In kalme bewoordingen is officieel te Petersburg meegedeeld wat de particuliere correspondenten van alle groote dagbladen.in bijna alle telegrammen betoogen en met bewijzen staven: Het uitvaardigen van het keizerlijk manifest van 30 October heeft het land nog niet de rust hergeven. Integendeel wordt de toestand met den dag ernstiger. In Zuid-Rusland, in het Kaukasische gebied, in Russisch Polen klinkt door de straten steeds het geknal van schoten, luidt de brandklok, in de hoofdsteden Petersburg en Moskou sist het en kookt het. Alleen in Finland gaat het kalmer toe, doch even zeker als in de andere deelen van het groote Tsaren rijk. Alle revolutionnairen zijn bezield met een groot wantrouwen tegen de goede bedoeling van de bureaucratie, en zij, die niet revolutionnair zijn en evenmin vertrouwen, sluiten zich bij de revolutionnairen aan, uit haat en woede tegen Trepof — wiens houding hoe langer hoe duidelgker wordt, omdat dagelijks de bewijzen komen van de contra revolutie, die hij in ’t leven tracht te roepen. Het duidelijkst wordt dit gezegd door het arbeiders-comité te Petersburg, dat zich heer en meester over den toestand begint te gevoelen, en openlijk opgetreden is met een proclamatie, waarin geschreven staat: «Wij hebben vrijheid van vergaderen, doch onze bijeenkomsten worden door troepen bewaakt; vrijheid van praten is gegeven, doch de censor blijft; vrijheid van leeren is gegeven, doch deuniversiteit is door troepen bezet; onaantastbaarheid van de persoon is gewaarborgd, doch de gevangenissen zijn vol: Witte is gegeven, doch Trepot blijft; een constitutie is gegeven, doch de autocratie blijft, alles is gegeven, doch niets is gegeven.” Het comité — dat een soort van terrorisme begint uit te oefenen — heeft de noodzakelijkheid betoogd van het wapenen van alle werklieden. Verder stond het alleen die uitgevers van bladen toe hun krant te doen verschijnen die vast besloten waren de censuur te negeeren en het revolutionnair manifest af te drukken, in zijn geheel zonder wijzigingen, zoodra de tijd daarvoor geschikt geacht wordt. En de uitgevers op enkele uitzonderingen na, schijnen zich te willen onderwerpen aan dit terrorisme; te willen... of te moeten. De particuliere correspondent van het-BerZ. Tagibl. seint namelijk : «Nadat de zetters op
de drukkerijen Vrijdag het werk na eenig aarzelen hervat hadden, zoodat eindelijk de kranten na een week tijds weer verschenen, werd ’s avonds orn negen uur gestaakt. Zij zeiden, dat zij alleen wilden werken, wanneer de uitgevers beloofden den censor te bannen. De organisatie had besloten alle bladen die toch verschijnen zouden, te confisceeren en al het materiaal te beschadigen, zoolang de redacteuren niet de verzekering hadden gekregen, dat werkelijk vrijheid van drukpers toegestaan was. De uitgevers gaven toe aan dezen eisch. Ook in andere vakken wordt getracht den arbeid te doen neerleggen. De toestand is weer ernstiger. Het werklieden-comité terroriseert de geheele samenleving.” Vele gematigde e'ementen, die ’s middags nog aansluiting zochten bij Witte’s regeering, wendden zich ’s avonds tot de socialisten, omdat deze uitstekend georganiseerde partij alleen staat is beschaving en eigendom en eigendom tegen de maatregelen van boven te beschermen, zegt de Vóss. Ztg. Alle gebeurtenissen in Kasan, Moskou, Twee spreken voor één ding : Trepof jaagt de goedgezinden naar de kwaadwilligen. De conslitutionalisten zetten vreedzame manifestaties op touw, hielden rouw- en dankdiensten ter eere van de gevallen vrijheids-vechters. Plotseling wordt dan, tot aller verrassing geschoten. Dadelijk daarop bedekken honderden dooden de straat. Het publiek vlucht, artsen worden door een cordon van militain n toegelaten tot de gewonden en het cordon sluit zich. Een