In Nisjm Nowgorod neemt de opstand hoe langer hoe grooter afmetingen aan, aan het schieten komt geen eind en de maatregelen, door de overheid genomen tot onderdrukking van den opstand, zijn afschrikwekkend. De fabrieken van Sormovu dicht bij Nisjni Nowgorod staan in vlammen. Meer Daar het Oosten toe zijn de opstandelingen volkomen heer en meester, de belangrijke wapenfabrieken van Hatoenoski in het Oeral-gebergte o. a. zijn in hunne handen. Te Petersburg, zegt Gaston Leroux van den Matin, heeft men slechts oor voor de weinige berichten, die uit Moskou overwaaien. De storing in het telefoonverkeer verhoogt de angst en de zenuwachtigheid. Het gerucht loopt, dat de troepen geen versterking meer krijgen, dat de stakeis den spoorweg in hunne macht hebben en dat 10,000 strijdlustige arbeiders sedert Tweemaal 24 uur da gelederen der opstandelingen hebbtD vei sterkt. In het centrum van Petersburg blijft het kalm; maar Vrijdag hielden 3000 arbeiders van de Newsky-fabiieken, trots het verbod, een meeting in de open lucht, Een escadrou Donsche kozakken en twee compagnieën van bet Prevbrojensky-regiment kwamen opdagen om hen uiteen te drijven. De stakers zonden twee afgevaardigden naar den officier, die het detachement commandeerde. Als eenig antwoord op hunne voorstellen gaf hij een staker eeD hevigen slag met de nagaika op het hoofd en gelastte te gelijker tijd den soldaten het vuur te openen. Onder de verzamelden bevond zich een troep arbeiders groot 250 man, die met revolvers gewapend waren, deze lieten het schieten met onbeantwoord en de commandanten en 8 soldaten vielen. Zeven-en-twintig arbeiders werden gedood en een groot aantal gekwetst. Een ambtelijke mededeehngzegt: Verscheiden revolutionaire vereenigingen verklaren in bekendmakingen aan hun leden, dat zij met het oog op het mislukken van de door hen georganiseerde op oeren besloten hebben hun taak neer te leggen, om in het begin van het komende jaar het met de algemeene staking te beproeven. Daar zulke verklaringen er op berekend zijn om slecht ingelichte of zwakmoedige lieden vrees aan te jagen, worden de inwoners van St. Petersburg, waarheen de oproerige benden na de nederlaag te Moskou zouden kunnen vluchten, aangemaand zich door gem uitbreken van een oproer, dat zou kunr en plaats hebben, te laten verontrusten, daar
de regeering met alle haar ten dienste staande middelen elke poging zal onderdrukken. Het Peterburgsehe Telegraafagentschap meldt uit Moskou. Thans zijn drie benden gewapende revolutionairen hier werkzaam. Viijdag trachten zij zich met de regeeriDgsautoriteiten te verstaan. Zij boden aan de wapens uit te leveren en zich over te geven, wanneer hun een vrije aftocht verzekerd werd. Daar deze voorwaarden werden afgeslagen, verschansten zich de opstandelingen heden in huizen, die, naar verluid, door troepen genomen werden. Uit de houding van de troepen blijkt dat de soldaten trouw blijven aan hun eed aan het vaandel en de regeering. Hedenavond (Zaterdag) wordt de volledige onderwerping van den opstand verwacht. Zaterdag zijn (e Petersburg uit Riga particuliere berichten aangekomen, volgens welke daar een verwoed straatgevecht heeft plaats gevonden. Naar bericht wordt, hebben de opstandelingen een groot gedeelte der stad, de stedelijke Doema, eenige regeeringsgebouwen en het station in bezit genomen en is de telegraafverbinding verbroken. De gedelegeerden der werklieden besloten de werkstaking te proclameeren tegen Maandag, en over te gaan tot de organisatie van den gewapenden opstand.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
