Veranderingen in uivertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVER^.
BEKENDMAKING. PERSONEELE BELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat het kohier n°. 12 der personeele belasting, voor het belastingjaar 1904, invorderbaar verklaard 17 Eebr. 1905, heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen alhier ter invordering is ter hand gesteld. Breda, 23 Februari 1905. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd: Ed. GULJE. BEKENDMAKING. Aangifte voor bet bevolkingsregister. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda achten het noodig de ingezetenen te herinneren aan hunne verplichtingen, tot het doen van aangiften voor het bevolkings-register, voorgeschreven bij Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad n°. 141). De verplichtingen, wier verzuim wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldboete van ten hoogste ƒ100, zijn hoofdzakelijk de volgende: Bij vestiging in de gemeente. Hij die zich in de gemeente vestigt, doet daarvan aangifte aan het gemeentebestuur binnen ééne maand na zijne aankomst. Bij bet verlaten der gemeente. Hij die de gemeente metterwoon gaat verlaten, doet hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
Bij verhuizing binnen de gemeente. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende doet, binnen ééne maand na zijne verhuizing binnen de gemeente, daarvan aangifte aan het gemeentebestuur. Ten aanzien van inwonende personen. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende geeft, uiterlijk binnen ééne maand, aan het gemeentebestuur kennis van ieder lid, dat in zijn gezin wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Breda, 22 Februari 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
Gisteren eischten de beambten van den spoorweg van Warschau naar Weenen van de directie stellig antwoord op hun eischen. Daar dit Diet bevredigend uitviel, hebben alle afdeelingen het werk gestaakt. De telegrafen en telefonen langs den spoor werken met, de treinendienst is gestaakt. Het station wordt door troepen bewaakt. Het bericht, dat Maxim Gorki in de Peter- en Paulvesting te St. Petersburg aan typnus zou lijden, wordt door de echtgenoote van den vermaarden schrijver alweder tegengesproken.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
Er komen belangrijke tijdingen. Ten eerste een merkwaardige officieuze tegenspraak van de vredes-geruchten. Ondanks de officieele ontkenningen bereikte Reuter een bericht van iemand van groot gezag, dat de quaestie van vrede niet slechts formeel besproken wordt door den Tsaar maar dat de voorwaarden, op welke Rusland bereid is, vrede te sluiten, zoo goed als vastgesteld zijn in den volgenden vorm: Korea zal staan onder Japansche suzereiniteit, Port-Arthur en het schiereiland Liautong zullen worden afgestaan aan Japan, Wladiwostok zal tot de neutrale haven verklaard worden, volgens het open-deur stelsel. (Vrije handel binnen een beperkten kring
en onder bepaalde voorwaarden.) De Chineesche Oostspoorweg zpl geplaatst worden onder een neutraal internationaal bestuur. Mandsjoerije tot Karbin zal, als integreerend deel van het Chineesche Rijk, worden teruggegeven. De moeilijkheid ligt in het vaststellen der oorlogsschatting, waarop Japan aandringt, maar men gelooft, dat deze moeilijkheid overkomelijk is, ofschoon het zeer wel mogelijk is, dat Rusland een nieuwen slag wil wagen alvorens een beslissing wordt genomen. De meest vertrouwbare personen hier houden vol, dat, wegens den binnenlandschen toestand en de ontzaglijke moeilijkheid van het voortzetten van den oorlog de vrede op de boven geschetste grondslagen zal worden gesloten, binnen betrekkelijk korten tijd, indien men het over de schadeloosstelling kan eens worden. Tegenover dit bericht van Reuter betreffende voorwaarden op grond waarvan Rusland tot sluiting van vrede bereid zou zijn, meldt het Petersburg-iche telegraafagentschap dat de opvattingen van de Russische regeering, gelijk die neergelegd zijn in het telegram van 18 Februari, in geenen deele gewijzigd zijn. De stellige toon van het Reuter-telegram heeft groote verwondering gewekt. Volgens ingewonnen inlichtingen, berust de mededeeling op een misverstand. ’t Lag voor de hand, dat men in Prins Frederik Leopold, die een schrijven van keizer Wilhelm persoonlijk aan den Tsaar is gaan overbrengen alvorens naar het Verre Oosten te vertrekken, een vredes-boodschapper heeft willen zien. Is dit een dwaling ? De officieuze Kölnische Ztg. verzekert, dat »noch in het diplomatieke verkeer tussehen het Duitsche en het Russische Rijk, noch in de zeer vriendschappelijke persoonlijke betrekkingen van den Duitschen keizer tot den keizer van Rusland ooit een poging gedaan is, op eenigerlei wijs invloed te oefenen op de binnenlandsche politiek van Rusland, of ook slechts vriendschappelijke raadgevingen te doen”. Het blad voegt daarbij, dat »beide daden onvereenigbaar zouden zijn met het grondbeginsel der onvoorwaardelijke neutraliteit en niet-inmenging in de buitenlandsche, in nog hooger mate echter in de binnenlandsche aangelegenheden van een bevrienden staat.” Deze ontkenning is bijna een bevestiging!
