verauucnngeD in t advertentiën gelieve d
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden , ingestaan. i DE UITGEVERS. 1
fiiüJföTÜl BLAU.
9 Verschenen en in eiken boekhandel verkrijgbaar: nWTT ,T .TTSTPP.VPnP.
Gids voor Ginneken en omstreken. (Uitgegeven door de vereeniging «Ginneken voorutt”) met wandelkaart der bosschen.
Prijs f 0,30.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001
BEKENDMAKING. INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda, herinneren bij deze aan ouders en voogden, die mochten verzuimd hebben hun zoons of pupillen, geboren in den jare 1885, voor de nationale militie te doen inschrijven, dat daartoe — behoudens de bepalingen der Militie-wet — alsnog deze maand gelegenheid bestaat om aan de inschrijving te voldoen. Het register van inschrijving wordt den 31sten Augustus aanstaande gesloten. Breda, 3 Aug. 1901. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. 1—————— I ■
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001
ue «uipauoouc aauvunucis zijn tri up Uil 0111 Koeropatkine den terugtocht af te snijden. Zij brengen gestadig hun rechtervleugel dichter bij den weg naar Moekden en de felle tegenstand, welke de Russen hun daarbij bieden, bewijst dat ook dezen zeer goed begrijpen van hoeveel belang het voor hen is de Japanners te houden op een bekoorlijken afstand van den aftochtsweg. Of hij daarin kan slagen is de vraag, die voor de naaste toekomst het meest op den voorgrond treedt. Als een poging om zich de Japanners van het lijf te houden moet beschouwd worden, het gevecht bij Hoedsiadsy, waarvan de correspondent van de Birshe wiga Wjedomosti melding maakt, Hij bericht: Op 2, 3 en 4 Augustus had een verwoed gevecht plaats. De Japanners vielen het centrum van de Russische stelling bij Hoedsiadsy heftig aan. De Japanners hadden de beschikking over 53 bataljons, waarvan 36 bestonden uit gewone troepen, de overige waren reserve-troepen. Generaal Koeroki gebruikte de reservisten voor den aanval, terwijl de gewone troepen schijn-manoeuvres deden. De reservisten vielen de Russen met groote woede aan, de gelederen der vijand werden door ons vuur gedecimeerd, doch tot drie-, viermaal toe dadelijk aangevuld. Onze troepen trokken toen langzaam terug kozen betere stellingen, waaruit de vijand beschoten werd met artillerievuur, zoodat hem zware verliezen werden toegebracht. De verliezen der Japanners bij Hoedsiadsy worden geraamd op 10 a 13.000 man. De Russische verliezen zijn, in vergelijking met deze cijfers, onbeduidend, Dat het bericht van Russische officieele zijde is bevestigd, maakt het zeker niet meer betrouwbaar ; dat van Japansche zijde nog niets over dit treffen vernomen werd, doet vermoeden, dat het gevecht van geringe beteekenis was. De leverancier van levend vee voor Port-Arthur is te Liao-Yang aangekomen. Hij zegt dat de vesting nog voor drie of vier maanden van levend vee voorzien is. —...
