Over een, twee dagen zal het weer galmen langs hooge kerkbogen, ruischen door bescheiden Godshuizen, ’t zal ernstig en devoot worden aangeheven in binnenkamer en keuken — het eeuwenoude lied van: Vrede op aarde!
t Heelt aoor steaen en aorpen geschreid in tijden dat volkeren elkaar als dieren vermoordden, ’t heeft plechtig geklonken in kampen, waar de strijders een oogenblik hun botgehakte zwaarden lieten rusten, ’t is weggestorven over de velden, waar donkere bloedplassen nog plekten op den omwoelden grond, waar pijn-vertrokken lichamen nog lagen met opengescheurde lijven en waar als dooden achtergelatenen ontwaakten en kermend om hulp kreten, ’t Heeft blijde gejubeld toen gierige geloofshaat de brandstapels deed vlammen onder de krimpende lichamen der ketters, ’t Heeft majestueus geschald, toen hatelijke tyrannie de menschen tot woedend verzet prikkelde, ’t Is een jaar geleden, dat nog stoïcijnsoh gezongen over de bloeddampende streken in Mandchourije — en over eenige dagen zullen zelfbewuste, vrome popen in Rusland het lied van vrede bidden. ’t Heeft in den loop der eeuwen geklonken als een droeve klucht, als een ernstige bespotting, als een striemende ironie — en telkens als wij naderen tot het geboortefeest van den grooten Leidsman in godsdienstig en zedelijk denken, het feest waarop, overgezet in honderden van talen, de nagalm weerklinkt der hymne, voor immer aan deze viering verbonden, dan moet wel bittere droefheid het lied der vreugde doen verstommen op onze lippen. Want al juicht over de geheele wereld het Vrede op aarde — wij weten dat de vredesengel nog in den macht van Mars is, dat de oorlogsgod nog oppermachtig heerscht en dat kanonnengieterijen en geweerfabrieken tot de meest bloeiende industrieele ondernemingen behooren. Wij weten ook, dat al dreunt straks in alle kerken plechtig het orgel ter begeleiding van een pieus aangeheven: Eere zij God in den hooge, dat in werkelijkheid de zoogenaamde verdediging van God’s eer niets anders is dan een voorwendsel van gruwelijke vervolging en een masker dat gebezigd wordt om geloofshaat en onverdraagzaamheid te verbergen. Wij weten te goed dat het: In de menschen een welbehagen, onmiddellijk na het verstommen van den zang wordt gevolgd door onderlinge twisten, nijdigen haat, egoïsme, ondank. • Zoo is ’t geweest sinds eeuwen — zoo is ’t heden, ruim 1900 jaren nadat de Man des Vredes geboren werd.
In de vrede-begeerende gedachten van gekroonde en ongekroonde hoofden, die zich openbaart in het streven naar een nieuwe samenkomst, waarin getracht zal worden, zoo niet de bloedige oplossing van geschillen te voorkomen, dan toch om een regeling te treffen omtrent vraagstukken van internationaal recht, is goede wil wei te gelooven. De ernst van dit streven wordt niet door ieder aanvaard en na de teleurstellingen, die de eerste vredesconferentie bracht, halen velen spotlachend de schouders op voor zoo’n tweede «komedie”. Toch, we kunnen het dagelijks zien , de vredes-idee wint veld. Wie er weinig waarde aan hecht, als hij ziet dat in werkelijkheid de sporen van uitwerking nog zoo zwak te onderkennen zijn, die vergete niet, dat een ideaal als de vredesmannen en vrouwen nastreven, niet bereikt wordt in eenige jaren, dat men het niet stormenderhand kan naderen, maar dat men er voetje voor voetje heen moet kruipen, dat elke kleine voorwaartsche beweging die gemaakt wordt, eerst moeizaam moet voorbereid en overwogen worden en dat het nageslacht behoedzaam het werk der