Bredasche courant

, Zij, die zich met I Juli a. s. op deze

COURANT abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis

► Veranderingen in advertentiën gelieve

men steeds op den dag uer uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERA.

BEKENDMAKING. De burgemeester der gemeente Breda; Gelet op de laatste zinsnede van art. 55 der kieswet; Brengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag 16 Juni 1905, van des morgens acht tot des namiddags vijf uur, eene stemming zal plaats hebben ter benoeming van één lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het kiesdistrict Breda en waartoe de volgende candidaten in aanmerking komen: 1°. dr. J. A. H. van den Brink, 2°. G. C. A. Fabius, 3°. mr. L. P. M. H. baron Middels van Verduijnen. Art. 128 van het wetboek van strafrecht luidt: Hij, die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar. Breda, 6 Juni 1905. De burgemeester voornoemd: Ed. GULJE. BEKENDMAKING. De burgemeester der gemeente Breda; Gelet op art. 53 der kieswet; Brengt ter openbare kennis, dat de bij hem ingeleverde opgaven van candidaten ter gelegenheid van de verkiezing van éen lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarvan afschriften aan den voorgevel van het raadhuis zijn aangeplakt,_ ter secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd en, in afschrift, tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar zijn gesteld. Breda, 6 Juni 1905. De burgemeester voornoemd: E*. GULJE. BEKENDMAKING. INRICHTING, WELKE GEVAAR, SCHADE OE HINDER KAN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda; Gezien het adres van: G. A. van Baarle wonende te Breda, vergunning verzoekende tot het oprichten van eene koek en banketbakkerij in het perceel, gelegen in deze gemeente aan de Schoolstraat, kadastraal bekend onder sectie B, u°, 5512; Gelet op de bepalingen der hinderwet; Brengen de door den adressant gedane aanvrage ter algemeene kennis, met bericht, dat het daartoe strekkend verzoekschrift op de gemeentesecretarie is ter visie gelegd en dat op den veertienden dag na de dagteekening dezer, zijnde Maandag 19 Juni a.s. door burgemeester en wethouders, des middags te 12 uur, ten gemeentehuize eene zitting zal worden gehouden, ten einde gelegenheid te geven, om bezwaren tegen het verlengen der vergunning tot oprichting van voorschreven bakkerij mondeling of schriftelijk in te brengen. Zullende deze worden aangeplakt op het perceel voor de inrichting bestemd. Breda, 5 Juni 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJÉ, burgemeester. A. R- VERMEULEN, secretaris.

Het Noorsche «Storthing” te Christiama verklaarde, dat de Koning opgehouden heeft als koning van Noorwegen te fungeeren, dat verder de Unie van Zweden en Noorwegen onder één

koning is ontbonden; bekleede het ministerie dat tot dusver geregeerd heeft, met het uitvoerend gezag, en verzocht den Koning zijn medewerking te willen verleenen, opdat een der jongere prinsen uit het Huis Bernadotte den Noorschen troon aanvaarde. Hetgeen reeds zoolang dreigde is een feit geworden , de Noorsche volksvertegenwoordiging heeft koning Oscar II van den troon vervallen verklaard en de unie van Zweden en Noorwegen ontbonden. De afgetreden ministers zijn in afwachting van den verderen loop der gebeurtenissen door het Storthmg benoemd tot de «Noorweegsche regeering” en minister Michelsen heeft namens zijne collega’s verklaard, dat zij den taak om tijdelijk het koninglijk gezag uit te oefenen aanvaarden. Men herinnert zich wat daaraan is voorafgegaan. Nadat de onderhandelingen met Zweden over de quaestie van eigen Noorweegsche consulaten — voor de zooveelste maal in de laatste jaren — waren mislukt, heeft het Noorweegsche parlement met algemeene stemmen een wet aangenomen, waarbij deze consulaten werden ingesteld , onatharkelijk van Zweden en de unie. Het acute der crisis ontstond toen na de aanneming dezer wet koning Oskar den 27en Mei j.1. rondweg weigerde deze wet van zijne sanctie te voorzien, en de Noorweegsche ministers weigerde dit afwijzende besluit des Konings te contrasigneeren. Verleden Vrijdag heeft de staatsminister Michelsen — de Noorweegsche Staatsinrichting kent maar een minister, den premier; de overige ministers heeten Staadsraden — het officieele verslag van deze historische conferentie in het Storthing voorgelezen. Als hoofdmoment criteeren wij daaruit alleen het antwoord des Konings toen na zijne weigering de ministers hun verzoek om ontslag indienden en daarbij vrij moedig opmerkten, dat de weigering des konings «onberekenbare gevolgen” zoude hebben , de weigering een inbreuk was op het constitutioneel staatsgebruik, en deze zeker tot een ontbinding der Unie zou voeren. Het antwoord dat de Koning daarop voorlas, luidde: «Daar het mij duidelijk is , dat thans geen andere regeering gevormd kan worden, neem ik het verzoek om ontslag van de Staatsraden niet aan.” Zich daarop baseerende heeft het Noorweegsche parlement den Koning afgezet en tevens de Unie met Zweden ontbonden verklaard. Men verwacht dat bijzondere gezanten van Noorwegen de gewichtige gebeurtenis aan de verschillende buitenlandsche hoven zullen gaan mededeelen.

