EERSTE BLAD.
De bladen van alle richtingen hebben met min of meer juiste commentaar, melding gemaakt van de breuk tusschen de Fransche republiek en het Vaticaan. Merkwaardig vooral zijn de verklaring en de commentaren, die de katholieke couranten bij deze gelegenheid haar lezers hebben voorgezet. Dat zij de zijde des pausen kiezen is verklaarbaar, dat zij fulminante artikelen richten op Frankrijk is begrijpelijk, doch dat zij het ook noodig achten de geschiedenis te verwringen, is niet zoo duidelijk. 11c wil eens beproeven een onpartijdig en historisch overzicht te geven van het belangrijk stuk geschiedenis, dat met deze gebeurtenis is afgesloten. Ongeveer vijftien honderd jaar lang zijn Frankrijk en het hoofd der katholieke kerk met elkaar verbonden geweest en wederkeerig hebben zij elkaar gesteund, hoewel ’t thans niet voor de eerste maal is, dat er een conflict rijst tusschen hen. Tweemaal heeft de Fransche regeering de kerk van den ondergang gered. Eens
deed koning Chlodwig het toen Arius met zijn leer. dat Christus geen God was, de christelijke wereld dreigde te veroverenen hij door zijne bekeering de tegenstanders van Arius een gemakkelijke overwinning bezorgde; voor den tweeden keer gebeurde het in de 16de eeuw, toen geheel Frankrijk naar de leer van Luther overhelde, maar de Fransche koningen met geweld hun onderdanen daarvan terughielden (Barthelomeus-nacht) Dat niet altijd de godsdienstige overtuiging de drijfveer was tot zulk handelen, bewees Lodewijk XIV, die in een twist met den paus, dezen tot toegeven wist te dwingen door de bedreiging, dat feij anders het Protestante geloof in zijn rijk zou invoeren. Uit het voor Frankrijk gunstige resultaat bleek tevens, dat de paus begreep boe toen gold: regis voluntas suprema lex (de wil des konings is de hoogste wet). De groote revolutie sneed de banden tusschen staat en kerk finaal door, maar Napoleon, door staatkundige motieven gedreven, herstelde die weer. De 26e Messidor van het jaar IX sloot de eerste consul met Pius VII het Concordaat, dat 10 September 1801 geratificeerd werd, maar eerst den 8sten April 1802 de noodige wettelijke bekrachtiging ontving. Behalve het Concordaat, waren er toen aan bijgevoegd de zoogenaamde »articles organiques” , een aanhangsel, feitelijk niets anders dan een Fransche wet, regelende het toezicht van regeeringswege op de kerkgenootschappen. Alleen met het Concordaat dus hadden en de paus en de Fransche regeering rekening te houden, met de articles organiques alleen de Fransche regeering. Als men nu weet, dat. de bepalingen van het Concordaat en van de articles organiques lang niet overeenstemmen, dan begrijpt men tevens, dat een bijna onaf- j gebroken twisten gevolg was van deze ] overeenkomst. v j Het Concordaat gaat uit van de ver- ] daring, dat de roomsch-katholieke godsiienst, de godsdienst is van de meerder- ; beid der Fransche burgers, dat de kerk 1 ran de inrichting van den katholieken 1 ^eredienst in Frankrijk zeer veel goeds < J i
viiv^ivuiui, uiu wcmt) reuen consul en paus overeenkwamen, »zoowel ten bate van den godsdienst, als tot behoud van de inwendige orde”, eene regeling te maken betreffende de benoemingen der wereldlijke geestelijken en haar bezit van kerkgebouwen en een behoorlijk tractement. Deze tweezijdige overeenkomst bevatte 17 artikelen. Van de articles organiques hebben de eerste 77 artikelen uitsluitend betrekking ! °P de katholieke kerk, maar de volgende artikelen handelen over de protestante kerk. Nu ontkent het vaticaan zich schuldig gemaakt te hebben aan Concordaatschending, omdat de bepalingen, opgenomen in de articles, de kerkelijke overheid niet raken. Naar de letter is dit gedeeltelijk waar, doch de Fransche regeering wijst er den paus op, dat de
