Veranderingen in advertentiën gelieve I AKlilo r»»-v <1/\» „1 .1 'l
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering l;an worden ingestaan. DE UITGEVERS.
Veranderingen in advertentiën gelieve I AKlilo r»»-v <1/\» „1 .1 'l
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering l;an worden ingestaan. DE UITGEVERS.
het Noorsclie Storting' is begonnen met de beraadslagingen over de overeenkomst van Karlstad. De voorzitter van de commissie ad hoe betoogde , dat men zeer zeker in menig opzicht een anderen uitslag had kunnen wensehen; maar dat men de ware belangen van het vaderland diende door [de voorgestelde overeenkomst aan te nemen. De |woordvoerder van de minderheid Konow zeide: Worden de vestingwerken geslecht en kan Zweden zijn leger tot ontwikkeling brengen, Noorwegen kan niets ondernemen. Wij hadden gehoopt, dat door de overeenkomst de volle zelfstandigheid zou worden bereikt, maar Uit de berichten der laatste veertien dagen zou men gaan opmaken, dat de binnenlandsche toestand in Rusland wel eenigszin3 tot kalmte komt. In de geruchtmakende, schokkende gebeurtenissen in den Kaukasus is een stilstand gekomen. Een werkelijke rust lijkt het echter niet. Er wordt de aandacht op gevestigd, dat do mobilisatie-ukase, die kort vóór het sluiten van den vrede werd uitgevaardigd, niettegenstaande het tot stand komen van het vredesverdrag niet is ingetrokken. Onder de groote massa van het Russische volk maakt dan ook de voortdurende mobilisatie natuurlijk een pijnlijken indruk. De meest naive boeren en landlieden vragen zich reeds af, of er alweer een nieuwe oorlog broeit. De beter ingelichten weten wel, dat de regeering in waarheid mobiliseert tegen de revolutie, die dagelijks veld wint in het geheele groote rijk. De regeering wil thans de revolutionairen vóór zijn. Overal waar eenigszins sprake van oproeren zou kunnen zijn, worden onder allerlei voorwendsels troepen gestationeerd. Zoo 'dienen de sensatie-berichten uit Finland nergens toe, dan om een voorwendsel te hebben voor de troepenzendingen, [ntusschen is het gevaar niet denkbeeldig, dat dit het uitbreken van plaatselijke onlusten verhaast, maar de regeering rekent dan iedere beweging te kunnen vernietigen. In elk geval is het zekerder, de reservisten tevoren in de kazernes te hebben, dan hen te moeten oproepen, wamfeer zij zelf misschien reeds door den revolutiegeest zijn aangetast. Te Moskou breidt de tramstaking zich uit, ofschoon de gemeenteraad had besloten, alle eiseben in te willigen, ten einde het publiek te kalmeeren. De agitatie houdt aan. Bij de heropening der Moskousche hoogeschool stormden, behalve studenten, ook allerlei vreemde elementen de gehoorzalen binnen. De gouverneur, vorst Trubetzkoi, gaf wegens de kans op politieke betoogingen last, de universiteit weer te sluiten. Hierop is tot de studenten een vermaning gericht om tegen het binnentreden van vieemden te waken. Op deze voorwaarde wordt heropening der cursussen iverwogen. Intusschen is er ook weer een beweging onler de advocaten wegens tal van politieke verlanningen. De persoonlijke zekerheid laat nog 1 tl tijd alles te wensehen over in Rusland!
