Zaterdagmiddag om een uur vervoegde zich bij den Russiscben post aan den spoorweg bij Godsiadan een Japanse!) parlementair met de witte vlag, vergezeld door vijftig soldaten. De parlementair overhandigde den wachthebbenden Russiscben officier, die hem tegemoet ging, een brie! van Ojama aan Linjewitsj. De Japansche maarschalk zendt daarin den Russischen opperbevelhebber zijn groeten en zijn geluk wenschen. met bet sluiten van den vrede, en hij verzoekt Linjewitsj, Russische gevolmachtigden te benoemen tot regeling van den wapenstilstand. Zijnerzijds heeft hij generaal Foekoesjima als Japansch gevolmachtigde aangewezen. Het sta tion Sjakhedsa wordt als plaats van samenkomst voorgesteld. Maarschalk Jamagata heeft tegenover een veislaggever gezegd, dat een heftige volksbeweging tegen dezen vrede onvermijdelijk was. Het oordeel over politiek loopt altijd uiteen. Het kabinet was echter eenstemmig in zijn besluit voor den vrede. Het was van oordeel, dat een voortzetting van den oorlog Japan niet nog meer bevoordeelen kon, want het zou Rusland nooit kunnen dwingen Japans oorlogskosten te betalen. Intusschen zouden Japans hulpmiddelen, die aoodig zijn voor de ontwikkeling van Mantsjoe rye en Korea, uitgeput raken. Jamagata erkende, dat de adviezen van Amerika en de
Europeesche mogendheden tot het besluit van de Japansche regeering bijgedragen hebben maar Jamagata verklaarde zich volkomen bereid de volle verantwoordelijkheid ervoor te dragen.
"DE VREDE.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001
» Zij, die zich met i Oct. a. s. op deze
lïOURAl\T abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis Op herhaald verzoek hebben wij ook de gelegenheid geopend tot nemen van week-abonnementen tegen 10 cent per week (bij vooruitbetaling).
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001
Het aantal dooden in den Kaukasus is nog zelfs niet bij benadering vast te stellen, doch het moet duizenden en nog eens duizenden bedragen. Particulairen berichten beweren, dat meer dan 200 soldaten zijn gesneuveld en dat de oproerlingen zich behalve van 2 of 3 kanonnen van een groote menigte wapenen hebben meester gemaakt. Te Baku zijn vier nieuwe regimenten infanterie aangekomen; twee banken moeten door de Tataren zijn vernield. Volgens de berichten, blijkt dat de orde in de geteisterde stad nog niet is teruggekeerd; in het uiterste Zuiden zijn daarentegen de bewoners ontwapend en keert de kalmte terug liet sSangeaur”-district, waar nieuwe Jobstijdingen vandaan komen, is op onze kaarten niet te vinden. Mogelijk is Georgyefsk bedoeld, een stad en district ten noorden van Wladikawkas in het Terekgebied. De toestand in Baku is hopeloos. Men hoort weer artillerie- en geweervuur en de brandstichtingen houden aan. Er heerscht gebrek aan water en aan brood. De arbeidersbevolking lijdt honger. De gouverneur generaal van Baku heeft het hoofd der politie Sjirinkin opgedragen krachtige maatregelen te Demen ter bescherming van de banken.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001
Met het herstel van het evenwicht tusschen Zweden en Noorwegen gaat het ook nog geen zevenmijls-vaart. Verleden week hebben de delegaties uit beide landen vergaderd. De beraadslagingen bleven strikt geheim en men vleide zich met zoete hoop, lot nu plotseling gebleken is, dat de delegat.es ieder naar hun hooldstad terugkeerden en de conferentie tot 13 September verdaagden. Blijkbaar moeten nieuwe instructies gehaald worden en kan men met de oude niet toe. Zoo goed als zeker loopt het verschil over de kwestie der grensvestingen. Zweden eiseht, dat Noorwegen de vestingen aan de ZweedschNoorsche grenzen slecht; Noorwegen houdt vol, dat deze eisch vernederend is in de eerste plaats en een bedreiging van Noorwegen’s veiligheid in de tweede. Als de vestingen geslecht zijn, ligt het land niet alleen open voor Zweden, maar ook voor Rusland, Denemarken en Duitsch-
