■ lleclames betreffende de 1 bezorging dezer Courant, (
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, Groote Markt 35.
* Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/10/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324186:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/10/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324186:mpeg21:p00001
Het Dagblad van Noord-Brabant ziende dat de kans van den candidaat der R. K. Kiesvereeniging met den dag minder wordt, wendt nieuwe middelen aan om den heer Bogaardt te helpen. Om de katholieke kiezers in de war te brengen vertelt ’t nu dat de heer IngenHousz eigenlijk een verkapte liberaal is en die bewering grondt ’t blad voornamelijk op ons aanbevelingsartikel in het Zaterdagnummer. ’t Dagblad haalt ook het berichtje van De Nederlander aan, waarin gemeld wordt dat de heer lngenHousz het katholieke partijprogram nipt onderschrijft en sdus” wel als candidaat der liberalen moet beschouwd worden, maar de redactie weet heel goed dat ’t hieraan geen waarde kan hechten. De heeren in de Reigerstraat weten zeer wel wat de handige en geniepige bedoeling geweest is van den meneer, die dit venijnig berichtje aan zijn coalitie broeders van De Nederlander zond. We kunnen dat dus verder laten rusten. En de stoute conclusie dat mi'. Ingen-Housz liberaal zou zijn, omdat wij zijn candidatuur hebben aanbevolen is nogal erg zot. Het Dagblad zal zich toch wel willen herinneren dat nog zeer onlangs — toen de Bred. Crt. begon dagelijks te verschijnen — wij duidelijk hebben omschreven wat de naam liberale courant bij ons heeft te beduiden, nl. dat wij niet zijn een spreekbuis voor een der liberale partijen, dat we niet één politieke
richting door dik en dun willen nadraven , maar dat we vrij en aan geen program gehouden wenschen te blijven en door ongekleurde glazen of beter met ongewapend oog de gebeurtenissen en plannen willen bezien. Wanneer de Bred. Crt. nu de candidatuur van een aanstaand Kamerlid of gemeenteraadslid steunt, dan kan niemand daaruit afleiden dat die candidaat mdus” tot deze of geene partij behoort. Wij bevelen den heer Ingen-Housz krachtig aan, niet omdat hij ons naverwant is op politiek gebied, maar omdat mr. Ingen-Housz ons voorkomt te zijn van het drietal de beste en de meest geschikte persoon om eqn Kamerzetel in te nemen. Het goede wat ’t Dagblad voor den heer Bogaard opverft en vernist en aan alle zijden etaleert, bezit de heer Ingen-Housz in veel grooter mate. Voor hem behoeven we niet uitsluitend te zoeken in zijn ambtelijke loopbaan, hij kan daden toonen, volbracht in dienst der gemeenschap, als raadslid, als dijkgraaf, als hoofdingelande, als armenverzorger enz. Maar ’t Dagblad moet nu eenmaal den candidaat der R. K. kiesvereeniging verdedigen zonder zich af te mogen vragen: wie is deze. En nu poogt ’t den strijd op een voor haar geschikter terrein over te brengen. »De personen van Bogaardt en Ingen-Housz vallen weg, zaken, beginselen treden ervoor in de plaats. De liberalen hebben zich meester gemaakt van de kandidatuur Ingen-Housz en zij zullen viktorie schreeuwen, als deze kandidaat er komt.” Aldus het Dagblad. Zoo iets noemt men taktiek. De personen-kwestie — waar’t nu toch uitsluitend om gaat — wegdoezelen en daarvoor in de plaats te stellen: de geloofs kwestie, christen of paganist. De namen Bogaardt en Ingen Housz vallen weg, het Dagblad geeft er de reeds begraven antithese voor in de plaats. In een volgend artikel zal het blad de kiezers wel stellen voor de vraag: Voor of tegen den Christus. Maar zou ’t nu ook niet eens voor zich zelf willen uitmaken of ’t zoo n strijdwijze bijzonder fair, bijzonder flink en open vindt. En als
’ ’t Dagblad dan nog een oogenbiikje missen kan, i laat ’t dan eens overwegen of er geen katholieke i kiezers zullen zijn, die zoo gaar zijn, dat ze i de Dagblad-taktiek doorzien.