In het tuberculose-coDgres te Parijs heeft irof. Behring heden zijn aangekondigde mede-
n deeling gedaan. Deze behelst, dat hij het be- ginsel der geneeswijze van tuberculose ontdekt 3 heeft. Het berust op een doordringing van de - levende cellen van het organisme met een zelfi standigheid, afkomstig van den virus der tubert culose. Het beginsel wordt T. C. genoemd. Het oefent een symbiotische (lett. medelevende van 3 twee levensbeginselen naast elkaar die wederï keerig een nuttige werking op elkaar oefenen 3 en samen beter gedijen dan afzonderlijk. Dit r laatste in tegenstelling met parasietisch) werking i °P het binnenste der organische cellen. Behring . gelooft, dat de nieuwe methode de menschen, . die door da tering worden bedreigd beschermen i zal tegen tuberculose-besmetting. ï B , De uitgever L. J. Veen (Amsterdam) heeft o.a. ! i voor dit seizoen ter perse liggen: van Jeanne ! - Reyneke van Stuwe »Huize ter Aar”, een roman in 2 deelen. ( , — | Bij Noord-Greenwich is het nieuwe lucht- s schip, uitgevonden door een Griek, zekeren Marinahis en voorzien van de nieuwste bewegingsmiddelen, door den storm vernield. Er was eene commissie van het Britsch v Departement van Oorlog uitgezonden om de eer- c ste proefneming bij te wonen, maar voor het \ zoover kwam, sloeg de storm de schuur, waarin d het zestig voet lange gevaarte stond, en het fc luchtschip zelf uit elkaar. y Men gaat nu een tweede bouwen. r • — —— ... ii
we vredesconfereutie* De Russische beer, de overgebleven stompjes zijner geamputeerde achterpooten in doeken gewikkeld, kop en voorpooten verbonden en bepleisterd, zit op een klein rol wagentje en met houten klossen in de klauwen duwt hij zichzelf voort en rolt langs de Pnnsegracht in den Haag, waar de mogendheden hem voor de ramen van een groot huis staan op te wachten. Zoo teekent Ulk Rusland’s gang naar de tweede Haagsche conferentie en roept daarbij uit: »Kunststück, dass der für den Frieden sch warmt!” Een merkwaardige vredesmakelaar inderdaad. Maar de tweede conferentie te den Haag is ook heel wat minder pompeus aangekor digd dan de eerste. Toen de nachtteiegrammen in den ochtend van Maandag 29 Augustus 1898 de eerste boodschap van den czaar aan de vertegenwoor■JLl»J!Lg"L!S L_.. ■-«gl
digers der mogendheden bekend maakten, toen richtte czaar Nicolaas zich tot de geheele wereld : »de keizerlijke regeering (acht) het oogenblik gunstig om langs den weg van internationale beraadslaging de middelen te zoeken om aan alle volkeren de weldaden van den vrede te ( verzekeren en een eind te maken aan de tegenwoordige uitrustingen.” In den aanhef was zelfs sprake van »de mogelijke vermindering van de overmatige uitrustingen”. Hoe hoog men nu ten slotte toch ook de werkelijke resultaten der eerste Haagsche conferentie moge aanslaan, die resultaten hebben slechts bewezen, in welk een verre toekomst nog de verwezenlijking van de destijds door den czaar uitgesproken idealistische bedoeling ligt. Het woord van den czaar scheen recht te geven om van een conferentie voor wereldvrede en geleidelijke ontwapening te spreken en in dat opzicht moest het practisch verkregene teleurstellen, De uitnoodigingen voor de tweede conferentie zijn de wereld ingegaan met stille trom. Er is niet weer een manifest aan de geheele wereld van gemaakt, de tekst werd niet eens gepubliceerd en de Duitsche regeering, ofschoon antwoordende, dat zij zich gelukkig zal achten, aan de conferentie deel te nemen, maakt het voorbehoud, dat niet weer sprake zal zijn van ontwapening, te land of ter zee, aangezien de regeering het nut van zulke besprekingen niet inziet en liever practischen arbeid wenscht. Ook de Engelsche regeering heeft op een nauwkeurige omlijning der besprekingen aangedrongen. Zoo zal de tweede Haagsche conferentie een voortzetting leveren