tegenwoordigen moet vervolgen. ' “ Immer luider wordt de kreet en grooter het koor, dat de kreet van Bertha von Sutner dringend laat opklinken naar de hoofden van staat en de mannen der regeering. Steeds krachtiger eischt het wassende aantal: Die Waffen nieder! Geen der onzen zal ’t beleven dat de zwaarden worden omgesmeed in ploegijzers, onze kinderen ook niet, maar wij en zij zullen ’t weten en zien, hoe de glorie van Mars en Janus tanen en hoe de vredesengel zijn boeien verbreekt. Nog nooit is het lied van Kerstnacht geweest de wedergave der werkelijkheid en de tijd, waarin het ons verplaatst, was in dit opzicht zeker niet minder ernstig dan de onze, maar het is te beschouwen als de profetie der toekomst, als de uitdrukking van het innigst zielsverlangen van alle menschen, die «van goeden wil zijn.” Er is gesproken van een geloof, dat bergen verzet. Hier is wel de hardste granietrots, die verplaatst moet worden. Doch er is ook inderdaad een moed, die geen bezwaren als onoverwinnelijk erkent, voor geen tegenkanting wijkt, nooit door het hoonend verwijten naar de geringheid der bereikte resultaten
wordt weerhouden van verdere pogingen, nooit zich ontmoedigen laat door tegenspoed. Deze groep van onvermoeide werkers ontdekt in den duistersten nacht den flauwsten lichtstraal en met vast vertrouwen richten zij hun schreden daarheen, noodigend ons om hen te volgen. En het zijn deze gidsen, die ons brengen zullen in de richting, die ons het paradijs des vredes doet naderbij komen. Niemand zegge: ’t is dwaas, ideëel gedroom van geëxalteerde menschen, onmogelijk is ’t een ongestoorde vredestoestand en een algeheele ontwapening te verkrijgen. Nu, op dit moment, is verwezenlijking van deze illusie onmogelijk, maar in de toekomst niet. Voor drie en vierhonderd jaren zou men ’t onmogelijk genoemd hebben, dat een staat kan bestaan, zooals de onze is ingericht, met volkomen geloofsvrijheid, vrijheid van woord, een rechtspraak zonder pijnbank en schavot, zonder heksenprocessen, het volk stem in de regeering des lands, steden zonder wallen of poorten. Zulke toestanden zouden volkomen onbestaanbaar zijn genoemd, zulke toekomstvormen als krankzinnige denkbeelden verworpen, als zottepraat bespot worden. Ónmogelijk is een internationale vrede niet, eerder acht ik een nationale vrede niet mogelijk en niet gewenscht. In het land zal blijven heerschen een scherp verschil van meeningen over allerlei onderwerpen, dan zullen partijen en personen met elkaar blijven redetwisten over de voortreffelijkheid van eigen gedachten — en zoo’n wrijving van ideeën is goed en noodig, omdat daaruit de waarheid en het goede kan voortkomen, ’t Zou weldra tot een schandelijken toestand van verwaarloozing leiden als elk voorstel of plan zonder bespreking, aanvulling, verbetering en verzet werd goedgekeurd. Het ontwikkelingsproces van den vrede vordert langzaam, maar ’t is niet meer te stuiten. De practische toepassing van de beginselen der humaniteit neemt toe, grooter wordt steeds het aantal menschen, dat zich beijvert om een onderling welbehagen aan te kweeken. De steen, die het monsterbeeld van strijd en volkshaat moet verpletteren in ’t eind, is aan ’t rollen en rolt voort met toenemende snelheid. Dat is het lied van belofte, zacht klinkend bij de stille nachtwake der
herders, de heerlijke nagalm. die overgenomen en herhaald door duizendtallen, het leven der menschheid vernieuwen en veredelen zal, totdat overal zal heerschen vrede en welbehagen.
