Afgezien van de agrarische quaestie is de toestand in Rusland thans veel verbeterd. Overal heerscht weer rust. De arbeid is allerwege hervat, en bovendien heeft de centrale arbeiders-raad besloten den eisch voor den achturigen werkdag tijdelijk te laten vallen, wat de kans opent op een tijd van rustig weiken, zonder staking. Dat de boeren nog in vollen opstand zijn, blijkt uit een telegram waarin medegedeeld wordt dat de kleine staat van beleg afgekondigd is in enkele der voornaamste landbouwdistricten. Van belang is wat de boeren thans bespreken op hun bijeenkomst te Moskou. De Roesskia Slovo v gt dat op den eersten zittingsdag 300 vertegenwoordigers aanwezig waren uit alle dee'en van Rusland. De opstootjes en het vernielen van eigendommen moet op rekening geschreven van woestelingen. In vele plaatsen zijn de dorpelingen echter voldoende beschaafd om te begrijpen dat zulk optreden niets uitwerkt. De voorzitter Koernin, een boer, zei in zijn openingswoord: « Wij treden thans een n'euw leven in. De macht is aan onze zijde. De boeren maken van deze wetenschap gebruik en bereiden zich voor op de overwinning. Niets kan he etten dat zij het land en de heerschappij in hun handen krijgen.” De aanwezigen zongen een lied ster eere van de martelaren, die gevallen zijn voorde zaak der vrijheid”, waarna de ondervoorzitter' Mazoerenko, een geestdriftvol woord sprak over de agrarische beweging. De onwetendheid van velen, zei hij, heeft geleid tot betreurenswaardige buiten porigheden. Dit dient voortaan verhinderd te worden. De boeren moeten het voorbeeld der arbeiders volgen en hun leger van honderd millioen organiseeren. Dan is de overwinning over het hydra monster dat hen zoo lang onderdrukte, verzekerd. De autoriteiten haten de boeren, namen hen gevangen, vervolgden hen, zonden soldaten op hen af, doch in de Don-piovincie hadden kozakken de partij der boeren gekozen. De afgevaardigde Medvedef van Tsjernigof zei dat de boeren daar het land annexeerden dat de landadel zich had toegëeigeod. Troepen waren gezonden, doch deze hadden op sommige plaat'en geweigeid tegen de hoeren op te treden. Een andere afgevaardigde, Cectanowicz u't Minsk, gaf een somber beeld van de onderdrukkingen waaraan de boeren in het Witte Rusland blootstonden van de
zijde der politie, doch, voegde hij er aan toe Wit Rusland is gewapend en wacht alleen op het teeken om nu op te staan met de andere Russische broeders, Een boer gaf de schuld van het vernielen en plunderen aan de sociaal-democratisehe propagandisten. Ten slotte Dam de vergadering een motie aan, waarin afkeuring werd uitgesproken over de tirannie en wetteloosheid in bet leger, over het slechte voedsel aan soldaten verstrekt over den oorlog en het lange houden van de reservisten in Mandsjoerije terwijl gevraagd werd om de vrijlating van de gevangenen te Kroonstad wier opstand een gerechtvaardigd protest genoemd werd. Met een »Lang leve de bond van Russische boeren, werklieden en militairen, hetgeheele Russische volk” werd de vergadering gesloten. De Standard, het Londensche blad, dat dikwijls goed ingelicht blijkt, maar veel te veel offert op het altaar der sensatiegodin, verneemt uit Petersburg, dat het met Witte’s gezondheid allesbehalve naar wensch gaat. Aanvallen van verlamming, een euvel waaraan Witte reeds vroeger leed, zijn opnieuw voorgekomen. Een verlamming van den linkerarm zou zelfs urenlang hebben geduurd, en met bewusteloosheid zijn gepaard gegaan. De Petersburgsche correspondent van het genoemde blad acht de toestand van den ininisler-president zorgelijk.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
