aij , die zien mei t OCT. a. s. op deze
LU l IV A A I abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis -
* Veranderingen m advertentiën gelieve £ ml c nrv «ion men steeds op den dajj der uil gave vóór 9 uur in te zenden. daar anders niet voor de uitvoering der verandering Kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
=> Verschenen en in eiken boekhande verkrijgbaar: GEÏLLUSTREERDE
Or ias voor \j innenen en omstreken. (Uitgegeven door de vereeniging «Ginneken vooruit”) met wandelkaart der bosschen.
Prijs ƒ 0,30.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001
BEKENDMAKING. KLEINHANDEL IN STERKEN DRANK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Breda; Gelet op art. 5 der wet van 28 Juni IS81 {Staatsblad n“. 97); j Brengen ter openbare kennis, dat bij hen is ' ingekomen een adres van P. Kerremans weduwe van I L. A. Tiggelman alhier, vergunning verzoekende '
ot uitoefening van den kleinhandel in sterken drank n het perceel aan de Groote Markt n°. 1. Breda, 13 September 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJÉ, burgemeester. A. R, VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001
• De correspondent van de Daily Telegraph bij » Koeroki’s leger seint uit Liao Yang van 5 Sep tember: Het welslagen van Koeroki’s flankbeweging hing af van het bezit van een lagen , ronden heuvel bij Heyentai, welks groene hellin, gen het tooneel van een der bloedigste ontmoetingen in dezen oorlog geworden zijn. Koeroki nam het heuveltje in een nachtelijken aanval met de punt van het bajonet, na een bloedigen strijd die uren had geduurd. Den volgenden dag werden de Japanners daar begroet met granaat-kartetsen, doch daardoor lieten zij zich niet verdrijven. En des nachts werd aan beide zijden besloten tot een naehtaanval; de Japanners wilden de Russische batterij nemen, de Russen wilden Heyentai hernemen. Geen van beiden slaagden zij in hun plan. De Russen rukten met roekelooze dapperheid tegen den heuvel op en hadden bijna den top bereikt, toen zij door de Japanners ontvangen werden met bajonetten en kogels, en gedwongen met groote verliezen terug te trekker. De Japansche aanval op de Russische batterij werd ontdekt door de electrische zoeklichten, waardoor de Russen de juiste positie der aanvallers leerden kennen. Een bataljon werd eenvoudig weggemaaid. De Japanners werden teruggedreven en vernietigd. Men kan niet zeggen dat de aanval afgeslagen werd, want de mannen stierven bij hoopen voor de kanonnen. Ik bezocht Heyentai toen het leger voortrukte, ' ik zag nooit iets vreeselijkers: honderden dooden ' lagen onbegraven en de groene hellingen waren < zoo bedekt met bloedpoelen dat het ónmogelijk : was er te loopen zonder er in te trappen.° De j geheele heuvel was bedekt met wapens, kleeding- ; en uitrustingstukken van beide legers; en daar- ' tusschen lagen honderden bloedige, gebroken ver- £ wrongen bajonetten op hoopen. s
Het bezit van deze paar honderd vierkant meters groene heuvel had 3000 man aan doodei en gewonden gekost. Berichten van particulieren schatten de vei liezen der Russen in de gevechten rondor Liau-jang en bij den terugtocht op 40,000 mar Wie de Russische berichten over de voor treffelijlrheid van den Zuidsiberischen spoorwe; steeds geloofd heeft, staat verbaasd, dat d Russen na zeven maanden nog niet tegen di Japanners opgewassen waren Wanneer werke lijk deze spoorweg dagelijks 3000 man op he oorlogsterrein uitbraakte, had men nu 630,00( man bijeen moeten hebben. Maar de correspondent van het Journal ir Mandsjoerije zegt in een telegram uit Tientsir (de ontsnapping der oorlogscorrespondenten aar het oog der censoren is wel een der leelijksti gevolgen van den slag bij Liau-jang!) dat d< Russen den slag verloren door hun minderheic in effectief en in aantal kanonnen. En hij voor spelt, dat de Japanners binnenkort hun zegevierenden intocht te Moekden zullen doen. »Het Russische leger zal in het Noorden gereorganiseerd worden seint de correspondent verder, maar het zal maanden duren om zijn rangen aan te vullen en het effectief te verdubbelen, hetgeen noodig is. Ook moeten de troepen weder op hun verhaal komen van den schok.” In den eersten tijd valt volgens dezen zegsman zelfs aan een defensief optreden van de Russen niet te denken. Hij acht het in alle opzichten mogelijk, dat Rusland ten slotte wint, doch eerst na ongehoorde inspanning, en met naar verhouding geringe resultaten.
