Bredasche courant

——- — —— i—Kaa—a—n—m—am—aiBBaH— VOORHANDEN de nieuwste portretten van Broese’s Boekhandel' 1 *■ 111 ® LUI. lil FBII KI! IDMUIi, i \J v3 b DUÖKIlclII 11(31. in alle grootten en poses, met passende mora-standaards met kroon.

EERSTE BLAD.

* Veranderingen in advertentiën gelieve .1 'l

men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, c daar anders niet voor de uilvoe- ^ ring der verandering kan worden ingestaan. v BE UITGEVERS. ' , , r

Behangerij. Bedden fabriek. m\\l VERBOEVEiV, Yeemarkt 32. Interc. Telepli. 212. BREDA. Magazijn „De Vlinder ’. Inpricht voor getale MEDBILEERING. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeerderij. Meubelfabriek.

Vóór 1 Augustus van dit jaar zullen, ingevolge de bepalingen der reeds onder het vorige ministerie aangenomen Woningwet, de gemeentebesturen nieuwe verordeningen moeten maken op het bouwen en bewonen van woningen. Bat zal een ingrijpend werk zijn, waarmee men, wil men het op tijd gereed hebben, wel binnen niet al te langen tijd een aanvang mag maken en daarom kan het nu zijn nut hebben, den inhoud van deze wet te schetsen. De volkshuisvesting is een onderwerp, dat dringend de zorg der overheid vereischt, reeds lang heeft de overheid dat geweten. In 1853 toch noodigde Koning Willem III het Koninklijk Instituut van Ingenieurs uit een rapport omtrent volkshuisvesting en de middelen om daarin verbetering te brengen, op te maken; lat rapport verscheen in 1855 en daarin werd o m geconstateerd dat de woningen Ier dieren vaak minder slecht waren lan die der menschen” en ruim 40 jaren ater kwam een wet op de volkshuisrestin g.

Deze Woningwet, die thans haar uitvoering met rassche schreden tegemoel gaat, begint met te verklaren, dat de volkshuisvesting een »voorwerp” var aanhoudende zorg der gemeentebesturen is en omschrijft dan de macht, die in deze aan de gemeentebesturen wordt gegeven. De gemeenteraad stelt in het belang van gezondheid en veiligheid voorschrifvast, betreffende de eischen waaraan moet worden voldaan: a. bij het bouwen van woningen; b. bij geheele of gedeeltelijke vernieuwing van woningen; c. met betrekking tot bestaande woningen. Voorts stelt de gemeenteraad, in het belang van gezondheid en zedelijkheid, voorschriften vast nopens behoorlijke bewoning. Deze voorschriften kunnen verschillend zijn naar gelang van den aard en de grootte der woningen alsmede van haar ligging in de verschillende deelen der gemeente. Daarbij kunnen eischen worden gesteld omtrent de afscheiding van slaapplaatsen en de ruimte der vertrekken in verband met het aantal bewoners, zoodat ophoopingen van menschen kunnen worden voorkomen. Ten aanzien van geheel of gedeeltelijk te vernieuwen of nieuw te bouwen woningen , moeten voorschriften vastgesteld worden betreffende: a. de plaatsing van de gebouwen ten opzichte van den openbaren weg; b. de hoogte van de gebouwen; c. de afmetingen der ter bewoning in te richten vertiekken; d. beschikbaarheid van drinkwater; e. brandgevaar; f. voorkoming van vochtigheid in fundamenten en muren; g. lichtheid van muren, vloeren, trappen, zolderingen en dak; h. verwijdering van rook, water en vuil; i. toevoer van lucht en de bepalingen van sub e tot en met i. zijn ook van toepassing op bestaande woningen. Zonder schriftelijke vergunning van Burg. en Weth. is het verboden een tot bewoning bestemd gebouw op te richten of zoodanig gebouw geheel of gedeeltelijk te vernieuwen. Het is ook zonder die schriftelijke vergunning van Burg. en Weth. verboden tot woning in gebruik te nemen een gebouw of een gedeelte van een gebouw, laatstelijk niet als woning gebezigd Voldoet een nieuw gebouwde woning of een bestaand perceel dat voor woning werd ingericht, dus niet aan de voorschriften dan kan den huurder of den eigenaar het betrekken van die woning verboden wmrden. De vergunning om te bouwen of te verbouwen mag echter dan ! alleen geweigerd worden, wanneer niet aan de door den gemeenteraad vast te stellen voorschriften wordt voldaan. Gelijktijdig met de wet op de volks-