De JFraa.clie Senaat heeft na de verwerping of intrekking van verschillende amendementen op artikel 2 van het ontwerp tot scheiding van kerk en staat, dit artikel, dat de afschaffing van de begrooting van eeredienst bepaald, met 179 tegen 96 stemmen aangenomen. Eveneens werd aangenomen met 178 tegen 56 stemmen artikel 3; betreffende de verdeeling der kerkelijke goederen. Op artikel 4, waarover heden zal worden beslist, is een amendement ingediend, om den wettelijken vertegenwoordigers der instellingen van eeredienst het recht te geven deze over te dragen aan de weltelijke vereenigingen door de kerk opgericht. Het Kngelache Kabinet houdt heden een vergadering. Daar een kabinetsvergadering in dezen tijd van het jaar een ongewoon feit is, geiooft men in sommige kringen; dat een aanstaande parlementsontbindmg of de ontslagaanvrage van het ministerie besproken zal worden. In het Landsting van Denemarken is het scheidsrechterlijke verdrag uiet Nederland torsprake gekomen. Een afgevaardigde had bezwaren. Evenals in het Russische verdrag had hij in het verdrag met Nederland de bepaling opgenomen willen hebben, dat men »bij gebreke van een andere overeenkomst” naar het Haagsche hof zou gaan. Ook vond hij eenige bepalingen onduidelijk geformuleerd. Het slot was, dat net Landsting besloot, het verdrag naar een commissie van negen leden te verzenden. De auU militarliitUche jiropugiBiida wordt in Italië met kracht vooitgezet. Telkens weer doen zich nieuwe gevallen voor van insubordinatie en de regeering heeft daarom besloten de nieuwe lichting vroeger bijeen te roepen, dan gewoonlijk. De oproepingen zullen nu reeds in December geschieden en niet zooals anders in Februari. De recruten komen dan eenige maanden eerder onder militair toezicht en den propagandisten wordt dus de gelegenheid voor verdere propaganda onder de dienstplichtigen moeilijker gemaakt. In zijn weigering aan de mogendheden beroept de Sultan zich op den staat der openbare meenlng in Turkije, die zich tegen het doen van verdere concessies verzet En inderdaad, zegt de correspondent van the Times, heerscht hier over de houding der Europeesche regeeringen verontwaardiging en hoopt men zelfs in gematigde kringen dat de Sultan zich zal blijven verzetten. De mogendheden, hoort men hier zeggen, hadden beter gedaan eene vloot naar Odessa te zenden, om een einde te maken aan de slachting onder de Russische Joden. Waarom beweegt het officieel Europa hemel en aarde wegens den toestand in Macedonië en blijft het onverschillig toezien bij die gruwelen! De Russische Christenen, dus zegt men van Tuiksche zijde verder, schijnen de Joden en zelfs hunne geloofsgenooten te mogen vermoorden zooveel ze maar willen; maar als bij ons de kleinste buitensporigheid geschiedt, dan vindt men dit in Europa onmiddellijk een aanleiding om tusschen beide te treden! De TurkeD, moet men erkennen, hebben we! eens zotter geredeneerd. Nu zal de «vloot-demonstratie” derhalve wel niet lang kunnen uitblijven. Nu, zoo heel ernstig is het niet, een paar vreemde schepen op de reede, vooral wanneer er, zooals daar, wat ruimte is. De rust is op Kreta toch nog niet vol komen teruggekeerd. De opstandelingen hebben wel in hoofdzaak de hun aangeboden vredesvoorwaarden aanvaard , maar zij maken bezwaren tegen den eisch , dat zij hun geweren moeten inleveren bij de officieren der vreemde troepen. De Kretenzer kan moei lijk van zijn geweer scheiden en men meent daarom ook , dat de opstandelingen niet gemakkelijk er toe zullen komen hun geweren af te staan, het waarschijnlijkste is; dat zij alleen de oude en onbruikbare wapens zullen inleveren. Niet alle opstandelingen echter toonen zich zelfs hiertoe bereid en men kan dus nog niet zeggen, dat de opstand geëindigd is. Voor de nieuw mgestelde VIoctenesrijnse be Vertegenwoordiging zullen de volgende maand de verkiezingen plaats hebben. Het gaat hier vrij wat vlotter dan in Rusland. Elk 21-jarig burger is daar stemgerechtigd en verkiesbaar elk 30-jarige die minstens 15 kronen belastingv betaald, , De Russische en Duitsche gezanten te Peking hebben bij de Cliineesclte regee ring- geprotesteerd tegen de uitsluitende benoeming van Japansche instructeurs in het Chineesche leger.
