BLAD. Gescher & Kemper, Vieinarëtstraat, Telefoonnummer 95 BREDA. GROOTE KEUZE vaD TAPIJTEN, Gorip- 8B Mentjel-Stoffen, BE1IANGSELPAPIEK Meubels en iïetltlen. Ingericht voor het geheel in orde maken van huizen, hótels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
BEKENDMAKING. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda. Gelet op art. 8 der hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden aan: J. v. Elewout en zijne rechtverkrijgenden voorwaardelijk vergunning is verleend tot het oprichten eener lood- en zinkwerkerij in het perceel gelegen binnen deze gemeente Tramsingel 91, kadastraal bekend sectie A n°. 5724. Breda, 12 October 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GUL JE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001
BEKENDMAKING. PERSONEELE BELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat het kohier n°. 7 der personeele belasting, voor het belastingjaar 1903 , invorderbaar verklaard 12 Oet. j.1., heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is ter hand gesteld. Breda, 13 Oetober 1903. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd: En GTir.nr.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001
De houding van Bulgarije inzake de lusschen de regeeringen te Sofia en te Koostantinopel gevoerde onder handeling n met betrekking tot de pacificatie van Macedon ë is en blijft raadselachtig en kan alleen verklaard worden in verband met de aanstaande verkiezingen voor hetSobranje, waarin het kabinet-Petrol er belang bij heeft’ zich een meerderheid te verschaffen, door zoowel de vredelievender ais de oorlogzuchtigen in het vorstendom te vriend te houden. Anders is het onbegrijpelijk, dat de Bulgaarsche regeering, onmiddellijk nadat zij, dusgenaamd in het belang van den vrede, een voorstel heeft gedaan aan Turkije tot wederzijdsche demobilisatie van sterke troepencontingenten (op welk voorstel Turkije, naar het heette, bereids was ingegaan) besloten. heeft tot de mobilisatie van nog meer troepen en wel van de reserves van Ae eerste en van de tweede klasse in het district Kustendil en van het 13de regiment infanterie. Met zulke gedragingen voor oogen is het geen wonder, dat trien in diplomatieke kringen er meer en meer aan gaat twijfelen of het Bulgarije inderdaad wel ernst is met zijn vredelievende frases en dat men eer gaat overhellen tot de meening, dat de regeering van liet vorstendom tijd wil winnen om zich geheel en al voor te bereiden op een gewapend conflict. Het heet zelfs, dat in militaire kringen te Sofia druk besproken wordt de mogelijkheid van een winterveldtocht. En de politieke mannen, die het vorstendom regeeren, zouden het mislukken der Russisch Oostenrijksche hervormingen, waarop
men te Sofia vast rekent, willen afwachten, om dan voor den dag te komen met een veel uitgebreider program van hervormingen. Intussehen ziet men te Konstantinopel in de vlugge overhandiging der geloofsbrieven van den buitengewonen Bulgaarschen gezant Natschewitsch een teeken, dat de sultan naar een directe overeenkomst met Bulgarije streeft en de voogdijschap van de beide mogendheden, die op hervormingen aandringen, tracht af te wentelen. Van goed onderriehte zijde in Yildiz-Kiosk wordt verzekerd, dat de sultan besloten is, zich tegen tischen van de beide bedoelde mogendheden ten aanzien van bijzondere rechten in Macedonië te verzetten. Tevens verluidt, dat de beide mogendheden voornemens zijn, acht nieuwe Russische en acht nieuwe Oostenrijksche consuls te benoemen voor Macedonië en dat deze ambtenaren acht commissies zullen vormen, om gestadig de Macedonische provincies rond te reizen. Bulgaarsche vertegenwoordigers zouden in geen geval gekozen worden in deze commissies, welker voornaamste doel is de doorvoering der hervormingen en de controle over den terugkeer der uitgewekenen , den wederopbouw der dorpen en den aanvoer van vee, graan en levensmiddelen. De Turken hebben een zeer gevaarlijk ding gedaan. Zij zijn over de Bulgaarsche grenzen getrokken en een Bulgaarsche post te Karamanilza op het lijf gevallen. Toen zij de post, die slechts uit 6 man bestond, verdreven hadden, plunderden zij hel dorp Karamanitza, De invallers namen de vlucht, toen in allerijl een paar Bulgaarsche bataljons naderden. Dit wapenfeit verbittert natuurlijk de Bulgaren in hooge mate, doch de regeering houdt zich zeer kalm en stelde zich vooralsnog tevreden met een protest te Constantinopel. De correspondent van de Daily Mail te Saloniki maakt zich ongerust over het lot der bulgaarsche bannelingen. De Bulgaarsche gevangenen worden wekelijks bij troepen weggebracht, doch men hoort of ziet nimmer meer iets van deze ongelukkigen. De gelijktijdige demobilisatie van de Turksche en Bulgaarsche legers is nu gestaakt tengevolge van het grens-incident van Karamanitza.