Naar aanleiding van een te Tsarskoje Selo gehouden ministerraad zijn de Russische gezanten te Washington en Parijs telegrafisch in kennis gesteld , dat Rusland de vredesvoorwaarden van Japan zou wenschen te kennen.

Er is in de Belgische Kamer een antwoord gegeven op de vraag, die het kamerlid Asou gericht heeft tot den minister van justitie over de wonderen van St. Antonius. Goedgeloovige lieden worden uitgenoodigd geld te zenden naar een onderneming, naar het heet ten behoeve van het werk van den Heiligen Antonius. Zij zenden geld in de hoop, dat de Heilige Antonius hen voor rampen vrijwaren zal, of hun een groot geluk deelachtig zal doen worden. De heer Asou vroeg tevens, of die geldsommen voor het werk van den Heiligen Antonius niet toekwamen aan het officieele bureau van weldadigheid. De minister van justitie, tot wien de vraag was gericht, heeft gisteren in de Kamer door zijn ambtgenoot den minister van spoorwegen, het antwoord laten voorlezen. Naar aanleiding van de beweerde misbruiken, door den heer Asou vermeld — zoo luidt het antwoord — is nooit een klacht ingekomen, noch aan het ministerie van justitie, noch bij de competente rechterlijke ambtenaren. Giften, die bestemd zijn voor particuliere liefdadigheid, komen niet toe aan het officieele bureau van weldadigheid. De correspondent van de N. R. Ct. voorspelde, dat de regeering op de vraag van den heer

Asou in vage termen zou antwoorden. Dit antwoord is over het vage heen, het is duidelijk ontwijkend. In Frankrijk is het er nu toch toe gekomen, dat de heer Uelcassé de portefeuille van Buitenlandsche Zaken zal nederleggen, na haar zeven jaren met eere tn tot aller tevredenheid, niet het minst van het corps diplomatique, te hebben waargenomen. Marocco’s weigering om het door Frankrijk voorgesteld hervormingsplan te aanvaarden heeft hier waarschijnlijk den doorslag gegeven; maar er waren tusschen den minister en diens collega’s meer punten van verschil. De minister-president Rouvier zelf zal voorloopig het interim waarnemen, maar velen hopen, dat hij voor goed de portefeuille zal overnemen en die van Financiën aan een ander laten. Ook wordt als Delcassé’s opvolger genoemd de oudminister Poincaré. De aangekondigde interpellatiën over de buitenlandsche politiek zijn na deze kabinetswijziging vervallen. De Fransche bladen bevatten nog weinig positief nieuws omtrent het aftreden van den Minister van Buitenlandsche zaken, die 7 jaren lang zijn land met vaste hand door menig moeilijk politiek uur heeft weten heen te sturen. Van de messa verwarde en overdreven geruchten, die in parlementaire kringen liepen, tot zelfs dat van een onmiddellijken oorlog met Duitschland toe, is alleen dat van ’s Ministers heengaan bewaarheid geworden. Ais een merkwaardig en verontrustend staaltje van de opstokerij in Engeland tegen Muitscliland kan dienen, dat het regeeringslid Edmund Talbot, dat zich dezer dagen aan een nieuwe verkiezing voor het Parlement moest onderwerpen, in een bulletin zijn kiezers o. m. toesprak: «Het vreemde wezen dat beschikt over de toekomst van het Duitsche rijk, wacht slechts op de gelegenheid om op onze kust zijn legers te doen landen. Het minste bewijs van zwakheid van de zijde van onze regeering en de lang besproken invasie van ons land kan elk oogenblik plaats grijpen, en wij kunnen de Duitsche troepen voet aan wal zien zetten te Littlehampton of Selsey. «Het optreden der liberalen als regeering zou bijna zeker tot zulk een onderneming aanleiding geven.” De conservatief haalde het, maar met aanzienlijk verminderde meerderheid. De eerste tusschentijdsche verkiezing welke , na een reeks van nederlagen, door Balfour niet verloren werd. De Spaausche pers maakt met grooten ophef gewag van de rijke lagen van uranium en radium, die in het Guadaramagebergte ontdekt zijn. Een comité van deskundigen heeft daar ter plaatse een grondig onderzoek ingesteld , waarbij is gebleken, dat de loopende geruchten werkelijk waarheid bevatten.

