Wereldlijke lacht” “• 95 Tf UI ClUllJlkÜ ÜJLaUIII) Slechts f 1,50 ingenaaid of f 1,90 in prachtband. Niemand zal dit boek onbevredigd uit handen leggen. (Hervorming). Voorhanden in BROESE S BOEKHANDEL. Groote Markt 55.
Tegen flenzelfflen prijs voorMpflen iet pracblfferk „DE WARE CBRISTEU”,
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001
EERSTE BLAD.
Veranderingen in dvertentiën gelieve
men sieeus u|i ucii ud|; uci ungave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
BEKENDMAKING. NATIONALE MILITIE. Inlijving bij de bereden korpsen. De Burgemeester van Breda brengt ter kennis ve de lotelingen die den lOden Vaart a.s. zullen worde ingelijfd en wenschen in aanmerking te komen worden geplaatst bij de bereden korpsen (huzaren veld-artillerie), zich daartoe kunnen vervoegen < schriftelijke mededeeling kunnen doen aan den hei Provincialen Adjudant te ’s Hertogenbosch. Zij worden bij deze herinnerd aan de bepaling i het tweede lid sub. 2o. en in het derde lid va
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001
art. 131 der militiewet 1901, volgens welke zij die bij bet korps torpedisten of de bereden korpsen zijn ingelijfd , na volbrenging van hun militiedienst nief naar de landweer overgaan. Breda, 13 Februari 1905. De Burgemeester, Ed. GULJE.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001
öei’gius AlexaDdrowitsj, de vermoorde grootvorst, werd den 27sten April (ouden stijl) 1857 te Tsarskoje Selo geboren als vierde zoon van Alexander II en van Maria Alexandrowna geboren Prinses van Hessen. Hij was dus een der ooms van den tegenwoordigen Tsaar. In 1884 huwde hij Grootvorstin Elisabeth Feodorowna, ook een geboren Prinses van Hessen. Dit huwelijk was niet gelukkig en bleef kinderloos. Van 1891 tot Januari van dit jaar bekleedde Sergius het ambt van gouverneur-generaal van Moskou. Hij heerschte er met ijzeren gestrengheid en oefende zwaren druk uit op alles wat naar veiandering streefde. Hij gold dan ook als een steunpilaar van het oude regime. Zijn ontslag, nog zoo kort geleden, werd beschouwd
als de grootste triomf van Prins Mirski en van de liberale richting. Maar niet zoodra was Sergius in de hoofdstad aangekomen, of daar verhief zich de arbeidersbeweging van Gapon. Sergius, zijn oudere broeder Wladimir en de geheele reactie arbeidden met hoogen druk op den Tsaar, opdat hij St.-Petersburg verlaten zou en zij de handen vrij zouden hebben. Dit gelukte. De Tsaar, reeds beangst geworden door het schot op het Winterpaleis bij de wijding van de Newa, was weg, toen de scharen der werklieden Zondag 22 Januari in goed vertrouwen naar hem opgingen. Men weet wat er toen volgde. Sergius bewoonde sedert een paar dagen weer het Kreml te Moskou. Volgens een gerucht, waarvan men nooit het ware te weten is kunnen komen, zou hij op een zijner buitengoederen in den omtrek der stad door de boeren bedreigd zijn geworden en had hij het daarom verkieslijker geacht zich binnen het uitgestrekte ommuurde Kreml in veiligheid te brengen. Het heeft hem niet gebaat. Nemesis is, spoedig tot hem gekomen. De tragische dood van Grootvorst Sergius herinnert in vele opzichten aan dien van Von Plehwe, welke bijna onder dezelfde omstandigheden plaats vond. De Terrms zest. dat Sereius van al de ooms
den meesten invloed op zijn Keizerlijken neef had. Hij deed alle liberale pogingen van den Tsaar schipbreuk lijden, met name de bijeenroeping van het Zemstwa-Congres. Om zijn hoogmoed en zijne hardvochtigheid was de grootvorst te Moskou even onbemind als zijne gade er geliefd was Grootvorstin Elizabeth, die een zuster der Tsaritsa is, kreeg onlangs in ’tgeheim een waarschuwing, dat zij niet meer met haar man moest uitgaan. De correspondent van de Standard te Moskou verwacht, dat de begrafenis van grootvorst Sergius daar Woensdag zal plaats hebben binnen de muren van het Kreml. Hel zal een hoogst eenvoudige en korte plechtigheid wezen. Keizer noch keizerin zal er bij zijn; wel eenige grootvorsten o. a. de begenadigde grootvorst Paul. Grootvorst Wladimir, die ziek te bed ligt, komt echter niet. De moordenaar heeft een paspoort uit Witebsk , vermoedelijk is die echter vaisch. Men kan hem nog altijd niet thuis brengen. Waarschijnlijk heeft hij alleen gehandeld. Het manifest van den tsaar, dat van Sergius’moordenaars spreekt, is dan onjuist, evenals bet bericht over twee bommenwerpers. Er is nog gebleken, dat de moordenaar een vol geladen revolver met acht schoten bil zich had. De koetsier van den
