Zij, die zich met 1 Oct. a. s. op deze 1%T rw _ l
COURANT abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis Op herhaald verzoek hebben wij ook de gelegenheid geopend tot nemen van week-abonnemehten tegen 1U cent per week (bij vooruitbetaling).
» Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324158:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/09/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324158:mpeg21:p00001
De correspondent van Le Petit Bleu te Weenen schrijft van een werkstaking onder de nieuwe Russische kiezers. Van alle kanten eischt men vrijheid van drukpers, van vereeniging en vergadering, zonder welke de verkiezingen voor de Doema slechts een treurige comedie kunnen zijn. Immers, zonder die rechten zal men geen candidaturen kunnen bespreken, evenmin voor de beginselen kunnen uitkomen welke den kiezer bij de keuze van den caudidaat leiden. De ultrareactionaire partij wil daar niet alleen niet van weten, maar zij wil zelfs doordrijven, dat de staat van beleg door het geheele Rijk worde algekondigd zoolang de verkiezingen duren. Natuurlijk is van een parlement, dat onder een dergelijk despotiek gouvernement staat geboren te worden, hoegenaamd niets te verwachten. Geen wonder ook, dat in tal van steden de bevolking het kiesrecht weigert, dat men haar onder zulke voorwaarden toekent. Het doet herinneren aan de geschiedenis van de moeder die haar dochter een fonkel nieuw goudstuk cadeau doet onder beding dat zij het geld niet mag inwisselen. Te Odessa hebben van de. 7000 burgers, die het kiesrecht gekregen hebben, slechts 250 zich laten inschrijven. Die zelfde werkstaking onder de nieuwe kiezers doet zich op verscheidene plaatsen voor.
De samenstelling van de Doema schijnt dus geen ander effect te zullen hebben dan duidelijk in het licht te stellen de ongeneeslijke doofhéid van het autocratisch régime voor alle waarschuwingen en de absolute blindheid van de regeerders voor de revolutie die op handen is en die alleen door een gematigde constitutioneele hervorming had kunnen voorkomen worden. Uit Helsingfors (Finland) komt een bericht, dat weer duidelijk toont op welke wijze de Russische bureaucratie de nieuwe denkbeelden tracht dood te maken. In de zaal van het gebouw der vrijwillige landweer werd een groote bijeenkomst gehouden van afgevaardigden van den Finschen landdag en andere personen uit alle deelen des lands, om te spreken over den toestand in Finland, de regeling van het stemrecht voor de Doema, en andere quaesties, die met het welzijn en de toekomst van het land verband houden. Plotseling verscheen de directeur van politie in de zaal, en eischte, dat de vergadering zou worden ontbonden. De voorzitter, ambtsrechter Polon, verklaarde dat hier een particuliere bijeenkomst gehouden werd, Waarmede de politie niets te maken had; hij zou dus het bevel niet opvolgen en de vergadering niet opheffen, maar kalm voortzetten. De politie-ambtenaren, die den directeur vergezelden, gingen heen, maar keerden spoedig daarop terug met een afdeeling Russische soldaten. De eisch tot opheffing der bijeenkomst werd herhaald, doch opnieuw werd daaraan geen gevolg gegeven. Toen gelastte de directeur van politie , dat de soldaten met de wapenen de vergaderden uit de zaal zouden verdrijven. Eerst toen bukten deze voor het geweld, en verlieten zij onder het zingen van het Finsche volkslied: »VoitLand” (ons land) de zaal. Tegen de lijders der bijeenkomst is een aanklacht ingediend. Een bericht over deze gebeurtenis in de Finsche bladen werd door de censuur zoo gewijzigd, dat het onherkenbaar was. Voor dat de Russische bureaucratie begrip krijgt, wat vrijheid is, zal er nog heel wat moeten veranderen in het Russische rijk! De Tsaar heeft op het bericht betreffende een aanslag op den gouverneur van Tawastehus de kantteekernng gemaakt: «wanneer nog een aanslag gepleegd mocht worden moet in geheel Finland de krijgswet worden afgekondigd.”