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
uci hui ie uiuösei neen net vunuiö van uen lageren rechter bevestigd, waarbij de schuldeisctiers van prin§ea Loulae en prinses Stéphanie in het ongelijk zijn gesteld tegenover den Koning. Het hof is evenals de rechtbank van oordeel, dat de huwelijksche voorwaarden van het koninklijk echtpaar geldig waren, en koning Leopold dus niet in gemeenschap van goederen getrouwd is geweest. De eischers zijn tot de proceskosten veroordeeld. De bekende schrijver De Bonnefon heeft een merkwaardige onthulling- gedaan. Hij zegt, dat de leiders der groote kerkelijke orden den vorigen zomer te Rome tal van bijeenkomsten hebben gehouden waarin beraadslaagd werd over de houding der orden jegens de katholieke kerk in Frankrijk nadat deze van den Staat zou zijn gescheiden Zij waren daarbij tot de slotsom gekomen, dat, hoe ook de scheiding voltrokken werd, de benoeming der bisschoppen en pastoors in de toekomst zonder medewerking van den Staat en alleen door de Kerk zelt moest geschieden. Van deze overweging uitgaande hadden de orden door kardinaal Got’i, den prefect der propaganda, den Paus voorgesteld, Frankrijk, na de scheiding, als een zendingsland, te stellen onder haar rechtstreeksch toezicht. De Paus zou dit voorstel hebben goedgekeurd en daarop waren, in verdere bijeenkomsten de bisdommen en parochiën van Frankrijk onder de verschillende orden verdeeld. Indien deze onthulling waarheid behelst zou men hier te doen hebben met een wel overlegde poging van de geestelijke orden, de wet op de vereenigingen krachteloos te maken hetgeen ongetwijfeld een nieuwen en hevige strijd tengevolge zou hebben. De commissie, die het wetsontwerp op de scheiding van kerk en staat onderzoekt, heeft de eerste 8 artikelen, met eenige wijzigingen van weinig ingrijpende beteekepis, aangenomen. Te Aix in Provenee (Frankrijk) is weder een kloosterinstelling ontdekt, waar de toestanden zoo mogelijk nog erger zijn dan in de beruchte huizen van den Bon Pasteur (goeden herder).
