* Veranderingen in advertentiën gelieve
EERSTE BLAD.
men steeds jop den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering han worden ingestaan. DE UITGEVERS.
BEKENDMAKING. KOEPOKINENTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda brengen ter openbare kennis, dat de gemeente-genees beeren, op Zondagen 9, 16 en 30 April a. s., des namiddags van 1 tot 2 uur, in één der lokalen van bet gemeente-ziekenhuis zullen aanwezig zijn tot het kosteloos verrichten der koepok-inenting en herinenting, met uitnoodiging aan de ingezetenen om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maken, Breda, 1 April 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GUL JE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris, BEKENDMAKING. LICHTSTERKTE VAN HET GAS. I Burgemeester en wethouders der gemeente Breda brengen ter openbare kennis, dat, blijkens het rapport van den heer dr. Reinders, in de maand ' Maart 1905 de lichtsterkte van het gas, berekend in Engelsche standaardkaarsen, bij een verbruik van 141,6 L. gas per uur, was: het hoogst 16 Maart — 14,9 en het laagst 14 « — 13,8 terwijl de gemiddelde lichtsterkte was 14,4. Zwavel in mG. per M3. gemiddeld 449. Ammoniak » d d » » 1,09. Koolzuur in volume-procenten s 4,36. Breda, 25 April 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. - — ■
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001
De nationale liberale partij zal in hare groote vergadering den medeleden de volgende 2 resoluties voorstellen : Primo, de volksvertegenwoordiging moet, zijnde afzonderlijke kiescolleges, als een standenraad
ingericht worden en secundo, tot de verplichtingen van dezen raad behoort het kennisnemen van alle wetsvoorstellen, de beraadslaging over de Staatsbegrooting, de kennisneming van de rekenstaten loopende over de Staathuishouding en de werkzaamheden der ministeriën, bovendien heeft hij het recht, nieuwe wetten of verandering van reeds bestaande voor te stellen. Den raad heeft het recht van interpellatie, maar is aan den Tsaar en de ministers, niet aan de volksvertegenwoordiging verantwoording schuldig. De president van den raad zal door den Tsaar worden benoemd uit een aantal gekozen candidaten. Elf K.M. van de stad Karkof hebben landbouwers een groot landgoed geplunderd na eerst de telefoonverbinding met de stad te hebben doorgesneden. Een sotnie kozakken is vertrokken om de orde te herstellen. Te Moskou, staken 20,000 bakkersgezellen. De prijs van het brood stijgt hoog. De armen zijn er slecht aan toe. Men neemt maatregelen om brood te krijgen uit de naburige steden en uit Petersburg. Gorki moet er slecht aan toe zijn. Het betere klimaat in het zuiden heeft niet den gewenschten invloed. Zijn proces is weer uitgesteld. Het Telegraaf-agentschap meldt: Een keizerlijk oekas van den 23en gelast Boelygin tijdelijke commissies te benoemen in streken, waar de boerenbeweging zich vertoond heeft. Hun taak is, uit te maken wie aan de onlusten hebben deelgenomen en welke schade er is aangericht; voorts de bijdrage bepalen, die alle leden van de dorpsgemeenten welke bij de onlusten betrokken zijn, tot vergoeding van de schade moeten opbrengen, door verkooping desnoods van al hun eigendom. Ook schijnt het plan te zijn om van staatswege geld te leenen aan. de grondbezitters, die schade hebben geleden, om daaruit de vernielde gebouwen en verdere schade te herstellen.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001
De Japansche consul te Manilla ontving een j telegram, berichtend dat Togo’s voornaamste eskader bijeengetrokken zal worden ten zuiden van Formosa. Het Petersburgsche Telegraaf agentschap deelt mede: admiraal Rodjestwensky, die in kennis werd gesteld van het protest van Japan tegen zijn verblijf in de Kamranhbaai, werd gewezen op de noodzakelijkheid de onzijdigheid van Frankrijk niet te schenden en zich niet op te