van het practische werk der eerste, maar het idealisme, dat het richtsnoer der eerste conferentie was, wordt verbannen. Hoe Iaat is het? De Vrijz. Democraat schrijft: In alle beschaafde landen van Europa kan eder, die een goed loopend horloge heeft, deze /raag onmiddellijk beantwoorden. In Nederland noet men eerst de wedervraag stellen: welken ijd bedoelt gij? Wij hebben spoor- en posttijd, daatselijk aangenomen greenwichtijd, plaatselijken Sroningsehen of Saxumhuizer idem, Zutphen>f Ilengeloschen tijd, en nog vele andere tijden neer. Wie als reiziger in een vreemde stad ;omt, moet zich eerst op de hoogte stellen, velke tijd daar geldt. Wie een tram wil geiruiken, moet eerst in het boekje trachten uit e vorschen of aie tram behoort tot dezulke, ie zich naar den spoortijd, of tot de zoodanige’, ie zich naar den plaatselijken of Amsterdam-
schen tijd richten. Ieder kent uit zijn eigei kring voorbeelden van ongerief, misverstand, j: soms ruzie, over dat verschil van tijden. D advocaten hebben reeds geld verdiend aan en d< rechters hebben gezwoegd over processen, ui deze nooit stilstaande bron van verwarring voortgesproten. En waartoe al deze misère Wanneer van de Nederlandseh-Duitsche grem bij Emmerik tot achter in Duitschland, Oosten rijk, Italië en Zweden overal de klokken den zelfden tijd aanwijzen, waarom moeten wij dar in ons kleine landje jarenlang dit gesukke voortzetten? Alleen omdat de wetgevende mach bij ons te land nog geen tijd heeft kunnen vin den om een wetje tot stand te kunnen brengen var één artikel en tien of twaalf woorden, gelijkir vele andere landen geldt. Zou het nieuwe ministerie in dezen niet eenf de koe bij de horens kunnen vatten ? Het zoi den dank oogsten van al onze landgenooten zonder verschil van godsdienstige of staatkundige richting. Lof verdient de Nederlandsche Bond van Vereenigingen v. d. Handeldrijvenden Middenstand, die dezer dagen nadrukkelijk de aandacht der regeering op dit onderwerp vestigde. De haven te Scheveningen. Door de commissie uit de Visscherij-vereeniging voor de behartiging der belangen van de visschershaven te Scheveningen, bestaande uit de heeren P. Hoogenraad, W. den Duik Jacz., M. Varkevisser en J. C. Vermaas,, is thans aan Burg. en Weth. van ’s-Gravenhage een adres gezonden, met de schetsteekening van een plan, dat eenmaal uitgevoerd, naar de commissie meent, op afdoende wijze verbetering in den toestand van de binnenhaven zal brengen. Er zal dan van deining of schieting geen sprake meer zijn, meent de commissie. Het plan beoogt in hoofdzaak : i 0 de bestaande binnenhaven bij den tegenwoordigen toegang af te sluiten; 2„ de binnen-voorhaven dieper landwaarts in te graven en 3„ een tweede binnenhaven aan te leggen, die verbinding heeft èn met de binnenvoorhaven èn met de bestaande binnenhaven. De voordeelen, die dit plan heeft boven andere, zijn : ten eerste dat de bestaande binnenhaven in haar geheel en te allen tijde — ook bij stormweder — als een veilige berghaven bruikbaar zal zijn; ten tweede, dat de nieuwe binnenhaven tegemoet komt aan het bezwaar, dat de geheele Scheveningsche visschersvloot geen voldoende ruimte aanbiedt; ten derde, dat de tweede haven in de onmiddellijke nabijheid is van de bestaande, waardoor het visschersbedrijt meer in hetzelfde centrum blijft, en zulks niet alleen in het belang van reeders en visschers, maar ook van hen, die met het toezicht en de bewaking van al wat tot het haventerrein behoort, belast zijn : terwijl een nieuwe binnenhaven nabij het kanaal van de waterverversching, zooals door het gemeentebestuur werd ontworpen, geheel en al onbruikbaar zou zijn, door de zware deining, die daar ongetwijfeld niet minder sterk zou zijn, dan thans in de bestaande binnenhaven is waar te nemen; ten vierde, dat wanneer het ontwerp werd uitgevoerd, het