vermoorde leeft nog en men hoopt hem in hel leven te behouden. De vrouw van Sergius heeft hem tweemaal in het gasthuis bezocht. Van alle kanten komt tijding van een wijdvertakte oproerige beweging in het binnenland, waaraan ook de boeren deelnemen. Allerwege is er werkstaking van spoorwegpersoneel, telegrafisten en telefonisten. Ook te Moskou staken de apothekersbedienden. Veertien vag de vijftig gepatenteerde apotheken zijn er gesloten, ofschoon de eigenaars de eischen der stakers onverwijld inwilligden. Ernstige berichten komen er uit den Kaukazus, ondanks de pogingen der overheid om den toestand te-verheimelijken. De Daily Chrorticle verneemt uit Odessa, dat menschen die daar uit Tiflis en Batoem aankomen, vertellen van een bepaald oproer van de boeren in het Zuiden van den Kaukazus. De troepen kunnen het niet beteugelen. De correspondent van de Daily Telegraph te Petersburg heeft van een ooggetuige gehoord . hoe het bericht van Sergius’ dood te Tsarskojt: Selo aankwam. Het hooge gezelschap zat aan de lunch, die ter eere van prins Frederik Leopold van Pruisen. De tsaar werd plotseling doodsbleek en stan elde: Hoe is dat mogelijk 1 Alles is nu zoo rustig. ' De stakingen en de opwinding van het volk zijn opgehouden. Wat willen ze dan toch? Een pijnlijke stilte volgde op die woorden. Daarna vertrokken de hooge gasten overhaast. De correspondent vernam verder uit gezaghebbende bron, dat Koeropatkin’s positie nu beslist onhoudbaar is geworden, tengevolge van de vereenigde kuiperijen van zijn vijanden. Ook Stoessel is niet langer de volksheld. De feesten te zijner eere te Feodossia zijn af besteld. De Standard verneemt uit Petersburg: De moord op Sergius schijnt de reactie, althans tegenover de drukpers, te stijven. De minister van binnenlandsche zaken heeft de radicale bladen A azji Dni en Aazji Zjisn voor drie maanden geschorst, ofschoon of omdat zij over de moord op Sergius geen oordeel hebben uitgesproken. Trepot moet gezegd hebben, dat zijn optreden hetzelfde zou blijven. De Keizerin-weduwe moet te Tsarskoje-Selo een dreigbrief hebben ontvangen, waarin haar wordt medegedeeld, dat men thans haar uit den weg zal ruimen. Een studentenvergadering in de universiteit te Petersburg die door eenige hoogleeraren bijgewoond werd, heeft een motie aangenomen van den volgenden inhoud: Het absolutisme, dat zichzelf overleefd heeft, gaat zijn onvermijdelijken ondergang tegemoet. Het staat machteloos tegenover het ontwaakte volk. Het gebruikt de gevaarlijkste middelen, zooals het misdadige avontuur in Oost-Azië, om zijn ondergang tegen te houden. De Russische studenten, wel wetende wat zij doen, hebben zich eindelijk aangesloten bij het proletariaat, in den strijd om de allereerste rechten van den mensch. Het tsarisme is zwaar getroffen. Het eendrachtig optreden van proletariaat in de Januari dagen heeft de spoedige bevrijdirg van Rusland tot zekerneid gemaakt. — Dan worden in de motie de volgende eischen gesteld: Bijeenroeping eener wetgevende vergadering op den grondslag van het algemeene en gelijke kiesrecht voor staatsburgers en burgeressen. Vrijheid van spreken, schrijven, vereenigen en staken. Amnestie aan hen die wegens hun politieke of godsdienstige overtuiging veroordeeld zijn. Politieke rechten voor de burgers van al de verschillende nationaliteiten. Als waarborg tegen misbruik van de regeeringsmacht bij het ten uitvoer leggen der hervormingen moet een volksmilitie gevormd worden. De studenten zullen hun studiën staken tot 13 September. Deze motie werd met 3000 tegen 50 stemmen aangenomen. Voordat de vergadering uitéénging werd een groot portret van den Tsaar aan stukken gescheurd, en de roode vlag ontplooid. Het revolutionair orgaan te Tribune russe verklaart, dat men niet ongerust behoeft te zijn ten opzichte van Gapon. Hij is veilig en heeft juist tot de Russische socialisten een schrijven gericht.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001