- houden in de territoriale wateren, wanneer hij i werkeiijk daarvan gebruik had gemaakt. ■ De Pall Mali Gazette verneemt uit Parijs. : dat de Britsche gezant aldaar zijn Paaschvacantie heeft onderbroken en naar zijn standplaats terug is gekeerd, ten einde aan de Quai d’Orsay een nota in te dienen ter ondersteuning van het Japansche protest over de schending der onzijdigheid in de Kamranhbaai; de nota is in de meest hoffelijke bewoordingen gesteld. Het antwoord van Frankrijk , belovende de Oostzeevloot uit de Kamranhbaai te verwijderen 1 en verzekerende , dat Frankrijk besloten is zijn 1 onzijdigheid te handhaven, is te Tokio met ’ genoegen ontvangen en heeft ontspanning gegeven. 1 Uit Manila komt bericht dat er drie oorlogs- ^ schepen bij het eiland Corregidor liggen. Men 1 vermoedt, dat het een Japansch smaldeel 1 onder admiraal Nasjima is. 1 Hit Saigon wordt medegedeeld dat er maat- ( regelen zijn genomen om den Russischen kruiser ' Diana, die reeds geruimen tijd geleden de haven ' was binnen gevlucht, onbruikbaar te maken. É Het schip, dat reeds grootendeels gerepareerd ^ was, moest het grootste gedeelte zijner machines *: aan de Fransche marine-autoriteiten uitleveren. c — — h
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001
in de rransche Kamer heeft Georges Leygues gisteren op de gevolgen gewezen, die de scheiding van de herben en den staat op het platteland zou hebben in de streken, die te arm zouden zijn om den eeredienst te bekostigen. Hij pleitte voor maatregelen, die den overgang tusschen het oude en het nieuwe stelsel geleidelijk zouden maken. Leygues verdedigde een amendement, waardoor bepaald zou worden, dat de bestaande raden van kerkvoog den, de parochieraden, de consistories, zouden worden omgezet in vereenigingen voor den eeredienst in den zin der wet en dat deze vereenigingen zullen worden beschouwd als vereenigingen van openbaar nut. Aan die vereenigingen moesten dan de kerkelykë goederen wortoegewezen. Bovendien wil Leyges, dat de kerkgebouwen om niet in gebruik zullen worden gegeven aan de vereenigingen voor den eeredienst. Jaurés heelt het amendement bestreden en betoogd, dat het artikel 4 moest worden aangenomen zooals het door de commissie laatstelijk is gewijzigd. De Kamer is in de discussie over de kerkelijke goederen blij ven steken. Een van de groote moeilijkheden is, wat zal er gebeuren wanneer er een scheuring komt in de vereeniging voor den eeredienst. Voor welke partij zijn dan _ __ ■ I I ■■!■■■ l Ml—IH————,
j de kerkelijke goederen? Dienaangaande zijn de gevoelens zeer verdeeld. De minister van eeredienst vond gisteren aanleiding in de debatten 3 om aan de meerderheid te verzoeken, niet te < vergeten, dat het onmogelijk was, de wet tot i een goed einde te brengen, wanneer er geen ; goede samenwerking was tusschen de commissie 1 en de Kamermeerderheid evenals tusschen de ; regeering en de commissie. Naar aanleiding van een onderhoud, dat plaats had tusschen den president van den ministerraad en Oelcassé, den minister van bnitenlandsclie zaken, werd deze op het Elyssee ontboden door den president der Republiek en daar ontvangen door het hoofd van den Staat. Hij begaf zich daarop naar den president van den ministerraad. In dit nieuwe onderhoud legde minister Rouvier er den nadruk op, dat er zich geen enkel meeningsverschil had voorgedaan tusschen den minister van buitenlandsche zaken en den ministerraad en dat de heer Delcassé dus geen reden had te blijven volharden bij zijn voornemen. De heer Delcassé erkende dat de politiek, zooals de president van den Raad ze aan de Kamer had voorgesteld, volkomen in overeenstemming was met die, welke hij had gevoerd in overeenstemming met de geheele regeering en dat hij uit eerbied voor den wensch, door den president geuit uit naam van de geheele regeering, zijne functie zou blijven waarnemen. Men neemt