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324158:mpeg21:p00001
Het Handelsbl. van Antwerpen meldt: Op de groote baan van Bergen naar Doornik
houdt zekere Lecry met zijne kinderen een herberg. Zondagavond had hij nauwelijks zijne herberg gesloten , toen twee geweerschoten door zijne vensters gelost weiden. Lecry riep zijne zonen en ging buiten zien wat er gaande was. Hij zag op den dorpel zijner woning een wiekje branden. Denkende dat men een dynamietaanslag- tegen de zijnen wilde plegen, doofde Lecry het vlammetje uit en ging de bom, een vierkante blikken doos, in een boschje achter zijne woning werpen. Weinige oogenblikken later ontplofte de bom met een vreeselijken knal. De uitwerkselen der ontploffing waren vreeselijk geweest. Verscheidene hoornen werden ontworteld en andere doorgebroken. Het parket van Doornik is ter plaatse geweest. Men verwacht aanhoudingen, daar Lecry meent twee personen herkend te hebben. Het aantal cliolera-gevallen in Duitschland is nu tot 213 gestegen, waarvan 75 met doodelijken afloop. In Posen zijn wegens de cholera al de gevangenissen op hooger last voor eene maand gesloten , zoodat menschep, die gedurende dien tijd vonnissen zouden moeten ondergaan, voorloopt op vrije voeten worden gelaten. De Reichsanzeiger meldt: Van 20 tot 21 September ’s middags zijn in Pruisen 14 ziektegevallen geconstateerd, vermoedelijk alle cholera gevallen; bij 5 van de 14 aangetasten heett men bacillen ontdekt. Officieel zijn weder drie sterfgevallen aan cholera geconstateerd. H :t totaal aantal choleragevallen bedraagt tot nu toe 227, waarvan 78 met doodeüjken afloop. Bij de te Lods (Rusland) voorgekomen sterfgevallen aan cholera is na onderzoek vastgesteld dat de dood veroorzaakt is door Aziatische cholera. Het is op het te Weenen bijeengekomen congres voor arbeidersverzekering tot rumoerige tooneelen gekomen, zoodat de zitting Woensdag reeds te half een moest worden gesloten, Voor de discussie over het derde punt der agenda betreffende de vereenvoudiging van de arbeidersverzekering hadden zich 21 sprekers aangemeld. Met het oog op den beschikbaren tijd besloot de voorzitter alle spiekers slechts tien minuten toe te staan. Niemand in de vergadering protesteerde hiertegen. Toen nu de voorzitter van de Oostenrijksche ziekenfondsen, de sociaal-democraat dr. Verkauf, het woord verkreeg, verklaarde deze in tien minuten niet alles te kunnen zeggen, wat hij op het hart had. Hij zou zich dus tot eenige hoofdpunten bepalen. Zeer scherp viel hij de ingediende —P————————mmmm————mmtmmm»
voorstellen aan en verklaarde dat zelfbestuur, naar de opvatting der arbeiders alleen bestond, indien deze, als tot dusver de tweederde meerderheid behielden. Na twaalf minuten verklaarde de voorzitter dat hij den spreker het woord moest ontnemen, omdat de vastgestelde tijd, verstreken was: Dr. Verkauf wilde nu een beroep doen op de vergadering, maar de voorzitter bleef op zijn standpunt staan, omdat de vergadering in dep beginne zich hierbij had aangesloten. Heftig verlangden toen een aantal congresleden stemming en daar de voorzitter de orde niet kon herstellen, sloot hij de vergadering. Nog langen tijd bleven de sociaal democraten in de zaal in heftige discussie, tot het den algemeenen voorzitter van het congres dr. Bödeker gelukte het te kalmeeren. De Fransche gedelegeerde dr. Fuster, dreigde, voor het geval van verder misbruik van de vrijheid van spreken door de Oostenrijkers, met het uittreden van de buitenlanders. Volgens de Birmingham Post zijn er onderhandelingen aan den gang betreffende het verdrag, dat Engeland en Frankrijk in 1855 met Zweden en Hoorwegen gesloten hebben, om het te beschermen bij een aanval van Rusland. Door de ontbinding der unie komt dat verdrag te vervallen. Nu onderhandelt men, zoo heet het — doch ’t lijkt voorbarig -—over een nieuw verdrag, maar met Zweden en Noorwegen afzonderlijk. Tevens zou Engeland met Denemarken een nieuw verdrag van handel en vriendschap willen sluiten. De rechter van instructie Leydet heeft thans definitief het onderzoek gesloten in zake den aanslag op Honing Alfons en president Loubet te Parijs en der rechtbank gevraagd rechtsingang te verieenen tegen Harvey, Vallina, Malato en Causanel, de beide eersten wegens poging tot moord op kouir.g Alfons, president Loubet en de soldaten van de eskorte en wegens het maken en vervoeren van ontplofbare stoffen, de beide anderen wegens medeplichtigheid van deze misdrijven. De vervolging tegen Vanino, genaamd Eerras, is opgegeven, omdat zijn identiteit niet met zekerheid kon vastgesteld worden. Bij de vele berekeningen over de kosten van den oorlog voor Rusland moet ook die gevoegd worden van prof, Migoelin in de Slowo. Door den oorlog is de Russische staatsschuld gestegen van ƒ8,481,300,000 tot f 10,114,575,000, zoodat de Staat ƒ 448,800,000 rente moet betalen tegen ƒ368,475,0000 tevoren. De oorlog