"Het lied van rede.". "Bredasche courant". Breda, 1905/12/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325044:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/12/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325044:mpeg21:p00001
an onzen correspunae/u.) Pensionsmama’s Hef en leed — en Pensionsanmsementen. Beblijn, 21 Dec. 1905. »Draagt elkanders lasten!” r>De wereld is een sehou wtooneel, Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel!” placht de onde Judels te galmen, wanneer hij weer eens voor de zooveelste maal een aller, aller laatste voorstelling gaf. De man had zoo’n groot ongelijk niet. »Die Welt Ut ein Theater”, en een Berlijnsch pension is een theater in het klein, welks regisseuse, de «Pensionsmutter”, over regietalenten van een Sarah Bernhardt en tegelijk over diplomatentalenten van een Rouvier moet beschikken om het roer recht — en haar troepje onder één hoed te honden, haar pensionaires, waaronder per sé eenige zich afwisselend steeds beleedigd, verongelijkt, achter uitgezet gevoelen en met staking, m a. w. met vertrek dreigen, als haar — want bij zulke gevallen is alleen van diverse »haar’s” en uiterst zelden van »hem’s” sprake — niet onmiddellijk door de andere partij genoegdoening wordt verschaft. Op zulk een kritiek oogenblik treedt de Pensionsmaina als ïdea-ex-machina” oa, om met al de overredings- en stuurmanskunst, welke zij bezit, weer een verzoening tusschen de naijverige partijen tot stand te brengen, Gewoonlijk is de verzoening niet meer dan een wapenstilstand. Want heel lang duurt de zoete eendracht helaas niet tusschen de heterogene bestanddeelen , waaruit het ntableau de la pension” is samengesteld, tusschen de vele concurrenten op het doornige pad der kunst, de zangeressen, viool-, klavier- en violoneelspeelsters in den dop en hare zusters die al opgetreden zijn, de min of meer nieuswierige oudere dames met en zonder gezonden eetlust en veel vrijen tijd. onbegrepen gescheiden jonge vrouwtjes, andere jonge vrouwtjes met en zonder veel temperament, vegeteerende en levenslustige, alleenstaande, jongere en oudere meisjes, tusschen aan den dag gelegde volkseigenaardigheden van Amerika, Duitschland, Engeland, Holland , Rusland enz. Voor de Pensiousmutter is het waarlijk niet gemakkelijk, al die bisbilles telkens weer bij te leggen, welke gewoonlijk wegens nietigheden zijn uitgebroken. Want in een groot pension, waarin de bewoners zoo goed en zoo kwaad het gaat met elkaar overweg moeten, wordt nog al eens openlijk of bedekt een vinnige strijd gevoerd, waarbij beide partijen dwars door elkaar heen kijkende, elkaar absoluut negeeren of wel, te pas of te onpas hatelijkheden debiteeren aan het adres der tegenpartij. Engelen geduld, beleid en zenuwen van staal behoort een Berlijnsche Pensionsmutter te hebben om haar scheepje tusschen de dreigende klippen door te laveeren eD zich door de loonen disharmonie der in tal van kamers tegelijk studeerende, aanstaande kunstenaressen niet uit het humeur te laten brengen, maar daarmee komt zij er nog lang niet. Als zij niet tevens een flinke vrouw van zaken is, 's morgens steeds bij de hand om persoonlijk inkoopen te doen en met de noodige zelfverloochening gewapend, om een puike keukenmeid al heeft deze ook nog zoo veel pretenties, vast te houden, — als zij niet een dame uit goede kringen is en over vele connecties in binnenen buitenland beschikt, zal zij bezwaarlijk op een groenen tak komen. Want de huishuren zijn enorm hoog, de concurrentie buitengewoon groot (zeer dikwijls twee, drie pensions in één huis) en alleen dan uitzicht op loonende verdienste, wanneer zij de zaak flink durft aan te pakken en niet door veel risico en woninghuren van 7000 a 8000 Mk, zich laat afschrikken.