t- huisvesting is nog een andere wet aanït genomen, die het staatstoezicht op de e volksgezondheid regelt. — Woning- en n Gezondheidswet worden zij in de wanden ling genoemd — en dit toezicht is opn gedragen aan een centralen gezondheidsIt raad, aan inspecteurs en gezondheidscommissiën. De verordeningen van de g gemeenteraden betreffende de volkshuis- vesting, de verwijdering en den afvoer n van vuil, de reinheid van wegen en n wateren, de voorkoming, wering of be- teugeling van besmettelijke ziekten, de t drinkwaterleidingen of andere voorziei. ningen ter verkrijging van drinkwater, t het gezondheidstoezicht op levensmidde, len on alle overige verordeningen in het e belang van de volksgezondheid mogen i niet worden vastgesteld, gewijzigd of i ingetrokken, dan na ingewonnen advies - van de gezondheidscommissie ofgezond3 heidscommissiën, voor de gemeente vast- gesteld. Volgens de Woningwet worden boven3 genoemde, door den gemeenteraad vast - te stellen voorschriften aan de goedkeuï ring van Gedeputeerde Staten onderworpen, die, alvorens te beslissen het advies : van den inspecteur inwinnen, die natuur- lijk weer de gezondheidscommissie hoort. 1 Gedeputeerde Staten deelen, wanneer ï zij de goedkeuring weigeren, onder - overlegging van het raadsbesluit, hun ; beslissing mede aan bovengenoemden ï centralen raad. Acht deze vernietiging 1 van dat besluit noodig, dan brengt hij ■ een met redenen omkleed advies aan den i Minister van Binnenlandsche Zaken uit. ■ Op deze wijze oefent dus de regeering . controle uit op gemaakte voorschriften i en ook kan zij dwang uitoefenen op nalatige gemeentebesturen en wel op de volgende wijze. Wanneer een gemeenteraad binnen twee jaren na het in werking treden der wet, voor zoover geen vrijstelling is verkregen , geen voorschriften vaststelt, dan stellen Gedeputeerde Staten, den inspecteur gehoord en onder overlegging van diens advies aan den gemeenteraad zoodanige voorschriften vast, onverminderd de bevoegdheid van den gemeenteraad om deze voorschriften, behoudens de vereischte goedkeuring, te wijzigen of in te trekken. Zijn Gedeputeerde Staten bovendien van oordeel dat, den inspecteur gehoord, wijziging of intrekking van reeds vastgestelde voorschriften dringend j wordt vereischt, zoo noodigen zij, met 1 overlegging van het advies van den in- j ! specteur, den gemeenteraad uit tot een wijziging of intrekking over te gaan. { Voor zoover medewerking hiertoe door 1 den raad wordt geweigerd kunnen Gede- J puteerde Staten, na verloop van een jaar, 1