land. De Zweden houden dit argument maar voor een Jantje van Leiden en daarom willen zij 70000 man naar de grenzen zenden, ’t Is te hopen, dat de wil geen besluit wordt, want dan kan men de conferentie van Karlslad voor afgedaan beschouwen en is een gewapend conflict aanstaande, trots de verzekering van konmg en publieke opinie, dat het niet tot dadelijkheden tusschen de beide broedervolken zou komen, ’t Is te hopen, dat de wijsheid van Portsmouth ook over Karlstad neerdale. Den 9den dezer is in een vergadering van de commissie uit den Geneeskundigen Raad, voor de bestrijding van epidemieën, geconstateerd; dat, dank zij het krachtig optreden der autoriteiten, zich nergens in Duitschland een brandpunt van cholera-besmetting heelt gevormd. Men mag aannemen, dat het is gelukt, de epidemie in den aanvang tot staan te brengen. Dientengevolge mag met vertrouwen worden gehoopt, dat het niet tot een epidemie zal komen. De voorgeschreven maatregelen van controle op de landverhuizers uit oöstelijk Europa, worden erkend als doeltreffend en voldoende. In den Tag komt dr. Brüning uit Aken terug op het artikel van den agrarischen graaf Königsmarck. Het weerlegt diens bewering, dat de landen buiten Rusland en Oostenrijk öf geen vee tot export hadden öf zulke hooge prijzen, dat uitvoer ónmogelijk was, Dr. Brüning wijst erop, dat Nederland en vooral het zuidelijk deel, de provincie Limburg, genoeg vee heelt om uit te voeren en ook lage prijzen en dat alleen de gesloten grens den uitvoer belet. Door dit verbod is het vleeschgebrek voor Aken met zijn dichtbevolkte industrieele omgeving een ondragelijke ramp geworden. Mag er van Rusland en Oostenrijk voor besmetting te vreezen zijn, met Nederland is dit niet het geval. Hij pleit daarom voor een wekelijksche invoer uit Nederland van 250 varkens, 150 kalveren en 50 stuks grootvee, in gesloten wagens te vervoeren en dadelijk te slachten. Het Berl. Tagebl. is ook heelemaal niet tevreden met de beloofde concessie van minister Podbielski in zake den vleeschnood. Het wil niet dat alleen maar het Russisch varkens contingent vergroot zal worden met 200 per maand en dat de Hollandsche grenzen open zullen komen, maar eiseht opening van alle grenzen. De mededeeling dat de Bondsraad, wanneer hij bijeenkomt, voorstellen van Podbielski zal ontvangen, maakt het blad kwaad. Men kart niet tot October wachten, de heeren moeten dus maar eerder bijeen komen en hun vacantie reizen wat bekorten. De nood eiseht oogenblikkelijke voorziening.
Een rijke boerenfamilie te Nagelstredt, in het regeeringsdistrict Erfurt, werd naar hare meening door den booie bezocht. Allerlei onaangenaamheden, kwade droomen en kleine ongelukken werden hem geweten, en om rust te krijgen, besloot men eindelijk de hulp van een »wijze vrouw” uit Langensalza in te roepen. Zij wist raad. Een nieuwe aarden pot werd te middernacht met een flinke som gelds erin, in tegenwoordigheid van de bezochte familie, op den Erbsberg begraven. Daar zou de duivel, volgens de verklaringen van de vrouw, het geld komen halen en dan zou de familie rust krijgen. Bij het heengaan hoorde men eenig klein vuurwerk afgaan en de wijze vrouw beduidde toen aan de huiverende boeren, dat de duivel nu uitgebannen was. Een tijdje lang meende het gezin rust te hebben, maar daarna begonnen de kwellerijen opnieuw. Telkens en telkens werd, op raad van de duivelbanster, meer geld geofferd. Dat ging zoo een paarjaren door, tot de zaak de onnoozelen toch te kostbaar werd en zij argwaan begonnen te krijgen. Zij hebben nu een aanklacht ingediend tegen de wijze vrouw, maar intusschen is reeds een som van 70,000 mk. naar — den duivel! De douane ambtenaren hebben op een onbewoond eiland in ile Botnische golf drie kilometer van het dorp Kami 33 kisten bevattende 660 cavalerie-karabijnen met bajonetten en 60 kisten kisten met 122,000 patronen ontdekt. De karabijnen zijn van het kaliber 10 m.M. en van Zwitsersch maaksel. Ze zijn voor ’t grootste deel reeds gebruikt. De Hongaarsche regeering heeft nu officieel verklaard, dat zij de invoering van het algemeen en geheim stemrecht denkt voor te stellen, als in het waarachtig belang des volks. Wanneer slechts de bevoorrechte klassen in een Parlement vertegenwoordigd zijn, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken gezegd, houdt het zich te veel met politieke vraagstukken bezig, terwijl wanneer alle belangen daarin zijn vertegenwoordigd, de vraagstukken, die voor het algemeen welzijn werkelijk van nut zijn, veel meer kans hebben met ernst te worden ter hand genomen. De Russische bladen bevatten een protest van .... mevrouw Nebogatow. Zij weerlegt verontwaardigd het gerucht, dat haar man Japanner zou willen worden en bij den Mikado om een postje gesolliciteerd zou hebben. Verre van daar, hoopt haar man zoo spoedig mogelijk in Rusland te komen, om voor den krijgsraad zijn onschuld helder te bewijzen.