De Parijsche Matin laat zich uit Brussel het tamelijk zonderlinge gerucht seinen ïdat België zich wapent om op alle gebeurlijkheden vooibereid te zijn.” Hieitoe zou, altijd volgeiis het bewuste Parijsche blad, zijn bi sloten naar aanleiding van bestaande moeilijkheden van a'gemeen politie ken gjDafei———*- wa— —" De Belgische regeering heeft aan de gendarmerie brigades opgedragen, zich in gereedheid te houden om de mobihsatie-bevelen te kennen overbrengen aan hen, die in aanmerking komen om onder de wapenen te worden geroepen. Ook worden de telegrafische oproepingen gereedgemaakt, welke zouden moeten worden toegezonden aan de Belgische militairen die zich op het moment in liet buitenland bevinden. De definitieve vaststelling van den datum voor de verkiezing van een president der Franache republiek zal eerst geschieden na het weder bijeenkomen van het parlement, daar de regeering de meening van de presidenten van Kamer en Senaat eerst wil hooren. Een Fransch blad heeft naar een voorname kaartlegster gestuurd om te weten, wie er president van de republiek zou worden en de dame heeft verzekerd, dat de sterren hadden gesproken. Maar zij op haar beurt wou liever zwijgen. Slechts dit kon ze zeggen, dat de keuze een gelukkige zijn zou, de nieuweling zou heel veel goed doen. Ook wilde ze wel meedeelen, dat het geen outsider wezen zou. De Pol. Corr. uit Wèenen weet nog iets meer dan de kaartlegster. Namelijk, dat men op het laatste oogenblik nog een poging bij Lou'oet zou wagen, om dezen over te halen te blijven en dat anders Fallières de eenige k indidaat van de republikeinen zou zijn.
De vijf kardinalen van Frankrijk hebben een beraadslaging gehouden over hun houding tegenover de Sclieiiiingewet. Oogenschijnijk wegens groot verschil van meening tusschen leze geestelijken wordt tot dusver over deze besprekingen niets medegedeeld. Volgens besluit van den ministerraad zullen ie geestelijken op grond van de scheidingswet niet meer verschijnen op Ce officieele audiënties van 1 Januari. Volgens de Débats hebben de Framche kardinalen eenstemmig besloten zich bij de scheidingswet neer te leggen en in Maart de bisschoppen bijeen te roepen, ter beraadslagiog, waarschijnlijk te Lyon. Het Petit Journal beweert, dat de kardinalen niet eenstemmig zijn, twee hunner zoudtm* zich beslist vijandig tegenover de wet‘willen plaatsen. * * Hoe meer de tijd nadert, waarop deMnrokka conferentie; zal bijeenkomen , des te nerveuser schijnt men in Spanje te worden. Allerlei moeilijkheden werden, gemaakt, eerst over de plaats van samenkomst, toen over het tijdstip waarop de conferentie zou gehouden worden, en nu weer ovef de personen quaestie. Een uiting van die stem~ ming is ook de redevoering, door den ministerpresident Moret in de Spaausche Kanjer' gehouden. ’•* , ’’ j») Daarin zeide de minister, dat er géqn aan. leiding bestaat voor bezorgdheid, voöbal ,^i^t wijl Spanje in de Marokkaansche qilaestie handelt in overeenstemmh g met FrankrüJs'fe-ii Engeland. Vooris wees Moret er op, dat noodza&elïjk de strijdmacht van Spanje ,-te land en- trf’Zee , moet worden gereorganiseerd, en dat plannen daarvoor bij de begrooting ter sprake zullen komerj. Het Berl. Tageblatt ziet daarin een bewijs j dat men in Spanje de quaestie nog lang niet van alle moeilijkheden ontdaan acht, en wijst sr in dit verband op, dat Moret beslist geweigerd heeft de leiding der conferentie te aanvaarden, diei.u aan den Spaanschen minister van buitenlandsche zaken, den Aimodovar, zal worden opgedragen. Ook in Italië acht men de moeilijkheden □og niet voorbij. De Mattino wijst op de rol, die Italië als bemiddelaar op de conferentie zal moeten spelen; het blad verheugt zich, dat Italië juist op dit oogenblik een zoo bekwaam en bevoegd staatsman als San Giuliano in den ministerraad heeft. Zoo deze met zijn groote politieke ervaring in Algeciras niet iets goeds tot stand brengt, zegt het blad, moet men aan den toekomst van Italië wanhopen. De conferentie zal nu 16 Januari bijeen komen; Duitsehland en Frankrijk zijn het over dien datum eens geworden. De Agence Bavas spreekt het bericht tegen, dat de Fransche regeering in den vorm van Een ultimatum aan Venezuela een nieuwen 3icch zou hebben gesteld, waardoor het sluiten van de overeenkomst tusschen Frankrijk en Venezuela, wat men binnen eenige dagen verwachtte, zou worden vertraagd of misschien wel geheel en al belet.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