"Algemeen Overzicht". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
De door Schar nieuw ontdekte- komeei is nu zoo heldor, dat ze met ’t bloote oog kan
waargenomen worden. Door een verrekijker ziet men het hemellichaam als een ronde nevelvlak met een zwakke kern. De beweging volgt de zuidelijke richting en is zoo snel, dat men binnen enkele minuten een verandering van stelling ten opzichte der naastbijzijnde vaste sterren kan corstateeren. De gymnasiasten te Nantes, de geboorteplaats van Jules Verne, hebben, met vergunning van den minister van openbaar onderwijs, een oproeping tot hun kameraden gericht, om namens «la Jeunesse tranqaise reconnaissante”, aldaar een standbeeld op te richten voor den schrijver, die hun zooveel prettige oogenbhkken heeft verschaft. Zij zeggen in den oproep o. a.: «Als ieder van ons slechts zooveel stuivers offert als hij boeken van Jults Verne heelt gekregen en zooveel ketren als hij ze gelezen heeft, dan zal geen Fransch schrijver een standbeeld als het zijne hebben.” De uitvoering van Beethoven’s eenige opera in de oorspronkelijke lezing heeft te Berlijn, onder leiding van Richard Strauss, aan de groote verwachtingen beantwoord. Het geheel was met veel zorg ingestudeerd. Kraus was — hoewel niet lyrisch genoeg — een interessante Florestan, Knupfer uitstekend als Rocco, en Frl. Plaichinger was als «Fidelio” ook zeer te prijzen. In dezen vorm wekte het werk verhoogde belangstelling. Het is dus niet te verwonderen dat Beethoven intertljd zeer tegen zijn zin in de veranderingen toestemde Ook te Keulen, waar Fritz Steinbach de opvoering leidde, werd eene uitstekende op voering van «Fidelio” gegeven. Een prachtig bewaard exemplaar van de «Verdediging der zeven sacramenten tegen Maarten Luther” door Koning Hendrik VIII, is bij de stad Roscommon gevonden door een boer, die in zijn land aan ’t spitten was. Zijn spade kwam in aanraking met een kleine houten doos, die bij het uithalen en openen in stukken viel. Daar binnen was een lederen toedraai, waarin het boek was besloten. Ter belooning voor het publiceeren van het boek kreeg Hendrik VIII voor zich en zijn opvolgers, bij een buil van Paus Leo X, den titel van Verdediger des Geloofs (Fidei Defensor), een titel waarop men in het prot; stantsche Engeland ook in latere eeuwen zoo prat was, dat b. v. in 1849 een hermunting bevolen werd, omdat uit het randschrift van den gulden de letters F. D. waren weggelaten. De Paus vereerde tegelijk aan Hendrik VIII een ander geschenk, een prachtig geëmailleerd zwaard ten teeken van zijn nieuwe waardigheid van Fideï Defensor, dat tot op den huidigen dag bewaard wordt in het Ashmoloan-museum te Oxford. Een aantal mama’s en dochters te Karlsruhe vermochten niet de Siefans bron aldaar te passeeren zonder alleronaangenaamst geschokt te worden door den amblik van een totaal onbedekte vrouwepestalte bij genoemde bron. Dies gingen zij aan het petitioneeren en handteekeningen verzamelen, met het gevolg dat zij 3468 namen onder een protest-schriit aan den gemeenteraad bijeen kregen. Het protest schrift ging daarna naar den gemeenteraad. De bestuurders van Karlsruhe verloren echter geen oogenblik hun zedelijke
kalmte, maar antwoordden scherp, dat niemand die «met een rein gemoed” de bron aanschouwt, zich ergeren kan.