In Tokio blijft het rustig, de Opgewondenheid is grootendeels bedaard , maar de staatkundige beroering duurt voort. Geen verdere ongeregeldheden worden verwacht. Het is niet mogelijk, te ramen hoeveel menschen er gedood en gewond zijn bij de onlusten, daar veel gewonden naar huis gebracht zijn , en voor de politie verborgen gehouden worden. De politie maakte van de sabel gebruik en niet van de revolver, vandaar dat er veel lichtgewonden zijn. Opmerkelijk is, dat geen geweldpleging gewapende tusschenkomst nood;g makende, plaats heeft gehad sedert de krijgswet werd afgekondigd. De tramdienst is hervat. Naar dé Daily Telegraph uit Tokio verneemt, heeft markies Ito geweigerd, als hij uitging geëscorteerd te worden door ruiterij; hij wil ook geen wacht bij zijn huis hebben. Men zegt dat de generaals Nogi en Nodzoe ontslag hebben genomen. De Duitsche gezant te Washington, de bekende Vrijheer Van Speek van Sternburg, had voorgesteld onóerhandelingen te openen over een nieuw handelstractaat tusschen naitscliland en de Vereenigde Staten. Maar President Roosevelt heeft daarop afwijzend geantwoord. Duitschland, zeide de President, eischt grootere voordeelen dan men het kan toestaan. Het verlangt concessies, welke de Regeering der Vereenigde Staten aan geen andere natie verleende, en daarbij moet de Duitsche Gezant erkennen , dat zijne Regeering niet aan Amerika dezelfde voordeelen kan verzekeren, omdat de Rijksdag nooit zijn toestemming daartoe geven zou. Onder die omstandigheden ziet Amerika het nut niet in van onderhandelingen over een traktaat, waarbij hij minder voordeelen zou verwerven dan reeds aan de meest begunstigde natiën werden toegekend.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001
Naar het Duitsch van IDA BOY-ED DOOR ED. VAN DEN GrHEYN. 20 Hij was opgestaan en haar genaderd. Schaamrood en sidderend, voelde zij zich door zijn zachte berisping als door een zweepslag getroffen. Hij vlijde haar blond hoofdje tegen zijne borst en suste haar. Een gemoed , dat men een zedelijke kastijding heeft gediend , heeft men weerspannig gemaakt. Het heeft behoefte aan rust, om tot zichzelf te komen. Men moet het ontzien , opdat het zijn beschaming vergete. De berisping gedijt anders niet ten goede, maar wekt wrevel en zucht om den zedenmeester te trotseeren. Zoo dacht graaf Eberhard, toen hij het jonge vrouwtje tegen zijne borst hield geklemd. Bij al de innige warme liefde, zooals een in het leven gehard man alleen gevoelt, dacht hij altijd aan hetgeen plicht hem gebiedend voorschreef. Dit jong leven, dat zich aan zijne hoede had toevertrouwd, moest hij leiden langs bet doornig pad. Want de zinnelijke hartstocht had van hem geen dwaas gemaakt — ver van daar. En Anna was hem dankbaar voor dit kiesch en teeder stilzwijgen. Ze zou niets tegen zijn goeden raad hebben weten in te brengen, geen enkel, zwak woord. In haar binnenste woelde een chaos van tegenstrijdige gewaarwordingen. Zij was onder den invloed van, zij gevoelde de macht van dezen man, zij besefte hoe hoog zijn standpunt was boven haar. Zij haakte naar zijne liefde, naar zijne achting bovenal.