I'il ll J_> U1 IBUll JJCUOiuu ^ | Berlijnsch pension in het bijzonder is op een geheel andere leest geschoeid als in Holland, waar de pensionaires gewoonlijk weinig of niet met elkaar in aanraking komen, daar de diverse maaltijden bijna steeds door de gasten afzonderlijk in hunne vertrekken worden gebruikt, terwijl hier het tegenovergestelde plaats heeft. Dientengevolge is het leven in een Berlijnsch pension gezelliger en amusanter dan in een Hollandsch, Aan de algemeene middag- en avondtafel, waar zich alle elementen treffen, welke door de Pensionsmutter met veel overleg worden geplaatst, zdó, dat de strijdlustige elementen zoo ver mogelijk van elkaar gescheiden zijn, wordt een levendig en druk discours gevoerd. Muziek in al haar onderdeelen, beschouwingen over concerten en concerteerende kunstenaars leveren een onuitputlelijke stof voor discours van het meerendeel, hetgeen geen wonder is in een stad , welke zich heeft ontwikkeld tot een wereldmuziekbeurs. De minderheid onderhoudt zich over andere zaken of zwijgt en .... observeert. De keurig met bloemen en planten versierde tafel wordt gepresideerd door de Pensionsmutter, die steeds op haar qui vive is en, terwijl zij zich met hare naaste buren onderhoudt, tevens ^een oogje in het zeil houdt, dat de bedienende meiden bij het presenteeren der schotels geen flaters maken. Onmiddellijk na het dessert komt de koffie op tafel. De aanwezige heeren steken den brand in hun sigaretten, welk voorbeeld door verscheidene dames gevolgd wordt, waarna de Pensionsmutter de tafel opheft en men met het stereotyp-duitsche sMahlzeit” wenschen en handjesgeven uiteen gaat. De eigenares van een voornaam Pension behoort tot zeer goede burgerlijke of adellijke kringen en is gewoonlijk een onbemiddelde weduwe van een officier of hoogeren regeeringsbeambte. ^ Practisch als zij is, heeft zij ingezien, dat in de leus: «Vereenigt U!” veel waars schuilt. En ook zij heeft zich met hare collega’s aaneengesloten tot een vVerein van Berliner Pensionsbesitzerinnen , welke voor 'zijne leden zeer praktische resultaten oplevert en tweemaal ’s jaars gemeenschappelijke feesten arrangeert. Op een guddelijken achtermiddag maakte ik in den afgeloopen zomer met andere Hollanders een alleraardigste boottocht mee naar de Miizelberge aan de Bovenspree. Een Berlijnsch Pension is een Theater in het klein en de heterogene pensionaires zijn malgré lui de spelers. Voor den outsider dikwijls een amusant schouwspel! Naast allerlei kibbelarijen en tijdelijke botsingen ontbreekt het in de voorname Pensions ook niet aan allerlei pretjes. Men arrangeert, uit de opbrengst van de sïischkasse”, waarin zij die te laat komen aan tafel, hun of haar obulus storten, ’s zomers vroolijke pic nics en boottochten naar een der talrijke lieflijke plekjes van de mooie bosch- en waterrijke omstreken. En ’s winters wordt voor gezamelijke rekening een gezellige bijeenkomst in het pension geïmproviseerd, waartoe elk der deelnemers nog eenige gasten noodigt. Alle kibbelarijen en veeten zijn dan vóór, tijdens en na den grooten dag vergeten. Dan heerscht eendracht en vroolijkheid, evenals straks op «Heiligen Abend” (avond vóór Kerstmis), wanneer alle pensionaires, die niet naar huis zijn gereisd, bij den stralenden Kerstboom in de groote eetzaal met de Pensionsmutter en hare familie, onder het genot van warme punch , Pfefferkuchen en allerlei zoetigheden gezamelijk een genoeglijken avond vieren. Een paar