• In Het „weeshuis” der zusters van der h. Thomas van Villeneuve te Aix worden 50— 60 kinderen van 3 tot 21 jaar gedwongen dagelijks twaalf tot veertien uren te arbeiden er krijgen daarbij niet alleen onvoldoenden maai walgelijken kost te eten, zoodat de meesten de tering krijgen. Een eigenlijk weeshuis is hel niet, ook geen verbeteringshuis, maar een soorl van kostschool; niet alleen weezen maar ook andere kinderen, wier ouders hen niet kunnen of willen onderhouden, worden er tegen 120frs. entreê geld opgenomen. De ouders of bloedverwanten verbinden zich bij notarieele acte de kinderen, zelfs bij ernstige ziekte, niet voordat zij mondig zijn terug te nemen, op straffe van 500 tot 1000 frc. Slaan, schoppen, mishandelen met touwen met knoopen zijn er aan de orde van den dag, ook het maken van kruisen op den steenen vloer met de tong ontbreekt er niet. »In de Voorzienigheid” heet dit hol. En evenals in den »Bon Pasteur” te Nancy is ook hier de voornaamste bron van inkomsten de fijne dames wasch, welke rechtstreeks of zijdelings door den handel geleverd wordt aan den demi-monde van Parijs, Londen en Brussel. Al wat bisschop Turinaz te Nancy gezegd en geschreven heeft over den Bon Pasteur is misschien in nog hoogere mate toepasselijk op het huis te Aix. Inderdaad, de ultramontanen mogen klagen over de ïchristenvervolging” onder het i inisterie Combes — zulke christenen als de houders van zulke huizen zijn, zulke ^liefdezusters”, die onder het voorwendsel van christelijke naastenliefde zoo te werk gaan, moeten voor goed onschadelijk gemaakt worden en de ultramontaansche pers, die zulke dingen voor hare lezers verzwijgt of zelfs ontkent, toont daardoor wat ze waard is. Gisteren gingen te Wahring-Weenen zestig Hoounche Kuitsclie studenten plechtig tot het protestantisme over. Zij deden dit als teeken van afkeer van den Weenschen rector hofkapelaan Schindler, die eenige studenten in verband met de betoogingen te Innsbruck verleden jaar had vgemaszregelt”. Uit Belgie wordt een plotseling afnemen van de mijnwerkersstaking bericht. Men denkt, dat binnen een paar dagen de heele beweging, zonder eenig resultaat opgeleverd te hebben, ten einde zal zijn. In het Engelsche Lagerhuis vroeg gisteren een lid van de werkliedenpartij, of de regeering van plan was vertoogen tot de Russische regeering te richten aangaande de wijze waarop de Russische oveiheid handelt tegenover de aanspraken van de werklui. Balfour antwoordde dat het duidelijk onmogelijk was voor de Engelsche regeering, om zich te moeien in de birmerdandsche aangelegenheden van Rusland of met betrekking daartoe een oordeel kenbaar te maken.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001
DOOR Mevrouw VAN HEUVELINCK. 9 Haar gezicht was zoo wit en haar houding zoo slap gebroken, dat Worms de oogen niet van haar wenden kon. Was dat werkelijk nog een kindergezicht of een vermoeid, afgemat schepseltje dat nooit jong was geweest ? «Ga mee,” zeide hij. «Hem scheelt niets, van avond nog wordt hij naar Berlijn vervoerd en morgen zullen we hem gaan bezoeken.” Zij gingen en Süderssen bleef alleen. Ze liepen over het uitgestrekte, door ieder verlaten terrein. Enkel een paar oude vrouwen verzamelden in groote manden stukken papier en verscheurde programma’s, die aan alle kanten op het weiland verspreid lagen. De schemering was gevallen, in enkele huizen aan gene zijde van de renbaan had men reeds licht aangestoken. Aan den uitgang gekomen, stapten ze in het rijtuig en in snellen draf reden ze weg. Met een haastige beweging wendde Eleanor het hoofd achterwaarts. De tribunen, groote, donkere, verlaten gevaarten, verdwenen achter hen en onder deze tribunen in het kale kamertje waarin reeds een nachtelijk duister zou keerschen lag Süderssen alleen. HOOFDSTUK III. Vier weken later, den dag voor Eleanors vertrek naar Vevay bereidde Worms zijn dochter en haar vriendinnen een afscheidspartij. Yriendinnen in den waren zin van het woord had Eleanor nooit gehad. Hoe zou het ook kunnen ? Ze had nooit met iemand omgegaan en geen school bezocht. De eenige die van tijd tot tijd werd uitgenoodigd om bij haar te komen, was haar buurmeisje Hildegard Geiger. Deze, een gezond, flink kind, was te wild en te opgewonden om het langer dan een uur op een plekje uit te houden en zoo kalm en stil te