baggeren in de bestaande binnenhaven niet meer noodig zou zijn. Hofleverancier af! Den hofleverancier Van Spiegel te Deventer, die, zooals vroeger reeds bericht werd, zich schuldig maakte aan smokkelen, is thans — naar «Het Volk” meldt — het recht ontnomen het wapen van de Koningin Moeder nog langer te voeren. Zwervers Ie IVaarden. Door den adjudant van het kinderhuis van het Leger des Heils te Naarden is voor het bekende vervuilde gezin een woning gehuurd, zoodat de kindertjes thans niet meer van de koude en het gure, natte weder behoeven te lijden. Op de zindelijkheid van het gezin zal nu door het Leger des Heils voordurend toezicht worden gehouden. Het Waterstaats-Departemenf. Naar wij vernemen zal de naam van het ministerie van waterstaat, handel en nijverheid gewijzigd worden in: ministerie van waterstaat en verkeerswezen. (Vad.) Celebes. Blijkens een bij 'het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië betreffende-de actie in Midden-Celebes, zijn de Tonapoe-Alfoeren, die tegenover het bestuur een uitdagende houding aannamen, onderworpen, is Papa i Lila, een vijandig Todjosch groote, verwijderd, en is de hoofdschuldige van den in Juni j.1. met behulp van Tonapoe-Alfoeren te Tambarana gepleegden roof van een aan een Europeaan toebehoorende toko en moord van twee daar aanwezige wakers, gevankelijk naar Java gezonden. De actie wordt voortgezet in de Posso-streek en het Pafoedal. Domela JVlenwenlmljs. In de Vrije Socialist vinden wij de aanklacht die de heer F. Domela Nieuwenhuis aan den Pruisischen minister van binnenlandsche zaken zond. Hij brengt daarin de feiten in herinnering, sooals ze reeds zijn vermeld. Wij hebben ze , mlangs medegedeeld, zoodat wij ze niet geheel j oehoeven te herhalen. Alleen zij hier even ( ïerinnerd dat de heer D. N. 11 dagen in hech- j, enis bleef, zonder verhoord te worden, zonder , e weten, waarom hij gearresteerd was, terwijl r le wet voorschrijft, dat een gevangene binnen t !4 uur door den rechter moet verhoord worden. c Op Woensdag 27 Sept. werd hij op vrije p toeten gesteld. j »De president van politie schijnt echter een d
i persoon te zijn, die boven de wet staat en zii a niet stoort aan de uitspraak van den rechte e aldus leest men verder in het stuk. Hij is £ e machtig, dat heeft hij hier getoond, want t plaats van vrijgelaten te worden, ben ik we l a,s politiegevangene vastgehouden. En opnieu ? had hetzelfde plaats. Zonder te weten, waaro s ik gevangen bleef, heeft men mij vastgehoude - En om de kroon op alles te zetten heeft mr - noch een brief aan den Nederlandschen consi ï noch een voor mijn advocaat aan hun adresse 1 bezorgd. Opnieuw een inbreuk op het rech t want het recht had ik om te verlangen, dat i - elk geval deze brieven direct afgezonden zoude i worden, zooals de wet het voorschrijft. Mij ï advocaat, de heer E. Schrammen, wist dus nie van mijn nieuwe arrestatie en leefde in de ovei ; tuiging , dat ik naar mijn land teruggekeerd wa i «Ik stuur u hierbij de bewijsstukken, namelij , de twee brieven, die men de voor mij gelukkig - onvoorzichtigheid gehad heeft, mij ter hand t ! stellen. Zijn Excellentie heeft daardoor de zelc ■ zame gelegenheid zich te overtuigen dat h( waar is. Men heeft mij dus weer onwettig i i de gevangenis gezet en gehouden tot het telt gram van zijne excellentie mij eindelijk verlost! ’t Is te hopen, dat zijne Excellentie zonde aanzien des persoons handelt, want het geld hier de eer van Pruisen, ook tegenover he buitenland. Waar de bodem van rechtsstaa verloren gaat, is het woord aan willekeur ei tyrannie. Wat zou zijne Excellentie gezegd heb ben, als een Duitscher in het buitenland zo behandeld werd, als ik in Keulen? sik klaag het Polizei-prasidium aan wegen misbruik maken van macht, in de hoop,°da zulke dingen niet meer gebeuren. »En ik eisch van de regeering een schade vergoeding voor mijn vrijheidsberooving van zoo vele dagen. Zelts wanneer zijne Excellentii daartoe zou besluiten, wat recht is en wat il verwachten kan, blijft het onrecht bestaan ei is dit slechts een zwakke poging van zijn kan om goed te maken wat een ambtenaar, die di bevoegdheid van zijn macht overschreed en mis bruik maakte van zijn macht, misdaan heeft. 