Een Amerikaansche nieuwigheid ztjn theetabletten — kleine tabletten, niet grooter dan
Een dubbeltje., welke elk voldoende zijn voor Een trekpot vol thee. De Regeering der Vereenigde Staten neemt Er nu proeven mede en als die voldoen, zal sij de theetabletten invoeren bij het leger en :>p de vloot. De Sumatra-Post publiceert een schrijven van den administrateur van het Haarlemsch rooneel, waarbij aan de redactie van dat blad ie toegang tot de [voorstellingen geweigerd wordt. De redactie meent dat dit niet aangaat, waar het spublieke uitvoeringen” geldt En heeft het plaatselijk bestuur met dezen maatregel in kennis gesteld. De assistentresident was het.-met de opvatting van de redactie eens../. en latere nummers van de Sumatra-Post bevatten weer recensies van de opvoeringen van tiet. sHasrlemsch Tooneel”. • Door het RotterdSmsch Tooneelgezelschap, jireeteur Van EijSdej?, zal binnenkort een, naar verluidt, zeep- belangwekkend tooneel stuk van Willem Sohürmann worden opgevèerd. Het is eenUstuk in vier bedrij en, dat* Paddestoelen heet. s De hoofdrollen zullen worden vervuld door öde dames Van Kerckhouen—Jonkers en Tartaud—Klein en de heeren F. Tartaud en ALex Faassen. * :—■— J)e bekende uitgave yan wijlen den heer Vfyj Kamerliugh te Grofiingen, Nieuwe Handatlfc wan Nederland en Insulinde in 15 bladen, doop £ .Bruins, waarvan.tót nu toe de kaarten vamNederland, Groningen, Friesland, Drenthe, Gvppij^, Noord Holland, Z*iid Holiand, NoordE^rajjanJ.'en Zeeland verschenen, werd aangekocht door de firma De Erven J. J. Tijl te ZwaHe. Men is thans in het „Pasteur Gesticht” te Parijs; ■*.-•!- . lo \!.1!it]” h.-.-ipl,: "unds eeijigen tijd bez'g met proefnemingen betreffende de uitkomsten van Prof. Behrings tuberculoseonderzoekingen. Dr. Metchnikoff onderzoekt de formule T. X. In de eerste helft dezer maand worden nieuwe onderzoekingen begonnen, onder leiding van Prof. Arloing. Deze laatsten zullen rr.eer in t bijzonder rundertuberculose betreffen en naar men hoopt bevestigen, dat T. X., gelijk Prof. Rehring beweert, de runderen onvatbaar voor tuberculose kan maken en tevens hen daarvan genezen kan. Dat Menzei niet ingenomen was met de kunst van Jozef Israëls was bekend en was, gegeven beider wijze van schilderen, niet onverklaarbaar. In de Deutsche Rundschau vertelt Paul Meyerheim van een ontmoeting van Menzei en Israëls, waarbij Menzel’s meening duidelijk aan den dag kwam. Het was op sen internationale tentoonstelling te Berlijn, dat Menzei lang bleef staan voor een groot stuk van Israëls Juist kwam deze er aan, Meyerheim zeide het aan Menzei, maar deze scheen dat niet te hooren. Israëls vroeg «verheugd dat Menzei zijn Vissers zoo nauwlettend bekeek” : » Wel, Excellentie, hoe bevalt u mijn geschilder ?” Menzei, die Israëls niet scheen gehoord te hebben, zeide toen tot Meijerheim: »0, het is in zijn geheel en in de wijze van opbouwen voortreffelijk, maar — En hij tikte met de lorgnet op verschillende plaatsen — es ist alles so faul gemacht, faul, — laul — faul 1” (zoo vuil gedaan, vuil, vuil, vuil I)
Meyerheim vertelt daarentegen van Menzel’s ingenomenheid met Meissonnier, die van zijn kant voor Menzei een ware bewondering had.