salvo wordt afgegeven, alle artsen zijn doodgeschoten. Dit is geen overdrijving, noch een ongelukkig toeval. Uit meer dan twintig plaatsen komen soortgelijke berichten, die deze mededeeling bevestigen. Gisteren maande de Roeslija Wjedomosti tot kalmte aan, vandaag stookt zij op tot optreden tegen de soldaten. Bestialiteiten zonder tal, naamlooze wreedheden , moord en geweld op ongekende schaal — van dat alles is de havenstad aan de Zwarte Zee de ontzettende getuige geweest. In een Engelsch blad vinden wij liet vermoedelijk aantal gedooden in Odessa op deze rooden vijfden November op 3500 gesel at. Daarbij zouden nog 12,000 personen zijn gekwetst. Alle hospitalen zijn vol; in een zestal scholen, tot ambuiance-iokalen geïmproviseerd, is geen berging meer voor nieuwe patiënten. In de Moldavantawijk lagen ’s middags duizenden dooden en gekwetsten op straat. In de naburige Israëlieten wijk zijn grijsaards en kinderen atgemaakt, vrouwen in het openbaar gewurgd. De Joden moeten zich met groote dapperheid hebben verdedigd; maar tegen de overmacht van het waanzinnige grauw konden zij niet op, en zot der den magmfieken moed van de studenten en de vooruitstrevenden, zouden de ongelukkigen misschien allen zijn omgebracht. Drie nachten aan een stuk hebben politie en soldaten gemeene zaak gemaakt met het gepeupel. Vermomde politie-agenten vuurden den dollen hoop aan. Een verschrikkelijke episode wordt uit Tomsk in Siberië gemeld. Bij een botsing tussschen het patriottische frauw en 4000 personen, die een politieke vergadering in de schouwburg hadden gehouden, vluchtte een 600 tal personen in een groot huis van de spoorwegmaatschappij. Dit werd belegerd en vervolgens in brand gestoken. Ook de comedie stond spoedig in brand en het grauw, dat de brandweer belette te blu.sschen, zag a dus kalm toe, dat de menschen in het brandende gebouw
telkens een verdieping hooger vluchtten, op de menigte schoten en ten slotte lallen in de vlammen omkwamen. Ieder, die poogde te vluchten werd door de patriotten weder in de vlammen geworpen In Odessa spreekt men van 300 dooden en 3000 gewonden, in Rostofa/d Don van honderden dooden en gewonden. In den Kaukasus wordt overal verschrikkelijk gevochten. Witte is benoemd tot president van den ministerraad. Deze benoeming is in de Staatscourant bekend gemaakt.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
Do r ransche oud minister Combes hield Zondag jl. een groote redevoering te Grenoble. Hij brak daar een lans voor de aansluiting der republikeinsche groepen tegen cTê coalitie, vooral bij de volgende verkiezingen en gaf aan de Kamer meerderheid den raad de onvoorzichtige taktiek van het ministerie niet te volgen, waar dit de nieuwe rekruten van de reactie als vrienden behandelt. Aan het station werd den heer Combes een ovatie gebracht, waarbij enkele personen begonnen te fluiten. Er ontstond een opstootje er werden eenige klappen uitgedeeld en een journalist werd licht gewond. De Fransche Senaat zat Donderdag, 9 November , een aanvang maken met de beraadslagingen over het ontwerp tot scheiding vhu Kerk en Staat. De commissie van rapporteurs, weet men, stelt onveranderde goedkeuring van het ontwerp voor , gelijk het door de Kamer werd vastgesteld. De Engelsche eerste minister Balfour heeft gisteren middag een gemengde commissie ontvangen bestaande uit we;v>lieden en vrouwen, welke kwam verzoeken, dat het Parlement voor een buitengewone zitting zou worden bijeengeroepen, om te beraadslagen over liet vraagstuk der werkloosheid. De eerste minister gat toe, dat de werkloosheid inderdaai een ernstig kwaad was. De regeenng was ervan doordrongen, dat er wordt geleden, maar tegen de bijeenroeping van een buitengewone zitting van het Parlement waren er bezwaren. De regeering