aan, dat de oorzaak dezer oplossing drieledig is: in do eerste plaats zou de regeering den schijn niet willen hebben te wijken voor de dreigende houding van Duitschland; in de tweede plaats voor de Japansche opvattingen over zee neutraliteit de vlag niet willen strijken, en ten derde denkt men dat de houding van Rusland, die Rodjestwensky Kamrah deed verlaten, het hare gedaan heeft. De houding van eenige leden der regeering die thans allen Delcassé terugroepen is niettemin, naar blijkt, oorzaak der ontslagneming geweest. De intrekking hiervan is dan ook, meent men, slechts van tijdelijke beteekenis. De correspondent van de Daily Chronicle te Madrid meent uit een uitlating van den minister van buitenlandsche zaken en uit de omstandigheid — als ’t waar is — dat Konin^ Alfonso groote portretten van prinses Victoria van Connaught in zijne kamers heeft, te mogen opmaken, dat ’t inderdaad tot een huwelijk tusschen hen beiden komen zal. Balfour heeft in het Lagerhuis medegedeeld, dat de Transvaahche grondwet binnen een paar dagen afgekondigd zal worden.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001
DOOR W. MEIJER—Fö ESTER. Vertaald door Mevrouw VAN HEUVELINCK. 31 Hij luisterde eenigen tijd naar haar praatjes, toen moest hij de woning bezichtigen; drie kamers en een keuken. Een aardige woning, niet ? Veel vriendelijker dan in de Markthallenstraat. Maar alles was bezet • indien meneer Süderssen zich echter wou verbinden om tegen den len Mei een kamer te nemen, dan zou ze den referendaris de huur opzeggen. Ja, werkelijk dat zou ze doen. .Ik zal er over nadenken,” zeide hij, »en kom dan bij gelegenheid wel eens terug.” Toen ging hij verder. Opnieuw liep hij straten in en straten uit. Hij twaïn tot bij het Alexanderpleiu , in hoeken en sloppen vaar hij nooit geweest was. Doodmoe wenkte hij :en rijtuig. «Naar het Savoy hotel 1”. Daar was alles als vroeger. De zigeuners speelden n de kellner geleidde hem dadelijk naar een tafeltje oor het raam, waar hij dikwijls gezeten had. «Wenscht meneer Süderssen te eten?” k Het bestelde enkel wijn, ^Verwonderlijk dat de kellner hem nog kende. Maar veel wonderlijker dat hij deed alsof Süderssen tungevraaga oracnt ae Kenner nem üe avondeditie van «De Sportwereld”, zoo juist van de drukkerij gekomen en die in de Friedrichstraat en aan het station in honderden en duizenden exemplaren zijn weg onder het publiek vond. Werktuigelijk vouwde Süderssen het blad open en zag het in ; «Wedren te Carlshoft op den 2en April. Wedrennen te Dreaden op den 3en en 4en April. Wed* rennen te Hamburg—De heer Worms’«Red Roze,” de heer Worms’ «Skandinavia,” alles als vroeger. Nieuwe namen, andere namen, andere paarden, andere jockey’s, anders alles als het voor jaren was geweest en eeuwig blijven zal. Hij las aandachtig, kolom na kolom, eiken zin, ieder woord. Als hij weer op de renbaan verscheen zou men hem met open armen ontvangen. Met die groote overwinning te Baden-Baden had hij drie jaar geleden van de renbaan afscheid genomen; zoo iets wordt niet vergeten, de menschen daar hebben een beter geheugen dan anderen. Men zou hem de hand drukken, verrast en verheugd. «Waar is u zoolang geweest, Süderssen? Eindelijk weer terug op de baan ? Wanneer rijdt u weer?” Een flauwe glimlach vloog langs zijn gelaat. Dan zouden velen hem verzoeken: «Wilt u mijn paard rijden?” Hij wist het goed, met dergelijke aanbiedingen zou men hem bestormen. Hij dronk zijn glas in een teug leeg, schonk opnieuw in en dronk ook het tweede glas achter elkaar uit. Een rit op de renbaan — dat was steeds het beste geweest. Men vergeet alles, de wind stormt voorbij en men rijdt voorwaarts ! Strak staarde hij voor zich uit. Men stormt voorwaarts, mogelijk rijdt men toch eenmaal zich food. Dan zijn alle zorgen voorbij, ook de grootste iorg om te sterven. Hij herinnerde zich wat Worms hem gezegd had.