"Een Liberaal?". "Bredasche courant". Breda, 1905/10/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324186:mpeg21:p00001
^ net Ciroot-IInssiscIi verbond run spoorwegambtenaren vaardigde een oproeping lJ uit tot afkondiging van de algemeene spoorwegstaking als middel ter verkrijging van politieke 2 rechten. p Het verkeer op de meeste van Moskou uitgaande spoorweglijnen is gestaakt. Op de sectie Moskou—Windau is de dienst e gestaakt. De spoorverbinding van Moskou met il andere steden van het rijk is volkomen verbroken. r Er is dus weer een profectie van de Russische n Tschinowski tot niets geworden. Toen op den bloedigen Januari-zondag van dit jaar de straten ; te Petersburg rood gekleurd werden, zeide men, ‘f dat de Russische arbeidersbeweging, een product , van aanstokerij en anders niet, voorgoed uit zou ,r wezen. s En werkelijk bleef het een poos stil, nadat Vader Gapon over de grenzen gevlucht was. Toen begon het al spoedig weer hier en daar * te gisten, vooral de laatste weken werd het Q onrustig in de arbeidersstroomen en thans over!. drijft men niet door te zeggen , dat een vloedgolf r zich boven Rusland verheven heeft. Bij Baku begonnen, nam hij zijn weg over Nikolajew, 1 Moskou, Bjarystok, Lodz, Petersburg, Riga en z Reval. Op het oogenblik is Moscou het middel \ r punt, vanwaar uit niets minder dan een algemeene spoorwegstaking beproefd wordt, aanvankelijk ' t met groot succes, want een telegram van gisteren ‘ meldt: »Het verkeer op de meeste van Moscou ( uitgaande spoorweglijnen wera heden gestremd.” r Op denzelfden dag werd uit dezelfde stad bericht: «De Pan-Russische Spoorwegbond vaar- ' i digde een manifest uit om een algemeene spoor- • j wegstaking tot stand te brengen, ten einde 1 1 politieke eischen vervuld te krijgen.” < Met het slot van de laatste regelen hebben wij den kern der beweging aangeraakt, ’t Gaat 1 niet allereerst om oeconomische voordeelen maar t t om politieke rechten. Alle staking en beroeringen s . van de laatste weken droegen dit karakter, een £ 3 s erk bewijs, dat de organisatie der arbeider- 1 massa’s en hun ontwikkeling op een veel hooger f trap staan, dan men in het buitenland kon ver- 1 moeden. In zoover slaagde de Tschinowski er c f tot dusver uitnemend in, het buitenland een rad r voor de oogen te draaien. 3 We moeten derhalve de dwaling voor goed *
laten varen, dat de beweging der arbeiders slechts het werk van eenige heethoolden is. Het stoken van enkelen brengt geen millioenen op de been, die voor politieke rechten hardnekkig en gelaten de grootste offers niet te duur achten. De vroegere Noorsche minister-president Blehr hield Zondagavond in het concertgebouw te Chnstiania een voordracht, waarin hij zich, sprekende over den toekomstig-en staatsvorm van Noorwegen, voor het houden van een plebisciet en voor de invoering der republiek uitsprak. De president der republiek zou, naar zijn voorstel, moeten gekozen worden door den Storthing. Ongeveer duizend menschen woonden de bijeenkomst bij. Aan het einde werd met groote meerderheid een motie aangenomen, waarin de vergadering zich voor het houden van een volksstemming uitsprak. De Times verneemt uit Stokholm : De koning van Zweden zal het verzoek van het Storting om een Bernadotte voor den Noorschen troon aan te wijzen afslaan en gelijktijdig de akten teekenen tot ontbinding van de unie met Noorwegen. Het ministerie Lundeberg zal dan zijn ontslag nemen, aangezien het zijn bizondere taak geëindigd acht. Het Noorsche Storting heeft gisteren beraadslaagd over het voorstel van 10 leden betreffende een volkstemming. De voorzitter verzocht, uit naam van de regeering, om de behandeling ervan uit te stellen. Hierin werd met algemeene stemmen toegestemd, op voorwaarde dat het voorste! der tienen tegelijk opnieuw aan de orde zal worden gesteld met een regeeringsvoorstel over dezelfde aangelegenheid. De Majdeburger Ztg. beweert, dat verleden week een defensief verbond tusscnen Kweden en Denemarken is geteekend, waarbij Noorwegen zich zal aansluiten, zoodra de scheidingsquaestie geheel geregeld zal zijn. In Frankrijk is het al geducht koud. De toppen van het Auvergne-gebergte liggen onder sneeuw en het vriest er 7 graden. Uit tal van andere plaatsen komen eveneens berichten van hevigen sneeuwval. Te Parijs werd een 50-jarig man half bevroren op straat gevonden. Tijdens het vervoer naar een ziekenhuis bezweek de ongelukkige. Het blijft bedenkelijk gisten in de Ouitsche arbeiders wereld. Niet alleen uit het Ruhr-