hoopte, dat de Workmens Act, welke in de vorige zitting was aangenomen, het middel zou blijken te zijn om de ellende te verzachten. De deputatie was niet tevreden over het haar gegeven antwoord. De Oostenrijksche Regeering moet besloten hebben in de aanstaande Rijksdagszitting een voorstel tot kiesrechtuitbreiding in te dienen van uitgebreide strekking, maar waarbij met de nationaliteiten-verhoudingen wordt te rade gegaan. Op verschillende plaatsen in Praag zijn troepen gekampeerd. Het lijkt er op alsof de stad door militairen is bezet. De opgewondenheid is zóó hoog gestegen, dat zich heden avond wel eens nieuwe opstootjes zouden kunnen voordoen. De Servische Regeering zou nu toch besloten hebben een aantal hoofdofficieren, die deelnamen aan de samenzwerinsr en den
moord van 11 Juni 1903, met pensioen uit den dienst te ontslaan. Het adres van antwoord op de troonrede is door de Skupschtina, na heftige debatten in eerste lezing goedgekeurd. In den Spaansclien senaat hebben eenige leden, in het bijzonder de heer Labra, met kracht betoogd , dat Spanje volkomen dezelfde rechten heeft in Marokko als Frankrijk. De vrouwen van Nieuw-Zeeland hebben zich tot hare Regeering gewend, met verzoek voortaan ook vrouwen verkiesbaar te stellen als gezworenen in rechtsgedingen en te bepalen dat in zaken, welke rechtstreeks vrouwen of kinderen betreffen, de jury minstens voor de helft uit vrouwen zal bestaan.
"Algemeen Overzicht". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
i.et.ro lvtascagni neett in een interview de volgende zonderlinge opinie ten beste gegeven. «Hoewel de componisten der Noordelijke landen — zegt hij — werken hebben geschreven die overal bewonderd worden zijn die compositiën alleen gefabriceerd na veel studie, ontwikkeling en wetenschap terwijl de Latijnsche en vooral de Italiaansche artist ze uit impulsie schept, spontaan, als het ware onbewust. Versta mij wel: de muziek van den geleerde is verticaal, de muziek van den artist horizontaal”. Dat wil dus ook zeggen, dat Mascagni ook een waar artist en dus een horizontale componist is. Deze vergelijking is vermoedelijk aan een slecht begrepen uitdrukking van Richard Strauss ontleend, die sprak van de moderne harmonie, en zeide, dat bij de tegenwoordige chromatiek de harmonie zich in de horf zontale richting bewoog, en dat vroeger ten tijde van becijferden bas, iedere compositie op een opvolging van accoorden was gebouwd, die als de zuilen van een gebouw, zich meer in de verticale richting ontwikkelde. Dit is zeker beter te begrijpen dan Mascagni’s beeld, dat eigenlijk een niet gewilde lofspraak op de Germaansche muziek geeft, omdat volgens dat beeld die kunst overeind staat (verticaal) en de Italiaansche op den grond ligt uitgestrekt of wel slaapt. Te Neurenberg waren aan het nieuwe gebouw van den sKuiturverein” twee voorstellingen in mozaiek aangebracht; voor één daarvan had de schilder, Georg Kellner, de sage van de verjongingsbron tot onderwerp genomen; de verjongde schoonheid steeg daarop naakt uit de bron. Dat verwekte in sommige kringen protesten. Maar die verstomden weer. Maanden na de onthulling werd opeens van een verandering van de voorstelling gesproken en veertien dagen later had de jonge vrouw plotseling lang haar dat over de borst hing en een rozenguirlande om het lijf. Daarop kwamen weer protesten, van andere zijde nu een «kenner” beweerde, dat de eerste teekening slecht was geweest en het bleek uit een protest van den schilder dat de architect de verandering had bedacht. De schilder diende een klacht in wegens het verknoeien van zijn werk .... en nu is plotseling het heele mozaiek verdwenen en met hem zijn pendant.
Zaterdag zal te Berlijn Heijermans’ Ghetto worden vertoond met een nieuw laatste-bedrijf sonder zelfmoord.