moet Rusland tenminste f 2,093,550,000 hebben gekost, zegt hij. Prof. Migoelin gelooft dat de voordeelen, die Rusland trekken zal uit Noord-Mandsjoerije, (hij acht het nog twijfelachtig dat Rusland dit gebied zal vasthouden) tegen deze verliezen voor een deel zullen opwegen. De Standard verneemt uit Tokio , dat volgens ambtehjke opgave de oorlog Japan 33.000 doodea gekost heeft. Daarvan sneuvelden er 46.000 en bezweken er 26 000 aan wonden of ziekte. Het radicale Pesterblad Magyar Orszag bevat een heftig artikel over de-jongste verdagingvan liet parlement. Nieuwe verdagingsrescripten zullen niet meer worden geaccepteerd. De parlementaire meerderheid moet met de regeering worden belast. Wanneer de Koning daartoe niet kan besluiten, behoort hij afstand van den troon te doen, gelijk zijn oom dit destijds ten zijne bate deed.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324158:mpeg21:p00001
Naar het Duitsch van IDA BOY-ED hoor ED. VAN DEN GrHEYN. 29 Hij vatte dit destijds op als een soort preutschheid van een nog alleenstaand meisje, dat met een eigenaardige opvoeding, geheel aan zichzelf overgelaten, was opgegroeid Hij bad zich toen voorgenomen , de beminde vrouw eerst een geheel jaar , zonder herinnering aan haar plichten als huisvrouw, het volle leven te laten genieten. In een romaneske opvatting zag hij in haar een soort betooverde koningsdochter, die hij had bevrijd, en die hij nu eerst alle pracht en onbezorgdheid wilde gunnen , alvorens haar den ernst van het leve» op te leggen. Thans echter kende hij Anna reeds wat meer van nabij, of beter gezegd, hij had ingezien dat het moeilijk ging, zijne Anna door en door te leeren kennen. Hij kwam tot de ontdekking, dat haar gesloten aard niet de preatsche onbevangenheid was een angstig, voor het leven beducht meisje. Hij wist nu‘ dat een voor hem nog vreemde gedachtenwereld achter dit rein, blank voorhoofd zich verborg. Hij had lang reeds bemerkt, dat Anna schranderder was, dan hij aanvankelijk bad vermoed. Een beweeglijke en toch raadselaohtige natuur! Hij begreep, dat haar mond zweeg, als haar oogen spraken! Neen, zulk een vrouw moest hij niet in ledigheid laten begaan! Ze was van te veel beteekenis, om met al haar vermogens braak te liggen. En wie wist, of deze geheimzinnige gedaehtenwereld geen vijanden en gevaren in zich sloot ? Graaf Leopold erkende trouwens maar een enkelen vormer en opvoeder: plicht. Of de ondergrond in Anna’s ziel nu ook al sehoone trekken en eigenschappen bevatte — dat kwam er niet op aan! Haar plichten op te leggen, was hem een heilig gebod. Hij zat na bij haar en ontvouwde haar zoo duidelijk mogelijk alle economische toestanden van Sommerhagen. Ze moest die leeren begrijpen, ten einde persoonlijke controle erover te kunnen uitoefenen. Ze moest ook het geheele huishoudelijk bedrijf in het Slot thans leeren overzien, om er weldra zelf de leiding van te kunnen nemen. Alle administratieboeken moesten door haar worden nagezien, en zij zelf diende een alles omvattende boekhouding er op na te houden. Zij had zich vertrouwd te maken met den inhoud van zilverkast en linnenkamer, terwijl hij haar het cijfer opnoemde, dat in het allerhoogste geval de huishouding mocht kosten. Aandachtig hoorde zij hem aan. Haar nu en dan er tusschen geworpen vragen lieten geen twijfel over, of ze zou alles spoedig duidelijk begrijpen. Maar doorgronden kon hij het niet, of zij zich deze taak met liefde op de scuouders ljet leggen, dan wel of ze, uit berekening, geen weerzin ertegen liet blijken. Ze was in haren hoek van de canapé gezeten, het hoofd leunend op de rechterhand, de elleboog rustend op het tafelblad en bekeek alle lijvige boeken die erop lagen En hij, terzijde zittende in den groeten leuningstoel, boog zich ver voorover, hield de handen op de koperen klampen van een der zware, in zwart linnen gebonden folianten, en zei minzaam, tevens tot opheldering: «Zie, mijn goede Anna, je zult je misschien verbazen, dat zulk een rijk man als ik, van zijn huisvrouw zooveel werk eiseht en een nauwkeurig binnen de perken houden van een bepaald budget. Maar tot je geruststelling mag ik er bijvoegen, dat dit budget zoo ruim is, dat Leonore jaarlijks een aanzienlijk bedrag wist te besparen, en dit voor weldadige doeleinden afzonderde.