DOOR Mevrouw VAN HEUVEL1NCK. 8 Nog nooit bad iemand zich zoo bezorgd om haar getoond, nog nooit zoo zacht en vriendelijk tot haar gesproken. De laatste wolken aan den horizont waren vaneen gereten ; heel het ruime landschap baadde als in een zee van gouden licht en uit bet Westen kwam een zacht, warm koeltje als een groet der scheidende zon. Ja, de lente stond voor de deur; wellicht hield ze morgen reeds haar blijden intocht, wellicht nog heden nacht. Een geroep weerklonk, men stond op en boog naar voren, ginds aan den rand van het bosch had de kleine ruiterschaar zich in beweging gezet. De paarden hieven zich op en daalden weer — ze hadden de eerste hindernis achter den rug — daar bogen ze links al naar de tribune en nn waren ze reeds zoo nabij, dat men de koperen knoopen op de uniformen zag schitteren. Eleanor was opgestaan. Met beide handen op de leuning van den stoel boog ze zich zoover voorover, dat haar wang Worms’ hoed raakte. Mocht hij toch winnen ! Dat was op dit oogenblik de vurigste wenseh van haar leven. Nu reden ze op het hek toe, dat dicht bij de tribune ligt en waarachter de slooten zijn waar de paarden met denzelfden sprong overheen moeten. De vier eerste ruiters sprongen a tempo, dan een verward, angstig geschreeuw op de tribune en een seconde later volgden de laatste twee de een links, de ander rechts den weg nemend buiten de hindernis, beiden op het laatste oogenblik bun paarden wegrukkend om niet te worden meegesleept in den val van Old York. Eleanor zag niets meer. Voor haar oogen dwarrelden kleine, zwarte sterretjes zich vereenigend tot zware, donkere wolken, haar handen poogden de leuning vast te houden, maar haar vingers werden
£.jMBWMMWmwiwwBMii iwiMrMii w wwuiw iMi _i m— m'i— *i 'winnwnnwwMmiwmunn -imm zwakker en lieten los, ze zonk ineen, het hoofd met zwaren bons vallend tegen den houten wand der loge. Men sprong toe en hief haar op ; toen eerst gelukte het Worms te dwingen zich om te keeren en zich met het meisje te bemoeien. Hij had niets van Eleanors bezwijming gemerkt. Natuurlijk niet, men kan toch niet gelijktijdig voor - en achterwaarts zien. Hij stond rechtop tegen de borstwering, gesticuleerend met beide handen. »Zulk een ongeluk kan mij alleen treffen ! Mijn God, altijd ben ik de lijdende partij ! Was Süderssen niet gevallen dan zou hij vast en zeker den wedren gewonnen hebben.” In zijn opgewondenheid moest men hem bij zijn schouders pakken en met geweld omkeeren, om zijn blik van den ongelukkigen Old York en den op den grond liggenden ruiter te doen richten op Eleanor. Toen verloor hij zijn zelfbeheersching. Ook dat nog! Het meisje in onmacht gevallen haast levenloos ! Men verlangde van hem te weten wat er gebeuren moest en waarheen men haar zou brengen. Naar beneden of in het rijtuig of waar ergens been ? Graaf von Loo, het rechterbeen over het linker geslagen en steeds met den verrekijker voor de oogen had van het tooneeltje dat achter zijn rug werd afgespeeld, niets bemerkt. »Nu zal, bij Jove. die ellendige Cossaek het winnen. Worms, kijk eens even.” Maar Worms keek niet. Hij was reeds te ver weg om den graaf te kunnen verstaan. Mannen liepen met een draagbaar, door de enkele dames, die nog op de renbaan waren met angstige blikken gevolgd. De overigen met den verrekijker voor de oogen hadden te veel belang bij bet verder verloop van den wedren, om zich met iets anders te bemoeien. Dergelijke ongelukken komen dagelijks voor en maar met een heel enkelen loopt het slecht af. Toen Eleanor in het kleine loodsje ouder de tribune de oogen opsloeg en Worms’dringende vraag of bet wat beter ging met een matten hoofdknik beantwoordde, zag hij zich gedwongen haar nogmaals alleen te laten. Dat wil zeggen in de hoede der oude vrouw, die hier bij de houten loodsjes haar werkkring had en allicht beter geschikt was voor