"Wetenschappen en Kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
LlCUVIlctUU CU UClglCi De Peiit Bleu van Zondag bevat het verslag van de bezoeken, die Eugène Baie heeft afgelegd bij mr. Troelstra, bij jhr. J. U. van Nispen en bij Dr. Kiewiet de Jonge, rector aan het gymnasium te Dordrecht, president van het Algemeen Nederlandsch verbond. In het blad van Maandag vervolgt generaal de Petit zijn betoog. Generaal de Petit is nog niet uitgesproken in de krant van vandaag. Hij waarschuwt tegen de opvatting, als zou ,de onzijdigverklaring voor België een veilige waarborg zijn voor de onafhankelijkheid of de onschendbaarheid van grondgebied. Vooral de geschiedenis van 1870, teen het land aan zijn leger te danken had, dat de oorlogvoerende partijen de grens eerbiedigden, is een les geweest, die de meest verlichte Belgen heeft overtuigd van de noodzakelijkheid om zelf de verstel king van de grenzen ter hand te nemen. Na ’70 zijn de Belgen de Maasforten gaan bouwen, en hebben zij Antwerpen tot een stevig bolwerk gemaakt. Over het bezoek bij Troelstra is Eugène Baie vrij kort. Troelstra kan zich wel in beginsel vereenigen met het plan van een interparlementaire conferentie, maar uitsluitend, als het met het doel geschiedt om een beschikking te nemen omtrent het lot der kleine staten. Het ligt op den weg der kleine staten, meent Troelstra, met de ontwapening het voorbeeld te geven. Ook Troelstra had wel eens een plan overwogen van een interparlementaire conferentie, maar dan van alle kleine staten. Trouwens een conferentie van Nederland en België alleen zou wel eenvoudiger geweest zijn en zulk een conferentie zou een aanwijzing kunnen vormen voor uitgebreider conferenties. Jhr. J. U. van Nispen tot Sevenaer heeft zich slechts over de economische kwestie uitgelaten. Eenzaamheid is voor geen land nuttig, en vooral niet voor het onze, zei hij, maar tüsschen België en Nederland zou geen toenadering mogelijk zijn zonder dat er wederzijds belangrijke concessies werden gedaan. Een aansluiting van Nederland bij Duitschland op economisch gebied zou onbetwistbare voordeelen voor ons aanbieden, maar wij zouden doen als de duiven in de fabel, die heul gaan zoeken bij den sperwer. De belangen van Nederland en België komen op vele punten overeen. Een aantal maatregelen van ondergeschikt belang zou de voorbereiding kunnen worden van een economisch verbond. Ik voor mg, zeide jhr. van Nispen ten slotte, zou het toejuichen, als er een conferentie bijeenkwam van Belgische en Nederlandsche kamerleden. Dr. Kiewiet de Jonge heeft zich heel anders uitgelaten dan een der Nederlanders, tot wie de heer Baie zich tot dusver had gewend. Ik ben geen politicus, zei dr. Kiewiet de Jonge, over de douane en de defensie laat ik mij niet uit. De uitlatingen van dr. Kiewiet zijn daar waarlijk niet minder belangwekkend om. Hij sprak over den band tüsschen Nederland en Vlaanderen. Nederland en