"Wetenschappen en Kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
Zitting van, 30 December. Aangenomen werden verschillende kleine wetsontwerpen, waaronder de begrooting voor de Algemeene Landsdrukkerij en dat houdende voorzieningen ten bate van het losse personeel ter Algemeene Landsdrukkerij, zoomede Hoofdstuk I en Vila der Staatsbegrooting, Bij het wetsontwerp betreffende het personeel der Landsdrukkerij maakte de heer STORK eenige bedenkingen, door dan MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN beantwoord, die verklaarde dat ’t hier een zeer speciale regeling geldt voor een zeer bijzonder geval, waarmede geen precedent wordt geschept voor de werklieden bij de andere Staatsbedrijven. Voor wachttijden achtte de Minister in deze regeling geen plaats, omdat het hier geen ziekteverzekering geldt, maar de uitkeering bij ziekte van het volle loon. Een behoorlijke controle is verzekerd. Daarna ving de behandeling aan van de Middelen Wet met de daarin opgenomen heffing van 10 opcenten op de bedrijfs- en vermogensbelasting. De heer VAN ZINNICQ BERGMANN verklaarde geen materieele bezwaren tegen de belastingheffing te zullen aanvoeren. In de eerste plaats niet omdat de belastingplannen \an deze regeering niet bekend zijn en men dus niet weet welke plaats de indirecte betirgen daarin zullen bekleedën, maar in de tweede en voornaamste plaats niet, omdat spreker persoonlijk zich niet vrij gevoelt in het uitbrengen van zijn stem. Onder de tegenwoordige omstandigheden toch kan sprek‘ • - 1- n.n.,1 1 r. i. vrijheid vinden tegen de Middelenwet stemmen. Maar het doet hem leed dat de Eerste Kamer te kort is gedaan in haar recht: medezeggingschap te hebben in het tot stand komen van een nieuwe belastingheffing, want dit staat vast, dat het hier een nieuwe heffing geldt. Een beroep op het indertijd door Minister Harte gedane voorstel in gelijken geest, verwierp despreker, omdat dit voorstel de Eerste Kamer niet heeft bereikt en het met instemming van zijn partijgenooten indertijd werd ingetrokken. Nu de Minister heeft verklaard dat ook voor,het volgende jaar de opcentenheffiing noodig zal zijn, stelt spreker voor een Motie, luidende ongeveer als volgt: De Eerste Kamer gezien de in de Middelenwet voor 1906 opgenomen opcenten-heffing overwegende dat een belangrijke financieele maatregel als deze, die nauw verband houdt met het bestaande belastingstelsel, behoort te worden onderwerpen aan het vrije oordeel van de Staten-Generaal in haar Geheel en dus behoort te worden voorgesteld bij afzonderlijk wetsontwerp, spreekt het vertrouwen uit, dat de Regeering daarmede in de toekomst rekening zal houden. Spreker verklaarde deze motie in te dienen ook namens verschillende andere leden. De GODIN DE BEAUFORT kwam ook op tegen het doorhalen van de opcenteuheffing bij deze Middelenwet. Bij afzonderlijk wetsontwerp had de Regeering deze opcenten kun-
nen vragen desnoods in Mei a.s., zonder da de schatkist er ook maar eenigszins schad door zou hebben geleden. Immers dat afzoi derlijk wetsontwerp zou aangenomen kunne zijn, vóórdat de beschrijvingsbiljetten va bedrijfs- en vermogensbelastingen worden vei zonden. Een afzonderlijk wetsontwerp zou het tljdt lijk karakter aan den maatregel volstrekt nit hebben ontnomen. Politieke gevolgen zou verwerping van d Middelenwet naar spreker meent nooit kunne hebben, wanneer de afstamming het gevol •was, van redenen gelegen in de wet. Ook d gevolgen van verwerping achtte spreke niet groot. Toch zou hij niet tegen de Mie delenwet stemmen, op een oogenblik dat d Regeering ongewaarschuwd en onvoorberei is op een geval dat nog nimmer voorkwarr Hij zou stemmen