"Wetenschappen en Kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
^unng van gisteren. De replieken over de Indische begrooting (Algemeene beschouwingen) worden voortgezet, waarbij de heer De Waal Malefijt betoogde dat een gedeelte der kosten voor de handhaving van de neutraliteit in den Russisch-Japanschen oorlog ten koste van Nederland moeten komen, omdat het hier gold een belang voor den Nederlandschen handel en de Nederlandsche scheepvaart. Na te hebben aangevoerd dat een groot deel der militaire uitgaven, dient voor de bekostiging der politie een ander belangrijk deel voor de nooIzakelijke instandhouding der vloot bestreed hij het denkbeeld van den heer Van Kol om tot inkrimping van ons bezit over te gaan, omdat wij daardoor onze koloniale plicht — die zwaar is, maar niet te zwaar — zouden verloochenen. Een betere voorbereiding voor den maatschappelijken werkkring, achtte de heer Bos in de eerste plaats noodig voor de economische ontwikkeling der inlandsche bevolking. Vakonderwijs dus in den ruimsten zin, door het organiseeren van losse cursussen in de verschillende bedrijven; het aanleggen van proefvelden ; het aanstellen van wandelleeraren en het houden van tentoonstellingen. En daarom beval spr. den Minister aan met een plan in dien geest te beginnen, zonder te wachten op de uitwerking van alle détails. Tredende in een breedvoerige bestrijding der socialistische-koloniale politiek, verweet spr. de heer Van Kol en Troelstra geen gedragslijn ten aanzien van Indië te hebben aangegeven, waarvan daden het gevolg zouden kunnen zijn. Ook het plan tot inkrimping van ons bezit kan geen gedragslijn voor de toekomst zijn. Alvorens de heer Troelstra zijn repliek aanving verzocht de Minister van Koloniën het woord om aan de Kamer mede te deelen dat blijkens een telegram van den GouverneurGeneraal: «De Vorst van Boni en zijn vrouw door «luitenant Eilers zijn gevangen genomen en de «zoon van den Radja is gesneuveld.” Daarna repliceerde de heer Troelstra, die den minister nader van zijn plannen ten aanzien van het onderwijs vroeg en constateerde dat de Minister heeft geweigerd volledige inlichtingen te geven over de eigenlijke motieven van den heer Van Kol. Ten aanzien van de Djambi-expeditie schaarde spr. zich wat het motief aangaat meer aan de zijde van den hr. v. Kol dan aan den Minister, maar hij erkende intusschen dat een beslist oordeel daarover moeielijk is. Maar overigens is daarmee niet gezegd, dat niet de andere expedities worden ondernomen uit zuiver kapitalistische motieven. Nadat de heer Troelstra nog had aangedrongen op overlegging van de circulaire van den minister Cremer in zake de wenschelijkheid van goudexploitatie bij expedities; opnieuw had verdedigd de vorming van coöperaties door en voor de inlanders in navolging van de coöperaties van zuivelfabrieken hier te lande, eindigde hij met de verklaring dat de sociaal-
democraten eenerzijds het onderwijs niet willen bevorderen, maar anderzijds de iudustrieele ontwikkeling niet willen nalaten. De Minister van Koloniën, de sprekers nader beantwoordende, verklaarde opnieuw geen toestemming te zullen verleenen tot expedities tenzij de noodzakelijkheid en de onvermijde» lijkheid vaststaat. Het streven om de militaire uitgaven ten goede te doen komen aan de inlandsche bevolking, zal de minister bevorderen. Met het eenvoudig bouwen van nieuwe scholen is de inlandsche bevolking niet gebaat. De richting van het onderwijs moet eerst vaststaan. De minister bleef weigeren de overlegging van de circulaire van den oud-minister Cremer inzake de goudexploitatie bij expedities, omdat hier