5>Ik zal afwachten of het rechtsgevoel van zijr Excellentie grooter is dan de macht van eer Polizei-prasident wiens willekeur een gevaar is voor alle staatsburgers van andere landen er een smaad voor Pruisen.” De Kölnische Ztg. bevat de volgende ambtelijke mededeeling: Terwijl hinderlijke vreemdelingen in het algemeen door politiemaatregelen, onder bedreiging met dwang, genoopt worden het land te verlaten, is het in overeenstemming met de tegenwoordige gebruiken, welke ten deele op bijzondere afspraken, ten deele op het solidariteitsgevoel van alle beschaafde volken berusten, dat anarchisten met toepassing van rechtstreeksche dwangmiddelen naar de grens van hun vaderrtand gevoerd worden. Daar Nieuwenhuis een bekend anarchist is, was zoodoende zijne gedwongen overbrenging naar de Nederlandsche grens noodig. Voor de uitvoering van dezen maatregel stond echter alleen de diplomatieke weg open. Weliswaar is in het vestingstractaat dat ten vorige jaren tusschen de Duitsche en Nederlandsche regeeringen is gesloten, een vereenvoudigde en rechtstreeksche overneming tusschen de grensautoriteiten aan weerskanten voorzien. Deze methode kon echter bij Nieuwenhuis nog niet toegepast worden, omdat het tractaat nog niet door de parlementen van beide landen goed is gekeurd. Als men de overbrenging had uitgevoerd zonder zich vooraf op eenigerlei wijze met de Nederlandsche regeering te verstaan, zou men een inbreuk gemaakt hebben op de algemeen erkende internationale gebruiken. Dank zij de tegemoetkoming van de Nederlandsche regeering, is overigens in dit geval de diplomatieke actie, waarbij aan den kant van Pruisen geen uur tijds verloren werd, bijzonder snel in haar werk kunnen gaan. De vaak verkondigde bewering dat Nieuwenhuis dadelijk na zijne in hechtenisneming voor den rechter had gebracht moeten worden, is niet juist. Nieuwenhuis is niet om strafrechterlijk vervolgd te worden, maar alleen tot verzekering van zijn uitzetting van pohtiewege in hechtenis gezet. Eerst later bleek dat hij reeds vroeger uit Pruisen gezet was en zich daarom door den ongeoorlootden terugkeer aan een strafbare handeling schuldig had gemaakt. Zoodra dit feit aan de politie bekend werd , heeft zij Nieuwenhuis onverwijld voor den kantonrechter gebracht en daarmee voldaan aan art. 128 van de verordening op het strafproces. Dat hij, na afdoening van de strafzaak, nog eens in hechtenis werd genomeD, was niet te vermijden, omdat toen nog niet de verklaring van overneming van de Nederlandsche regeering ontvangen was. Dadelijk nadat dit het geval was, heeft de politie-president te Keulen Nieuwenhuis in vrijheid gesteld en hem toegestaan, zonder politiegeleidde, naar zijn vaderland terug te keeren. Alleen heeft men toegezien dat hij werkelijk naar Nederland vertrok. Gevaarlijke baldadigheid. Wordt er bij voortduring over ergerlijke baliadigheid der straatjeugd geklaagd, schrijft Het Vad. Zaterdag bereikte het wel, naar een ooggetuige ons diep-verontwaardigd kwam medeieelen, zijn toppunt te Scheveningen, waar aan le Haringkade 4 veelbelovende jongens een cameraad vierkant opnamen en tegen een in rolle vaart zijnde electrische tram wierpen. Onniddellijk werd door het doodelijk verschrikte rampersoneel gestopt en de jongen bleek er op liepe sneden in hoofd en hand na, goed afge;omen te zijn. Hij werd bebloed weggedragen, laar welk een onverantwoordelijke streek is lat geweest!