De Lok. Anz. ontleent n.1. aan een particulieren t briet van een ambtenaar in Port-Arthur, welke c in het Finsch geschreven was, de volgende z woorden: «Geld hebben wij genoeg, maar men 1 kan er niets voor koopen. De laatste week werd 1 mijn hond door de soldaten opgegeten. \ Hier ziet men verwoeste huizen, vernielde z schepen en angstige menschen. Geloof niets van t wat de bladen over onze omstandigheden ver- v tellen. Dat zijn allemaal leugens. Ware mede- d deelingen zult ge tijdens den oorlog nooit krijgen, «3 misschien ook later niet ...” d Nogal verschillend. e De MosTcouer Zeit. bevat een weerzinwekkend * artikel. Het blad raadt aan geen kwartier meer te geven tegen een «halfwilde en barbaarsche * natie” als Japan is. De «vampier” moet ver- j nield worden, om het even of dat «Engeland en der kosmopolitische plutokratie” gelegen 6 komt. Het fraaie artikel besluit aldus: «Het zou 11 misschien menschelijk, maar zeer onverstandig § zijn, als wij duizenden Japaneezen naar Rusland sleepten om daar dysenterie, typhus en cholera 0 onder het Russische volk te verspreiden. Geen u genade en geen gevangenen moet daarom de z leus zijn!” v Het ergerlijkst van dit ergerlijke artikel is 0 nog, dat de anders zoo oplettende censuur deze schandalige woorden passeeren liet! v V
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001
De bekende abbé Loisy zeide in een interview met La Presse: «De bisschoppen en priesters zullen, indien zij hun ambtenaars-positie verliezen, veel van hun aanzien inboeten. De godsdienstoefeningen zullen uit gebrek aan geld in de helft der plattelandsgemeenten geschorst moeten woiden. De onverschillige boeren van zekere provincies, als Champagne of Beaue, zullen zich spoedig er aan gewennen ook zonder de kerk met de gewichtige gebeurtenissen in hun huishouden gereed te komen. De katholieke families hebben geldgebrek. Hoe zullen zij bij de kosten voor de scholen en vele weldadigbeidsinrichtingen ook nog de 100 mill. kunnen opbrengen, die na de opzegging W—t. _j. i 1 i
van het Concordaat noodig' zijn om de godslienstoefeningen in 38000 gemeenten te verzekeren? In plaats van den staat te herstenen tiebben de tegenwoordige katholieken beproefd heelemaal zonder den staat klaar te komen. Dit was een groote fuut, want in dezen strijd hebben dj hun beste krachten verspeeld.” Na de nut:eloosheid van den strijd tegen het staatsonderwijs aangetoond te hebben, verzekert de abbé, lat het heele conflict eigenlijk ontstaan is door le («tegenstelling lusschen onzen godsdienst en le moderne denkwijze.” De kerk heeft 500 jaar ;en uitsluitend ontkennend programma gehad. uTegen iets zijn is echter niet genoeg voor een gezonde ontwikkeliug, men moet ook voor iets :ijn.” De abbé verwacht, dat de kerk in de :erste twintig jaren een geweldige crisis zal loormaken, maar hij gelooft in haar herleving m gezond-wording. Opmerkelijker nog is de brief van een katholiek n de Times. Ook hij acht het conflict een gevolg van het botsen der uiterste elementen. Je radikalen en socialisten wilden het conflict >m den godsdienst uit Frankrijk te bannen, de ïltra montanen om den godsdienst tot volkomen ;egepraal te brengen. Beiden vergissen zich rolgens den schrijver, die hoopt op de eindelijke overwinning der liberale katholieke elementen. Deze liberale katholieken gelooven, «dat de 'erbreking van het Concordaat alles wat aan Tij heid en intellectueel leven in de Fransche ieik overblijft zal dooden. Zij gelooven bovenden dat de pastoor — door de financieele geolgen vei bonden aan het ophouden van alle ijkssalarissen aan geestelijken — de slaaf van et «Kasteel” zal worden, waardoor die af:ankelijke pastoor weer invloed zal verliezen bij e onvermogende gemeentenaren.” De schrijver ziet echter één lichtzijde, omdat r ook zeer eminente liberale Katholieken zijn, ie wel gelooven dat der Katholieke ^erk in rankrijk een ernstige tijd van uitramontaan ïhrikbewind wacht, doch dat in de kerk een sactie moet komen. De Fransche katholieken Jllen op den duur opstaan tegen de ultramoninen.” De Temps verneemt van zijn correspondent te ome, dat het Vaticaan geneigd is bisschop Le