Je kunt dus, totdat je alles onder de knie hebt, altijd eenig leergeld betalen, zonder je al aanstonds voor een te kort te moeten benauwd maken. Rijkdom en stand leggen, naar mijn idee, groote verplichtingen op. Op mij berust de plicht, mijn geld te laten circuleeren en door gastvrijheid, kunstzin enz. veel mensehen werk en verdiensten te verschaffen. Maar ik bezit niet het recht om te verkwisten. Wij leven bovendien in een tijdvak van arbeid. Volkomen maatschappelijke gelijkheid zal er nooit of nimmer bestaan. Reeds in den tijd, toen Kaïn zijn broeder Abel doodde, was er verschil van positie in het leven. Kain beschouwde Abel, als door God beter te zijn bedeeld. Maar de eenige ware gelijkheid der mensehen onderling bestaat hierin , dat ieder den arbeid zich tot plicht dient te rekenen! Ik kan je zeggen, dat ik meer achting heb voor mijn boe renknicht, die de ploeg hanteert, dan voor een van mijns gelijken, die den luiaard uithangt en een verkwister is. Volgens dit grondbeginsel zag ik ook graag het leven ingericht van haar die mij het dierbaarst is op aarde.” Hij nam Anna’s linkerhand en kuste die met innige teederheid. »lk zal mijn best doen, om aan je verwachting te beantwoorden,” zei ze. Dit was een banaliteit. Maar bij stelde zich er al mee tevreden, dat bij geen kwaad geluimde tegenkanting vond. Honderden in hare plaats zouden hebben gemopperd: Moet ik dat alles doen! Anna scheen nog te hebben nagedacht, want na een korte pauze voegde zij er aan toe: «Arbeid is ook macht. Men heersebt er door. Niet waar?” Deze opmerking verraste en bevredigde hem niet minder. Ze zinspeelde op een neiging om te willen heerschen .... Lag dit in haar karakter — oh, dan zou hij die neiging wel in goede richting sturen. «Zeker,” zei hij levendig. «En ik zal, nu? je daarvan spreekt, je ook rondweg zeggen, waarom ik meer opheb met Leonore dan met Regina. Niet
alleen, omdat ik de eerste, tijdens moeilijke levensdagen, zich kloek en waardig zag gedragen; maar ook, omdat ze voortdurend nuttig zich bezighield. Zij heeft al het werk verricht, dat ik mettertijd van jou verwacht, Regina daarentegen, leeft alleen voor zich ze, f, voor haar gemak en haar toilet.” «En om voortdurend met Leonore vinnig te kibbelen,” vulde Anna schertsend aan. «Toch blijven die twee goede vrienden en zie je ze altijd bij elkaar. Wat belet hen, bij voorbeeld, om nog eens een winter in Parijs, dan weer in Rome door te brengen? Neen, nog nooit heeft iemand de twee anders dan samen gezien. En zij, in wier armen een van beiden sterft, zal bij den jongsten snik der heengaande nog een berispende aanmerking maken,” zei Leopold Eberhard. Luisterend hief hij het hoofd op. Een rommelend geluid voer door de lucht. «Was het de donder ? Ja wezenlijk — er schijnt zoo iets gaande. «Een Aprilbui ” «W at waren dat voor moeilijke levensdagen voor Leonore?” vraagde Anna. Hij wilde zich eigenlijk niet van zijn onderwerp laten afleiden, want hij was er nog niet mêe ten einde. Maar bij mocht zich toch ook niet schoolmeesteraebtige pedanterie laten gelden. «Leonore, antwoordde hij, sloeg drie aanzoeken achtereenvolgens van de hand. Niet enkel uit overmoed, zooals Regina. Neen, een huwelijk stond haar niet tegen. Ze zag verlangend uit naar een of andere mooie levenstaak en keek alle mannen aan , of een hunner ervoor geschikt was, naar hun bedoeling. Ze zei het me zelf eens, ze had er geen verstand van. In weerwil van alle waardeering van dezen of genen, scheen de gedachte iemand te trouwen haar als iets zondigs toe. Ze was zoodoende vijfentwintig geworden. (Wordt vervolgd.)
"Anna’s Huwelijk.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324158:mpeg21:p00001