiem bestaat, ;n bij de ontwikkeling van het levensiroces openbaart zich het wezen van ilk individu, maar bij onder de hem tangeboren eigenschappen is er een, die liet door alle anthropologen op de juiste vaarde geschat, meestal veel te laag jetaxeerd wordt. Hij bezit, behalve de ingeschapen begeeite naar zelfbehoud, lehalve een meerdere of mindere levenügheid van beweging, behalve d^ang ot vereeniging met soortgenooten, ook
nog een wil, dat is het vermogen om een keus te doen en de krachten te richten op de verkrijging van het gekozene. Die wil, die drang tot willen is het sterkst bij de hoogst georganiseerde menschen. In den wil vat zich het zedelijk leven samen. Zijn ontwikkeling maakt van ons w*at wij ten slotte blijken te zijn. De omstandigheden onder welke zij plaats heeft bepalen de mate van ons geluk. Slot volgt.
"HET MILIEU.". "Bredasche courant". Breda, 1903/06/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322090:mpeg21:p00001
^Dtmrkntièn. Voor de vele bewijzen van deelneming ontvangen bij het overlijden mijner geliefde vrouw, betuig ik langs dezen weg mijn welgemeenden dank. W. N. BAKKER, Luit. Art. ’s Gravenhage, 16 Juni 1903. ** Voor de vele blijken van belangstelling ontvangen bij het overlijden van onze geliefde zuster en schoonzuster, mevrouw BAKKER—Van der Kloet, betuigen wij onzen bartelijken dank E BOMERT, Van der Kloet. P. C. BOMERT. Breda, 17 Juni 1903.
"Familiebericht". "Bredasche courant". Breda, 1903/06/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322090:mpeg21:p00001
Algemeene ZANG-1 MUZIEKSCHOOL TM llgBl. Openbare Uitvoering, door de verst gevorderde leerlingen, op Zaterdag 27 Jirai 1003, des avonds 8 uur in CON CORÜIA.. ENTREE 25 cent, voor de algemeene armen. De Directeur, G. DORREN BOOM.
CONCORDIA. ZONDAG 21 JUNI 1903: CONCERT door de Stafmuziek van het 6de Reg. Inf. Aanvang 8 uur. Voor de leden. Nramlooze Vennootschap DE HMKLEMM HYPOTHEEKBANK. De Directie bericht, dat de COUPONS der Pandbrieven, verva'lende 1 Juli 1903, van dien dag af betaalbaar zijn bij VAN DER MEER & ZOLNER te Breda BROEKMAN & DONDERS te Amsterdam en bij de Vertegenwoordigers der Bank in andere plaatren-, sr**®*"» GEVRAAGD in een dorn nabii
GEVRAAGD in een dorp nabij * den Haag, in een burger gezin eene nette ■ bn ar £ n mm vk / \ m
DIENSTBODE. Fr. br., no. 415, aan het Algemeen ZuidHoü, Advertentie-Bureau C. BROUWER, den Haag.
Braaasclie Glazenwasscüerij WITTEN. SCHILDEREN. P. DE MEULDER.
Van Goorstraai 4.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/06/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322090:mpeg21:p00001