»Van dit oogenblik, mijn waarde Süderssen, verdeelen wij den arbeid. Ik wijd me opnieuw aan de kunst, al het overige is aan uw leiding toevertrouwd vóór alles de paarden. Ik geef u de vrije hand, lieve vriend. Berlijn heeft behoefte aan een nieuw tooneel, wellicht is de man gevonden die dit nieuwe tooneel uit het niet doet verrijzen.” Alles zou weer worden zooals het geweest was. Weer en route naar alle wedrennen. Naar Baden, naar Hamburg, naar Hannover, naar Weenen. ’s Wintersavonds zou hij hier weer in het hotel zitten, precies als van avond. Het spelen zou weer opnieuw beginnen en het wedden, en de drie droeve, gelukkige jaren zouden in de vergetelheid zinken, evenals ze nu reeds tot het ver verleden schenen te behooren. Hij was een ander mensch geworden en zou nu weer worden wat hij was geweest: een mensch zonder kracht, zonder levensdoel, die met de anderen stroomafwaarts drijft. Stroomafwaarts. Hij dronk zijn glas nogmaals leeg. Misschien was het ook een dwaasheid zich drie jaar lang af te sonderen. Is het niet aardig en vroolijk op de renbaan 3n over het algemeen genomen in het geheele leven P Het eenige bezwaar is dat men zoo eenzaam is en geen iigen wil heeft en men lang moet luisteren naar het jezwets van Worms. Een rilling ging hem door de eden. Den moed vinden! O, God! een enkele maal uoedig zijn! Er een einde aan maken, dat was verkelijk het allerbeste. En zullfc een lieve, verroostende gedachte haar te volgen. Eleanor, zie ze renkte hem, ga mede ! Hij sloeg de oogen op en zag om zich heen. En in deze minuut werd hij zich volkomen bewust au zijn onmacht. Het leven hield hem vast, het ulde niet dat hij gewelddadig zich bevrijdde, het ou langzaam zijn armen om hem, slaan, langzaam em verworgen.
jjoeuoos awaaiae zijn ohk door de zaal, van het eene tafeltje naar het andere. Hij dwong zich naar de muziek te luisteren. Hij bestelde nogmaals wijn. Eenige officieren bleven bij hem staan. «Hoe maakt u het, Süderssen? Gaat u mede naar Metropol?” Hij weigerde. «Maar u komt toch Maandag naar Carlshorst ?” »Ja.” Hij had een brandende dorst en ledigde glas op glas. Toen overviel hem een gevoel van rust en onverschilligheid. Yoortaan zou hij eiken avond hier komen en drinken. Dan vergeet men alles. Een heerlijke gewaarwording. Men leunt in zijn stoel, sluit de oogen, rookt zijn sigaret en luistert hoe rondom aan de tafeltjes de dames lachen. Weener walsen. De zigeunermuziek is altijd de beste. Weenen is vroolijk. Het Prater en Friedenau. ’s Morgens vroeg om vier uur laat men zich per rijtuig naar buiten brengen en stijgt dan te paard. Plotseling richtte hij zich op. Niet meer drinken. Hij riep den kellner en betaalde. Het kostte hem jenige moeite rechtop te staan, rechtop over het nollige tapijt in de zaal te loopen en naar buiten te ;aan, Daar stond hij voor de deur van het hotel de koude vind opsnuivend. Voor hem lag de Friedrichstraat net zijn tallooze lichten, zijn vroolijke drukte, heel ;ijn bruizend leven. Waar was hij. toch ? Nadenkend legde hij de hand ip zijn voorhoofd. Toen schreed hij verder met een [limlaoh om den mond, een glimlach zonder eenige dtdrukking. EINDE.
"DUUR GEKOCHT". "Bredasche courant". Breda, 1905/04/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324068:mpeg21:p00001