"Balkan-Staten.". "Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001
Wel vijfduizend mènschen zijn er Zondag naar Clermont-Ferrand, de stad, waar Boulanger zoo lang geïntrigeerd heeft, gespoord, om Vercingétorix te zien en Combes. Om negen uur is de eerste steen gelegd van een bibliotheek, dienende voor de hoogeschool èn de stad. Daarna is het museum bezocht, dat de stad dankt aan een rijken apotheker. En ten slotte is men naar het plein gegaan, waar het beeld van den grooten Galliër moest onthuld worden en waar minister Audré gespeecht heeft, die Vercingétorix vergeleek niet bij Combes maar bij Teaurie d’Arc. Hij sprak over den strijd voor ge-stelïjke onafhankelijkheid , welken Frankrijk nog heeft te strijden. Vervolgens is de officieele stoet naar het zes K. M. buiten Clermont gelegen Gravanches gegaan , waar in het artilleriepark de feestmaaltijd van 4000 gasten zou wezen, voor welken in Clermont zelf geen ruimte te vinden was geweest. Combes zat er aan met de ministers van oorlog en van landbouw. De maaltijd was slecht georganiseerd maar de geestdrift groot. Met den champagne kwam er een spreekgestoelte op rolletjes, waar, na een paar andpre menschen, de minister is opgeklommen. »Sinds zestien maanden — zoo heeft hij gezegd — is de strijd aangeboden tegen het cleiicalisme. Deze strijd kan alleen tot een doel gebracht dank zij de tegenwoordige meerderheid, foor de nauwe vereemging der vier linker groepen gevormd. De liberalen zouden willen doen ^elooven, dat zij een andere meerderheid zouden vunneu vormen. Dit is ónmogelijk. Geen radicaal ;ou trouwens treden in een meerderheid welke iet nationalisme wel en het socialisme niet zou imvatten, De tegenwoordige meerderheid is de:elfde van Waideck-Rousseau”. Combes dronk mitsdien op het shloc”. Hij heeft ruim een uur gesproken. De behandeling der zaak Koek »ippolit verd Zaterdag ten einde gebracht en de recht>ank veroordeelde den beklaagde wegens misïandeling met doodeiijken afloop tot°acht jaar uchthuisstraf en tien jaar verlies van eer. )it vonnis zal in Duitschland opzien baren.
Een man, die dezer dagen een paar portretten van den Keizer vernielde, kreeg drie jaar; een gouverneur die een aan zijn gorg toevertrouwd kind maandenlang martelt, aan allerlei liederlijkheden blootstelt en ten slotte vermoordt, krijgt acht jaar. Volgens de verklaringen der geneesheeren, moet Dippold worden beschouwd als een sexueel gedegenereerde {sadist). Alle medici waren overigens eenstemmig van gevoelen, dat Dippold geheel toerekenbaar moest worden geacht voor de door hem gepleegde feiten. Bij de getuigenis van Joachim, het broertje van den vermoorden Heinz, kon het auditorium zijn tranen niet meer bedwingen. De eigendommen van wijlen Alexander en Draga van Servië worden publiek verkocht. Zaterdag werd in hooger beroep de zaak tegen de Servische officieren behandeld , die een tegenrevolutie op touw hadden gezet. Vier hunner zagen hun straf van 8 op'18 maanden gebractit, met degradatie; de andere vonnissen zijn gehandhaafd op twee na, die in ontslag van rechtsvervolging werden veranderd. . De anti-semitische moordenaars te Hichiaeff zijn niet erg zwaar gestraft; de veroordeelingen varieeren tusschen 8 en 20 dagen gevangenisstraf ol zelfs geldboeten. Reeds dit doet denken aan vooroordeel bij de autoriteiten. Maar een nog teekender feit is, dat naar aanleiding van de moorden te Gonmel alleen de aangevallenen — de Israëlieten — worden vervolgd en de aanvallers vrij rondloopen. Een militaire rechtbank heeft de zaak in handen.