Vlaanderen hebben elkaar weergevonden en die twee zullen niet meer uitééngaan. De Vlamingen erkennen de hooge waarde van de Fransche beschaving, maar zij voelen zich meer aangetrokken tot onze beschaving. Het Nederlandsch Verbond ziet met smarte, dat de Vlamingen niet ten volle de rechten genieten, die andere Belgen zijn toegekend. Volgens dr. Kiewiet zal het onmogelijk zijn in België die eenheid tot stand te brengen, die voor de innerlijke kracht van een volk onmisbaar is, zoolaDg als het Nederlandsch niet gelijkwaardig met het Fransch wordt behandeld. Vlaanderen is groot geweest in het verleden, en het belooft veel voor de toekomst. Tegenwoordig staan de Vlamingen achter bij de Walen. Er zijn wel taalwetten, maar het is niet genoeg dat er wetten zijn, zij moeten ten uitvoer worden gebracht met goede bedoeling. Max Rooses heeft duidelijk aangetoond, hoe het gebruik van het Fransch op de scholen in Vlaanderen de geestelijke ontwikkeling van het volk in den weg staat. De kinderen kunnen hun eigen taal nauwelijks spreken, of zij komen op een school, waar zij met een taal moeten omgaan, die hun heelemaal vreemd is. De heer Kiewiet is van oordeel, dat de Vlamingen de brug zouden kunnen vormen, waarover Nederland en Waalsch België nader bij elkaar zouden komen. Nederland en Duitschland. Maurice Schwab betoogt in de Aurora, dat ïDuitschland economisch bezit neemt van Antwerpen teneinde het ook militair te bezetten en dat hetgeen te Antwerpen geschiedt, herhaald wordt te Rotterdam, hoewel langzamer, omdat de Nederlanders zich beter verdedigen, moeilijker te genaken en minder onverschillig zijn dan de Belgen.” Eeue vergissing. De redactie van De Gelderlander las in een der bladen, dat er plannen bestonden tot de oprichting van een scheidsrechtersbond. Het blad zag echter over het hoofd, datersvoetbal” boven stond en schreef nu, in de meening dat hier een bond van scheidsrechters in arbeidsgeschillen bedoeld was, een hoofdartikel om te betoogen dat zulk een bond in haar oog niet goed was 11 De Gelderlander moet het artikel maar bewaren, het kan later misschien nog wel te pas komen: merkt Land en Volk op. Liefhebbers. Dat er voor het burgemeestersambt in het klassieke land der burgemeesters: Holland, nog de noodige animo bestaat, blijkt wel hieruit, schrijft de Haagsche correspondent van het N. v. h. Noorden, dat voor het burgemeestersambt te Schiedam een kleine 90 sollicitanten zich hebben aangemeld, waaronder van antirevolutionnaire zijde het Staten- en gemeenteraadslid de heer Vegtel en het Eerste Kamerlid de heer Van Löben Seis, het vroegere Tweede Kamerlid voor Sliedrecht. Onhensclie behandeling. Door een der Haagsche medewerkers aan de Telegraaf wordt een verhaal gedaan over hardvochtige bejegening van een armen handelsdrukker door een stadsdokter. Goos , die handelsdrukker, had voor zijn ziek kind van het armbestuur een bewijs gekregen, maar de dokter vertikte het om te komen. In zijn angst wendde de man zich toen tot het R.-K. Ziekenhuis. Daar vond hij hulp, maar te laat; het kindje overleed ’s avonds. De ouders gooien nu natuurlijk de schuld op den onbarmhartigen stadsdokter. Door anderen aangezet, heeft Goos zich thans tot den Haagschen gemeenteraad met een adres gewend, terwijl de heer Ter Laan in de jongste raadszitting over deze zaak reeds sprak. De zaak is intusschen dadelijk door B. en W. in onderzoek genomen. Ife Veiserpont. Het was Zondagmiddag al weer mis met de pont. Toen om 2.14 de tram uit Beverwijk daarvoor moest vervoerd worden, kon men de rails van brug en pont niet tegenover elkander krijgen. Er werd gewerkt met de bekende radertjes, met de vangarmen en met de pinnen , doch niets baatte, en na een gewurmvanl7 minuten gaf de pontcommandant den brugwachter last om de brug dicht te draaien en aan den trammachinist order over de brug te gaan. De tram had dairdoor '/, uur vertraging. Feu