gebied, maar ook uit de Saksisch-Thuringsehe weverijen komen dreigende berichten, 240 fabrikanten aldaar lieten bekend maken, dat zij zich genoodzaakt zien tegen 28 October hun fabriken stop te zetten wegens de overtalrijke dienstopzeggingen. Gaat het besluit door, dan zullen weldra 35000 weefstoelen stil staan. Het nieuwe Hongaamlie ministerie is Zaterdag door den Keizer-Koning beëedigd. Na de beëediging werden de heeren Fejervary en Kristoffy door Keizer Franz Joseph ontvangen, naar gemeld wordt, ter bespreking van de kiesrechtquaestie. Volgens het Wiener TageVatt heeft het kiesrechtontwerp van ministei Kristoffy geen wijziging ondergaan. Het kiesrecht zal, volgens dit ontwerp, verleend worden aan alleD, die den leeftijd van 24 jaren bereikt hebben en lezen en schrijven kunnen. Het bezwaar, dat daardoor het overwicht der Magyaren zou worden opgeheven, is door het onderzoek van minister Kristoffy geheel waardeloos gebleken. Integendeel zou de invloed der Magyaren door de kiesrechthervormmg worden versterkt. Bovendien zou minister Kristoffy plan hebben maatregelen te nemen in het belang der kleine grondbezitters, < n ook dat zou het Magyaarsche element versterken, omdat thans juist de Magyaarsche kleine grondbezitters door een toenemenden schuldenlast, dikwijls hun kiesrecht aan andere nationaliteiten verloren. Onder den titel: „Kngelsch Russische toenadering” weet de Daily Express het volgende bericht uit Kopenhagen mede te deelen: Ik ben in staat, cp goed gezag te verklaren, dat graaf Benckendorff gedurende zijn verblijf alhier verschillende langdurige besprekingen heeft gehad met de keizerin-weduwe van Rusland over een Engelsch-Russisehe toenadering. Deze besprekingen waren inderdaad het voornaamste doel van zijn kort bezoek in Denemarken en uit alles blijkt, dat graaf Benckendorff door de wijze waarop zijn voorstellen werden ontvangen, zeer bevredigd was.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/10/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324186:mpeg21:p00001
in aar nn jljuhsou van IDA BOY-ED BOOR ED. VAN DEN GKHEYN. 55 Voor de zwakken zou altijd wel het gevaar bestaan, hun tijd te versnipperen in; droomerijen ; voor de sterkeren: van te vervallen in een zelfzuchtige begeerte om te heerschen .... voor de phantasierijken, zich te wagen in avontuurlijke ondernemingen .... Acb, hoe ben ik opgevoed — daaraan dacht Anna in het geheel niet — neen 1 Op welke wegen zou ik geraakt zijn naast een jongen man! Hoe slecht van me, naar Wolf te loopen . . . .Nu heb ik dien vriend verloren .... hij vindt het onbehoorlijk, dat eene vrouw klaagt over haren man — dat mag zij niet, zelfs niet bij den besten vriend, en buitendien .... Ze werd schaamrood in haar eenzaamheid. O God .... hoe slecht van me! Ze had toch gemerkt en vermoed — wat den jonkman zelf niet duidelijk was — dat hij voor haar meer gevoelde dan hij wel mocht. En daarvan had zij gebruik willen maken . . . Nu had bij begrepen .... haar vrouwelijk instinct zei het haar .... en nu leed hij verschrikkelijk. Hij zou haar ontvluchten. En met hem vlood haar geboortegrond , hare jeugd — ze zou dan alleen staan bij haren echtgenoot. Diens achting , diens liefde moest ze terugwinnen. Het heele leven zou haar voor het vervoeg onverdragelijk zijn. En onverschrokken nam zij het besluit, morgen
met hem een vergelijk te treffen en zich zelf daarbij niet te sparen. Maar van deze geschiedenis zou hij nooit iets il mogen weten. _ Dat ze vergif had genomen, was al u te komedieachtig. Dat moet hem verachtelijk voor- z komen. 