EERSTE BLAD. Gfescher & Kemper, V jemarttstraat, Telefoonnnmmei 95 BREDA. GROOTE KEUZE van T A PIJ TE NT, Gordijn- en Mcotal-Stolfra, I BEHANGSELPAPIER Meubels en Keilden. Ingericht voor het geheel in orde maken 1 van huizen, hotels en gestichten. £ Franco verzending van stalen en goederen t Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan. t
Aan onze ahonné's! Eeri Amusant Damesboek is GËRALDIME DOOR CORNÉLIE NOORD WAL. Een kloek deel van 336 pagina’s. De prijs van dit prachtige, uiterst boeiende boek is voor de geabonneerden op de Bredasche Courant slechts: ingenaaid f \ fraai gebonden \ BEKENDMAKING. LICHTSTERKTE VAN HET GAS. Burgemeester en wethouders der gemeente Breda brengen ter openbare kennis, dat, blijkens het
rapport van den heer dr. Remders, in de maand October 1903 de lichtsterkte van het gas, berekend m Engelsche standaardkaarsen, bij een verbruik van - 141,6 Li. gas per nur, was: bet hoogst 26 Oet. — 16,5 en het laagst 8 » — 13 2 terwijl de. gemiddelde lichtsterkte was 15. Zwavel in mG. per M3. gemiddeld 757. Ammoniak » » » » » ^ 1 Koolzuur in volume-procenten » L46. Breda, 10 Nov. 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed GUL JÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING, INRICHTING, WELKE GEVAAR, SCHADE OE HINDER KAN VEROORZAKEN BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda ■ bezien het adres van: ’ J. van Oirschot, wonende te Breda, vergunning verzoekende tot het plaatsen van een gasmotor van twee paardenkracht in het perceel, gelegen in deze gemeente aan de Nieuwe Ginuekenstraat 31, kadastraal bekend onder sectie B, n° 3280; Gelet op de bepalingen der hinderwet; Brengen de door den adressant gedane aanvrage ter algemeene kennis, met bericht, dat het daartoe strekkend verzoekschrift met de bijlagen, genoemd m art. 5 der voorschreven wet, op de gemeentesecretarie zijn ter visie gelegd en dat op den veer- i Lenden dag na de dagteekening dezer, zijnde ■ Maandag 23 Nov. a. s., door burgemeester en wet- I houders, des middags te 12 uur, ten gemeente huize i eene zitting zal worden gehouden, ten einde gelegenheid z te geven, om bezwaren tegen het plaatsen van den brengen1”611 gaSm°tor mondel‘ug of schriftelijk in te c Zullende deze worden aangeplakt op het perceel ; voor de inrichting bestemd. p 1 Breda, 9 Nov. 1903. ” o Burgemeester en wethouders voornoemd: 11 ED. GULJÉ, burgemeester. 0 A. R.. VERMEULEN, secretaris. d bi bekendmaking. y, KOEPOKINENTING. w BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda rengen ter openbare kennis, dat de gemeente-genees S1
I heeren, op Zondagen 1, 8 en 15 November a. s., j des namiddags van 1 tot 2 uur, in een der lokalen van het gemeente-ziekenhuis zullen aanwezig zijn tot liet kosteloos verrichten der koepok-inenting en her-menting, met uitnoodiging aan de ingezetenen om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maken. Breda, 27 Oet. 1903. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed, GULJÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1903/11/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322163:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1903/11/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322163:mpeg21:p00001
{Van onzen correspondent). Mouimseniana, Berlijn, 8—XI—’03. r- Sw°He,gelTd,e’ wiens Plecht‘ge uitvaart inde Kaïser Wilhelm Gedachtuiskirehe met vorstelijke eerbewijzen gepaard ging, was een populaire figuur in Derlijn. Zooals van zelf spreekt, zou het meerendeel er groote massa met den mond vol tanden hebben gestaan, wanneer de vraag gesteld was, waarop Mommsens beroemdheid in de gansche beschaafde wereld zich eigenlijk baseerde. Trouwens, wat dit betrett, zou men ten opzichte van Helmholtz en Vireuow, die nimmer de »Volkstümlichheit” van Mommsen hebben bezeten, het antwoord evenzeer zün schuldig gebleven. J Zooveel is zeker, dat de nestor der historische wetenschap zijn populariteit niet uitsluitend aan zijn groote geleerdheid te danken had. Gewoonlijk be- I kommeren geleerden van Mommsen’s capaciteiten zich weinig om de dingen van den dag. Zij gaan op in hunne speciale studies en voelen zich het meest thuis m hun stil!