voor de motie, aan welk hij een waarschuwend karakter toekent. De heer VENING ME1NESZ was ook vai oordeel dat alle belastingheffingen moetei steunen op een wet, en dat dus de kame thans niet vrij is in haar oordeel. Onder dez omstandigheden zal spr. voor de motie stem men die zeer correct is. Hel geldt hier geei politieke quaestie, maar eene van handhaving van rechten der kamer (Bravo’s.) De MINISTER VAN FINANTIËN verde digde de meening, dat de opcenten heffing ii de Middelenwet thuis behoort. Een voorste bij afzonderlijke post zou aan de heffing he karakter hebben gegeven van een belastingleg Dit wilde de Minister voorkomen, juist omda hij aan de heffing een tijdelijk karakter wildi geven. Aanvrage van de heffing bij een wijzigingsvoorstel van de Middelenwet zou den indrul hebben gegeven, dat de heffing niet urgeni was. De minister is intusschen bereid tot gemeer overleg. Daarom zal hij, mocht de heffing weer noodig zijn, het volgend jaar, voor zijr voorstel een anderen vorm kiezen. Na deze pertinente verklaring laat de Minister aan de Kamer over de beslissing of de motie nog op haar plaats is. Maar in ieder geval late de voorsteller vervallen de woorden: „had behooren te worden voorgesteld bij afzonderlijk ontwerp.” De heer van ZINNICQ BERGMANN trok na de verklaring van den minister zijn motie in. De Middelenwet werd daarna zonder stemming aangenomen. De vergadering is daarna verdaagd tot 8 Januari, ’s avonds half negen.
"Eerste Kamer.". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
i J. N. POTAPENKO. ! i 5 1 i I Hoe was zij in zulk een ellendigen toestand 1 gekomen P ( De geschiedenis van Wladimir Iwanowitsch I Rintsew had niet slechts te K,, de gouverneuients ; hoofdstad, maar zelfs in geheel Rusland, veel < opzien verwekt. , Iedere koetsier, elke straatjongen te K. kende 1 zijn huis. Het was een gebouw van twee verdiepin- ; gen, met een sierlijken gevel en hooge vensters, waardoor reeds van buiten iets te zien was van de i weelderige inrichting van het inwendige. De familie Rintsew bad sedert vele jaren in dit huis gewoond. : Aan elk der posten van de fraaie straatdeur prijkte i een koperen plaat. Op de eene stond; «Agentuur i der Zuid Russische Levensverzekeringmaatschappij”; i op de andere de naam van den directeur : W I. ! Rintsew. Klaarblijkelijk gingen de zaken der Maatschappij < te K. voorspoedig, anders zou Rintsew niet gedurende zoovele jaren directeur zijn gebleven. En lij zelf schijnt uit de agentuur ruime inkomsten I te trekken, te oordeelen althans naar de wijze, waarop de familie, die geen vermogen bezat, : leefde. i Dat leven was op den aangenaamsten voet inge- : richt. Tot 2 uur’s middags heerschte er op de boven- > verdieping de doodsche stilte en bleven de jalousiëu voor alle vensters gesloten. Gedurende dien tijd bepaalde zich de bedrijvigheid tot de benedenveidieping waar de kantoren gevestigd waren. Daar werd, in de
uiorgcuureii ua.ru gewerKi, maar um a uur werueu de bureelen gesloten en dan eerst kwam er leven in de vertrekken der bovenverdieping. Het huis der Rintsew’s stond steeds open voor alle levenslustige lieden der stad. Jonge ambtenaren, advokaten, rechters en landeigenaars, officieren genoten er de meeste gastvrije ontvangst en waren bijna altijd zeker er bekenden aan te treffen. De beminnelijkheid van den jovialen gastheer, de beleefdheid der gastvrouw', die ondanks hare 40 jaren, nog altijd jong wilde schijnen, en de betooverende oogen van de schoone dochter des huizes bleven deze gastvrije woning voor de bezoekers aantrekkelijk maken. Van den avond tot den morgen klonken hier de tonen van het klavier, dansmuziek, vroolijk gelach, kortom