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001
De laatste der door de nieuwe wet op de vereeniging ontbonden monniksorden, die der Barnabilen die tot heden met goed gevolg door telkens processen te beginnen, had weerstand geboden, is uit het klooster in de Rue Lengendre te Parijs verdreven. Het' ging niet gemakkelijk. Tegen 5 uur ’s morgens werden 150 politieagenten, 20 brandweermannen en eene afdeeling republikeinsche gardes opgesteld op de straat voor het klooster. Daar de broeders
weigerden gevolg te geven aan het bevel om het klooster vrijwillig te verlaten en alle deuren en vensters van het gebouw goed gesloten en bevestigd waren, werd de vesting ten slotte regelrecht bestormd. Er werden ladders aangebracht en men drong met geweld binnen. De monniken waren naar de kapel gevlucht en een hunner protesteerde krachtig. De politie,doorzocht het gebouw, waarbij zij genoodzaakt- was eenige gegrendelde deuren te doen springen en bracht alle Barnabiten buiten. Een jongmensch die de monniken wilde te hulp komen, werd gearresteerd en het gebouw gesloten. Volgens de Berl. Neuest. Nachrichten is de ziekte van Herbert BUmarck beslist ongeneeselijke kanker aan de lever, zooals bij het consult van gisteren is vastgesteld. De pijn wordt door herhaalde morfine inspuitingen zooveel mogelijk verzacht en de patiënt slaapt daardoor veel. Inmiddels nemen de krachten snel af en verwacht men dientengevolge spoedig het einde. De geheele familie is aanwezig. De Hamburger Nachrichten verzekert daarentegen, dat de dokters nog volstrekt niet alle hoop hebben opgegeven. Een zinnetje uit een ükassa-teleg'ram in een der groote Engelsche bladen: ». . . , De Tibetanen beweren, dat zij zich nooit tegen de Britten zouden hebben verzet, indien zij hadden geweten dat dezen zoo beschaafd, zoo machtig en zoo rijk zijn!” Uit Australië worden vijandelijkheden van inboorlingen tegen Europeanen bericht en wel van verschillende kanten. Te Sampong, op het eiland Nieuw-Britannië, zijn 13 Aug. Duitsche kolonisten, met 5 Katholieke paters en 5 andere geestelijken, door de inboorlingen vermoord. Door een straf-expeditie, welke de Regeering afzond, werden 25 inboorlingen gedood en 20 gevangen genomen. Ook in Duitsch Nieuw-Guinea werden Duitsche zendelingen, priesters, monniken en nonnen vermoord.
Daar werden 36 inboorlingen gevangen genomen van welke 16 terstond ter dood werden gebracht. Katholieke bladen melden, dat onder de zendelingen die op Nieuw-Pommeren, behoorende tot Duitsch Nieuw-Guinea, vermoord zijn drie Nederlanders zijn, nl. *pater Henri Rutten uit Tilburg, broeder J. Schellekens uit Oisterwijk en broeder Plasschaert, die jaren lang portier was van het missiehuis. De vijf zusters en de andere pater en broeder, die vermoord zijn, zijn Duitschers, missionarissen van dezelfde congregatie. Volgens een telegram uit Melbouroe aan de Daily Chronicle was de aanleiding tot den moord, eene bestraffing, door een Duitscher, pater Rascher toegediend aan een bediende, die zich aan bigamie schuldig maakte, nadat Rascher geweigerd had, hem van zijn vrouw te laten scheiden. De vermoorde zusters waren gruwelijk verminkt. De berichten uit Zutd-Afrika hebben nog altijd het refrein: «Vroeger was het beter dan nu.” Dit gaat zelfs tot in het criraineele op, getuige het rapport van den hoofdcommissaris van politie in Transvaal, waarin deze zegt, «dat, zelfs indien hij niet in rekening brengt overtredingen tegen The Liquor Law en The Pass Law, als zijnd eigen aan Transvaal, in deze Britsche kolonie 54 vervolgingen per duizend plaats hebben tegen 20 per duizend in Londen. Veel misdaad wordt er gepleegd. Er werden 4552 in Engeland geboren Britten (di. is. 54 pCt.) veroordeeld en van de Zuid-Afrikaansche Nederlanders (The South African Dutch) slechts 643.”