beid van tijd. Het bestuur van de vereeniging Vt Koggeschip” te Amsterdam heeft, op grond van de met vreemdelingen opgedane ervaringen, nog eens een adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gericht om eenheid van tijd in Nederland in tevoeren. Tevens herinnert het bestuur aan al de wenschen, welke in den loop der jaren voor éénheid van tijd — welke tijd dan ook — geuit zijn. Treurig. Zondag wilde een oppasser, die den dag doorbracht ten huize van zijn meisje in de Vinkensteynstraat te ’s-Gravenhage, zijn revolver schoonmaken. Ongelukkigerwijze ging een schot af en trof het meisje aan den slaap, zoodat ze doodelijk gewond nederstorlte en een oogenblik later den geest gaf. Solled werk. Bij het uitgraven te Stolwijkersluis bij Gouda van eenige oude muren, bogen en gewelven en sluisdeuren met drempel, gediend hebbende tot waterkeering uit den IJsel in den Krimpenerwaard, doch die de laatste jaren geen dienst meer deden, is een gedeelte van den weg afgezakt en ingestort. Het was een groote ruïne. De passage was voor rijtuigen een tijd lang gestremd. Dit ongerief heeft men ondervangen door het leggen van een losse brug over het ingestorte gedeelte, dat juist op den kruisweg ligt naar Gouda, Gouderak, Stolwijk, Haastrecht enz. De uitgegraven sluisdeuren en drempel dateerden uit de 17e eeuw. De drempel was trots zijn hoogen ouderdom, nog geheel gaaf. Griezelige vondst. Zondagmorgen werd in een bosch nabij Hengelo, het lijk van een man gevonden. Het verkeerde in zoover gevorderden staat van ontbinding, dat het gelaat geheel onkenbaar was. Het hoofd was van den romp gescheiden en evenals de armen ontvleesd. Op het lijk vond men niets om de identiteit vast te stellen. De plaat van de »Spectator.” De Czaar, een proclamatie in de hand, staat voor een lijst, waarin het portret van Lodewijk XVI van Frankrijk met het door de guillotine afgehouwen hoofd in den arm. De onthoofde koning zegt tegen den keizer aller Russen: »Nikolaas 1 Laat uw woord daad worden ! anders....” Moordaanslag. Zondagavond loste te Tiel de 26-jarige K. uit Ingen uit minnenijd of zelfverdediging, wat nader zal moeten blijken, vijt schoten met scherp uit een revolver op E. die met een meisje liep, waarmee K. te voren was uitgeweest. De broer van E. werd door een schampschot aan de knie getroffen. De weggeworpen revolver is later gevonden en K. is ter beschikking der justitie gesteld. Veldwachters eu stroopers. Gisterennacht zijn te Vierlingsbeek op de goederen van den heer L. Smits van Hattert te Vierlingsbeek 4 rijksveldwachters in botsing geweest met wildstroopers; de onbezoldigde rijksveldwachter B. uit Maashees werd vrij ernstig gewond door een schot der stroopers, de veldwachter B. uit Vierlingsbeek kreeg een weinig hagelkorrels in zijn been; de stroopers zijn ontkomen met achterlating van hun lichtbak , naar wordt beweerd, moeten de stroopers herkend zijn. Onjuist bericht. Het bericht omtrent het verloren taschje van Isadora Duncan en de door haar uitgereikte belooning aan den vinder, was in meer dan een opzicht onjuist. Vooreerst bevatte het taschje geen groote waarde aan juweelen maar slechts een betrekkelijk onbeduidend versiersel. Vervolgens werd met aan den snorder, maar aan den persoon, die het taschje per trein kwam brengen en een rekening van verschotten voor het terugverkrijgen en bezorgen medebracht, een rijksdaalder extra gegeven.