Nordez, die zich onderworpen heeft, met zacht heid te behandelen. In afwachting van d< beslechting van zijn zaak, zal de bisschop nie in zijn diocese gaan; het Vaticaan zorgt vooi zijn onderhoud. In het Trapisten-klooster, waai de bisschop zijn intrek nam, zorgt men er voor dat geen andere dan door het H. officie gemach tigde personen den bisschop kunnen spreken. De paus moet voornemens zijn nog zes andere Fransche Bisschoppen naar Rome te roepen om zich te verantwoorden wegens te groott welwillendheid jegens de Fransche Regeering zoodat het nu van een breuk een formee'e strijc schijnt te zullen worden. Volgens de Semaine religieuse uit Dijon heeft bisschop Le Nordez van den president van der ministerraad een aankondiging ontvangen, dat zijn bezoldiging is opgehouden sedert den dag. dat de bisschop naar Rome vertrokken is. Het Vrijdenkerscongres te Rome zal 20, 21 en 22 September a. s. worden gehouden in het Romeinsche College”, vlak bij het Vatikaan, Het zal door 2000 afgevaardigden uit allerlei landen worden bijgewoond. De Noorsche dichter Björnstjerne Björnson gaat er ook heen. Het Nowoje Wremja bevat een telegram uit Wladiwostok, dat het prijsgericht den 5en de zaak van het in den grond boren van het Engelsche stoomschip Kniglit Commandei heeft behandeld. Het besliste, dat het stoomschip met de lading rechtmatig voor goede prijs is verklaart en dat 'het in den grond boren een daad is geweest, die met het volkenrecht strookt. Bij de behandeling der zaak kwam aan’t licht, dat de uit spoorwegmateriaal bestaande lading via Japansche havens naar Tsjemoelpo was bestemd waarschijnlijk voor den spoorweg van Seoel naar de monding van de Jaloe. 1 Augustus heelt de paus een maatregel tegen de Ckristelijke Democratie in Italië uitgevaardigd, die te denken geeft. De Christelijke Democratie, door Leo in het leven geroepen, maar later eenigszins door hem in haar ontwikkeling beteugeld, is in Italië een groote macht geworden, al onthoudt ze zich, krachtens het pauselijk bevel, van direct politieke actie. Door duizenden iandbouw-banken, landbouw vereenigingen, onderlinge verzekeringsfondsen , coöperatieve melkerijen, bakkerijen en kruidenierszaken oefende zij zeer grooten invloed uit. Pius X heeft deze groote veelhoofdige beweging willen kanaliseeren en onder direct opzicht van de geestelijkheid brengen. Hij deed dit door het «Algemeene Congres der katholieke sociale werken” op te heffen en slechts de plaatselijke congressen in stand te houden. Van de vijf groepen bleef er een over; de anderen zijn veroordeeld en onder de absolute voogdij der bisschoppen geplaatst. Uit deze groepen moeten, op pauselijk bevel, alles niet door hun superieuren gemachtigde priesters en alle leeken, die niet ernstig en onvoorwaardelijk aan de pauselijke bevelen gehoorzamen, verwijderd worden. Op de vergaderingen mogen geen vrouwen spreken «hoe eerbiedwaardig en vroom deze ook zijn mogen”. Mochten de bisschoppen in een bijzonder geval eens een vrouwen-vergadering gedoogen, dan mogen de dames toch niet het woord voeren dan onder toezicht van ernstige kerkelijke