- studeerkamer. Voor het »misera plebs” 2ijn en blijven zij een gesloten boek. Als geleerde bleef Mommsen dit even zeer voor e groote massa. Doch hij was meer. Als «trouwe Eckart voor zijn volk, stond hij op wacht midden o de branding van het publieke leven, en heeft nemgmaal ter rechter tijd, wanneer een dringende ipwekking of waarschuwing van bevoegde zijde hem loodig scheen, van zijn door veelzijdige stadie verwerd hoog standpunt, dat hem in staat stelde, de mgen van den dag met ruimen blik te overzien ehartigingswaardige woorden tot zijn volk gericht5 relke bij millioenen zijner medeburgers weerklank onden, en ver over de grenzen van zijn vaderland eerden besproken en gecommenteerd. Een «open brief” van Mommsen was steeds een roote gebeurtenis, niet alleen voor zij te partijvrienden, «
1 ™aar ook voor zijn politieke tegénstanders uit het i konservatieve en klerikale kamp. Wanneer de vrijheid en ontwikkeling van het volk wanneer het vrije onderzoek voor de wetenschap of de vrije uitoefening van de kunst in welken vorm ook (Lex Henize) in gevaar verkeerden, sprong hij steeds in de bres en sprak een woord van pas, dat klonk als een klok. Daaraan was grootendeels zijn populariteit toe te schrijven.. De Berhjner was trotsoh op hem en maakte zijn gasten uit de provincie op hem opmerkzaam, wanneer men den geleerde op straat tegenkwam. En daartoe was dikwijls gelegenheid. Menigmaal zag ik hem, wanneer hij van of naar dekomnk ijke bibliotheek wandelde, steeds meteenige dikke boeken onder den arm. Het was een eigenaardige verschijning, welke zelfs in het drukke Berhjnsche straatgewoel de aandacht trok, waar men overigens van voorbijgangers van verschillende nationahteit en kleederdracht bitter weinig notitie neemt. Ik zie hem daar nog aankomen. Een lange, schrale man in een veel gedragen gekleede jas, het bovenlijf eenigszins voorovergebogen. Het merkwaardige aan dezen ouden man was het hoofd, een echte geleerden op met een dikken krans van sneeuwwitte, van achteren wijd nitstaande l.aren, welke uit den ouden gedeukten flambard uitpuilden en gedeeltelijk op rug en schouders afhingen. Onwillekeurig moest ik altijd aan de naar alle kanten afhangende fijne twijgjes van een berk denken. In het bleeke baardelooze gezicht, dat aan beide zijden door de fijne zilverwitte haren omlijst was, stonden twee oogen achter groote brilleglazen, welke in vroeger jaren scherp en sarcastisch konden flikkeren, doch veel van hun glans hadden verloren en den indruk gaven, alsof de eigenaar steeds m diepe gedanken was verzonken. Niet alleen in zijn voorkomen, maar ook in werkelijkheid was de oude Mommsen een voorbeeld voor het type van den «verstrooiden duitschen geleerde”, en menigmaal W-fMnirder te®kenaars vaQ de vele geïllustreerde Witzblatter op straat een schetsje van hem gekrabbeld bebben om later thuis uit te werken, zonder dat het «model er iets van bemerkte. De oude was steeds in gedachte verdiept, wanueer nj. langzaam, zijn boeken torschende, voorbijging lij had een bijzondere manier om zijn dierbare boeken e ragen. Half op zij, half van voren hield hij ze egen het lijf gedrukt en vouwde beide handen over e schatten van zijn eigen of van de koninklijke ibliotheek meen Ik geloof dat de «kleine man” p straat zelfs Mommsen herkend, zou hebben evenals
een andere populaire beroemdheid, den kleinen schilder i v. Menzei, algemeen de skleine Excellenz” genoemd, 1 over wien ik bij gelegenheid een en ander zal meedeelen. Ofschoon beslist monarchaal, stond Mommsen op j politiek gebied dikwijls tegenover de regeering, wier , opvatting lang niet altijd met de zijne overeen kwam. ] Met groote voldoening en erkentelijkheid zal het j liberale deel der bevolking daarom kennis hebben ] genomen van de bijzonder hartelijke wijze, waarop ( de Keizer bij dit overlijden van een zijner beroemde onderdanen heeft doen blijken K. ' 1
"BRIEVEN UIT BERLIJN.". "Bredasche courant". Breda, 1903/11/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322163:mpeg21:p00001