Maar haar denken en handelen in het geheim — daarvan wilde ze ongaarne afstand doen. Haar opvatting van het huwelijk was tot nog toe geheel oppervlakkig. Dat de plicht op haar rustte, zich op te werken tot de hoogte van dezen man — dat begreep ze voorshands niet. VIJFDE HOOFDSTUK. Behalve de reeds gemelde gasten, waren baron en barones Wenderoth als logés op Sommerhagen aangekomen. Greta Wenderoth was eene nicht der Eberhards en had haar familierelaties met hen steeds warm gehouden. Haar beide zoons konden een mooie erfenis best gebruiken. En naar dien graaf Eberhard vroeger blijkbaar aan geen huwelijk dacht, zoo kon men niet weten, hoe hij en de twee zusters over hun fortuin en bezittingen wel mochten beschikken. Zij kwam echter thans niet op de gedachte, met eenig vijandig vooroordeel op te treden tegen de jonge gravin. Daarvoor was zij in haar handelingen te omzichtig en afgemeten. Wie wist, of dit huwelijk wel met kinderen zou gezegend worden P Zoo niet — dan zou men door een vijandige houding jegens de jonge vrouw slechts nutteloos een schoone kans hebben verspeeld. Voor ’t overige had de barones Wenderoth in haar uiterlijke verschijning meer van een dikke bakkersvrouw dan van een geboren gravin Eberhard. Ze droeg een mutsje op haar glad gestreken en gescheiden blond haar; een spaarzaam bosje was op het achterhoofd saamgebonden tot een plat dotje , dat door een oude sehildpadkam werd vastgehouden. Ze bewoog het hoofd , als een kalkoensche haan, en kreeg een veelplooiige dubbelkin, als ze eerstgenoemd lichaamsdeel te veel voorover liet zakken. Aan haar in goud gevatten knijpbril hing een kettinkje van hetzelfde
metaal, en de bril was, wanneer hij niet gebruikt werd , op de linkerzijde van haren machtige boezem vastgehaakt. Ze droeg steeds zwarte kleeding van meest onoogelijke snede. Een zeer hoogmoedige trek lag om haar neusje, dat een papegaai tot sieraad zou hebben verstrekt. Barones Wenderoth had haren heer gemaal indertijd om diens knap uiterlijk gehuwd. Misschien achtte deze het daarom plicht ook op hoogen leeftijd nog voor een mooien man te moeten doorgaan. Zijn schrale, sierlijke gestalte — hij was in den loop der tijden ietwat korter geworden dan zijne wederhelft — stak in de meest elegante kleeren. Hij zou gemeend hebben , tot het laagste peil van verdierlijking te zijn gedaald, zoo hij niet minstens driemaal daags van kleeren had gewisseld. Een klein kneveltje, met dito Heuriquatre, versierde zijn eenigszins ineengeschrompeld hidalgo gezichtje. Zijn hoofdhaar glansde blauwigzwart en scheen weelderig; dat de kruin evenwel bedekt was met een otoupet” waarvan de lokjes zich ineenstrengelden met het haar, dat zijn eigendom was, kon men duidelijk zien. Greta Wenderoth was altijd nog zeer trotsch op haar mannetje, en had het er vaak over, dat de vrouw van een knappen echtgenoot veel had te verduren. Op dezen gedenk waardigen avond waren tot het diner dat ten zeven ure zou plaats hebben, ook de rentmeester van Sommerhagen en diens ega uitgenoodigd. Wanneer men van uit het Slot een honderd schreden langs den boschrand aflegde , naderde men de grens van het beukenwoud. Daar begon het landgoed van Sommerhagen, dat door ontzaglijke schuren en stallen was ingesloten. Daar stond ook de woning van den rentmeester. Hij heette Seiler en was met al te bescheiden middelen en naar verluid, door toedoen zijner onpractisehe en slordige vrouw op zijn eigen hoeve fout gegaan. Graaf Eberhard had hem aanvankelijk het
kleine Meilendorf, een zijner andere landhoeven, ter administreering toevertrouwd en hem, nadat Seiler zich behoorlijk van zijn taak had gekweten, vervolgens op Sommerhagen aangesteld. Hij was een man van zwijgende natuur, krachtig en breed van bouw, met een door de zon verbrand somber gezicht, waarin een paar schrandere levendige oogen flikkerden. De vrouw verried sporen van voormalige groote schoonheid. Ze zag er zenuwachtig verdrietig en afgemat uit. Toen ze aan Anna was voorgesteld, onderhield deze zich gedurende eenige minuten met haar. Graaf Leopold had te voren bizonder bij zijn echtgenoote daarop aangedrongen omdat de rentmeestersvrouw voortdurend als het ware erop loerde, of men haar beschouwde als »une quantité négligeable”, om dan later haren man een scene erover te maken. »Als de eigenaar der domeinen hier komt, is dit voor mij een lichtstraal,” zei mevrouw Seiler, »men verdroogt hier letterlijk. Het is te voren ook niet mijn bestemming geweest, om als vrouw van een eenvoudigen rentmeester te moeten vegeteeren.” Ze schoof naar Anna toe; haar fletse halfgesloten oogen sloeg ze bij het uiten dezer laatste woorden aandoénlijk ten hemel. Met breede gebaren haar betoog begeleidend en bij woorden waarop ze nadruk legde, Anna’s hand aanrakend, ging ze voort : sMevrouw de gravin zal wel gehoord hebben, dat ik een geboren van Bredenbach ben — een oude familie. Maar het leven heeft zijn teleurstellingen. Ja, ik had wel eene positie kunnen bekleeden , zooals mevrouw de gravin is te beurt gevallen.” Anna hoorde geduldig de klachten aan, die nog een poos op dezelfde tactlooze manier zich voort— sponnen. (Wordt vervolgd.)
"Anna’s Huwelijk.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324149:mpeg21:p00001