Verkiezingen voor de Tweede Kamer, De namen der officieel gestelde ^candidaten zijn de volgende: Alkmaar. J. H. Blum, te Vlissingen , A.-R.; jhr. mr. P. van Foreest te Heilo, O. L., aftr.; mr. M. Mende's te Zaandam, S.-D. en F. C. J. Netscher te Santpoort, gemeente Velsen,V. D. Almelo. P. J. Aalberse, K., aftr.; J. F. TijhofT, S. D.; mr. J. A. Levy, U. L. Amersfoort Jhr. mr. Jl. W. v. Asch v. Wijck, jA. R., aftr.; mr. W, H. de Beaufort, O. L.; F. van der Goes , S. D. A. P. Staalman, C, D. Van Amsterdam District 1. Dr. H. F. R. Hubrecht, U. L. (aftr.); S. J. Pothuis, S. D. D. Schut, A. R. D strict II. Dr. J. Th. De Visser, C. H. (aftr.); Mr. M. Mendels, S. D.; C. Lely, U. L. District III. Mr. P. J. Troelstra, S. D. (aftr.); L. P.fStaaiman, C. D.; Ds. A. S. Talma, A. R ; K. Eland, U. L. District IV. Jos. Loopuit, iS. jD.; J. W. Lzerman, U. L. ; Mr. W, H. Hovy, A. R. District V, Th. M. Ketelaar, V. D., (aftr); A. H. Gerhard, S. D.; Mr. G. A. P. M. van der Aa. K. District VI.

J. A. Fortuijn, S. D.; Mr. W. H. dë Beaufort, O. L.; Jhr. C. Röell, C. H. District t'VII. Mr. Th. Heemskerk, A. R. (aftr.); Ds. W. H. Liefrink, C. D.; Dr. C. F. J. Blooker, O. L.; Tj. Westra, S. D. District VIII. P. Nolting, V. D. (aftr.); P. L.ITak, S. D.; H. van Munster, C. D.; Mr. S. de Vries Cz., A. R.; District IX. H. Bijleveld, A. R.; (aftr) J. G. van Kuijkhof, S. D.; Th. B. V. Dill.C.D.; Mr. G. Th. van Deventer, V. D Apeldoorn. Mr. graaf Van Bijlandt, A. R., aftr.; jhr. Sandberg tot Essenburg, O. L.; mr. P. J. Troelstra, S. D. Appingedam. J. H. Schaper, S. D., aftr.; mr. J. G. Sybrandy, A. R.; mr. J. H. W. Q. Ter Spill, O. L. Arnhem. W. P. C. Helsdingen, S. D.,mr. P. Rink te Tiel, U. L. (aftr ), en ds. C. v. d. Voort van Zijp te Doesburg, A. R. Assen. Prof. mr. M. W. F. Treub, V. D., aftr.; ds. A. van der Heide, S. D.; H. Bos Kz., A. R. Bergen op Zoom. L. D, J. L. de Ram, IC., aftr.; J. Brinkhuis, Vrij IC.; mr. H. Goeman Borgesius, U. L. Beverwijk. W. G. J, Passtoors, IC., aftr.; mr. J. Limburg, V. D.; J. Gerritsz, S. D. Bodegraven. Mr. J. W. H. M. van Idsinga. C. H., aftr.; IC. Reijne, U. L.; mr. P. J, Troelstra; S. D. Breda. Mr. L. P. M. H. baron Michiels v. Yerduynen, K. aftr.; G. C. A. Fabius, V. D.: dr. J. van den Brink, S. D. Breulcelen. J. H. de Waal