gold een correspondentie tusschen den minister en den gouverneur-generaal. Om alle schijn weg te nemen dat deze circulaire ten nadeele van den heer Cremer zou kunnen worden aangemerkt, dee'de de minister mede dat de heer Cremer hem telegrafisch dringend had verzocht de circulaire over te leggen. Het extract uit die circulaire, aan de Kamer overlegd, geeft den juisten inhoud weer. De Minister hield vol dat de Geneesk. dienst hare zorgen aan de gewonde vijanden wijdt en hij heeft aan den Gouverneur-Generaal verzocht — zoo er al van gebruik sprake is — het gebruik van dum-dums tegen te gaan. Ambtenaren die onnoodig verwikkelingen in het leven roepen, zullen niet worden gehandhaafd of worden teruggesteld. De Algemeene beschouwir gen worden gesloten. Bij de bespreking der onderdeelen antwoordde de Minister den heer Van Kol dat hij in overleg is getreden met den GouverneurGeneraal over een reorganisatie van de administratie in Indië, zoomede van de Algemeene Secretarie. In antwoord op verschillende zaken dooiden heer ïroelstia ter sprake gebracht, verklaarde de Minister te hopen dat binnen eenige maanden de wijziging van het Drukpersregie ment zal zijn tot stand gebracht. De quaestie van de koelie ordonnantie wordt door een rechterlijk ambtenaar onderzocht, welk onderzoek de Minister zal bespoedigen. In de zaak-Vierhout kon de regeering niet ingrijpen. Of het Strafwetboek op het punt dat het hier geldt, wijziging zal behoeven, heeft de Minister Van Justitie te beslissen. Overlegging van het rapport Rhemrev in zake Deli, werd door den Minister geweigerd. Blijkt de noodzakelijkheid, dan zal de Minister — ondanks het tegenovergesteld advies uit Indië — tot de vaststelling van een Raad van Justitie te Medan besluiten. Aan den heer Van Styrum antwoordde de Minister, dat bij de aanstaande unificatie van het Indisch strafrecht ook bevorderd zal kunnen worden het oraal debat bij revisiezaken voor de Raden van Indië. Bij het verder debat klaagde o.a. de heer Van Deventer over de rechtspraak van de landraden, en de heer Van Kol over de misbruiken bij de inning van belastingen. De Minister beloofde onderzoek. Heden voortzetting.
"Tweede Kamer.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
DOOR J. HAWTHOKNE. 12 Alwie ia relatie van zaken met de Bank stond — voornamelijk lieden uit de hoogere standen; hadden zich velerlei bijzonderheden omtrent de inwendige toestanden en gewoonten van de inrichting kunnen verschaffen. Stond nu een dergelijke sluwe vetklapper in vertrouwelijke relatie met een der assistenten, of misschien wel met den directeur zelf, dan was zijn ontmaskering, zooal niet ónmogelijk, dan toch een uiterst langzaam en moeilijk werk. Het onderzoek van het gewelf hield den Inspecteur meer dan een uur bezig. Toen hij het verliet was hij nauwkeurig ingelicht omtrent den geheelen stand van zaken. Dit was tenminste iets I Het kwam er na ’t allereerst op aan, de getuigen te booten, en hun verklaringen te vergelijken met de meening, die hij er zichzelf over gevormd had. Intnsschen waren oo'c de directeuren der Bank ter plaatse verschenen want een voorloopig onderhoud met hen dulde geen uitstel. De Inspecteur vond hen in de Kamer van den President vereeeenigd en na een korte begroeting, deelde hij hun mede, hoe de zaken stonden; vervolgens vroeg hij of zij een der bedienden van de Bank in staat achten deel te hebben aan de misdaad. Na eenige oogenblikken nagedacht te hebben, gaven de directeuren als bun meening te kennen dat legen ze niemand eenige verdenking konden uitbret gen. Al hun bedienden en ambtenaren waren