VAN JONAS LIE. 15. Hij placht ieder jaar zoo een paar nachten op te zitten, wanneer hij vdór Kerstmis naar Tenholm ging, om daar den winkel in orde te maken voor de winter-vischvangst. Het kwam hem minder goed uit om dat thuis te doen bij Ileggeland en hij maakte er steeds nachtwerk van. Dien nacht bracht hij op de debetzijde zijner jaarrekening de som, dien hij aan de bergfin had moeten inwisseleu. Hij zat met de ellebogen op de tafel en leunde met zijn groot rond hoofd op de gebalde hand terwijl zijn roodbruine pruik afgegleden was tot over zijn blinde oog. J 8’DSen zekere zaken aan zijn geestesoog voorbij en het korte gebrom, dat hij soms liet hooren, bewees dat liet donkere onaangename herinneringen waren’ die hij echter meer haatte, dau dat hij er berouw over gevoelde. Zijne gedachten zweefden vele jaren terug, heel naar de finmarksche zee, waar zij zich als zwarte vogels een tijdlang neerzetten op een tot zinken gereed wrak Stuwitz overpeinsde nog eens zijne rekening met den Fm en doordat hij daar telkens op terugkwam was die voor hem aangegroeid tot meer dan een gewone geldkwestie. Want zoolang de Fin nog meer ran die bankbiljetten in zijn bezit had , had hij bewijsstukken , die — hoe oud de zaak ook was, waarop 'J Betrekking hadden — hem toeh gevaarlijk konden vorden, wanneer het eenmaal aan het licht mocht tomen. Gedurende een lange reeks jaren had Stuwitz zich ' teeds, al naardat zijn vermogen vermeerderde, aan ( e^zorgelooze credit-zijde van het leven bevonden. i Zijn hartstocht was de wetenschap, dat hij in alle i 11® op het geld zat terwijl zijn patroon Heggelund r iet zijn dure huishouding, vermoedelijk over eenigé t iren mets meer zou bezitten dan den bundel. Stuwitz was reeds zooveel jaren crediteur geweest, k hij de tegenovergestelde positie reeds lang vergeten e
008 “ “n Nu had hij door den strijd om Ein kragen en ontegenzeggelijk was het een strijd waard -een wapen tegen zich gericht, dat, als het ongeluk wilde hem nog veel dieper kon doen zinken, dan tot die verachte, positie van debiteur. Dat risico pijnigde hem onuitsprekelijk en met ziin vlug verstand beschouwde hij het als een post zoo ernstig, dat de geheele credit-zijde er tegenop woog. er wijl de storm loeide en af en toe de vensterluiken van het huis deed schudden, zat Stuwitz no^ steeds te peinzen in den afgesloten winkel. Het ongewone van dezen nacht was er misschien de oorzaak van, dat hij, meer dan anders, zich overgat aan beschouwingen. Een oogenbhk zweefden zijne gedachten terug naar den tijd, toen hij, niettegenstaande zijne volle vijf en dertig, jaren had willen huwen met de schoone Marina bij Brogelmann. Er was van dien tijd nog een angel blijven zitten, och deze gedachte werd spoedig verdreven door had dentefe beschouwinSen • die °P den Fin betrekking Een oogen blik hief hij het hoofd op en luisterde et was alsof hij een verwijderden noodkreet hoorde doch hij weid niet herhaald en in een nacht als deze Kon er toch niemand gered worden. Iets later zat hij weer verdiept in zijne cijfers en egen den morgen sloot hij de rekening af met een chitterend saldo — zijn steeds groeiend geheim. Aooals Stuwitz bij deze werkzaamheid gewoon was Whtlf 1 ^ f1Jü. jaarlij,kscil kerstfeest uitmaakte, chtte hij ook dit maal er vergenoegd uit te zien üij ging opstaan en wandelde wat heen en weer Sten “e Vertrek’ d0Ch Spoedis §inS hii weer Bij dat saldo-cijfer vertoonde zich voor zün oo" iraSu'T’ maar,steeds duidelijker en duidelijker een 1 raagteeken, dat zich tenslotte in de som inboorde, i lelijk een worm m een noot. De man die zich daar terruste begaf in zijn bed e mder de toonbank, was zelfs niet op zijn manier elukkig. Hij sliep onrustig en ouder het stooten i an den wind droomde hij, dat er iets niet in orde t ras aan de fondamenten van het huis, maar dat hij k ivergeefs trachtte het te verhelpen. J In de morgenschemering van den volgenden da<* I wam J°n zijn baard vastgevroren aan zijn kraag en -a bijna levenlooze man op zijn rug dragende, het d