dagen geleden was het ’s avonds feest in het gezellige pension op een druk kruispunt van de Kurfiirstenstrasse, waar ik sinds geruimen tijd het middagmaal gebruik. Drie groote kamers en suite dienden als feestzaal voor de ruim 60 dames en heeren, die in gespannen verwachting voor het opgeslagen tooneel plaats namen. De verwachtingen waren niet te hoog gespannen. «Seelenfriede —■ Eieberwahn” was de titel van de speciaal voor deze gelegenheid geschreven grappige Schwank door een der pensionaires, eene »in allen Satteln gerechte” jonge dame uit Oost Pruissen, in welke klucht zij zelve als sOstpreussische diseuse” in ouderwetsch Krinoline costuum optrad. Het leuke kluchtspel met het cabaret in het laatste bedrijf, waarin alle deelnemers, de slanke zangeres met prachtige stem en gitaarbegeleiding, de grappige «Ostpreussische” diseuse Dorchen, de beide wonderkinderen, de snelteekenaar, de vogelimitator, de invalide uit den troonopvolgingsoorlog van Lippe Detmold, hunne beste beentjes voorzetten, had een verbazend succes. Daarna Erau Geheimrat met haar rijk voorzien buffet, dat klonk als een klok, riet minder. En ten slotte wiegden de paren op de tonen van walsmelodiën tot diep in den nacht, over het spiegelgladde parket. Mijn Hollandsche introducés zullen den avond niet berouwd hebben. K.
"BRIEVEN UIT BERLIJN.". "Bredasche courant". Breda, 1905/12/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325044:mpeg21:p00001
EERSTE BLAD.
Wegens de Kerstdagen
zal deze Courant a.s. Maandag en Dinsdag NIET VERSCHIJNEN.
Attentie!
in net nummer aer areaasene uourant, aat Zaterdag 30 December 1905 zal verschijnen, wordt weder de gelegenheid opengesteld tot het plaatsen van N ieuwj aars-Ad v erten tien, tegen den prijs van 30 CENTS, mits de 6 regels niet te boven gaande — voor eiken regel meer wordt 5 CENTS berekend. Ieder, die eene dergelijke Advertentie plaatst, ontvangt een nummer der Courant GRATIS. Voor eene spoedige toezending houden zich aanbevolen, De Uitgevers, Naaml. Venn. Bred. Boektn en Uitg.-Mij. vli. BROESE & Co., te Breda.
Zij die zich voor het volgende kwartaal op
aeze cHYGIËNISCHE stofzeigerij.
ISlillMN. STOFÏtEllMsIJ. Geb. VERHOEVEN, Veemarkt 82. BREDA. Tel. 212. DE VLI IK DER Meubileeringen. Wiegen. Luiermanden, BEH NGERIJ. MEUBELFABRI K.
HYGIËNISCHE STOFZUIGERIJ-
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/12/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325044:mpeg21:p00001
J. HAWTHORNE. 37 Ed. Goodie, die een eigen systeem tot het stelen van vleeschhouwersweegschalen uitgevonden had, de meest geheimzinnige persoonlijkheid onder alle ! dieven van New-York ; en eindelijk John Nugent een politie-agent, die zijn ambt nog bekleedde, en niet alleen behulpzaam moest zijn bij de inbraak zelve, maar ook belangrijke spionnendiensten kon bewijzen, door de maatregelen der overheid te verraden. Zulke beproefde krachten hadden zich nog nooit in de wereldstad vereenigd, en bij hun veelzijdige ondervinding scheen het welslagen zoo goed als verzekerd. sPatriek,” — zoo besloot Hope zij onderhoud ! met Shevelin, waarbij hij een veelbeteekenend gezicht zette, — als wij gelukkig zijn bij de vangst, bej draagt je aandeel het ronde sommetje van een kwart-millioen — dat is iets meer dan je tegenwoordig dagloon!” Shevelin meende zulk een schitterend aanbod niet van de hand te moeten wijzen, en ging er zonder eenige bedenkingen te opperen, op in. Meer dan tweehonderdvijftigduizend dollars verlangde hij niet, en hoe eer hij ze in zijn bezit had, des te aangenamer zou het hem zijn. Er hadden nog meer samenkomsten plaats, alles werd overlegd, en ten den slotte dag bepaald, die op