Aan het Italiaansche grensstation Chiasso zijn zes uit Frankrijk komende nonnetjes aangehouden wegens smokkelen van kant en tabak. Zij moesten 360 francs boete betalen. De Italië zegt uit officieele bron vernomen te hebben dat de Russische generaal Uolgoroeki te Rorr.e aangekomen is met een t»r«ef van den Tsaar waarin deze den Koning mededeelt dat zijn bezoek aan Rome onbepaald uitgesteld is. De Soir publiceert den officieelen tekst van het antwoord van den onafhankelijken Kongostaat op de Engelsche nota. Daarin wordt opgemerkt, dat de aanvallen tegen het Kongoleesch bestuur dateeren van hei jaar 1895, den tijd toen de handel van dien staat begon op te komen. Punt voor punt van de beschuldigingen wordt bestreden en vooral in zake de beweerde wreedheden wordt aangetoond, dat Engeland op veronderstellingen en vermoedens is afgegaan en niets bewijst. De conclusie luidt dan ook, dat de Engelsche nota van nul en geener waarde is en dat geen rechtbank ter wereld, verondersteld dat die bevoegd was zich met deze quaestie bezig te houden, een andere beslissing kan nemen dan te weigeren om op die losse vermoedens in te gaan. In diplomatieke kringen blijft men, niettegenstaande de onrustbarende geruchten uit ooatelijh Azië, van meening dat er ten slotte toch een vredelievende schikking tot stand zal komen tusschen Japan en Rusland, waarbij wellicht de twee mogendheden en heerschappij over Korea onder elkaar zullen verdeelen. terwijl het tegenwoordige keizerrijk in naam gehandhaaft blijft. Telegrammen uit Kaapstad vermelden dat de regeering zich eindelijk ongerust begint te maken over den toestand in de Karroo, waar in twee jaren geen regen gevallen is. Vele gezinnen lijden reeds gebrek en men vreest voor hongersnood in deze streek.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001
JONAS LIE. 8. Van onder het lage zodendak, begroeid met gele paardebloemen, kwamen de kleine groene ruitjes te voorschijn, als een paar door zeewater half-verblinde oogen van onder een laag op bet voorboofd groeienden baardos en de trap, die van de door zeewater groen geworden aanlegplaats naar bet huis leidde, deed denken aan een valreep. Vlak daar beneden, aan bet strand stond bet grijze boothuis, gedekt met berkenbast en het dak belegd met zware steenen om het tegen den storm te beschutten. Het vischwater bij Skorpen hadden Jon en Marina ïBergingen” gedoopt wegens de rol, die bet in hun leven gespeeld bad; een naam, waaronder het nu nog voorkomt op de officieele zeekaarten. De kaartteekenaar of de zeeman, die tijdens een I stormachtigen nacht daarop met den passer meet, teneinde zich ver genoeg verwijderd te houden van de gevaarlijke scheren, zou zeker met een ongeloovigen glimlach luisteren naar de verklaring, dat het vaartuig, dat — te oordeelen naar den naam — hier vroeger gered zou zijn van schipbreuk, zoo’n luchtig ding was als het huwelijksbootje van twee jongelui. En toch is het mogelijk, dat zich aan de verschillende rare namen van de tallooze scheren en eilanden aan onze kust menige geschiedenis vastknoopt en menig aangrijpend drama in ons onbespied volks-leven.dat men voor nog minder waarschijnlijk zou aanzien. Om de »Bergingen,” — die bestonden uit drie naast elkaar liggende scheren — te bereiken, behoefde men slechts */s a 3/i mijl te roeien. Vanuit huis konden zij, die thuis waren, en dat waren nu Marina met hare drie overgebleven kinderen, want een jongen en een meisje had de Heer weer tot zich genomen —de boot zien, wanneer vader en Groote-Lars als naar gewoonte daar buiten lagen te vissohen, de lijnen uitzetten of de visch uitspreidden op de scheren, wier lage rug anders in den regel bedekt was met groote zeemeeuwen en andere zeevogels.