t katholieke kerk reeds gedurende een , eeuw de organieke artikelen geduld heeft - en wat meer zegt, nooit bemerking ge3 maakt heeft op artikel I van het Concor■ daat, luidende: »De kerk geniet de in i »het Concordaat beloofde voorrechten, ! snaar de mate deze in de wet uitvoerig y>aangegeven zijn". In de hier gecursiveerde ! woorden ligt dus een goedkeuring van 1 de organieke artikelen. Over deze artikelen schrijft Thiers in zijn «Geschiedenis van het Concordaat: »Het was voor het Fransche gouvernesment eene geheel huishoudelijke hande»ling, die het alleen betrof en die uit «dien hoofde niet aan den H. Stoel beshoefde onderworpen te worden. Het »was voldoende dat zij niets tegenstrijdigs smet het Concordaat in zich bevatte, ten seinde het hof van Rome zich niet met sgrond zou kunnen beklagen. Door het s(vaticaan) die wet voor te leggen, zou smen zich onoverkomelijke hinderpalen «gemaakt hebben, grooter en talrijker «dan die, welke het Concordaat zelve «ontmoet had.” Artikel I van de Articles organiques bevat de bepaling, dat het vaticaan, zelfs waar het particulieren betreft, niet anders dan met toestemming der Fransche regeering tot hen een schrijven mag richten en artikel 2 verbiedt den nuntius zich te mengen in de zaken der Gallikaansche kerk. De toestand is dus zoo: Frankrijk heeft altijd verklaard dat Concordaat en Organieke artikelen voor dit land één waren en heeft steeds naar die eenheid gehandeld. De pausen hebben wel geprotesteerd tegen die opvatting, maar lieten zich intusschen de Fransche meening welgevallen. Had Pius VII in 1802 dadelijk de Fransche opvatting verworpen en het Concordaat geweigerd, gelijk Pius X nu deed, dan ^ou het pausdom volkomen in zijn recht zijn geweest. Thans heeft ’t den schijn of de paus de breuk gewild heeft. Goede wil, eenig schipperen aan beide zijden en het inzicht dat het Concordaat voor beiden goed en noodig was, hield het juridische onzekere akte-stuk in wezen, dat de kiemen voor een conflict altijd in zich gedragen heeft. En Frankrijk maakte het er den laatsten tijd niet naar, om den paus goed van wil te laten. Daarenboven heerschte bij Pius X blijkbaar nog de overtuiging, dat de Concordaat-band voor de kerk eerder nadeelig dan voordeelig geworden was en daarmede was ■ het vonnis voor het verbreken van den eeuwenouden band uitgesproken. De oorzaken van de breuk zijn te zoeken in de Vereenigingwet en de ontbinding van de niet gemachtigde congregaties, in . de opheffing der onderwijsorden, in ’tgaan van president Loubet naar Rome, de protest-nota van den paus, maar de aanleiding is geweest de zaak van de bis- fl schoppen Geay en Le Nordez. De klerikalen beschuldigden den eersten bisschop van onzedelijk leven en den tweeden van vrijmetselarij. Bewezen zijn beide betichtingen tot nog toe niet. In v
i gewone tijden zou de paus eenvoudig bij t de Fransche regeering ontslag van de - bisschoppen gevraagd hebben, maar nu - ging dat anders. Niet zonder reden ï twijfelde de Fransche regeering aan de , juistheid der aanklacht en zag zij er 1 veeleer een wraakneming in van de i klerikalen, omdat genoemde bisschoppen 1 republikeinsch gezind zijn en geweigerd hadden het bekende protest van de bisi schoppen tegen de orden-ontbinding mede : te onderteekenen. De paus ontbood nu deze twee bisschoppen naar Rome, onder bedreiging hen te zullen afzetten, zoo zij . niet verschenen. Hiermede was ongetwijfeld het Concordaat en waren de . rechten van den staat geschonden en de breuk volgde. De ontbinding van het Concordaat op zich zelf is voor de kerk van minder beteekenis dan de vraag wat er voor in de plaats zal komen. De katholieken kunnen in Oostenrijk troost vinden Daar is sinds 30 jaren het Concordaat vervallen en toch won het klerikalisme er gaandeweg terrein en oefenen de Jezuïeten op weinige uitzonderingen na er de hoogste macht uit in de kerk, het hof en op het platteland. Krijgt nu ook in Frankrijk de kerk volledige vrijheid met een regeeringsbijdrage, zooals in ons land, dan is niets verloren, maar beteekent de opheffing dat nu een toestand zal komen, waarin de staat alleen toezicht houdt op de kerk, zonder tractementen uit te keeren aan de priesters, dan beteekent dat voor de katholieke kerk het begin van bet einde.