Malefijt, A. R., aftr.; dr. H. P. Kapteyn, UI,. Brielle. A. Roodhuyzen, U. L., aftr.; JE. baron Mackay Jr., C. H.; P. J. Troelstra, S. D. Delft. Mr. H. A. van de Velde, A. R., aftr.; mr. A. R. Zimmermann, O. L. Deventer. Mr. H. P. Marchant, V. D., afjr.; F. van der Goes, S. D.; mr. Th. Heemskerk, A. R. Doetinchem. P. van Vliet Jr., A. R., aftr.; L. M. Hermans, S. D.; D. Brocx, U. L. Dokkum. Mr. R. van Veen, C. II,, aftr. > mr. E. Schaafsma, U. L.; ds. A. van der Heide, S. D. Dordrecht. S, M. H. van Gijn , U. L., aftr.; A. S. Talma, A. R.; J. H. F. van Zadelhoff, S. D. Druten. Mr. J. A. N. Travaglino, K., aftr., (overl.); mr. E. P. F. van den Bogaert, IC.; mr. Th. J. Duijnstee, K.; jhr. J. W. van Nispen tot Sevenaer, IC. Eede. Dr. M. A. Brants, A. R., aftr.; S. Lindeman, S. D.; mr. P. Tydeman, O. L. Eindhoven. V. A. M. van den Heuvel, K., aftr. te Geldrop; dr. J. A. H. van den Brink, S. D. te Breda; Aug. Raupp, K. Eist. Mr. A. W. baron van Wijnbergen, IC., aftr., S. Lindeman, S. D.; F. W. J. baron van Pallandt van Roosendael, O. L. Emmen. Dr. P. H. Roessingh, U. L., aftr.; P. Wielenga, A. R. Enkhuizen. N. Sluis Pz., A. R., aftr.; mr. H. Goeman Borgesius, U. L.; dr. H. Gorter, S. D. Enschede. H. H. van Kol, S. D., aftr.; A. II. J. Engels, K.; A. Kreuzen, C. D.; D. Brocx, U. L. Franeker. F. Lieftinck, U. L , aftr.; P. L. Tak, S. D.; J. Ankerman, Fr. D. H. Goes. Mr. A. F. de Savornin Lohman, C. H., aftr.; mr. P. J. Troelstra, S. D.; G. A. Vorsterman van Oven, V. D. Gorinchem. H. Seret, A. R., atr., (bedankt); mr. N. G. Pierson, U. L, ; mr. L. van Andel, A. R. Gouda. Mr. S. de Vries Cz., A. R., aftr.; dr. H. Gorter, S. D.; jhr. mr. W. Th. C. van Doorn, U. L. Gr ave. W. J. M. C. Friesen, K., aftr.; (bedankt); mr. D. Kooien, IC.; mr. J. J. I, Harte van Tecklenburg, IC.; J. M. P. Broeder, IC. ’s-Gravenhage. District I. J. Krap, A. R., aftr.; mr. J. Limburg, V. D.; J. A. Bergmeijer, S. D.; Th. Dill, C. D.; mr. J. H. Valckenier ICips, O. L. District II. Mr. W. Dolk,U. L., aftr. A. II. Gerard, S. D.; dr. J. Th. de Visser, C. H.; jhr. J. D. Six, Grondwet L, District III. J. M. Pijnacker Hordijk, V. D., (bed.); J. C. Jansen, U. L.; dr. E. B. ICielstra, O. L.; mr. P. J. Troelstra, S. D.; dr. W. C. A. baron Vredenburch, N. H.; H. van Munster, C. D. Groningen. Mr. J. baron d’Aulnis de BourouilL