sedeit jaren aan de zaak verbonden, en hadden zich steeds eerlijk en rechtschapen gedragen. En toen de Inspecteur er op zinspeelde of men den een of anderen bediende niet te veel vertrouwen had ge. ohonken , antwoordde een der directeuren: Voor zoover hier sprake kan zijn van Lonis Wcrkle, kan ik slechts zeggen, dat wij alle van zijn rechtschapenheid overtuigd zijn. Het is waar; wij hebben hem groot vertrouwen gesrhonken ; dagelijks moest hij het combinatie-slot openen, om de boeken te voorschijn te halen en dezen op de lessenaars te plaatsen, maar tot de geldkisten in het inwendige van het gewelf heeft hij nooit:oegang gehad. Bij geldzaken is men altijd genoodzaakt, tenminste iemand zijn vertrouwen te schenken , en er bestaat geen enkele bank in het geheele land , die niet ten gronde gericht zou kun • nen worden, wanneer de kassiers of andere ambtenaren zich tot ongeoorloofde handelingen lieten verleiden. De regeling van onze inrichting is steeds met groote voorzichtigheid gehandhaafd geworden; van alle geldswaardige papieren worden de nauwkeurige registers gehouden; ongelukken, zooals, dit, waarvan de Bank nu het slachtoffer is geworden , kunnen nn eenmaal niet vooraf gekend noch voorkomen worden. Juist datgene wat als een bijzondere voorzorgsmaatregel zon moeten dienen, kan het grootste gevaar met zich medebrengen. Daar valt niets tegen te doen!” «Dit is zeer juist, mijne heeren” — antwoordde de Inspecteur; — ,maar het verandert toch niets aan het feit, dat wantrouwen vo.reen bankier iets volstrekt noodzakelijk is. Hij mag er zich niet mede tevreden stellen, zijn dienstpersoneel te kennen; hij moet ook weten welke vrienden en makkers zijn ambtenaren en bedienden hebben. Het nat, wat hier uit voortvloeit, weegt duizendmaal tegen de moeiten op. Ook mag hij in zijn waakzaamheid nooit verflauwen; de man, die sedtrt twintig jaren aan de zaak verbonden is, moet niet minder scherp nagegaan worden, dan degene die er eerst sedert een week in opgenomen is. De verleiding is aan het einde van een loopbaan dikwijls even sterk als bij haar aanvang.” ff Is U dan bepaald van meening, dat een der leden van de Bank bij de zaak betrokken is?” «De mogelijkheid er van moeten wij ten minste in overweging nemen. Hebt u in het gedrag van een der ambtenaren of bedienden niets opvallends bespeurd ? Is er onder hen die geld hier gedeponeerd hebben, of onder hun vrienden, geen enkele die een bijzondere belangstelling aan den dag heeft gelegd voor de inrichting der bank of voor de constructie van het gewelf? Hebt u nooit te voren bemerkt, of men niet aan de sluiting van het gewelf «gepeuterd” heeft?” Als antwoord op deze laatste vraag kwam er een belangrijk en verrassend feit aan het licht. Men herinnerde zich dat de kassier op zekeren morgen, — het kon ongeveer een halfjaar geleden zijn, niet in staat was, het slot te openen. Daar de juiste plaatsing der schakels niet te betwijfelen viel, moest het slot zelf beschadigd zijn. Een gewone slotenmaker, die ontboden was, stelde allerlei vergeefsche pogingen in het werk ; om het slot te openen, en eerst nadat een vakman er zijn krachten aan beproefd had, slaagde hij er na veel moeite in, de deur te openen. Daarbij kwam hij tevens tot een zonderlinge ontdekking, waaraan men toen echter niet bijzonder veel gewicht gehecht had. Hij bespeurde namelijk dat er onder de combinatie-plaat een klein gat geboord was, waardoor men bij de schakelingen van het slot kon komen. Aan de buitenzijde was het gat bestreken met een zekere stof van dezelfde, kleur als de deur; wanneer men echter de binnenzijde van het slot onder de oogen kreeg, was het gat zichtbaar.