persoonlijkheden. De bijeenkomsten zullen immer de vormen te vermijden hebben, die smeer in een parlement dan in een broederlijken Christen-kring thuis hooren.” Om kort te gaan, de geestelijkheid heeft de teugels van deze sociaal-katholieke beweging onbetwistbaar in handen gekregen. Het pauselijk besluit heeft echter onder de Jong-Katholieken allesbehalve instemming gevonden , want zij besloten zoo even op een congres te Milaan zich als zelfstandige nationale partij te constitueeren en daarmee «aan de billijke verwachtingen van een zoo groot deel des volks te voldoen.” Ook de Christelijke Democraten van Rome zonden een adhaesie-betuiging. Wordt dus elders de vredelievende, politiek geharrewar-schuwende paus niet begrepen, in Italië raakt men over den «nationalen” Paus in het onzekere. Balfour, in het Lagerhuis vragen beantwoordende, zeide ter zake van de Msluca, dat hij herhalen moest wat hij vroeger gezegd had, er bij voegende dat aan Engeland’s opvattingen in het wezen der zaak geheel toegegeven is. Ik voel niet de geringste spijt, zeide de minister, dat wij het onze deden om de Russische regeering tegemoet te komen, die van haar zijde geen onpractische denkbeelden uitte. Balfour legde nadruk op de omstandigheid dat dit geval iets nieuws was : het doel der Engelsche regeering was, te voorkomen dat dit incident zou leiden tot een gespannen verhouding, waaruit naar het oordeel van den minister gemakkelijk erger dingen hadden kunnen voortkomen. Op een vraag betreffende de Knight Commander zeide de minister dat het schip zeer zeker door de Russische officieren in den grond geboord was omdat het uiterst moeilijk was, het op te brengen, terwijl het schip naar hun meening contrabande aan boord had. Wij blijven, zeide Balfour, bij onze meening dat deze omstandigheden, juist of niet juist, geen rechtvaardiging geven voor het in den grond boren van een onzijdig schip, (Toejuichingen.) Wij hebben van ons standpunt in deze niets prijsgegeven (Toejuichingen.) Uit Rusland wordt alweder een moord op een ambtenaar bericht. Luitenant kolonel Bogulawsky, hoofd van het
district Erivan, in Kaukasië, is op de weekmarkt te Igdyr doodgeschoten. De moordenaar wist te ontvluchten. Minister Hay heeft kortaf aan Tsjeki bei te kennen gegeven dat het geduld der Amerikaansche regeering zoo goed als uitgeput was. Men verwacht dat Tsjeki bei dit onverwijld aan de Porte zal mededeeleD. Uit het Britsche kamp te Lhassa wordt gemeld, dat de nalat Lama gevlucht is naar een klooster op 25 KM. afstands van de heilige stad. Hij wilde de hooge staatsambtenaren niet ontvangen.
"Algemeen Overzicht". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001
SPORTROMAN. DOOR W. MEIJER—FöRSTER. 34. Uren later zat Brandes nog op dezelfde plaats. Het was doodstil in huis, het ratelen der rijtuigen verstomd, de gasten vertrokken, Kathchen weg. Katlichen weg! HOOFDSTUK XVIII. Juffrouw Griotte had in een korten, slecht gestelden brief Konrad verzocht haar eens en zoo het mogelijk was spoedig te komen opzoeüen, omdat ze hem om raad zou vragen. Bij vroeger vergeleken had hij nu weinig te doen, de groote huishouding was opgebroken en Brandes en hij woonden nu in het «Kaiserhof.” Op een mooien Junimiddag kort voor zijn vertrek naar Hamburg, ging hij er heen en vond juffrouw Griotte alleen thuis. De goede vrouw had hem wel niet zoo spoedig verwacht en was heelemaal van streek toen ze poogde de wanorde in haar kleeding sn in haar woning te verontschuldigen. Een onaangename geur van zeepsop vervulde beide kamers, een kuip met linnen stond in het midden en juffrouw driotte met pantoffels, roode onderrok