O. L.; mr. H. L. Drucker, V. D., jhr. mr. A. F. Savornin Lohman, A. R. Gulpen. J. M. M. H. Merckelbach, K., aftr., (bed.); mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, K.; J. H. Pinckers, K.; H. H. van Kol, S. D. Haarlem. Jhr. mr. F. W. van Styrum, O. L., aftr.; mr. Frank van Lennep, C. H.; F. W, N. Hugenholtz, S. D.; F. Netscher, Y. D. Haarlemmermeer. F. A. van Wichen; K., aftr.; dr. W. P. Ruysch, U. L.; J. Gerritsz, S. D.; ds. Liettinck, C. D. Harlingen. Mr. J. Schokking, Fr. C. H., aftr.; kapt. L. W. J. K. Thomson, U. L.; ds. A. van der Heijde, S. D. Den Helder. A. P. Staalman, C. D., aftr., A. H. Gerhard, S. D.; C. V. Gerritsen, V. D.; L. Adriaanse, A. R. ’s-Hertogenbosch. Jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, K., aftr.; mr. S. van Houten, O. L. Hilversum. S. baron van Heemstra, A. R., aftr.; N. H. van Roggen, V. D.; J. J. B. Fanoy, C. H.; W. H. Lieftinck, C. D. Hontennisse. P. F. Fruijtier, K. attr.; mr. J. G. v. Deinse, O. L.; dr. J. v. d. Brink, S. D. Hoogezand. K. ter Laan, S. D., aftr.; CJ. G. Schilthuis Jz., V. D.; H. de Wilde, A. R. Hoorn. P. B. J. Ferf, U. L., aftr.; mr. J. N. Thijssen, K.; J. Loopuit, S. D. Kampen. Mr. M» baron Mackay, A. R., aftr., (bedankt); K. Reijne, U. L.; prot. M. Noordtzij, A. R.; Jos. Loopuvt, S. D.; mr. J. Schokking, Fr. C. H. Katwijk. Mr. O. J. E. baron van Wassenaer van Catwijck, C. H., aftr.; mr. H. Goeman Borgesius, U. L. Leiden. F. van der Goes, S. D.; dr. Th. G. den Houter, A. R.; ds. C. Plug; C. H., mr. M. W. F. Treub, V. D.; mr. W. van der Vlugt, O. L. aftr. Leeuwarden. T. Hettinga, R.-K,, te Cornjum; kapitein L. W. J. K. Thomson, L., te Leeuwarden; prof. mr. M. W. F. Treub, V. D., te Amsterdam, en W. F. Wibaut, S. D., te Amsterdam. Lochem. W. P. G. Helsdingen, S. D., aftr.; mr. G. Jannink, U. L.; N. Oosterbaan, A. R. Loosduinen. A. Brummelkamp, A., aftr.; mr. A. Ferf, U. L. Maastricht. Mr. F. I. J. Janssen, K., aftr.; S. T. Baart, S. D. Meppel. Mr. H. Smeenge, U. L., aftr.; ds. A. v. d. Heijde, S. D.; J. Knoppers, C. H. Middelburg. Mr. C. Lucasse, A. R., aftr.; Herman Snijders, V. D.; J. A. Bergmeijer, S. D. Nijmegen. Jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer, K. , aftr.; A. H. Gerhard, S. D. Ommen. J. van Alphen, A. R., aftr.; dr. W. J. M. Engelberts, C. H., fractie Bronsveld, gesteld door de liberalen. Oostburg. Mr. P. C. J. Hennequin, O. L., aftr.; G. W. Sannes, S. D.; J. H. Blum, A.R. Oosterhout. Jhr. J. B. D. van den Berch van Heemstede, K., aft.; F. J. Potter, U. L.; mr. J. N. J. E. Thijssen, K. Rheden (Geld.). Mr. M. J. C. M. Kolkman, aftr. en K. Eland, U. L., oud-minister van o'orlog. Ridderkerk. Mr. A. P. R. C. v. d. Borch van Yerwolde, A. R., aftr.; Arie Smit, O. L. Rotterdam. District I. Mr. D. Fock, U. L., aftr.; R. J. W. Rudolph, A. R.; H. Spiekman, S. D.; J. L. v. d. Voorden, Werkl. Verb. District II. D. de Klerk, U. L., aftr.; W. P. G. Helsdingen, S. D.; dr. J. Th. de Visser, C. H. District III. J. B. Verhey, U. L., aftr.; F. v. d. Goes, S. D.; K. A. Warmenhoven Jr., C. H. District IV. A. Plate, O. L.; dr. J. van Leeuwen, S. D.; J. M. Voorhoeve, A. R.; P. van der Pols, A. R.; A. Platte, O. L. District V. Mr. E. E. van Raalte, V. D., aftr.; A. Brummelkamp, A. R.; J. H. F. Zadelhof, S. D. Schiedam. Mr. O. J. H. Graaf v. Limburg Stirum, C. H., aftr.; M. C. M. de Groot, V. D.; dr. J. van Leeuwen, S. D. Schoterland G. van der Zwaag, S. D. aftr.; C. V. Gerritsen, V. D.; J. Huizinga, A. R.; Sliedrecht. A. D. P. V. van Löben Seis, A. R., aftr., (bedankt), mr. Heemskerk, A. R.; J. Ankerman, Fr. C. H.; jhr, mr. H. Smissaert, O. L.; L. M. Hermans, S. D. Sneek, Mr. Okma, A. R., dr. C. J. Niemeijer, U. L.; ds. H. van Eyk van Heslinga, Fr. C. H.; A. P. Staalman, C. D. Steenwijk. D. F. Dumaer van Twist, A. R., aftr.; H. J. Tromp Meesters, U. L. Tiel. Mr. M. Tydeman te Breda, L. (aftr.), ds. C. van der Voort van Zijp te Doesburg, A. R., mr. H. P. de Wilde te Arnhem, V. D. Tietjerksteradeel. A. S. Talma, A. R., aftr.; mr. P. J. Troelstra, S. D ; mr. H. Goeman Borgesius, U. L. Tilburg. A. H. A. Arts, K. aftr.; A. Mutsaers, K.; J. A. Bergmeijer, S. D. Utrecht. District I. Jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek, O. L., aftr.; mr. M. Mendels, S. D. ; jhr. mr. G. C. von Weiler, C, H.; mr. H. L. Drucker, V. D. District II Jhr. mr. J. Röell O. L., aftr.; J. Oudegeest, S. D.; mr. N. de Ridder, A. R.; prof. mr. M. W. F. Treub, V. D. ; W. F. Beckers, S. D. Veendam. Mr. E. A. Smidt, V. D., aftr.; mr. G. J. Sybrandy, A. R.; H. Spiekman, S. D. Weststellingwerf. F. W. N. Hugenholtz, S. D., aftr.; C. A. Zelvelder, V. D.; J. v. d. Molen, A. R. Winschoten. Dr. D. Bos, V. D., aftr.; ds. II. Thoden van Velzen, O. L.; J. F. Heemskerk, A. R.