zitten spelen als de [gouvernante, met het oog op Eleanors zwakke gezondheid, noodig oordeelde. Haar bezoek was dan ook altijd van korten duur geweest. Eens zelfs verliep een heel jaar dat ze elkaar niet zagen, ouder geworden, bezochten ze elkander meermalen, doch alles te zamen genomen was het toch maar een heel zwakke band die beiden verbond. Samen hadden ze de lijst opgemaakt der meisjes die op Eleanors afscheidspartij zouden uitgenoodigd worden, allen vriendinnen van Hildegard, die weinig met Eleanor bekend waren en haar slechts vluchtig hadden ontmoet op de partijtjes, door Hildegard ter eere van haar jaardag gegeven. Het feest was zeer stijf en vormelijk begonnen, maar waar ter wereld bestaat een gastheer als Worms in staat op zulk een uitstekende wijze een kring jonge dames op te vroolijken en in een goede stemming te brengen ? Hij was de eenige heer tussehen al die wolken van rosé, lichtblauw en wit, behalve natuurlijk Süderssen, die echter met zijn arm in een zwart verband den gèheelen namiddag en avond zoo bleek en stil daar neerzat, alsof het geheele feest hem niet aanging. Men ging zeer vroeg aan tafel zooals het hoort voor jonge dames die tegen ’s middags vier uur uit— noodigd, om klokslag tien weer thuis verwacht worden. Bij zulke gelegenheden wordt door de gansche wereld heen op chocolade en koekjes gerekend, een uur later op gebakjes en verschillende limonades, weer een uur later op kleine met allerhande soorten vleesch bedekte broodjes en een glas wijn, ten slotte als het feest lang duurt op een dier wonderheerlijke bowls, waarvan de eigenlijke bestanddeelen suiker en sinaasappelen plegen te zijn, maar nog geen enkele wijnproever, zelfs niet de allerbeste, is het gelukt de overige ingrediënten te kunnen opnoemen. Ditmaal echter een diner! Een combinatie van spijzen en dranken en weer spijzen en dranken en nogmaals spijzen en dranken, waaraan geen einde scheen te komen. Geen middagmaal waar de gerechten zooals op groote diners worden voorgediend naar een zekere eeuwenoude volgorde, maar iets dat nog nooit vertoond was, een nieuwigheid, een uitsluitend voor jonge dames uitgezocht diner, zoo uitstekend bedacht dat Worms alle reden had er trots op te zijn. Tus Bchen elk meer krachtig gerecht een zoete schotel of juister niet een, maar twee, drie tegelijk ter keuze ; door de groote hoeveelheid lekkernijen en de eindelooze verscheidenheid werd bij velen de vrees gewekt,
dat de zoete droom plotseling of in het volgend oogenblik ten einde zou zijn. Maar hij was nog niet ten einde, althans niet eer voor in de fraai met bloemen versierde zaal de jeugdige gasten uitgepnt in haar stoelen leunden.. Neen, ze konden niet meer. Ze kregen het benauwd in de engsluitende kleedjes en toen ze het onmogelijk langer konden uithouden om voortdurend op een en dezelfden stoel te blijven zitten, ze reeds zooveel gelachen en zoo dikwijls de spits toeloopende glazen uitgedronken hadden, dat heel de gezellige zaal een beetje draaide, begonnen zij om de tafel te loopen nu hierheen dan daarheen, het allereerst naar Eleanor om haar te kussen — het was «verrukkelijk goddelijk.” Dan volgde Worm’s toespraak. Hij had tegen zijn glas getikt en een oogenblik later werd het doodstil. Hij kon niet te best zijn woorden vinden ; bij dit aardig dineetje had hij opvroolijkend, klinkend, inschenkend