EERSTE BLAD.
Veranderingen in idvertentiën gelieve
men steeds op den dag der uit* gave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
Beliangerij. Bedden fabriek. (& VHOEÏEN, Veemarkt 32. Interc. Teleph. 212. BREDA. Magazijn „De Vlinder”. InpricM voor pkede MEDBILEERING. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeerderij. Meubelfabriek. BEKENDMAKING. BEDRIJFSBELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen , dat de kohieren n°. 5 en 6 van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, over het belastingjaar 1903/1904, invorderbaar verklaard 18 Mei 1904, heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen alhier ter invordering is nitgereikt. Breda, 20 Mei 1904. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd, Ed. GUL JÉ. BEKENDMAKING. BESCHERMING VAN JONGE VROUWEN. De Burgemeester der gemeente Breda. Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, dd. 13 Mei 1904 (Prov. bijblad n°. 50), betreffende het nemen van maatregelen, ten einde zooveel mogelijk te voorkomen, dat jonge vrouwen, welke zich naar elders, bepaaldelijk naar een der groote steden van ons land in dienstbetrekking wensehen te begeven, worden misleid door met slechte bedoelingen in de dagbladen geplaatste advertentiën, of door agenten van onbetrouwbare inrichtingen; Waarschuwt ten zeerste de jonge meisjes, die elders eene dienstbetrekking zoeken, om niet in te gaan op onbekende dienstaanbiedingen, zonder vooraf inlichtingen in te winnen; onder mededeeiing, dat zij bij hem, burgemeester, kunnen vernemen hoe die inlichtingen zijn te verkrijgen. Breda, 20 Mei 1904. De Burgemeester van Breda, Ed. GULJÉ.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323084:mpeg21:p00001
Zou er wel iemand gevonden kunnen worden, dwaas genoeg, om bij eene ontmoeting, dengene, dien hij tegenkomt aan te spreken met Zeer Geachte Heer, of met Weledelgeboren Heer? Welke
indruk zou ’t maken, indien in een gezelschap een der leden een ander aansprak met Hoogedelgestrenge Heer of Weledelzeergeleerde Heer? Hoe belachelijk dit ook lijkt, feitelijk gebeurt het dagelijks, alleen met dit onderscheid, dat men ’tniet zegt, doch schrijft. Maar de bedoeling van een brief kan toch geen andere zijn, dan om schriftelijk iets mede te deelen, wat men om redenen van afstand of welke ook, niet mondeling doen kan. Om ongekunsteld, dus om waar te zijn, dient men zooveel mogelijk de taal en uitdrukkingen te bezigen, die men sprekende zou gebruiken — en hoe weinig lijkt ’tnog daarop. Zou het dan niet eindelijk hoog tijd worden om de kracht te breken, waarmede een bespottelijke eeuwenoude gewoonte zich nog steeds verzet tegen den geest van eenvoud en waarheid, die in velerlei opzicht het kenmerk van den tegenwoordigen tijd is en zich o. a. ook in onze spelling vertoont. Nog altijd zijn wij zoo gehecht aan oude vormen, dat wij woorden schrijven, zonder over hunne beteekenis na te denken, en dat alleen met de bedoeling, om ’s menschen ijdelheid met te krenken. Zoo betitelen wij onzen kruidenier met «wel edel”, ofschoon wij hem die qualificatie toch volstrekt niet gunnen, als hij ons verklaart, dat zijn geduld als schuldeischer ten einde is. Er zijn menschen, die bijzonder op een praedicaat gesteld zijn — en wel in omgekeerde evenredigheid met het recht, dat zij erop hebben — en zelfs vragen, om het niet op hunne
adressen weg te laten: »Zie je, in zoo’n kleine plaats kent iedereen je en ziet een ander zoo licht je brieven,” Dit zou, logisch gedacht, juist een reden zijn om elke titulatuur weg te laten, want als iedereen je kent, weet ook iedereen dat je edelgeboren, edelgestreng, zeer geleerd of wat ben. Als wij de woorden gaan ontleden, die wij dagelijks schrijven, dan moeten wij ons zelf uitlachen over den onzin, dien wij zonder schroom op papier durven zetten. Een subaltern officier is WelEdelGestreng, vermoedelijk beduidt dit dat hij wel gestreng is, maar tevens edel. Wordt diezelfde heer nu hoofd-officier, dan komen wij door zijne bevordering tot Hoog Edel Gestreng, voor de vraag of die nieuwe »hoog”heid op zijn persoon, op zijn positie, op zijn edel karakter of op zijn gestreng optreden slaat. Een luitenant wordt de »edele gestrengheid” eerst deelachtig, nadat hem een aantal jaren de begrippen van discipline door woord en daad ingeprent zijn; maar ook een student, die met zijne promotie een leventje eindigt vol van allerlei indrukken , doch allerminst van die van tucht, wordt edel en gestreng, en al is hij niet van plan zich op het gebied der justitie te bewegen, hij is eenmaal meester in de rechten, dus: Wel Edel Gestreng. Niet veel dwazer is het, dat diezelfde qualificatie, zeer zachtaardige regeeringsambtenaren wordt toegekend, als notarissen en ingenieurs.