Wijk-Uj-Duurstede. Mr. N. de Ridder, A. R., aftr.; mr. H. G. Dresselhuis, O. L.; J. Oudegeest, S. D. Zaandam. K. Cz. De Boer, 0. L., aftr.; mr. M. Mendels, S. D.; J. Windhouwer Pz., A. R. Zevenbergen. E. A. M. van -«der Kun, K. aftr., (bedankt); W. II. Bogaard, IC.; A. C. A. van Vuuren, K.; baron Van den Borch, cand, der niet K.; Mastboom, K. Zierikzee. Jhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoort, A. R., aftr.; W. H. Vliegen, S. D.; mr. R. J. H. Patijn, U. L. Zuidhorn. G. Zijlma, U. L., aftr.; W. H. Vliegen, S. D.; ds. Postma, A. R.; W. van der Veen, Fr. C. H. Zutphen. Mr. H. Goeman Borgesius, U. L. aftr., ; F. van der Goes, S. D.; A. S. Talma A. R. Zwolle. A. baron Van Dedem, C. H., aftr.; J. Oudegeest, S. D.; mr, J. A. van Gilse, V. D. Reeds gekozen candidaten. In de distriten waar slechts één candidaat werd gesteld, werd deze overeenkomstig de wet gekozen verklaard. Dit was het geval in: Helmond. Gekozen mr. Regout, officier van justutie te Roermond. Aftredend Kamerlid was C. A. M. Raymakers. Roermond. Gekozen mr. J. Bolsius, (R. K.), aftr. Sittard. Gekozen J. H. J. Beekers, (R. IC.), aftr. Veghel. Gekozen B. R. F. van Vlijmen (IC.), aftr. Venlo. Gekozen dr. W. H. Nolens (kath.), aftr. Waalwijk. Gekozen mr. J. A. Loeff, minister van Justitie (R. K.), in de vacature Mutsaers. Weert. Gekozen jhr. mr. V. E. L. de Stuers (R. IC.), aftr. Staalkundige Middenstandsparlij. De Amsterdamsche correspondent van de N. Ct. schrijft: Naar wij vernemen, zijn de grondslagen gelegd voor de oprichting hier te lande van een Staatkundige Middenstandspartij. De constitutie zal plaats hebben in den loop der komende vierjarige parlementaire periode zoodat de Middenstand als zoodanig bij de a.s. verkiezingen niet aan de actieve politiek zal deelnemen. Naast vereenigingen en bond van handeldrijvenden en industrieelen Middenstand, naast de neutrale vakorganisatie dus, beoogt men met de nieuwe partij te verkrijgen een lichaam, dat door afvaardiging van voormannen naar het parlement verwezenlijking hoopt te verkrijgen van de in de centrale Middenstandsorganisaties voorgestane en bepleite denkbeelden. Een nadere accentuatie is vooraf niet goed op te maken. Wel staat vast, dat bij den Middenstand jukt in den laatsten tijd, als gevolg van verschillende oorzaken — met name de oprichting van Warenhuizen — een drang tot eigen optreden valt waar te nemen. Maar hieraan paart zich tegelijkertijd de moeilijkheid om speciale behartiging van Middenstandsbelangen op te dragen aan candidaten, die in de eerste plaats de vei tegenwoordigers eener politieke partij zijn en tegen dien stand dikwerf bevooroordeeld. NentraliteDsbloempjes. Onder het hoofdje Neutraliteitsbloempjes, Vindplaat: Stad Utrecht, noordoostelijk kwartier, geplukt medio April, schrijft Het Onderwijs: De juffrouw is doende met ’t bekende liedje : «Voor ’t opene venster zit ik hier alleen.” Het hoofd der school is tegenwoordig en luistert aandachtig naar de slotregels: «Nu dapper aan ’t leeren, ik draal langer niet,” «Dan zing ik ook weldra mijn vrijheidslied.” Dan — tegen de juffrouw: «zeg, juffrouw, hoe was die laatste regel ook weer?” «Juffrouw — ietwat verbaasd — herhaalt de regel. En dan — : «Ja ziet u, neen, u moet dat toch maar liever niet laten zingen, dat van dat vrijheidslied. Daar kan een verkeerde uitleg aan gegeven worden.” Een andere juffrouw laat in haar klasse zingen ’t bekende deuntje: ’s Morgens vroeg komt kukle-ku met zijn roode kammetje . . . .” ’t Hoofd luistert weer aandachtig en vraagt, hoe de juffrouw aan dat versje komt. «Of ’tin een boekje staat ?” De juffrouw denkt, »dat zal wel, maar ze weet het niet zeker.” Dan het hoofd weer: «ja ziet u, dat roode kammetje, dat heb ik niet begrepen, maar dat is niet heelemaal goed ; daar konden de menschen wel eens een andere beteekenis aan hechten, ziet u I Voorzichtig !” Geestelijken en de politiek. Korten tijd geleden bevatte het Hbld. een stukje, betreffende het groot aantal predikanten dat aan den tegenwoordigen politieken strijd deelneemt. Een der lezers van het blad, die onlangs in het archief der gemeente Wiseh snuffelde, schrijft thans het volgende: Uit de volgende publicatie van de Staten van Gelre en Zutfen kan blijken, dat het voor honderd vijftig jaar ook reeds zoo was, maar tevens, dat men er toen raad op wist: Krent feste en Vroome, bijzondere goede Vrienden! Wij hebben goedgevonden uit kragt van ’s landschaps resolutie van den 15 dezer ÜE. aan te schrijven om niet alleen de praedikante.u