^—■■——II Wanneer het ’s zomers mooi weer was gingen Marina en de kinderen soms voor plezier wel eens mee , doch in haar jeugd, in de eerste jaren van hun huwelijk, toen zij het nog niet breed hadden, had zij, toen Jon twee jaar achter elkaar een halfjaar ziek was, en Stuwitz hun crediet weigerde, de plaats van den tweeden man in de boot moeten innemen en in oliekleeren op zee het werk verricht, in alle weer en wind. Marina’s lievelingsplaatsje gedurende de zomeravonden was in de geopende kamerdeur. Wanneer de zon onderging met hare onbeschrijfelijke wonder-landschappen in de groote, goud-violette zee, dan was het alsof Jon, die daar ginds niet zijn boot lag, zich half in den hemel bevond. Op zulke avonden zat zij gaarne op den drempel, neuriënde, met brei- of ander werk in de handen, terwijl de kinderen om haar heen speelden. Overigens was zij in gestadigen angst voor stormvlagen uit de bergen van het vasteland, voor de vernielende stormvloeden en de verradeiijke scheren, waar plotseling bij het mooiste weer hooge golven konden opkomen. En dan die moeilijke reizen van Jon tegen Kerstmis, wanneer hij zijn gedroogde visoh naar den koopman in Sörströmmen bracht. De reis daarheen was gevaarlijker dan naar Heggelund in M . . . sund, doch slechts noode wilden zij daarheen gaan, sedert het jaar, dat Stuwitz hun crediet geweigerd had. Ook had deze altijd iets op de visch aan te merken en kortte bij hen op den prijs. In de boot, die Jon en Groote-Lars roeiden, zat nu steeds vaker een derde persoon, die, hoe klein hij ook was, reeds goede diensten bewees bij het uitwerpen van het aas. Hij was het zonnetje van huis, de blondlokkige levendige Morten. Steeds vroolijk en gewillig en fluitende, was hij altijd met het een of ander bezig: kleine visebdammen, vogelknippen en een massa andere dingen, die hij zelf bedacht. Skorp-eiland met de wonderlijk kronkelende zeeëngte tusschen de kleine eilandjes, alsmede liet vischwater buiten in zee, dat was zijn wereld. Hij raadde precies waar de bot lag, wanneer hij er op uit was om die met de vischvork te vangen; hij was bekend met de gewoonten van elke soort zeevogels en kende eenige ervan, die op de scheren waren uitgebroed en die sedert dien tijd steeds ieder jaar in hun oud nest terugkwamen, om ’s zomers
i- opnieuw naar zee te vliegen met de schare jongen , achter zich. ° i Wanneer de trekvogels kwamen, die naar Finmarken : i moesten, dan zaten er op de scheren rare vogels, ( i' waarvan de kemphanen hem de wonderlijkste toeleken ’ s en hij zat veel te mijmeren over de landen, waar j ï deze toch wel vandaan mochten komen. ■ r Er kwamen ook zangzwanen, die hij wist dat de ! schoonste van alle vogels waren. Hij was elf jaar, toen hij voor het eerst naar de 1 kerk te Sandeid ging en daar de gemeente verzameld 1 zag- . 1 , Hij merkte toen veel op : de kerk had drie ingangen, 1 ; waardoor de eene familie na de andere langzaam ' naar binnen zeilde en daarna in het gelid naast elkaar v gingen zitten, net als de zeevogels thuis op de scheren, de zwarten — de mannen — aan de eene zijde en z I de lichten, de vrouwen met hoofddoeken aan de u andere zijde. o Hij was er bijna op voorbereid, dat hier evenals t thuis de heele schaar plotseling luid krijschende zou r opvliegen. Maar later had hij alleen oog voor de statige me- a vrouw Heggelund, die gekleed in zijde en met een e< zware gouden ketting om de