een Zondag, den 27en October, viel. Nog vóór des Zaterdagsavonds de deur voor den nacht gesloten werd, moesten de boeven, door Sbevelin binnen gelaten , zich reeds in het inwendige van het gebouw bevinden. Als Keely op Zondagochtend om zes uur naar huis ging, zou Shevelin hem niet aflossen, wat buitendien slechts zelden gebeurde , maar Werkle, opdat iedere verdenking, als zou de hulpbewaker in eenig verband staan met de inbraak, voorkomen zou worden. Daarna moest hun eerste werk zijn, den opzichter te knevelen , alvorens hij zijn woning kon verlaten, en hem te dwingen, de sleutels over te geven, en cijfers van het combinatie-slot te verraden. Aan dit plan werd wegens zijn snelheid van uitvoering de voorkeur gegeven. Het zou te lang geduurd hebben, een gat onder de plaat te boren, en de tijd was te kostbaar, want op meer dan vijftig minuten konden zij zonder gevaar niet rekenen. Was de overrompeling van Werkle niet noodzakelijk geweest, dan hadden de dieven, om ook de derde brandkast open te breken, over tien minuten tijds meer kunnen beschikken en een dubbel zoo grooten buit mede kunnen nemen: de ongehoorde som van zes millioen dollars. Zulk een onbegrensd geluk was echter niet voor Jimmy Hope weggelegd, hij moest zich met ongeveer drie millioen tevreden stellen. Reeds lang v<5<5r de niets kwaads vermoedende Keely zich tehuis op zijn legerslede uitstrekte, was de opzichter geboeid , het gewelf geopend en de arbeid aan de geldkisten in vollen gang. Een zekere Abe Goakley , die eveneens tot de bende behoorde, speelde daarbij met groote behendigheid de rol van schildwacht. In zijn linnen jasje en met zijn bakkebaarden was hij het volmaakte evenbeeld van Werkle. Hope en Goodie braken de ijzeren geldkisten open, John Nugent verstopte de banknoten en obligaties bij pakjes in kleederen, wat zijn omvang belangrijk vermeerderde, en van hem voor dat oogenblik een waardevolle persoonlijkheid maakte. In de deur van het gewelf stond Peke Emmerson op wacht, met zijn revolver in de hand, en in geval van nood tot het uiterste gereed. Een half uur lang nam men onophoudelijk geld en geldswaardige stukken uit de kisten en kasten, honderdduizend dollars per minuut, tot Coakley de onwelkome tijding bracht, dat barbier Kohlmann zijn winkel binnenging. Onmiddelijk legde Hope en Goodie hun werktuigen neder, wischten zich i de zweetdruppels van het gelaat, en trokken haastig hun jassen aan. Nugent stopte zijn laatste obligaties tusschen zijn vest, en knoopte zijn bovenjas toe. Emmerson verborg zijn wapenen en Coakley trok zijn vermomming uit. De geheele bende wachtte nu het geschikste oogenblik af, sloop zonder eenig gedruisck de zijdeur door, en de zonnige straat op, waar wegens de Zondagsrust alles stil was. Hier gingen zij naar verschillende richtingen uiteen en waren weldra buiten het bereik van iedere achtervolging. Op dergelijke wijze werd dus deze vootbeeldelooze inbraak beraamd en ten uitvoer gebracht 1 Onder de mededeelingen van Shevelin trok het de aandacht van den Inspecteur, dat er geen woord gesproken werd over John Grady. Toen hij daarover zijn verwondering te kennen gaf, beweerde Shevelin op de meeste besliste wijze, dat hem van de medeplichtigheid van den diamanten-handelaar aan de misdaad volstrekt niets bekend was. Grady was er zóó goed in geslaagd, zijn deelneming aan