Wel pijnigden de directeuren er destijds hun hersenen over, maar zonder tot etn bevredigende oplossing van het raadsel te komen. De zaakkundige, die zich verder niet met vermoedens inliet, meende te kunnen aannemen, dat men het gat geboord had bij gelegenheid van een vroegere poging om bet mechaniek van het slot in orde te brengen. Ook de directeur hechtte niet veel waarde aan deze ontdekking, daar de vakman deze omstandigheid van tamelijk gering belang achtte. Eerst veel later herinnerde men zich, dat een deftig heer van omstreeks veertig jaren, met een amethist-ring aan den vinger, juist op het oogenblik dat de werktuigkundige aan het slot bezig was, zich bij de Bank had aangemeld had om een biljet van honderd dollars te wisselen, en geruimen tijd als een nieuwsgierig toeschouwer het werk gadesloeg. «Door dit kleine gat, — vervolgde de Inspecteur op gemoedelijken toon, — is al het verloren geld verdwenen! Inbrekers hebben het geboord, en om dit te kunnen doen, hebben zij in de Bank zelf een handlanger moeten tellen. Bij die gelegenheid namen zij weliswaar niets mede naar dit doet niets ter zake. Wellicht werden zij in hun werk gestoord, of wildeD zij voorloopig slechts een kijkje nemen hoe alles ingerieht was. In ieder geval bewijst dit, dat de diefstal sedert geruimen tijd voorbereid is geworden, iets wat de bezwaren voor een ontdekking belangrijk vermeerdert en verhoogt. Had men van af dat oogenblik streng toezicht gehouden op al degenen , die iets te maken hadden met de deuren van de Bank of van het gewelf, dan zouden wij nu waarschijnlijk wel weten, waaraan ons te houden.” Dit politie toezicht kan nog onmiddellijk beginnen!” — merkte een der directeuren op , «Dat wel, maar de toestand is nu geheel anders — luidde het antwoord van den Inspecteur. — Tot dusverre was het geld aanwezig, en de dief
in de nabijheid. Nu is het geld verdwenen, de dieven natuurlijk ook, en de schuldige bediende, wie het ook zijn moge, zal zich wel wachten, ook maar eenige aanleiding tot verdenking of achterdocht te geven. En zelfs wanneer men met moreele zekerheid van een bepaald persoon beweren kon , dat hij de misdaad bedreven heeft, dan zouden wij toch op verre na nog niet in staat zijn, zijn schuld voor de jury te bewijzen.” «En waarom niet?” — vroeg de directeur. «Omdat boeven van deze soort met evenveel sluwheid ieder spoor , dat tot hun ontdekking zou kunnen leiden, weten uit te wisschen, als zij behendigheid bezitten, om de misdaad zelf te bedrijven. Tegen één verzwarenden getuige, die wij zouden kunnen aanvoeren, staan hun twintig, dertig andeie lieden ter beschikking, om een alibi te bewijzen. — Intusschen zullen wij al het mogelijke doen!” «Wij verlaten ons geheel op Uw scherpzinnigheid en Uw werkkracht” — hernam de directeur, — «De gestolen geldswaardige papieren, die op onze registers aangeteekend staan, zullen weder gemakkelijk teruggevonden worden.” «Jawel , als de dieven tenminste trachten ze te verkoopen, waaraan ik echter twijfel. Wij hebben hier naar alle waarschijnlijkheid met oude vossen te doen, die hun kunst meesterlijk verstaan. Gewoonlijk worden er bij dergelijke gebeurtenissen onderhandelingen aangeknoopt, om tot een schikking te komen. Men zal U voorstellen, de obligaties tegen een bepaald percentage van haar nominale waarde terug te koopen. Daarom wenschte ik ' vooraf van U te vernemen , of U geneigd zoudt zijn, op een dergelijk voorstel in te gaan.” De directeuren beraadslaagden eenige oogenblikken met elkander. (Wordt vervolgd.)
"De Groote Bankdietstal.". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001
Reclames betreffende de bezoreim? dezer Courant.
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, (i rooie "tl ar kt 53.
Veranderingen in tdvertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uil voering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/11/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325017:mpeg21:p00001