van de Lutersche gemeente, maar ook de predikers, priesters, leeraren en bedienaers van alle verdere getolereerde of geconniveerde gezindheden in UE. aanbevolen ambt zich bevindende serieuselijk aau te manen en te waerschouwen om voor hunne kerkgemeente geen politieque discussien of zaeken van staat te brengen of te verhandelen, maar die haere gemeente tot vreedzame gedagten en een gerust vertrouwen op hunne wettige overigheid aan te manen bij poene van haar Ed. mog. nadere dispositie inval daeromtrent gebreekig of nalatig mogten blijven. En hier meede eindigende bevelen wij UE. in de bescherminge Godes. Geschreven te Arnhem den 20 Aug. 1757. Die Raeden des Furstendoms Gelre en Graevschaps Zutphen. Ter ordonn. van Dezelve (w. g.) F. H. VAN DER STEEN. Herstellingsoord. Dezer dagen vergaderde te Rotterdam het Comité tot het oprichten van een Herstellingsoord voor Handels- en Kantoorbedienden. Een voorstel van het bestuur: het Comité om te zetten in eene «Nederlandsche Vereeniging tot het oprichten en instandhouden van Herstellingsoorden voor Handels- en Kantoorbedienden en Handelsreizigers” werd met algemeene stemmen aangenomen. De concept-statuten werden, behoudens een enkele kleine wijziging, goedgekeurd, zoodat de Koninklijke Bewilliging, binnen enkele dagen aangevraagd zal worden. Het bestuur van het «Comité” werd bekrachtigd als het bestuur van de «Nederl. Ver.” De inhoud van circulaires aan collega’s en aan particulieren werd vastgesteld. Direct na de vorming van plaatselijke en provinciale proganda-commissies , zullen deze circulaires, op groote schaal, verspreid worden. Uit de oude doos. In ’t Rijksmuseum te Amsterdam prijkt in zaal No. 161 een keurig bewerkte gebrande glasplaat, afkomstig uit het raam eener Amsterdamsche werkplaats. Deze vertoont een zee» bedrijvigen kuipers winkel met het onderschiift: «De grooste van ons lant, Die kuypen met verstant, Daarom is ’t niet te versinnen, Wat met kuypen is te winnen.” Anno 1674. Aanbevolen als devies voor verkiezingsblaadjes der ministerieel-gezinden! Een waardige vroede. Een marechaussée van Simpelveld heeft voor de tweede maal het raadslid S. bekeurd wegens openbare dronkenschap. De Gouverneur van Snriname. Het is thans zoo goed als zeker, dat de heer Lely, Gouverneur van Suriname, dit najaar repatrieert. Wie hem moet opvolgen, is evenwel nog niet beslist. Het meest komen , naar Het Vad. verneemt, in aanmerking mr. Gastman, O.-I. rechterlijk ambtenaar met verlof, tijdelijk werkzaam aan het Departement van Koloniën (afd. West-Indische Zaken) en mr. Schok, directeur van de Surinaamsche bank te Paramaribo. Godsdienstoorlog. Onder dit opschrift schrijft men aan het Volk'. Als bewijs, dat het bijzonder onderwijs onder meer vooral de naastenliefde en verdraagzaamheid aankweekt, kan het volgende dienen. De onderwijzeres van de openbare school te Lisse liep Zondag jl. met eene collega uit eene andere plaats te wandelen. Beide dames werden door de geloovige jeugd met een steenenregen begroet onder het naroepen van „leelijke ketter”. Of de christelijke deugden ook het speciale eigendom der christenen zijn! Spaarzaamheid Als een merkwaardig staaltje van ondernemingsgeest en spaarzaamheid onder onze Nederlandsche arbeiders vermeldt het Centrnm, dat dezer dagen te Rome vertoeven vier spoorwegarbeiders uit Zwolle, die jarenlang eenige spaarpenningen ter zijde hebben gelegd om zich een reis naar Rome en Napels te kunnen veroorloven. Gebed iu den Raad* De Raad van Wijmbritseradeel heeft, met op 3 na algemeene stemmen, besloten de vergaderingen voortaan met gebed te openen. De burgemeester had zich met klem daartegen verzet; hij trachtte aan te toonen, dat de meerderheid hier de minderheid wilde dwingen ,dat een formulier-gebed in den Raad niets anders ] is dan een schijnvertooning en, dat een gemeenteraad een lichaam is, waarin èn Jood, èn Heiden èn Mahomedaan zitten kunnen nemen. Toen het besluit gevallen was, verklaarden de voorstellers dat „natuurlijk de burgemeester het gebed moest uitspreken.” | Deze weigerde dat echter vierkant; hij zeide zich niet te laten gebruiken tot het opdreunen > van een formulier. Toen wendde men zich tot den oudsten wet- : houder, die het eerst het denkbeeld had geop- ’ perd, maar deze vond dat het meer op den weg 1 van den burgemeester lag dan van hem; weigerde de burgemeester echter, dan moest men het < maar aan den secretaris opdragen. Dat geschiedde ten slotte. <

