EERSTE BLAD.
Veranderingen in td verten tien gelieve I _ ■ 1 ■ • _
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
iMi fiehangerij. Bedden fabriek. IMS. VERM. Veemarkt 32. Interc. Telepli. 212. BREDA. Magazijn „De Vlinder '. InjEBricht voor ptale MEUSILEERING. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeer der ij. Meu bel fa briek.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/04/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323068:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1904/04/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323068:mpeg21:p00001
i. De regeering heeft met de kortelings ingediende pensioenwet een liefderijke zorg getoond jegens leeraars en onderwijzers, hieronder de vrouwelijke paedagogen natuurlijk begrepen. Niet slechts zullen na aanneming van deze wet ook de onderwijzers van bijzondere scholen aanspraak op pensioen hebben, maar ook het onderwijzend personeel van gemeentelijke H. B. S., onverplichte gemeente burgerscholen en gymnasia, van gemeentelijke middelbare scholen voor meisjes, van gemeentelijke kweekscholen voor onderwijzers, terwijl zoowel de openbare als de bijzondere onderwijzers ontheven zullen zijn van de angstige zorg voor weduwen en weezen. In kringen van burgerlijke ambtenaren heeft zich tegen dit concept verzet geopenbaard , omdat zij meenen , dat het bedrag, hetwelk de regeering wenscht aan te wenden om de onderwijzers te helpen hen — de burg. ambtenaren — in minder goede conditie zal brengen. Wel gunnen zij den onderwijzers hetgeen wordt voorgesteld, doch zij zijn van oordeel, dat dit met mag geschieden met saldo’s, voortgesproten uit het oude pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren, dat zij en hunne voorgangers door hooge bijdragen hebben gesticht en versterkt. Het bestuur der pensioenvereeniging . van burgerlijke ambtenaren heeft zich, ] zooals men weet, tot de Tweede Kamer <
gewend met het verzoek : le het ontwerp aldus te amendeeren, dat de pensioenen der weduwen of weezen worden verhoogd met een derde van de thans daarvoor vastgestelde bijdragen en 2e eiken band te verbreken, die het wetsontwerp bindt aan het ontwerp tot regeling der pensioenen van weduwen en weezen der onderwijzers. ’t Kan misschien zijn nut hebben eens nader te beschouwen het vraagstuk of hier werkelijk reden tot klagen bestaat Daartoe is ’t noodig eerst in kort te herinneren wat de regeering aan de leeraars en onderwijzers voorstelt en wat zij doen wil voor de tegenwoordige deelgerechtigden. Zij wil 1°. de bijzondere onderwijzers, voor zoover zij aan scholen werkzaam zijn, die volgens de wet subsidie van den Staat genieten, met de openbare op één lijn stellen wat de pensionneering betreft. Ook zij zullen, tegen een bijdrage van 2 pet. van hun jaarwedden, pensioen erlangen. De regeering wil 2°. de weduwen en weezen van onderwijzers, die aan de openbare of de hierboven genoemde bijzondere scholen werkzaam zijn, pensionneeren. Daartoe zullen de onderwijzers worden opgenomen in het Pensioenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren. De onderwijzers zullen daarvoor hebben te voldoen 5 pet. van het bedrag voor hun pensioen-
grondslag en de onderwijzeressen 1 percent. De regeering wil 3°. voor de leeraren aan gemeentelijke hoogere burgerscholen, gymnasia e.a.m. — ik noemde de verschillende categorieën hierboven reeds — dezelfde pensioenregeling in ’t leven roepen, die voor hun collega’s aan de rijksscholen bestaat. In de 4de plaats wil de regeering het bedrag der pensioenen verhoogen met 15 pet Thans zal ik niet verder ingaan op de bijzonderheden der regeling voor de onderwijzers, op het bedrag aan de weduwen en weezen toe te kennen, op de leemten, die volgens reeds gemaakte opmerkingen de regeling aankleeft. De bespreking van de administratieve moeilijkheden, die aan de voldoening van verschillende eischen in den weg staan, zou te ver leiden van de hoofdzaak. Hier geldt het eenvoudig de vraag of door de opneming van de 2000 openbare en bijzondere onderwijzers in het Weduwenen weezenfonds van burgerlijke ambtenaren een onbillijkheid zal worden gepleegd tegenover degenen, die nu in het fonds zijn opgenomen. Het is ter beantwoording van deze vragen noodig de geschiedenis der pensioenregeling na te slaan. Daarvoor moet worden teruggaan tot 1846. In dat jaar is, na verschillende mislukte pogingen, voor de burgerlijke ambtenaren een pensioenregeling getroffen. Er werd bij bepaald dat de toen genoten pensioenen en ook die, welke nader zouden worden toegekend aan alle op 1 Juli 1846 reeds in dienst zijnde ■:
ambtenaren, geheel uit ’srijks kas gekweten zouden worden. Voor de ambtenaren, na dit tijdstip te benoemen, werd bij dezelfde wet een fonds gevestigd, waarin zij — voor zooveel zij meer dan f 460 aan traktement genoten — hun bijdragen zouden te storten hebben en waaruit hun pensioenen zouden worden betaald. Dit is het «Pensioenfonds van Burgerlijke Ambtenaren.” ’t Verwierf groote kapitalen, dank zij de hooge bedragen door de ambtenaren gestort: te weten een afloopende storting van het geheele traktement (voor groote traktementen over 5 jaar, voor kleine over 8 jaar,) terwijl de verhoogingen in 4 jaar moesten worden gestort en daarenboven nog een doorloopende storting van 2 pet. Die doorloopende korting werd in 1873 afgeschaft, wijl toen reeds was gebleken, dat de bijdrage te hoog was in verhouding tot de toegezegde uitkeeringen. Maar de kapita'en, in ’t Pensioenfonds aanwezig, bleven zich opstapelen. Men moet hierbij in ’t oog houden dat bijna alle pensioenen nog steeds uit de Staatsbegrooting werden betaal'1 en uit het fonds enkel de invaliditeits-pensioenen van de ambtenaren na 1846 aangesteld, daar de ouden-dagpensioenen van dezen eerst na 1886 zouden komen. Deze groote aanwas van kapitaal deed in den boezem der ambtenaren den wensch ontstaan, om de overschotten aan te wenden ten bate van een weduwen- en weezen-pensioen. Het Pensioenverbond werd in het leven geroepen. De beweging was van zooveel beteekenis en het doel was zoo lofwaardig, dat de regeering er zich door tot handelen genoopt gevoelde. In 1878 werd een Staatscommissie beï i i i.i -
noemd, met opdracht de grondslagen te onderzoeken, waarop aan weduwen en weezen van alle burgerlijke rijksambtenaren pensioen zou kunnen worden verleend. Zij kwam tot de slotsom, dat zonder gelijktijdige herziening van de bestaande bepalingen, omtrent het eigen pensioen der ambtenaren, het oprichten van een weduwenpensioenfonds niet doenlijk was. Een tweede, meer uitgebreide Staatscommissie, in 1881 benoemd om den toestand te onderzoeken van het bestaande fonds en nadere voorstellen te doen , kweet zich spoedig van het haar opgedragen werk en legde 24 Juli 1881 twee wetsontwerpen, tegelijk met haar rapport, over, het eene voor de eigen pensioenen der ambtenaren, het andere voor die hunner weduwen en weezen. Zij stelde voor het Pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren op te heffen, maar daartegen een algemeen Weduwen en Weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren op te richten, aan welk fonds de kapitalen uit ’t eerstgenoemde fonds zouden worden toegekend. De pensioenen van le burgerlijke ambtenaren, na 1846 aangesteld , zouden voortaan ook ten laste van den Staat gebracht worden en wel sonder bijdragen hunnerzijds, terwijl in t nieuw op te richten fonds alle burgerlijke imbtenaren zouden dealen tegen een
jaarlijksche bijdrage van 5 pet van hun wedde. Het weduwenpensioen zou moeten worden bepaald op 1/4 van de laatst genoten bezoldiging tot een maximum van/’öOO, met verhooging voor ieder kind beneden 18 jaar, zoo dat het gezamenlijk maximum ƒ1200 niet zou te boven kunnen gaan. (Slot volgt.)
"Pensionneering van Onderwijzers". "Bredasche courant". Breda, 1904/04/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323068:mpeg21:p00001
^idnerientun. Den lsten Mei hoopt onze ge|6P liefde Vader, j§|| || G. SCHETTERS, fj H||| den dag te herdenken, waarop hij Hj voor 30 jaar zijn dienst als ge- &Jj | meente-veldwachter te Oud Gastel |ï§l | aanvaardde. jjo|ï |®| Zijne dankbare kinderen. |||j
AGENT gevraagd voor den verkoop van Suiker en enkele bij-artikelen. Aanbiedingen met opgaaf van werkkring en referentiën, onder motto «Agent”, a/h. Alg. Adv.-Bureau ALTA & VAN NUGTEREN, Amsterdam. ZATEKDAG 23 APRIL: OPENING van het milMMUIll Mistral 126, Breit Firma BESSEM & HOOSENMP, Kampen. Winkelbediende. Zeer net JONGMENSCH, R. C., Fransch en Engelsch vloeiend sprekend, zoekt plaatsing voor direct of later. Brieven, n°. 1282, Bureau dezer courant.
1 Voor de maand Juli, geheel of grootendeels, wordt
PENSION GEVRAAGD, voor 4 personen (minstens 2 kamers), in Ginneken of omstreken. Aanbiedingen met prijsopgaven en eenige omschrijving, onder No. 1281, aan het bureau dezer Courant.
SpiritischB Vereeniging. LEZING Maandag 35 April, 8 uur n. m., in de bovenzaal van de «beurs van Breda”. Spreker: de lieer J. J. YAN BROEKHOVEN. ONDERWERP: a. De verschijningen van Christus, in verhand met het spiritualisme. b. Persoonlijke ervaringen van den spreker. Toegangsprijs SS cent.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/04/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323068:mpeg21:p00001