met goedkeuring der regeering, die voorschriften wijzigen of intrekken. Een gemeentebestuur houdt op de volgende wijze controle op de volkshuisvesting. Verhuurders van woningen, welke minder dan drie ter bewoning bestemde vertrekken bevatten en gelegen zijn in gemeenten, die meer dan 20.000 zielen tellen, zijn, onverschillig of de woning op zichzelve een gebouw vormt, dan wel een deel van een gebouw uitmaakt, verplicht bij het bestuur der gemeente, waarin die woning is gelegen, binnen een door het gemeentebestuur vast te j stellen termijn, aangifte te doen van: a. hun naam, voornamen en woonplaats, b. de ligging, zoo mogelijk met aanduiding van straat en nummer van het gebouw, waarin zich de verhuurde woning bevindt, c. het aantal vertrekken der woning, d. het aantal der bewoners met vermelding van naam en beroep. De verhuurders zijn voorts verplicht nieuwe aangifte te doen binnen een maand, nadat de woning door een nieuwen huurder is betrokken. Burg. en Weth. brengen voor den 45den van elke maand, de opgaven in de afgeloopen maand ontvangen, ter kennis van de gezondheidscommissie, wier taak dan aanvangt. Zij wijst de woningen aan, die, hetzij wegens niet inachtneming van de voorschriften omtrent nieuwe, bestaande of niet behoorlijk bewoonde woningen, hetzij uit anderen hoofde ongeschikt ter bewoning zijn, of waarbij het aanbrengen van bepaaldelijk aangeduide verbeteringen, in het belang van gezondheid, zedelijkheid of veiligheid noodzakelijk is, alsmede die, waarin meer personen gehuisvest zijn dan volgens de plaatselijke verordening geoorloofd is. Cok kunnen vier of meer meerderjarige personen bij het gemeentebestuur klachten indienen, betreffende in hun buurt gelegen woningen, waaromtrent het gemeentebestuur het advies der gezondheidscommissie inwint. Het gemeentebestuur treedt alsdan handelend op. Strekt het advies der gezondheidscommissie tot onbewoonbaarverklaring, dan lokt het een desbetreffend oesluit van den gemeenteraad uit en svorden verbeteringen noodig geacht, dan Aordt de eigenaar, vruchtgebruiker of aeheerder der woning daarvan in kennis gesteld, alsmede van de gevolgen, die iet niet-aanbrengen van deze verbete’ing na zich kan slepen. Zijn er in de woning meer personen gehuisvest, dan de verordening veroorooft, dan worden de personen, die daarin, n strijd met de verordening, hun intrek lebben , gelast die woning te verlaten en

den bewoner, hoofd van het gezin, aangeschreven de bewoning door genoemde personen te doen staken. Burg. en Weth. kunnen ook de gezondheidscommissie gehoord, op eigen initiatief handelen. Natuurlijk staat omtrent deze besluiten, aanschrijvingen enz. beroep op Gedeputeerde Staten open. De onbewoonbaarheid, de ontruiming, de sluiting en eindelijk de afbraak van de woning zijn dan de wapenen, welke de wet aan Burg. en Weth. geeft om tot betere toestanden te geraken of ten minste slechte woningtoestanden op te heffen. Van alle in deze door den gemeenteraad of door Burg. en Weth. genomen besluiten of voorzieningen, kunnen de getroffenen bij Gedeputeerde Staten in hooger beroep gaan. Ten slotte kan onteigening plaats hebben. Om deze voor de gemeentebesturen gemakkelijker te doen zijn dan bij de bestaande Onteigeningswet het geval is, is aan de Woningwet een vierde titel toegevoegd: »Over de onteigening in het belang der volkshuisvesting.” In het belang der volkshuisvesting kan onteigening plaats hebben. lo. Ter ontruiming van oppervlakten, waarop ten gevolge van gebrekkigen toevoer van licht en lucht of gemis van andere, voor bewoonbaarheid noodzakelijke vereischten, in verband met den onderlingen samenhang der gebouwen, afdoende verbetering der woningen langs anderen weg bezwaarlijk uitvoerbaar is: 2o. ter verwijdering van een of meer woningen, waarvan afdoende verbetering in verband met haar ligging onderling of ten opzichte van andere woningen of perceelen bezwaarlijk uitvoerbaar is; 3o. ter verwijdering van een of meer woningen of perceelen, die, al of niet geschikt ter bewoning of niet ter bewoning bestemd beletten dat aangrenzende of nabijgelegen woningen in bewoonbaren staat kunnen worden gebracht; 4o. ter verkrijging van de beschikking over onbebouwde of bebouwde eigendommen, ten einde uitvoering te kunnen geven aan een in het belang der volkshuisvesting vastgesteld bouwplan of aan een plan vastgesteld met het oog op de uitbreiding van de bebouwde kom der gemeente. De onteigening geschiedt ten name der gemeente of van vereenigingen of maatschappijen , in het belang van verbetering der volkshuisvesting werkzaam en als zoodanig onder goedkeuring harer statuten en reglementen , door de regeering, Gedeputeerde Staten gehoord, toegelaten. Onteigening heeft plaats uit kracht van een besluit van den gemeenteraad. Slechts de werkelijke waarde der goederen wordt vergoed en bij de bepaling daarvan wordt niet gelet op verhuiskosten, kosten voor inrichting van een nieuw gebouw, overdrachtskosten bij aankoop van een zoodanig gebouw en renteverlies Indien het te onteigenen gebouw onbewoonbaar is verklaard, wordt vergoed de waarde van den grond en van de bouwmaterialen, in geval het gebouw voor geen enkel doeleinde kan worden gebruikt. In geval echter het gebouw tot een ander doeleinde dan tot bewoning zou kunnen worden gebruikt, wordt vergoed de waarde van den grond en van de bouwmaterialen, vermeerderd met zoodanig bedrag als billijk kan worden geacht in verband met de meerdere voordeelen, welke de eigenaar uit bedoeld gebruik zou kunnen trekken. Indien een aanschrijving tot het aanbrengen van verbeteringen ingevolge de bepalingen der Woningwet is gedaan, zonder dat daaraan gevolg is gegeven, wordt vergoed de waarde die het gebouw zou hebben in geval zoodanige verbeteringen waren aangebracht, met aftrek van de kosten van verbetering. Indien het gebouw door een grootei aantal personen wordt bewoond, dan