Tilburg. Dinsdagmiddag had in de Houtstraat te Tilburg» in en nabij het café van A. een twist plaats tusschen zeker |N. de L. en v. |R., die van woorden tot daden kwam. Nadat beiden door den kastelein uit zijn café (waren verwijderd kwam van R. gewapend met een hakbijl op de L. af en sloeg hem daarmede een vijftal gaten in zijn hoofd. Ofschoon de jwonden niet levensgevaarlijk zijn, was de toegetakelde wegens het groote bloedverlies bijna onkenbaar. Jaloezie in zaken schijnt de aanleiding tot dezen twist geweest te zijn. Zeer juist begrip. Bij een orthodox predikant in [den Tielerwaard meldde zich dezer dagen een verkiezingsagent der antirevolutionaire partij aan, om diens invloed in te roepen in het belang van den christelijken candidaat. «Mijnheer” — zoo luidde het antwoord — «’t spijt me voor u, maar ik ben niet van plan er een voet voor te verzetten” «Wat een rare orthodoxe predikant” — zoo voerde de agent hem tegemoet. «Dat lijkt zoo” — was het weder-antwoord — «maar ik wensch mijn godsdienet vrij te houden van politiek en gij kunt er zeker van zijn, dat er velen onder mijn ambtgenooten in den omtrek zijn, die er precies zóó over denken. Daadwerkelijk protest. Te [Kuik {(N.-B.), waar eenigen tijd geleden de landbouwers de gemeenteweiden niet wilde pachten, als protest tegen de scheuring van de broekgronden, is dezer dagen de omheining van de 15 hectaren, welke van het broek waren gescheurd en als hooiland bewerkt, des nachts met geweld vernield, zoodat den volgenden morgen ongeveer vijftig stuks vee en paarden daarop liepen te grazen. De omheining is nu weer hersteld, maar men vreest voor herhaling van het vernielingswerk. Ons geschut. Men schrijft uit ’s-Gravenhage aan de Tel. Behalve de reeds in 1904 en 1905 toegestane bedragen resp. ad f 2,969,000 en ƒ 2,514,000 zal voor de uitgaven vallende op de aanschaffing van nieuw geschut voor de bereden artillerie in 1906 nog worden aangevraagd ƒ 995,000, zoodat met de regeling dezer belangrijke zaak f 6,935,000 gemoeid gaat. Eerst nadat deze zaak geheel haar beslag zal gekregen hebben, wordt de hand aan de vernieuwing van ons verouderde kustgeschut geslagen. Tartnffc redivivus. Tartuffe, de schijn-kuische, schijnheilige, herleeft. En in zijn nieuw stoffelijk omhulsel is hij zoo afschuwelijk,dat de scherpe figuur uit Molière’s blijspel tegenover de werkelijkheid iets zwaks, iets aftrekselachtigs krijgt. Hij herleeft alomme. In het land van de lexHeinze, in ons land, ja . in onze stad, in Engeland en in België. Het laatst is hij verschenen in de stad Luik. Daar is hij gezien op de tentoonstelling voor een vitrine van insecten, die de boomen vernielen en die hier waren tentoongesteld door de Belgische regeering om den bezoekers goed het leven en de vorm dezer schadelijke insecten te doen leeren kennen. Tartuffe nu ging hier om leering te vinden. Doch ziet — hij merkte op dat de insecten heengingen en zich vermenigvuldigden. Of liever — zij vermenigvuldigden zich, zonder uit eerbied voor de quasi kuischheid van Tartuffe heen te gaan. En dat joeg hem dermate het schaamrood naar de kaken, dat hij zich bij de regeering beklaagde. In de Belgische regeering nu heeft Tartuffe veel macht — — de vitrine werd weggenomen . . , . als ten minsten een Belgische correspondent van de N. R. Ct. gelijk heeft, die dit merkwaardig geval meedeelt.