en hoog ipgestroopte mouwen maakte geen al te gunstigen ndrnk. Ze was totaal in de war, vluchtte achter een gorlijn en kwam weer te voorschijn, trdk aan de kuip im ze weg te schuiven en slaagde er enkel in groote ;ulpen water over den grond te storten, wreef over en stoel die druipnat was en brak ten slotte door ehrik en angst overweldigd uit. Het koste Konrad moeite haar gernst te stellen en og grooter moeite, om te weten waarom ze hem erzocht had te komen. Er viel veel te klagen. Eerst over Griotte die met : pen oogen in het verderf liep, vrouw en kind onge- : ikfcig maakte. ] «Wij hebben alles beleend/’ snikte ze, «mijn gouden
broche, zijn zwart pak en gisteren zelfs het bed. Hij verkwist alles.” , Konrad verschrok en vroeg verbaasd: «En meneer Griotte was toch vroeger de zuinigheid in eigen persoon, is het niet? Iemand die nooit iets voor zichzelf uitgaf?” En nu begon de treurige litanie. «De geschiedenis met den verkoop van het theater heeft hem zijn 'verstand gekost. Hij had vast gedacht dat meneer Brandes op het plan zou ingaan en toen kwam eerst het gerucht, dat meneer Brandes naar Rusland zon vertrekken en toen later meneer Brandes verklaarde in geen geval met schouwburgen iets te maken willen hebben — toen was het uit! Uit!” Zij hield zich aan de knip vast en snikte zoo hevig dat het ding begon te wankelen en het water er weer overheen liep. Konrad legde haar nog eens kort en duidelijk uit, hoe de zaak in elkaar zat. «Meneer Brandes interesseert zich volstrekt niet voor een dergelijke onderneming en buitendien was de voor het theater gevraagde prijs belachelijk hoog. Het geheel was echt boerenbedrog en het spijt me zeer, dat meneer Griotte zich met de zaak heeft willen inlaten.” «Nu is hij zijn betrekking kwijt,” zeide ze wat kalmer, sen nu het hem aan werk ontbreekt, is hij een geheèl ander mensch geworden. Den gansehen dag brengt hij in de herbergen door, altijd zoekend om iets te vinden, och, ik geloof dat hij in het geheel niet meer weet wat hij wil. ünzé Annie is na in betrekking, anders zou ik heelemaal niet weten waarvan wij brood moesten koopen.” Konrad nam een som gelds en gaf ze haar. «Dat mag u niet weigeren, juffrouw Griotte, denk maar dat ik het u leen.” De gretigheid waarmede zij het aannam deed hem i pijn; vroeger zon ze het niet hebben aangenomen. Eerst toen ze het geld telde begon ze te protes- ; teeren. | «Het is te veel, veel te veel, zooveel hebben we i niet noodig.” . Opnieuw begon ze over Annie. «Ook aan haar beleven we niet veel vreugde. Alles loopt verkeerd en ais men gelooft dat het anders en beter zal worden, is het ook weer mis. Onlangs heeft ze zulk een goed huwelijk kunnen doen met een i suikerbakker die zich in de Lothringerstraat gevestigd i heeft, maar ze wil niet. Ja, die kinderen. ] «Een suikerbakker?”
vverKtuigenjK vloeide liet woord hem van de lippen. Hij voelde hoe het bloed hem naar het hoofd steeg en de mededeeling hem ontroerd had. «Ja, een suikerbakker. Als klein meisje heeft ze altijd gezegd, dat ze met een suikerbakker wilde trouwen en nu het oogenblik aanbreekt heeft ze geen lust. En het zou voor ons zulk een groot voordeel geweest zijn.” «Maar als ze hem niet liefheeft . . . zeide hij met heesche stem. «Och, liefheeft! Groote God! Liefheeft 1 Wij zijn toch geen rijke menschen, meneer Eekert.” Uit de waschtobbe steeg nog steeds de zeepsopgeur, door het het geopende venster drong het gehamer en geraas van de Yorsigsche machines en links naast hem stond de ladder, waarlangs Annie Griotte eiken avond naar haar dakkamertje klauterde. Ja, waarom had ze den suikerbakker niet genomen ?” Daar