0 Dit beetje — maar een lleschje vol! Maar natuur- s lijk, een of andere uitwerking moest het toch hebben. Misschien sliep men lang, zeer lang daarna. z En Anna stond op, nam het leege fleschje en o ging ermee naar de kachel, op den achtergrond der kamer, waar een half smeulend vuurtje een weinigje gloed onder vele uitgedoofde kolen verborg. n Zoo — dat was in orde . , . . Maar op dit oogenblik begon alles in het vertrek n voor haar te schemeren en te deinen .... ri In haar ooren zong het in hoogen disonant .... haar hart klopte geweldig. {( Een waanzinnige schrik greep haar aan. Nog stond ze terbeen en luisterde ze naar het ei suizen ... .in het half bewustzijn .... o Ja, het hart was in werking — hooge, snerpende, v langgerekte tonen gierden in haar oor . . . een gevoel van duizeligheid bekroop haar . . . het angstzweet stond op haar slapen .... Het was of ze geen adem meer kon halen .... haar hoofd gloeide als vuur .... Dat was het vergif .... de dood .... hij was w in aantocht .... hij zou toch komen .... Ze uitte een kreet. Ze liep op de deur aan v an E haren echtgenoot. z »Leopold ! — Leopold ....!” En hij opende al; want met reikhalzend verlang en h had hij gewacht, of ze niet zou komen en sineeken; ri Vergiffenis — ik heb den anderen niet meer lief — ik hou alleen van jou .... sj «Leopold!” gilde ze en stortte zich aan zijne borst, zi «help me, red me! «Wat scheelt je, kind P . . . g, Hq hield haar vast, bijna wezenloos van schrik h
— maar nog zouuer uegnp van wat er gaanue was. ,Red me — ik moet sterven .... ik heb . . . ik ben .... Leopold .... ik heb vergif ingenomen.’' En half in zwijm lag ze in zijn armen, zwaar ademhalend, met een gloeiend gezicht. De ontzetting, die hem aangreep, deed zijn bloed verstijven. Radeloos stond hij daar .... «Red me . . . .” fluisterde ze, en ze zonk uit zijn armen tegen hem aan, alsof ze aan zijn voeten om hulp wilde smeeken. Ze was als krankzinnig. »Niet sterven! Goede God in den hemel, neen, niet sterven !” riep hij wanhopig. Hij bukte en hielp haar weer ter been. Hij vermande zich met ijzeren wil. Ja, helpen .... redden .... Maar bovenmachtig was nog de angst, die minutenlang, als het sterkste gevoel, hem overheerschte. «Waarom, in ’s hemelsnaam , Anna?” kreunde hij, en droeg haar door de kamer naar haar bed, «waarom . . . . waarom P Omdat ik je hard heb gevallen . . . .P” Twee dikke oogdruppels ontvielen haar ooglieden. »Omdat ik slecht ben .... heel slecht . . . .” «Anna!” En hartstochtelijk drukte hij haar tegen zich aan. «Spreek,” smeekte hij, »zeg waarmee je — hoe was het mogelijk . . . Hij vlijde haar op het bed, het hart vol droefenis. , Hij boog zich over haar, hield haar handen in de zijnen. «Spreek!” smeekte hij, want het scheen dat zij haar bewustzijn verloor. En weten kon misschien nog redding brengen. «Waarmee heb jeP!” riep hij bezwerend, alsof zijne stem nog moest doordringen in den afgrond waarin zij scheen te verzinken. Ze hoorde zijn smeekbede door het ondragelijk zingen heen in haar ooren, onderwijl het bloed dof door haar aderen bruiste .... ze had den wil zich op
te richten .... zich te verweren .... Neen, niet sterven .... niet sterven .... «Opium,” zuchtte ze ... . «van dokter Schüler genomen . . . Een zware flauwte beving haar, die haar lippen sloot .... nog een zwakke beweging met het hoofd ter zijde .... een aandachtig luisteren naar het snerpend zingen en het ruischen in haar ooren . . . en Anna lag geheel bewusteloos. Eberhard moest handelen. Vaal en verwrongen was zijn gelaat .... Twee dingen waren noodig : snelle hulp en geen opzien baren .... In vliegende haast schreef hij aan Anna’s schrijftafeltje twee regels op een stuk papier. ,Red mijne vrouw! Ze heeft opium ingenomen — van u ont. vreemd, naar het schijnt.” Wie zou dat bezorgen in den nacht . . . .? Beneden waakte Campbell . , . Mimi ook . . . in de bediendenkamer waren ze wachtend , voor het geval dat hun meester nog vóór het naar bed gaan°hun diensten noodig had. Het was nauwelijks elf nur.... Deze boodschap mocht slechts aan een zeer trouwen dienaar worden meegegeven .... Dokter Schüler was een man van eer ... . zonder een belofte af te dwingen — al werd er ook geen woord van zulk een verzoek gerept — hij zou zwijgen. Maar in den eersten schrik zou hij zich kunnen verraden, juist omdat er van dit vergif, — zija schrikbeeld — sprake was .... en omdat gravin Eberhard het hem had ontfutseld .... Neen, een knecht kon men zoo iets niet toevertrouwen. Als hij zelf ging? Maar Wolf en Karei waren er toch . . . . die behoorden bij Anna .... ze hadden er het grootste belang bij, ervoor te waken dat haar wandaad verborgen bleef. ( Wordt vervolgd.)
"Anna’s Huwelijk.". "Bredasche courant". Breda, 1905/10/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324186:mpeg21:p00001