Andere geletterden worden opvallend gevleid en het mag verwondering wekken, dat er nederige doctoren, predikanten en professoren gevonden worden, niettegenstaande hun dagelijks een aantal malen schriftelijk verzekerd wordt, dat zij »zeer” of «hooggeleerd” zijn en behalve dat, ook nog wel eerwaardig of wTel edel. Een der sterkste bewijzen, dat de titulatuur — een overblijfsel uit den ouden tijd — tegenwoordig misplaatst is, levert zeker wel de toekenning van verschillende graden van «achtbaarheid” aan mannen, die slechts aan de overwinning hunner politieke partij , hun functie in de regeering van gemeente of land te danken hebben, doch daarom nog lang niet ieders achting genieten. Zij kunnen het met een beetje succes en een gelukkige verkiezing brengen tot: Edelgrootachtbare Heer. Indien wij ons vasthouden aan de letterlijke beteekenis der woorden, springt de onzinnigheid der titels nog sterker in het oog. Iemand wiens wieg aan de lage kust van Nederland stond, is hooggeboren als zijn vader een graaf was; baronnen zijn niet slechts hoog, maar ook wèl geboren. Beteekent dit wel: voorspoedig of is ’t een afkörting voor welgevormd ? In beide gevallen kan men er even ver naast zijn als bij de edelgrootachtbaarheid van sommige leden, ’t Geval kan zich ook zeer goed voordoen, dat in de geboorte van iemand, die beschouwd en genoemd wordt als weledel te zijn geboren, inderdaad niets edels was, maar wiens verschijning op de wereld gehouden werd als eene schande voor zijn moeder. In plaats dat deze bespottelijke gewoonte vermindert, neemt ze toe en als een ondeugende toepassing van het beginsel der gelijkheid van vrouw en man, m r\4- mor» rv vi l /->4- r*z-w» rT «
ziet men tegenwoordig niet zelden dames — niet-adelijke nog wel — betitelen met «Weledelgeboren Vrouwe”, waardoor vrijwillig het voordeel van de eenvoudige adressen, «Mevrouw” en «Mejuffrouw”, wordt prijs gegeven. Sommigen trachten de bovengenoemde bezwaren te ontgaan; doch hoe? Het middel is erger dan de kwaal. Zij wenden zich om hulp tot de Franschen. maar in plaats van hun voorbeeld slechts na te volgen, neemt men onvertaald over; en zoo ziet men gebeuren, dat Hollandsche menschen aan Hollandsche vrienden in Hollandsche steden ... een Fransch adres schrijven op een Hollandschen brief. Daar zijn er zelfs, die dit zoo mooi of zoo «deftig” vinden, dat ze ook op hun visitekaartjes laten drukken: «Monsieur et Madame X”, terwijl er dan dikwijls in onze eigen taal een woonplaats of ontvangdag bij vermeld is. Anderen trachten de klip te ontzeilen door een, vaak meer dan een regel lange, titulatuur te vervangen door de letters s. s. t. t. Ook dit heeft zijn bezwaren, niet zoozeer in het feit dat velen zelfs niet eens weten, wat en welke Latijnsche woorden zij daardoor weergeven, maar meer nog is de kans, om door den geadresseerde niet te worden begrepen;
en als deze bovendien achterdochtig is, loopt men daarenboven gevaar, dat hij ’t kwalijk neemt. ’t Is wel een zware strijd, dien de voorstanders van afschaffing van titulatuur te voeren zullen hebben, want het gaat tegen sleur en ijdelheid. Toch zou het schande zijn, als wij het ten slotte in onzen verlichten tijd niet konden winnen tegenover een omhaal van woorden, die schoon klinken, doch onnatuurlijk en — letterlijk opgevat — onwaar zijn.
"DWAZE VORMEN.". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323084:mpeg21:p00001
^öocrtcntiën. BEKWAME IJzer- en Haalteers. Aan de Utrechtsche Ijzergieterij, firma A. F. SMULDERS, Hooge landen N°. 1 Utrecht, kunnen GEPHAA.TST worden bekwame IJzer- en Metaaldraaiers, mits van goede getuigen vooraten,
Eotel WPELPU8IN, Oosterhout. Maandag 2den Pinksterdag: Oroot SYMPHONIECONCERT in den prachtigen Tuin van het Hotel, bij ongunstig weer in de groote Concertzaal, door de Stafmuziek van het 6de Regiment Infanterie. AANVANG 7 UUR. Kost en Inwoning te Breda gevraagd, voor een jongen van 13 jaren (Zondags tehuis), bij nette burgermenschen (Prot. Godsd.), bij voorkeur waar toezicht op de studie gehouden wordt. Offerten met opgave van kosten worden ingewacht, onder n°. 1294 aan het bureau van dit blad. DEZE WEEK GEEXP0SEERD: twee aquarellen, Stadsgezichten van Breda, ANT. BEER, A. EXALTö, Veemarktstraat BREDA. Bank van Leening TE BREDA. Openbare Verkooping, op Woensdag en Donderdag den 15 en I6den Juni 1904, van VERSTANE PANDEN, beleend in de maanden Januari, Februari en Maart 1903. Gemelde panden kunnen gelost ot de interest aangezniverd worden vöör of op uiterlijk den Vden Juni te voren.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323084:mpeg21:p00001