een beetje, maar een heel klein beetje meer gebruikt dan hij verdragen kon. Allerlei gedachten stormden hem door het hoofd. Waarom had hij niet reeds vroeger zulke gezellige feestjes gevierd ? Nu was het te laat, nu ging Eleanor weg en in het eerste jaar was aan een herhaling niet te denken. Hij had zich voorgesteld dit jaar van alleen-zijn zoo aangenaam mogelijk door te brengen, eindelijk een huis zonder gouvernantes, zonder al de overwegingen die men met een volwassen dochter elk uur van den dag maken moet. Men ontbijt met haar, men dineert met haar, men kan in zijn eigen huis op grond van moraliteiten zelfrespect zich niet een dier kleine buitensporigheden veroorloven die toch, hoe anderen er ook over mogen denken, inhond verleenen aan het menschelijk bestaan. Natuurlijk zijn er menschen die zich door dergelijke overwegingen niet gebonden achten, maar hij, Worms, met zijn rechtschapen karakter had zijn levenlang in de eerste plaats gedacht aan zijn huisgezin en in de tweede plaats aaa zichzelf. Een huisgezin; mooi en goed, het dierbaarste en hoogste wat de natuur den mensch op zijn levenspad schenkt, maar men kan het niet alles ten offer brengen. De achteruitstelling van zichzelf moet men niet tot liet uiterste drijven. En nu plotseling op den allerlaatsten dag zulk een feest ! Iets dat men twintigmaal en nog meer bad kunnen hebben en dat men eenvoudig niet gehad heeft. Is er iets bekoorlijkers denkbaar, dan het middelpunt te zijn, waar omheen een schaar lieftalliae ionee
meisjes zich beweegt? Zich[ door allen omringd te zien, keer op keer ervarend hoe bij elke anekdote zulk een storm van vreugde losbarst, dat men zelf meelacht om die stokoude scherts als ware ze een kostbare, nieuwe geestigheid. Afschuwelijk al die andere diners, waar men eveneens in een kring van dames zit, ook in rosé, ook in lichtblauw en wit, ook met champagneglazen, ook met anekdotes — bah, dat alles ! Het feest van hedenavond was als een bad, waaruit men rein en gelouterd te voorschijn komt, plotseling zich teruggevoerd zag naar de dagen van zijn jeugd. Hij ging naar Eleanor en stootte met haar aan : «Mijn lief kind, ik wilde dat je kon blijven. Het doet me leed, diep leed je te moeten laten gaan.” En Eleanor eveneens opgewonden door het feest en de blijken van liefde, door de kussen en liefkoozingen in zulk een overvloed over haar uitgestort dat ze meende te droomen, vleide zich tegen haar vader aan. «Lieve papa ! Beste papa !” Naast haar staande, had hij zijn arm om haar schouders gelegd, «Nu gaat ze ons morgen verlaten. Kennen de jonge dames Vevay? Niet? O, Vevay is prachtig! Daar schittert het meer van Genève, daar troont majestueus de Mont-blanc boven de besneeuwde toppen der Savoysche Alpen. Vevay, Chillon, Territet, eenige plekjes vol poezie 1 Een zoo bekoorlijk, hoogst romantisch schouwspel als men nergens ter wereld ziet . . . Over een jaar komt Eleanor terug en dan, waarde jonge dames, vieren we nogmaals feest. Ik ben een eenzame man die niets bezit als zijn kind — dit afscheid valt me zwaar.” Hij hield op en drukte een paar seconden zijn hand op zijn oogen, zooals men doet om de aandacht te vestigen op het meest treffende punt ia eene redevoering. Daar klonk een zacht geluid aan tafel, iets als gesmoord snikken. Wel is waar kenden ze geen van allen Eleanor, maar wanneer men zoo iets droevigs hoort en nog nooit champagne heeft gedronken, tenminste niet zulk een groot aantal glazen achter elkaar dan zijn jonge hartjes niet bestand tegen een dergelijke toespraak. Met een plechtig gebaar liet Worms zijn hand weer zinken en om zich heen ziende, was hij zelf verbaasd over de uitwerking zijner woorden. (Wordt vervolgd.')
"DUUR GEKOCHT". "Bredasche courant". Breda, 1905/02/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324031:mpeg21:p00001