:h De kooge Blaricumgclie rekening. r> In de Gooi en Eemlander van Zaterdag komt u- de heer J. Verver te Biaricum er tegen op, dat In de door hem ingediende rekening aan de Verer gadering van Stad en Lande van Gooiland over w hetgeen gedurende de afgeloopen schaardagen ® door hem aan de bewakers der Blaricumsche n- Meent was geleverd, te hoog zou zijn. ïr* Volgens hem hebben die f 1800 gediend om 84 ul man gedurende 13 dagen te voeden en te herin bergen, t, ;n De zaak Toering. ,n hl et Utr. Dagbl. zegt het niet eens te zijn jn met Het Nieuws van den Dag dat de zaak ts Toering eenvoudig met een interpellatie in de r. Tweede Kamer kan worden afgedaan. s. Men stelle, zoo schrijft het ü. D., zich niet k te veel voor van een interpellatie. ;e De gewone gang is deze : een der Kamerleden te stelt vragen, de Minister zegt zoo veel of zoo 1- weinig als hij kwijt wil wezeD, de Kamer bedankt ït voor de ontvangen inlichtingen, — en daarmee n is de zaak afgeloopen. 3' Daarmee is echter de eisch van rechtszekerheid 3- niet bevredigd. ‘r Indien werkelijk in deze grove schuld mocht lt bestaan, dan eischt de rechtsorde dat deze schuld it worde geboet. 1 lt Wij willen wel zeggen, dat wij reden hebben n te gelooven, dat een officier van gezondheid, ’ wiens naam in deze zaak is genoemd, er juist 0 niet in is betrokken. Of er schuld is, en zoo ja, bij wien, dit weten j * wij niet met zekerheid. , Ook kan allicht twijfel open blijven over de • vraag of er oorzakelijk verband bestaat tusschen | het roekeloos vervoeren en het daarop gevolgde i ‘ overlijden van den milicien. 1 Maar indien er werkelijk bij iemamd in deze, 8 j bij zij hoog of laag geplaatst, schuld is in welken j graad dan ook mocht bestaan, dan behoeven wij c 3 nauwelijks te herinneren aan het artikel onzer c _ wet, dat straf bedreigt tegen hem, aan wiens t schuld de dood van een ander te wijten is, of § aan het bericht dat dezer dagen in de bladen de t 1 ronde deed, dat de krijgsraad te Bern een officier r 1 van gezondheid, die een soldaat te veel morphine c | had gegeven en dus zijn dood veroorzaakte, tot 1 een maand gevangenisstraf is veroordeeld. r Dan weten wij ook zonder herinnering, dat e ' het een eisch is van recht, zoowel als van wel- \ begrepen staatsbelag, dat op schuld ook straf • vol ge.