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001
CORNÈL1Ë NOORD WA LD. 2. «Gelukkig ! Je moest den hemel danken als je geld kon verdienen. Dat heb ik altijd gedaan! Wie verdient er nn niet graag geld? De tegenwoordige jongelui zijn niet recht snik, geloof ik, ’t is een mooie tijd” .... intusschen verscheen Ljo , een lang opgeschoten knaap van zeventien jaar, met niet onknap gezicht, een kuif die overeind stond gelijk de kuif van een kakatoe en zeer magere aimen en handen. Mama kon Leo niet zooveel bovenkleeren geven als zij wilde, en hij droeg nu een zomeijasje, waar hij geheel uitgegroeid was, en dat geeft iemand altijd iets onhandigs in zijn voorkomen. «Zie zoo, kom jij eens hier, mannetje! Ga daar eens staan!” »Jawel oom, ik kan er ook we! bij gaan zitten!” de daad bij het woord voegend, waarover oom maar half voldaan was; hij wilde geërbiedigd worden. Wat drommel, bij hem eun boord stond een mindere, als hij, de kapite-u, zat. »En wat zou je nu wel willen worden? Je bent au zeventien jaar, hè ?” »Jawel, oom.” «Hm, hm, allemaal goed en wel. ’t Is toch jammer Jat je niet naar zee hebt gewild . . . .” »Ik ben blij, dat hij ’t niet gedaan heeft!” sprak :ijn moeder. «Blij! ? Je moest blij zijn als hij nu stnurmanseerlng was of zooieis! ’t Zeemansleven is’t mooiste vat je hebben kunt. Ik begrijp heel goed, dat rouwen daar geen verstand van hebben. Maar ereltje, spreek nou eens op!” sik zou graag doctor in de letteren worden oom1” *Watblief! ? Doctor in de letteren, wat is dat 00 precies ?” «Daar moet je voor studeeren, oom!” »Ben je dol, jongen? Ik zou je danken! ’tZon ie nog al wat kosten! En dan zou je nog niet door 1 examens moeten komen ook! Pleizierigl En oom ou natuurlijk maar kunnen opdokken! Ik hou niet
van studenten! Zoo lang ze studeeren, heb ik vrede met de lui, maar er zijn er die maar naar zoo’n academie gaan om pret te maken en zich aan te stellen als de grootste gekken, die op ’s Heeren aardbodem rond wrndelen, Ja, ik weet ’t wel; die zijn me ’nzoodje! Neen niets beter voor zoo’n jonkeitje als jij, den naar ’n flink kantoor! Ik heb nog wel handelsbetrekkingen nier in de stad . . wordt jij maar koopman, hoor, dat zal je vrij wat meer voordeel aanbrengen! Niets boven handel manneke !” Leo zuchtte, streok zijn kuif op en keek zijn moeder aan. »Ja vent, oom heeft gelijk, hoe lang duuit ’t niet voor dat je doctor tent; geld heb ik niet, zooals je weet. Je kunt deurom je studie toch altijd bijhouden. Kennis is altijd mooi en een rijkdom dien niemand je ooit ontnemen kan.” «Je moeder heeft ’t bij ’t rechte eind!” knikte oom goedkeurend. «Zet nu maar niet zoo’n teleurgesteld gezicht, jongske. In plaats dat je me dankbaar bent voor t geen ik voor je doe .... Maar zoo zijn de jongelui tegenwoordig . . . .” «O, ik ben ook wel dankbaar,” sprak de neef met t pijnlijk gekat, en de gewaarwordingen van iemand, die erkentelijk moet zijn voor ’t zien vervliegen zijner liefste i’lusie, en bij dacht er over na, hoe hij nu de boeken, die zijn wereld uitmaakten, zou moeten laten rusten, om den geheelen da°- in een gebogen houding over een dik kantoorboek te zitten, op een hoogen k-uk in een duf vertrek met andere klerken, en misschien wel met een vervelenden, snurvenden ouden boekhouder, die om de vijf minuten zou kuchen. -°i’ Av3)1 zou, niet gegeven hebben om rijk te zijn. Niet om t geld zelve, hij was zeer eenvoudig opgevoed en met heel weinig tevreden, maar terwille van de studie. «Maar ik geef den moed nog niet op,” dacht hij, «t is waar, t zal moeielijk zijn, maar niemand, en vooral niemand die arm is, is er zonder zwoegen en werken gekomen. En ik zal werken, ’s morgens .... s middags als ik van dat kantoor af ben! Aan den wil ontbreekt ’t me gelukkig niet.” Nel, die zijn vertrouwelinge was, begreep wat er in haar broer omging, en legde zacht hare hand op zijn schouder. ' * »Nou jongske, je hooit wel van me, de volgende