de misdaad geheim te houden, en zijn handlangers hadden omtrent hem zdó zorgvuldig het stilzwijgen bewaard, dat zijn naam in tegenwoordigheid van Shevelin zelfs niet genoemd werd. Maar juist op dit oogenblik ontving Inspecteur Bvrnes een zeer onverwacht bericht omtrent den geheimzinnigen diainanten-handelaar, de mededeeliug namelijk van zijn plotselingen en onverklaarbaren dood, die een treffend besluit vormde op zijn lijk gevonden in het winkeltje op de zesde Avenue ; bet lag naast den gootsteen, met het tinnen bekertje in de hand, hij scheen reeds eenige uren overleden te zijn. In de kamer bevond zich een mgepakt handkoffertje met voorwerpen van waarde; de tafel lag vernield op den grond , en daarnaast het afgerukte stuk van een damesmouw. Sporen van geweldadigheid waren op het lijk van Grady niet te ontdekken; boven het oog droeg het slechts een lichte schram. Als oorzaak van den dood nam men een beroerte aan, ten gevolge van gemoedsaandoeningen. Wat echter aanleiding tot deze opgewondenheid gegeven had, daarnaar kon men slechts gissen. Terwijl hij zijn bekentenis voortzette, deelde Shevelin nog mede, dat hem, eenige dagen na den bankdiefstal door zijn vriend Billy in zijn herberg twaalfhonderd dollars in bare specie overhandigd waren geworden. De nietigheid van deze som in verhouding tot het hem beloofde kwart-millioen verklaarde Billy hierdoor, dat dit slechts zijn aanZoodra men de geldswaardige papieren zou omgezet hebben, zou bet eigenlijke vermogen hem uitbetaald worden. Maar de tijd verliep, en in plaats van de gehoopte schatten ontving de hulpbewaker bij opvordering bericht van zijn geld zeshonderd deel in bet baar geld was.
dollars te restitueeren, om de onkosten voor de omkooping te Washington te bestrijden, en de Duplicaten-Bill tegen te werken. Dat was alles, wat hem ooit van den buit onder de oogen kwam. John Grady en Jimmy Hope waren intusschen in twist geraakt aangaande de gestolen papieren. Grady meende recht te hebben, er naar eigen willekeur over te beschikken; dientengevolge nam Hope ze met zich mede — niemand wist, waarheen. Ook tusschen de overige leden der bende ontstonden oneenigheden, en de uitvaardiging van den Duplicaten-Bill voltooide hun nederlaag. Geheimzinnige machten schenen alle medeplichtigen aan den diefstal te achtervolgen; rampen volgden hen 07eral op den voet, als of een persoonlijke vijand, in vereeniging met de dienaren der wet, hen trachtte te benadeelen. Of dit slechts verbeelding of werkelijkheid was, kan moeilijk bepaald worden. Zeker is het echter, dat geen van de belhamels der misdaad zijn straf ontging. Het gevolg van Shevelin’s bekentenis was, dat zij aangehouden, en hun schuld overtuigend bewezen werd. De meesten hunner bevinden zich nog heden in het tuchthuis. Inspecteur Byrnes echter, had na al die inspanningen, de zelfvoldoening, van datgene bereikt te hebben, wat bij zich reeds op den dag der misdaad ten doel gesteld had. Hij liet den waren schuldigen de handboeien aanleggen, waarmede zij op dien gedenkwaardigen October-ochtend den ongelukkigen opzichter geboeid hadden. Alwie belang stelt in dergelijke bezienswaardigheden, kan ze ten allen tijde in het Museum van het Hoofdbureau der Politie bezichtigen. EINDE.
"De Groote Bankdiefstal.". "Bredasche courant". Breda, 1905/12/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000325044:mpeg21:p00001