Naar het Duitsch van IDA BOY-ED DOOR ED. YAN DEN GrHEYN. 43 Toen het gehuwde paar des avonds zich terugtrok, zat het nog als altijd keuvelend in Anna’s klein woonvertrek bij elkaar. Graaf Eberhard hield ervan, dan nog een sigaar te rooken en zijne vrouw eenige mededeelingen te doen omtrent hetgeen de brievenpost dien dag had gebracht, of wat er in de huishouding was voorgevallen. Dien avond bracht hij terstond iets op het tapijt, dat hem bizonder was opgevallen. sLiefste Anna — ik heb met verbazing gezien , dat je den heelen namiddag en avond aanhoudend het erop hebt aangelegd onzen Stephan als partner voor Ursula aan te stellen.” Anna kreeg een kleur. sDaar heb ik mijn reden voor ,” zei ze onvervaard. ïHij moet haar trouwen. Het zou een geluk voor hem zijn. En ik verzoek je , er bij hem op aan te dringen !” »Ik denk er niet aan, mij met dergelijke zaken te bemoeien,” zei Leopold ernstig. »Wel zou het me innig genoegen doen, als die twee het samen ééns mochten worden. Maar op commando moet hij haar niet zoeken. Maar jij, Anna, hoe ben je nu zoo opeens in die aangelegenheid van houding en opinie veranderd ?” »Ja.... zie je,” en haar oogen schoten bliksems, ïhij moet haar trouwen !” ïEn laatst, neen onlangs nog, moest hij het niet. En kort geleden nog heb je Ursula pijn gedaan ,
met haar op vrij in het oog loopende wijs van den man verwijderd te houden. En nu weer wil je opeens haar hoop geven ? — Maar , lieve kind, wie geeft je het recht, zoo maar naar willekeur met menschen om te springen? Begrijp je dan de verschrikkelijke verantwoording niet, die je daardoor op je laadt? En hoe moet dat nu met Ursula, die, als ze haar hopeloosheid misschien spoedig zal te boven zijn gekomen , nu alleen ellende en verdriet heeft te wachten, omdat je haar verbeelding hebt opgezweept met de ijdele hoop dat Stephan haar toch zal trouwen ?” Hij zag haar zeer ernstig aan. ')Ik ben tot de ervaring gekomen,” hernam Anna, »dat Stephan door een huwelijk volgens zijn stand nog het best zal behoed blijven voor dwaasheden waarvan de gevolgen niet te berekenen zijn.” ïWat zijn dat voor dwaasheden?” Eu nu brak het los. Al wat mevrouw Seiler haar had weten te vertellen , kwam hier weer te berde. En daar haar phantasie zich sedert onophoudelijk met deze aangelegenheid had bezig gehouden, kleurde ze alles natuurlijk nog sterker. Uit Sophie Schüler groeide een berekend persoontje, die de bizondere kunst had verstaan, den jongen officier, dien ze voor een goede partij aanziet, naar zich te lokken. f)tephan Normann was de bedrogene , die uit verveling van het buitenleven, zich had laten inpalmen , zooals allicht was te begrijpen. Met de uitwerking harer breed uitgesponnen mede- i deeling kon Anna tevreden zijn, althans in eerste 1 instantie. En graaf Eberhard had nog een geheel j anderen kijk op het geval. Die was aan Anna ont- I snapt, of liever, ze zou aan zoo iets niet hebben gedacht. Wat ging haar dokter Schüler aan, nadat i ze dezen had leeren kennen en aan den man volstrekt ( niets geheimzinnigs had ontdekt, dat haar belang- s stelling kon inboezemen ? j Dit laatste punt vooral prikkelde graaf Eberhard wel het meest. , Met de dochter van een zoo zwaar beproefden r