ging de deur open en meneer Griotte kwam binnen. Hij floot een vroolijk liedje en verstomde pas toen hij Konrad zag. | »U hier? Dat is verbazend! Welkom, lieve vriend, welkom !” Zoodra ze elkaar begroet hadden, nam juffrouw Griotte het woord. «Griotte,” zeide ze, «meneer Eekert is hier gekomen om een ernstig woordje met je te spreken. Ik heb hem alles verteld. O, lieve Griotte, ik smeek je, luister naar goede raad.” Een glimlach, half medelijdend, half droef, gleed langs zijn trekken. «Naar raad luisteren ? Ik wil wel. Maar ten opzichte van wat zal die goede raad zijn ? Mag ik niet meer fluiten en nooit meer lachen ? Ik ben een arme kerel, lieve vriend, maar ik behoor niet tot hen, die treuren en weenen als ze verplicht zijn drooge korsten te eten.” »U moet de een of andere betrekking zoeken,” zeide Konrad, «de quaestie over den verkoop van het theater ligt nn achter u en het beste is er niet meer jan te denken. Kant u nergens een plaats als tooneeispeler krijgen ?” «Neen.” «Maar later toch wel ?” «Dat kan zijn.” Gedurende eenige seconden scheen Griotte een ander i nensch geworden, koud, uit de hoogte, als wilde hij j seggen: Wat gaat dat alles dien jongen man aan? Een moment later was hij weer zacht gestemd. «Het was een droom. Menschen als ik, met wien
het leven een valsch spel speelt, zijn fantasten wier geloof aan geluk ongeschokt blijft. Wij zijn als kinderen die vlinders trachten te vangen, maar ons ontbreekt het beste : de energie/’ »Ja,” stemde juffrouw Griotte toe, «het ontbreekt je aan energie.” «Ze ontbreekt ons zoo in hooge mate,” voer hij voort, «dat deze schoone droomen ons in hun toovernet gevangen houden, ons beletten de werkelijkheid in haar kale naaktheid te zien. Ze maken ons vroolijk als menschen die opium schuiven en wij verbeelden ons, dat deze toestand van eeuwigen duur zal zijn. Bijvoorbeeld die laatste weken; ze zijn een droevig hoofdstuk in mijn levensboek en toch zou ik ze niet gaarne missen. Men groeide, men stelde zich voor tot de kringen der aanzienlijken te kunnen omhoog stijgen en dagenlang leefde men in een wonderlijke, verheven stemming. Mogelijk ziet het oog van den kunstenaar dingen, die voor anderen dorre handelszaken _ zijn, in een eigenaardig en valsch licht. Zijn fantasie verwart' hoop en succes, schildert hem zijn droom als werkelijkheid; fier verheft hij het hoofd, vrij en trotsch is zijn blik, hij wandelt in een soort elysinm met den glimlach der gelukzaligen.” «Och, spreek zoo niet!” zeide zijn vrouw ongeduldig, en deze vier woorden braken de betoovering. Griotte zag weer met zijn volle bewustzijn de knip met waschgoed en de kale wanden ; treurig trad hij toe op de kleine, armoedig gekleede vrouw en trok haar teeder tot zich. «Wij zijn niet voor het geluk geboren.” Toen Konrad een uur later vertrok had hij de troostvolle gedachte den ergsten nood van deze arme menschen te hebben afgewend. Griotte’s belofte zich aiet langer te vermeien in den schoonen geluksdroom, maar ernstige pogingen aan te wenden om een nieuwe werkkring te vinden, legde wel niet veel gewicht in ie schaal, maar met kleine geldelijke offers zou Konrad nog lang aan de weinige behoeften der Griottes iunnen tegemoet komen. Hij keek op zijn horloge. Zeven nnr. Te midderlacht vertrok de Hamburgscke sneltrein, die de Berijnsche sportmannen naar de oude Hansestad zou mengen. Morgen om dezen tijd lag de beslissing al ichter hem, zou de groote Derby-ren afgeloopen^zijn :n was Brandes indien «Coriolan” geslagen werd een ;eruïneerd man. (W'irdt vervolgd.)
"DERBY". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323133:mpeg21:p00001