hals vlak ouder de ti preekstoel zat. Zij had een heel klein meisje op schoot, dat lachte en naar hem wees. w Toen bij thuis kwam, kreeg hij voor de eerste maal m in zijn leven een ernstige kastijding. Hij had een preekstoel van steenen opgericht en p zijne broertjes als toehoorders laten fungeeren, terwijl hij het lam met het varken liet trouwen en den h: predikant nabootste. Een flinke oorvijg met zijn st vader s geweldig groote hand brak de plechtigheid vi plotseling af en naderhand kreeg hij nog een flink pak slaag. ci Des zomer’s gebeurde het dikwijls, dat Morten tc alleen met Groote-Lars aan het visschen ging, om de lijnen te helpen ophalen of om met het snoer te In visschen. ot De reus was dan ■ meestal in zichzelf gekeerd, zi. terwijl Morten, gekleed in zijn vader’s trui, die hem veel te groot was en met de roode punt-muts op, v< zich in alle stilte over menige zaak zat te verwonderen. g£ Ook telde hij dan de noord-vaarders, die ’s zomers en in den herfst voorbij stevenden met hunne groote za breede zeilen en de vischlading tot hoog bij de mast w; opgestuwd. Reeds vroeg was hij begonnen lezen te leeren, waarbij Marina zijne onderwijzeres was.
De eerste letters, die hij leerde, waren die, welke uitgesneden waren op een plank in den muur bij de soldering in de berookte, benauwde kamer. Op enkele van die letters waren nog eenige overblijfsels pan gele verf, waarmee zij vroeger beschilderd waren geweest. De einden van de plank waren afgebroken; wanneer men ze echter bij elkaar legde vormden zij iet woord »Fremtid” (Toekomst.) J Marina had hem verteld, dat die in God’s hand agNu ,was hij bezig met den catechimus en dikwijls ag aij achter in de boot zijn les te leeren, terwijl lij het vischsnoer aan den dol vasthoud , — iets vaartoe hij geen permissie kreeg als zijn vader erbij vas. J Op zekeren nacht midden in den zomer waren zij oo ook eens op zee, bij prachtig weer. Om twaalf iur lag de middernachtzon na een prachtigen onderis. als eene roode kogel aan den westelijken horizont erwijl de groote golven met hun violette glans, voortolden zoo ver het oog zien kon. Een oogenblik later ging de zon weer op met een ureool van vér-uitsebietende stralen, gevolgd door en morgenrood, dat wolkenzuilen van goud optrok usschen hemel en zee. De golven lekten als met vurige tongen de boot, 'aarin de twee zwijgende visschers zaten en waarvan len het spiegelbeeld onder, in het water zag. Op dat zelfde oogenblik. haalde Groote-Lars een raehtige roode schol op. Toen hij deze binnen boord gehaald had vroe°ij plotseling aan Morten of het ook in zijn boek 'Ond, dat deze soort roode visch de lijf-visch was an den zeegod. Morten moest bekennen, dat dit niet in den catelismus stond, ten minste zoo ver als hij er tot nu ie in gevorderd was. Lars vertelde hem toen, dat de oogen altijd uit in kop gesprongen waren, wanneer ze boven kwamen ndat de zeegod hun van het leven beroofde zoodra j aan den haak gebeten haddeu. Hiermee was nu eens voor altijd het ijs gebroken >°r een ,lanSe reeks mededeelingen van hetzelfde ibalte, die steeds uitliepen op iets wonderbaarlijks. Wanneer zij nu gedurende de zomeravonden zoo •ten te visschen, kwam Morten veel te weten aarvan hij vroeger nooit had gehoord. (Wordt vervolgd.)
"De driemaster „Toekomst”". "Bredasche courant". Breda, 1903/10/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322146:mpeg21:p00001