volgens plaatselijk gebruik geoorloofd is, wordt bij het bepalen van de werkelijke waarde geen rekening gehouden met de vermeerdering van huurprijs, welke uit die overschrijding voortvloeit. Voorts zorgt de Woningwet ook voor uitbreiding der bebouwde kommen van gemeenten; geeft aan den gemeenteraad bevoegdheid om, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, een plan tot uitbreiding vast te stellen en daarbij den grond aan te wijzen, die in de naaste toekomst voor den aanleg van straten pleinen en parten is bestemd terwijl op doeltreffende wijze gewaakt wordt tegen misbruik, dat gemaakt zou kunnen worden door op de aangewezen terreinen te gaan bouwen of op andere wijze hun waarde te verhoogen met het oog op een te verwachten onteigening. Op de volgende wijze houdt de Woningwet rekening met de goedgezinde eigenaars of beheerders van perceelen, wier financieele toestand niet zoodanig is, dat deze hen in staat kan stellen om de verbeteringen aan hun perceelen aan te brengen, welke in het belang van ge zondheid, zedelijkheid of veiligheid noodzakelijk zijn. Bij besluit van den gemeenteraad kunnen rentedragende voorschotten worden verleend aan hen, die van Burg. en Weth. een aanschrijving hebben ontvangen om verbeteringen aan hun perceelen aan te brengen, welke in het belang van gezondheid, veiligheid of zedelijkheid noodzakelijk zijn onder voorwaarden van aflossing, uiterlijk in veertig jaren, in gelijke jaarlijksche termijnen of bij wijze van annu'iteit. Deze voorschotten zijn boven hypotheek bevoorrecht op het gebouw, ten behoeve waarvan zij zijn verleend. En om nu vereenigingen of maatschappijen, die de verbetering der volkshuisvesting op het oog hebben, haar taak gemakkelijk te maken, kunnen ook bij besluit van den gemeenteraad, onder nader te regelen voorwaarden, voorschotten en bijdragen worden verleend onder voorwaarde dat het bedrag, hetwelk voor rekening der vereeniging of der maatschappij blijft, uiterlijk in veertig jaren in gelijke jaartermijnen ofbijwege van annuïteiten wordt afgelost. Bij besluit van den gemeenteraad kunnen gronden en gebouwen worden aangekocht, ten einde deze aan vereenigingen en maatschappijen over te dragen tot aanbouw of verbouw van woningen in het belang der volkshuisvesting. Is de gemeente daartoe financieel onmachtig, dan kunnen haar daartoe door de Regeering uit ’s Rijks kas voorschotten worden verleend. De rente en aflossing daarvan moeten voldaan worden in ten hoogste veertig gelijke annuïteiten , maar wanneer dit sommige gemeenten soms door onverwachte omstandigheden bezwaarlijk zou vallen, dan kunnen daaraan, tot betaling dezer annuïteiten, bijdragen worden verzekerd uit ’s Rijks kas. Ten slotte geeft de wet een aantal strafbepalingen op overtreding dezer voorschriften, zooals dat nu eenmaal noodzakelijk is, maar die, zooals te hopen is, slechts uiterst zeldzaam toegepast zullen moeten worden, want bij een nauwkeurige naleving dezer wet zal zeker het algemeen belang in niet geringe mate zijn gebaat.