het zieke meisje te zorgen dan de opgewonden Worms. Worms stormde weg, het terrein over naar Old York, die met gebroken bukriem, aan alle kanten bemorst en met hangende kop door een staljongen geleid werd: Den ouden knaap was niets overkomen. Goddank ! Dat althans niet. Hij was eenvoudig gevallen, bad zich op den modderigen grond eens naar links en eens naar rechts gekeerd, was opgestaan en had, wel vertrouwd met de ongevallen van zijn gevaarlijken loopbaan, rustig gewacht tot iemand hem zou komen halen. Verscheiden menschen kwamen Worms de hand drukken en de betuigingen van hun leedwezen deden hem goed. En allen spraken ongeveer alsof dat ongeval hem persoonlijk aanging en eigenlijk hij alleen er door getroffen was. Op dit oogenblik was hij ongetwijfeld het middelpunt waar omheen alles zich bewoog. Men wendde zich tot hem om te weten boe het met Süderssen was en met Old York ; menschen, hem totaal onbekend toonden de meeste belangstelling; het stukje terrein waarop Worms zich bevond scheen een tooneel geworden waar hij, Worms, als eeu koning cour hield. Ja, de renbaan heeft iets zeer eigenaardigs, als men het zoo noemen wil; iets zeer grootsoh. Men loopt er niet zooa’is op de beurs met notitieboekje en potlood, vecht er niet zooals op het tooneel met papieren schilden en houten zwaarden, neen, hier op het groene grasveld gaat het op leven en dood. Men heeft succes; door duizenden blikken bewonderd, schenken duizenden monden een stormaebtigen bijval — ja, in dit alles ligt een overweldigende glorie die men nergens anders vindt. Of Süderssen dood zou zijn ? Een benauwde gedachte, maar tevens een hoogst tragische gedachte. Heden avond nog zou heel Berlijn er over spreken en alle couranten telegrafische berichten opnemen. i> Meneer Süderssen uit Hamburg die het beroemde renpaard van den heer Worms reed . . . .” Men zou Worms condoleeren; ziju naam en dien van Süderssen zonden in een adem genoemd worden en de roem van diens heldendood zou ook op hem afstralen. Maar Süderssen was niet dood. Ze hadden hem op een veldbed gelegd en een korte wollen deken over hem heen geworpen, die laarzen en sporen onbedekt liet. i
Verscheiden officieren en andere heeren waren aan de deur van het kamertje verschenen om naar zijn toestand te vragen, maar het was al laat, de wedrennen hadden langer geduurd dan men dacht en niemand had lust den extratrein naar Berlijn mis te loopen. Nu waren enkel de dokter en Worms in het vertrekje. »Hij heeft zijn arm gebroken, dat is alles. Buitendien een lichte hersenschudding maar dat beduidt niet veel. Hij moet een paar uur rust hebben om weer helder in zijn hoofd te worden. Als er niets bijkomt, wordt hij heden nog naar Berlijn vervoerd. »Nu, zoo . . . zeide Worms. Dit eenigszins nuchtere en alledaagsche einde van het bij den eersten aanblik zoo treffend ongeluk zou allicht een wanklank zijn geweest in Worms’ verheven stemming ware hij niet zoo zenuwachtig geworden bij het zien van dea bewustloozen jongen man. ï Süderssen lag roerloos, met gesloten oogen, snel ademhalend met een geluid dat als reutelen klonk. Het zwart fluweelen mutsje had men hem van het hoofd genomen ; uit een wond aan het voorhoofd was het bloed in een breede streep langs zijn gezicht geloopen. Zijn rood zijden buis, zijn handen, zijn gelaat, alles was vuil en vol slijk. Op iemand, die als Worms nog nooit iets dergelijks bad gezien, maakte de aanblik een pijnlijken, angstigen indruk. Eensklaps overviel Worms een gevoel van teederbeid, — die arme jongen! Hij was toch een beste kerel, gedienstig, bescheiden en met bewonderiDgswaardig geduld de soms onvriendelijke woorden van Worms verdragend. Wanneer Süderssen eerst maar beter was, zou hij hem voor dit ongeluk rijkelijk schadeloos stellen en over het algemeen zich meer zijn lot aantrekken dan hij tot heden gedaan had. »Dokter, wilt u zoo goed zijn mij bericht te zenden hoe het hem gaat 1” Hij stond op en wilde vertrekken toen hij tot zijn groote verbazing achter zijn stoel tegen den houten wand geleund, Eleanor zag staan. »Jij ! Hoe ben jij hier gekomen? Wat wil je?” Zij gaf geen antwoord. Haar doffe, verdwaasde blik rustte even op hem en vestigde zioh toen weer op Süderssen. ( Wordt vervolgd.)
"DUUR GEKOCHT". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324030:mpeg21:p00001