"Binnenland.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
Tsaar het Duitsch van IDA BOY-ED DOOR ED. VAN DEN GHEYN. 67 Wij hebben duizenden vijanden in ons binnenste, die aanhoudend ons bestoken. Ondanks dat alles een verstandig en flink mensek te worden, is een taak die alleen voor de kloektnoedigen is weggelegd. Zwakkelingen laten zich meeslepen door hun fouten. En ik geloof, dat mijne Anna hoedanigheden bezit, die haar in de gelederen der dapperen een plaats aanwijzen, om den levensstrijd met eere te aanvaarden.” Zij viel hem om den hals, onder een weldadigen tranenvloed I Hoe hief hij haar niet op 1 Hoe opbeurend was niet zijn taal! Ja, datgene te worden, wat hij verwachtte, was een levenstaak — een heerlijke worsteling, en glansrijke overwinning I «Ik zal trachten je liefde opnieuw te herwinnen,” fluisterde ze. «Je hebt die nooit verloren,” zei hij en drukte haar aan zijne borst. «Zou het nog liefde mogen heeten, als die terstond verdwijnt, zoodra ze haar voorwerp op dwaalwegen ziet f Ook voor de liefde geldt een: desondanks 1” Een gevoel van oneindige verlichting kwam over Anna. Met een ijver, haar goede zaak waardig, trachtte zij zich te verklaren, haar hart uit te storten. Ze kon spreken en van zichzelf alles zeggen wat ze wist. En wat ze niet wist, waar ze het met zichzelf niet eens was, doorschouwde hij toch het raadsel
harer ziel. Want dat was voor hem opgelost. Hij doorzag haar geheel innerlijk wezen, hoe ze tijdens onbewaakte jaren harer jeugd, toen alle leiding ontbrak, altijd maar droomde van een romantische wereld en van de rol welke ze in pikante levensverhoudingen dacht te spelen. Met schrik zag hij in welk een leegte van gemoed men dit begaafde jeudige wezen tot vrouw zich had laten ontwikkelen naar de natuur, maar zonder een inhoud van hoofd en hart. Een vegeteerend bestaan hadden haar ouders haar laten leiden. Zijn hart beefde bij de gedachte, welk een vergroeiing, welke uitbottingen, meer zedelijk dan lichamelijk , het gevolg hadden kunnen zijn.... Onder al den wilden uitwas harer dwaasheden was hare ziel rein, smetloos en fier gebleven. En nadat ze nu alles hadden besproken en toegelicht, in eindeloos hoor — en wederhoor, werd andermaal het schaamtegevoel in Anna levendig. «Waren we alleen met elkander — het zou nog gaan. Maar jij bent de man niet, die naast zich eene vrouw mag dulden, met wie men den 3 raak steekt. Al onze gasten — je zuster — 3e dienstboden zelfs — neen, het gaat niet. Het s alleen je grootmoedigheid die een sluier werpt jver dit alles.” «Niemand weet iets van het voorgevallene — zelfs Wolf niet — gezwegen nog van mijn zusters. Alleen de Schillers.” «Niemand weet iets, zeg je.. .je hebt gezwegen ....mij gespaard P... .in al je angst! O. Leopold... . Ze had zijn hand willen kussen. Maar hij las haar eenige dankbaarheid in haren flik. Hij trok haar weer naar zich toe. «Mijn lief vrouwtje”, zei hij, «het komt. me roor, dat we ons huwelijk van voren af weer
Aij drukte tiaar gezient aicliter aan zijne Dorst' Hij gevoelde, wat in haar omging — hij begreep de kieschheid , die op dit oogenblik nog geen woorden wist te vinden. Lang stonden ze zoo in een gelukkig , plechtig zwijgen. «Eén verzoek heb ik,” sprak ze vervolgens, «en ik ben niet verlegen, dit te kennen te geven : Vereenig de twee minnende harten van Stephan en Sophie. Voordat dit is geschied, ken ik me het recht niet toe, mijn geluk te genieten.” De graaf fronste de wenkbrauwen. Hij liep eens een paar malen het vertrek op en neer, alvorens een antwoord te geven. «Mijn opinie in deze aangelegenheid verkeert niet onder den invloed van kwaadgezindheid jegens dit minnend paar; ook is ze niet door jou houding jegens hen ontstaan. De feiten hebben mij deze meening opgedrongen. En die feiten zijn onveranderd gebleven. Ik had dit verzoek — ik moet het bekennen —- van je verwacht. Het verheugt me, hoewel ik er geen gevolg aan kan geven. Ik heb de zaak dezen nacht overwogen, van alle kanten bekeken — want ik zag de vijandige gezindheid in het oog van Sophie. En toch brandt mijn hart van verlangen ora vader en dochter van dienst te zijn. Maar het staat nu eenmaal als volgt: Stephan heeft buiten zijn militair beroep niets geleerd; hem tot een anderen stand te laten overgaan, is een zeer gewaagd ondernemen. Als officier kan hij Sophie Schiller niet trouwen, zijn regiment zou er zich tegen verzetten — overplaatsing zou in dergelijk geval mogelijk zijn. Maar waarvan moeten ze leven F Beiden bezitten ze niets. Zoo staat het — wat eraan te doen f” «Neen !’’ riep Anna hartstochtelijk , «zoo staat het niet. Je bent rijk, Leopold. Geef hem geld.” «Als gehuwd man moet ik het eerst aan mijne vronw denken en aan de toekomst niet minder.