» 4——aCTowB—wwii —uw —i ——mbwwbiw—iMamiM»o, Ie week. Zuster geef me eens wat te drinken, ik heb n een versehrikkelijken dorst!” :e «Oom, vind u ’t goed, dat ik van avond een beetje n kom,” vroeg Gerry, die zat te verstellen; de meisjes e hadden niet veel afleiding of vermaak, n «Ik doe ’s avonds meestal ’n slaapje, dat weet je b toch,” sprak de oom, «maar als je die averij klaar . hebt, en na de thee wilt komen, is ’t mij wel.” t De meisjes keken elkaar eens aan. , _ Oom keek op zijn beurt wrevelig naar de knappe nichtjes; hij kon ’t niet uitstaan, dat ze nog niet a getrouwd waren, en nadat hij een paar glazen bier had gedronken, waar hij nog veel warmer door werd, (. verliet hij de familie. * HOOFDSTUK II, i Broeder en zusters. Werken was aan de orde van den dag op Bloemenoord en een ieder bad zijn en haar taak. Mama ; zorgde voor de huishouding en het linnen, Francoise | kookte, Gerry naaide, Nel gaf pianoles en Suze, die tot dusver nu deze dan die geholpen had, zocht nu , narr een betrekking als gezelschapsjuffrouw, «Werken is het beste middel voor alle rampenen kwalen!” meende mevrouw van Aldenburg. Zij betreurde het alleen maar, dat men er ten harent zoo weinig mee verdiende. Enfln, met kunst en vliegwerk kwam men er toch. De meisjes van Aldenburg zagen er altijd netjes uit, en Gerry die zeer handig was, maakte japonnetjes, die meestal goed uitvieler, Gerry met goudblond krulhaar en donkere oogen, werd door iedereen en haar zelf incluis de beauté van de familie gevonden. En het speet haar soms zeer dat ze zich nergens kon toonen. Nel had een zacht gezichtje, glanzig, bruin haar, donkerblauwe oogen en een wipneusje. Franpoise en I Suze waren zwart, beiden leken op hun overleden vader. Suze had grijze en haar zuster zwarte oogen. Natuurlijk hadden zij allen haar humeur en karakter, en mama berispte Suze dikwijls over haar opvliegendheid, eu Geriy over haar zucht tot plagen, of omdat 1 de jonge dame te veel tijd aan haar toilet besteedde, i maar overigens kon men het best met elkaar vinden, Leo werd natuurlijk door de zusters bedorven; hoewel ( Suze gestreng voor hem was. < Nel was een lief, zacht kind, en vrij bedeesd van 1 aard. Wel had het mama groote opofferingen gekoat
haar_ in de muziek te laten studeeren, een taal waarin zij slechts luttel door oom Frans was bijgestaan, maar Nel had nu, zooals zij zei, eenmaa een roeping, en zoo had zij gestudeerd en op haai achttiende jaar haar examen gedaan voor muziekonderwijzeres. Nel’s droom bleek nu wel niet geheel vervuld, zij had zoo gaarne verder gestudeerd on op concerten te spelen, want waar ’t haar kuusl betrof, was zij niet bedeesd, maar deur kon niet var inkomen. Er moest geld worden verdiend en dat wel dadelijk. Daarbij, er was niemand om haar verdei te helpen, want om tot dit doel te geraken, zou zij eerst nog een paar jaar een conservatorium in hef buitenland hebben moeten bezoeken en bij oom Frans wilde zij niet aankloppen. Het had vrij wat voeten in de aarde eer Nel een weinig in de lessen zat; de meeste mensohen verkozen een oudere onderwijzeres, iemand met wat meer ervaring. Er waren er ook * die Nel niet voor pianojuffrouw, maar voor koopvrouw veinsden aan te zien, wier waren zoo goedkoop mogelijk aan den man moesten worden gebracht en die haar op den geringen prijs zóó bedongen, dat Nel dikwijls de tranen in de oogen stonden, Maar gekrenkte trots en gekwetste eigenwaarde kon zij in ien zak steken, bemerkte zij. Het les geven zelf, was ook niet altijd zoo aangenaam; de kinderen waren dikwijls onwillig, en verbitterden Nel dan het leven; daarentegen waren ir ook wel, die goed oppasten en ouders hadden, iie. het geduldige, zachte meisje waardeerden, en irijs stelden op haar degelijk gegeven onderwijs, noe lief kwam Nel het tehuis voor, als zij moe van ïare lessen terugkwam, en hare ervaringen van den lag mededeelde. «Oom zoekt voor jou een betrekking op een kantoor, f0, “aar ik wóu dat hij mij ook aan een baantje lielp, sprak Suze, hare lange krullen opbindend. «Weet je wat, Suus, ga jij in mijn plaats, ik gun b de pret van harte; maar je hebt immers eergisteren og een advertentie geplaatst?” «Ja, en die komt vandaag uit, we zullen nu maar veer zien, wat het geeft” «Geen moed verloren kind!” troostte mama. «Leo iat je haar toch in vredesnaam met rust. Je zult p t laatst op een stekelvarken gaan lijken.” «Wij hebben allen zoo ons verdriet,” zei Gerry p verheven toon en zij bekeek een bijzonder groot at in een tafellaken, «Wij storten allen op onzen jd eens tranen.” (Wordt vervolgd,')
"GERALDINE". "Bredasche courant". Breda, 1904/09/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323152:mpeg21:p00001