- domperige vertrek binnen, dat reeds gedeeltelijk ge. vuld was. met de bemanning van een paar anders q booten, die hier ook waren binnengeloopen. a De anderen volgden langzamerhand, terwijl zi: ’ fen, llJk tussehen zich indroegen en dit buiten neeri s legden. De derde geredde was een neef van Heggelund die een paar jaar geleden in het district waren gekoien. Hij was op reis naar de handelsplaats, waar hii de zaken zou drijven gedurende den visehtijd en hij had eene bezending waren meegekregen. Men bracht hem in zijn eigen bed in den winkel waar hij spoedig begon te zweten na het gebruik van een dosis brandewijn. De anderen ontkleedden zich en hingen hunne kleederen over de droogstokken bij het vuur, daarna begaven. zy zich naar hunne slaapplaatsen, waar ze spoedig zoo vast sliepen, alsof ze plan waren nooit j weer wakker te worden. Terwijl eenigen in het koude pakhuis bezig waren met den half-verdronken man, zaten anderen op de anken , die rondom in het kleine vertrek geplaatst waren en waar men eikaars gezicht bijna niet zien xon aoor den vochtigen damp heen. Zij zaten te eten uit hunne provisietrommels of rookten hunne pijpen. Later op den avond , toen de levensgeesten bij den alfverdronlren man weer waren opgewekt, begon een v.roohjke snaak op eene harmonica te spelen, die hii zich voor Kerstmis gekocht had, doch spoedig deed de algemeene vermoeidheid hare rechten gelden. lerwijl het traanlampje zijn mat licht wierp door het warme vertrek , waar allen thans in hunne slaapplaatsen langs den muur de slaap der vermoeienis siepen, woedde de storm nog steeds op zee, waar ook dezen nacht menigeen een strijd op leven en dood met de elementen streed. Den volgenden dag, toen de zee na eon storm van twee etmalen, weer tot kalmte gekomen was, hoorde men van menig ongeluk spreken. . s Morgens zag men in zee een boot, die op een eigenaardige manier steeds in een kring ronddraaide. Het waren twee mannen in een vijfmansboot, die ! nog zoodanig in een staat van verdooving verkeerden engevolge van afmatting, dat zij beide aan denzelfden 1 kant zaten te roeien. ^ Toen men de boot naderde , viel een van hen om. i Urie anderen waren dood. r De bemanning had den storm in den winternacht 1 loorstaan door zich aan de netten vast te houden.
Op een verlaten omgeslagen boot, die iets later op •e den dag aan strand kwam drijven, vond men in de kiel zes messen gestoken, waarvan er een afgebroij kon was. Men had zich vastgehouden aan het dolkmes en wat er later gebeurd was, sprak van zelf e Daar een der geredden een familielid was van den i. principaal, bood Stuwitz naar aanleiding daarvan Jon e crediet aan in den winkel. Ook liet hij zoon beetje 3 doorschemeren, dat het wel mogelijk was, dat het verhoor zou worden ingetrokken. , Hoe hoog de nood ook gestegen was, zon Jon niet : h°ogst ongaarne een gave ontvangen uit de hand van zijn doodsvijand. Doch nu lag in Stuwitz’ . toon iets — en wel met voorbedachten rade — dat . hem te kennen gaf, dat hij de redding niet ondernomen zou hebben wanneer hij daarin niet eene goedberekende speculatie gezien had. Jon antwoordde daarom kort en bondig, dat hii wat Hij gedaan had, niet had gedaan terwille van het geld en den naam van dief kon Stuwitz hem noch uitmaken001 afnemen’ ~ dat zou de rechter moeten Daarna maakte Jon zich gereed om naar Söi strömmen te zeilen waar hij, boven alle verwachting zoo gelukkig was het crediet te kunnen krijgen, dat hü voor de wintervisehvangst noodig had. J De oorzaak daarvan kwam Jon niet te weten. Die zat m een klein briefje, dat de jonge Audreas Heggeund, die het gesprek tusschen Jou en Stuwitz gehoord | had met een van de mannen in Jon’s eigen boot naar Sorstrommen gevonden had. ° Baar , den vóór Kerstmis thuis kwamen had Manna in den grootsten angst verkeerd we-eus den storm, die er gewoed had. a Dat Jon te Sörstrommen crediet had gekregen verschafte hun groote vreugde en eveneens toen Li/vmgered’ had! J meUSCllen de ^slagen boot Toen zij vernam, dat hij bij Stuwitz zelf geweest was, maakte zij een kruis. feuweest zjj had ook iets te vertellen, namelijk, dat Isak Lovoen dood was, hetgeen hun beide erg’bedroefde Doch toen Marina, later op den avond, toen de kerstboom aangestoken was, hem vertelde wat haar nleel vader haar had medegedeeld, wat zij hem nu wd mocht vertellen en zij de doekspeld uit haa! ki!t nam , toen trok Jon haar plotseling op zijn knie en tot hare verwondering zag zij, dat hij vochtige oogen had. (Wordt vervolgd.)
"De driemaster „Toekomst"". "Bredasche courant". Breda, 1903/11/11 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000322163:mpeg21:p00001