Op een eenvoudig salaris , als geëmployeerde , de twee te laten trouwen, zou te weinig zijn — blinkende armoede waaraan zooveel ofïïciershuwelijken mank gaan’” Anna gaf het j niet op: «Eu als je vrouw je nu smeekt: Neem het geld, neem honderdduizend of zooveel als je denkt haar te vermaken ! Als zij je nu zegt: ze zal met innig genoegen zich eenvoudiger kleeden, bescheiden uitgaven doen , om dit renteverlies te dekken F” «Zou je dat willen F” was zijn ernstige vraag. «Begrijp het, Leopold, riep ze handenwringend, «ik heb geen recht gelukkig te zijn, eer ik die twee niet aan geluk heb geholpen. Ik zie het je aan — je laat je overtuigen. — En schrijf jij aan Stephans kolonel, of reis met Sophie naar onzen neef. Als je op die manier ten hunnen behoeve optreedt, wat kan het regiment er dan nog tegen iubrengen ? ! En doet het dit toch —welnu, dan wordt Stephan eenvoudig overgeplaatst en jij stelt het mogelijke in het werk, om hem een goed regiment te bezorgen.” Dit alles was in overeenstemming met den hartewensoh van den graaf. En nu ze zelf erop aandrong , dat het geld zou gegeven worden — nu ze zelfs tot offers bereid was, die hij haar toch in de naaste toekomst feitelijk wilde laten brengen — kon hij er derhalve niets tegen hebben. En toch.... Zou Anna zich met het denkbeeld verzoenen in de familie iemand te hebben, die h re dwaasheid kende — die haar in een oogenblik zoo klein van hart bad gekend F Alsof ze de gedachten van haren echtgenoot raadde, liet ze, schaamrood geworden , nog h lastig erop vo'gen : «Dat ik vader en dochter niet kan weerzien, begrijpt ge. Ik weet wel, dat mijn verlegenheid voor jou voor mij geen vernedering is! Maar juist die twee weer onder de oogen te komen., ücb,
aan alles een mouw te passen. Ook aan dit.. Hij onderdrukte een zucht. Toch nog een voorwaarde.... Nu, deze weerspannigheid was misschien geen hoogmoed meer.. .. het liet zich maar al te goed begrijpen, dat geheel haar wezen met schaamte opzag tegen zulk eene ontmoeting. De echtgenooten werden het eindelijk eens, dat graaf Eberhard in den namiddag de blijde boodschap in de kleine dokterswoning zou brengen en tevens de afspraak maken, dat de verloving geheim zou blijven, totdat de grafelijke familie van Sommerhagen zou zijn vertrokken, wat binnen vier weken zon kunnen plaats bebhen. Op die wijze zou men elkaar gepast uit den weg gaan. De bruiloft kon terstond na de manoeuvres wel op Sommerhagen gevierd worden en graaf Eberhard zou met een zijner zusters ervan getuige zijn. Een voorwendsel voor Anna, om ze niet bij te wonen, was licht gevonden. Ook het zusterpaar mocht vooreerst niets weten; ze zouden anders verwonderd staan, waarom Anna de bruid van Stephan niet bij zich ontving. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Met schitterende oogen keek Anna haren echtgenoot na, toen hij op weg was naar het gezin van dokter Schüler. Graaf Eberhard evenwel was niet zoo bijster opgewekt te moede. Hij vraagde zickzelven af, of hij niet zwak was geweest, of hij in deze aangelegenheid zoo geheel naar Anma’s verlangen had moeten handelen. Zijn hart zei hem wel altijd weer, dat het te pijnlijk zou zijn van Anna een on'moeting te vergen met Sophie Schiller en haren vader, maar dat de tijd wellicht ook hierin verzachting zou aanbrengen. [Wordt vervolgd).
"Anna’s Huwelijk". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001
Ueclames betreffende de bezorging dezer Courant,
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, llroote Markt 33.
Veranderingen in ulvertenliën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uit voering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325001:mpeg21:p00001