man een vrijage aan te knoopen 1 Had deze waardige oude heer dan nog niet genoeg verloren ? Moest een onbegrijpelijke lichtzinnigheid hem nog van het heiligste berooven dat hij bezat ? Tot zoo iets had graaf Eberhard zijn neef niet in staat geacht. Dat hier een beuzelachtige minnehandel in het spel was, bleek den oom alleen reeds door de geheim- i zinnigheid waarmee zijn neef te werk ging. Eerlijke bedoelingen verbergt men niet ! i Als deze liefde reeds in het vorig jaar, misschien veel vroeger al aan den gang was geweest, waarom 1 kwam Stephan er dan niet rond vooruit ? Zeker, graaf Eberhard zou dan gezegd hebben dat het een i hopelooze zaak was; hij had Stephan moeten aan i bet verstand brengen dat hij , nog maar officier zijnde, j er niet aan denken kon Sophie Schüler te huwen, \ afgezien van beider gebrek aan middelen.... Maar t verstandig zou het geweest zijn er over te spreken, c dan ware toch de zuivere bedoeling bewezen. Men d had het dan zóó kunnen inriehten . dat de twee elkaar l niet meer zouden terugzien. c Een arm meisje aldus te misleiden 1 Schandelijk ! Voor haar, die zich om den tuin had laten leiden, i pleitten genoeg verzachtende omstandigheden. Haar h leven was zoo droevig. Misschien hield ze werkelijk van Stephan. Misschien overzag zij volstrekt niet de s klove , die gaapte tusschen den officier van een der ti aanzienlijkste regimenten en de dochter van den man ti ten wiens aanzien alleen genade voor recht had gegolden, om hem voor de gevangenis te behoeden. Zij il hoopte wellicht en stelde vertrouwen in zijn eerlijkheid! Met een gevoel van triomf zat Anna te luisteren naar de argumenten van haren echtgenoot. En wanneer \ deze een verzachtende omstandigheid aanvoerde, wierp ri ze een woord er tusschen , teneinde zijn toorn op het w kookpunt te houden. Het besluit van graaf Leopold luidde, dat hij a morgen vroegtijdig Stephan in verhoor zou nemen en rekenschap van hem vorderen.
Anna was het niet volkomen met ziehzelve eens, of dit nadeelig kon uitwerken dan wel zijn goede’ zijde had. Daarom verzocht ze : »Zeg hem niets van dit geval. Druk hem eenvoudig je bepaalden wensch op het hart, dat hij Ursula Weber huwen moet.” Een nog donkerker wolk betrok het voorhoofd van den graaf. . ,,Ik .‘;eb je immers al gezegd , dat ik met die zaak mets wil te doen hebben.” »Maar je grijpt toeh in zijn levenstoestand, als je hem den omgang met Sophie Sehiiler verbiedt.” Eberhard gevoelde iets van ongeduld en wrevel m hem opkomen. Niettemin vatte hij Anna’s hand. »Lief kind,” vraagde hij met ernst en teederheid’ »zie je dan daarin geen onderscheid ? Een jonge man van een dwaasheid, van eerloosheid wellicht terug te houden, is plicht. Hem tot een huwelijk te willen dwingen, ware misdaad ook jegens Ursula, al is deze doodelijk van hem. Hoe zou Ursula gelukkig kunnen zijn in een huwelijk dat haar is opgedrongen ? !” . Al*lla zwesS- Neen, ze zag er geen onderscheid in. Ze zag alleen, dat haar man van de macht die hij bezat, geen gebruik wilde maken. Maar de graaf was de man niet, die zich met stilzwijgen liet afschepen, Het was hem er niet *om te doen hier als leeraar op te treden ; hij wilde overtuigen en overreden. »Je zegt niets. Zie je het onderscheid niet, vraagde ik je ? ' ° Zoo’n toon kwam haar streng voor. 5>Ik zie alleen dat je onbegrijpelijk toegevend bent. Vooral ook ten opzichte van die Sophie Schüler!” riep ze, zoo verbitterd, dat hij ervan verbaasd werd. »En je legt een aan haat grenzende gestrengheid aan den dag jegens het arme meisje. ( Wordt vervolgd,)