er heerschte hier een onafgebroken feestvreugde, die de voorbijgangers soms deed stilstaan en opzien naar de verlichte vensters. Des zomers zag men niet zelden eenige huurrijtuigen voor het huis staan, waarin een vroolijk gezelschap, van een goeden voorraad versnaperingen en wijnen voorzien, plaats nam om een uitstapje te maken naar liet land van een boscli, later een watertochtje te doen naar een of ender schilderachtig eiland en zich zoo den nacht te verkorten. Iedereen te K. kende Wladimir Rintsew. Niet dat hij door weldadigheid of aan de gemeente bewezen diensten zoo populair was geworden ; o neen. Daaraan had hij zieh nooit bezondigd. Zijne populariteit had hij enkel te danken aan zijn uiterlijk. Hij was een groot, statig man, blakend van gezondheid, en scheen onvatbaar zoowel voor ziekte als voor den invloed van den tijd. Het was voor zijne st.adgenooten een genoegen hem op straat te ontmoeten en hem met wijde schreden te zien voortstappen, gekleed in zijn fraai eostuutn of des winters in zijn rijke pelsjas. Zijn fraaie, opgekrulde knevel, zijn gezonde gelaatskleur, zijn hoor, intelligentie aanduidend voorhoofd en zijn gebiedende
adelaarsblik maakten hem, in de openbare meening, tot den mooisten man de stad. Zijne vrouw stond hierin zeer bij hem achter. Hare vroegere schoonheid had veel geleden; zij oegon min of meer gezet te worden en moest al ie hulpmiddelen van het toilet te baat nemen om zieh een jeugdig voorkomen te geven, zonder laarin echter volkomen te slagen. Gaarne'zag zij :ich door de mannelijke jeugd omringd en bemerkte aiet dat de rol van naive haar niet meer voegde Dat Rintsew geen vijand was van galante avon,uren was in de stad vrij wel bekend; en dat zijne vrouw nu en dan wel eens eene liaison had met voorname jongelui, werd niet zonder grond vermoed. Maar niemand dacht er aan hun dit ten kwade te luiden; algemeen scheen men van oordeel dat dezen ;unstelingen van het geluk meer veroorloofd was ian anderen. VIJFDE HOOFDSTUK. Maria Wladimirowna had op haar zeventiende jaar het gymnasium verlaten ; zij droeg toen reeds lange japonnen, was ni t onbewust van de macht iiarer schoone oogen en kon zeer geestig zigeuner romans voordragen Hare ouders hadden slechts 5éne grondstelling, waarnaar zij zoowel hunne Eigen handelingen a's die hunner dochter regelden, 3n die was: onder alle omstandigheden zooveel mogelijk van het leven te genieten. Al wat daarmede in strijd was: werd als waardeloos ter zijde gesteld. In deze atmosfeer ontlook en bloeide de jeugd der schoone Marie. Voortdurend zag zij zich umgeven door jongelieden van de meest uiteenloopende karakters; want ieder, mits hij slechts tot het algemeen genoegen wilde bijdragen, werd ten haren huize als welkom beschouwd. Al deze jonge mannen achtten het eene eer tot de aanbidders Ier jeugdige schoone te behooien; en ieder hunner
zou het als een geluk hebben beschouwd haar uitverkorene te zijn. Afgezien van hare persoonlijke bekoorlijkheden, vermoeddej men bovendien op goede gronden, dat haar bruidschat niet onaanzienlijk zou wezen. Marie zelve wist dat eene som van vijftigduizend roebels, baar vermaakt door haar grootmoeder van vaderszijde, haar persoonlijk eigendom was. Maar ook aan anderen was d.t niet onbekend en men rekende zelfs op meer, den voet, waarop de Rintsew’s leefden, in aanmerking genomen. Marie werd dus voor eene rijke bruid gehouden. Maar tot spijt van hare bewonderaars, slaagde geen hunner er in, een blijvenden indruk op haar te maken. Zij gaf aan niemand hunner de voorkeur, fladderde bevallig tusschen hen rond en had voor ieder hunner een even betooverend glimlachje over. In werkelijkheid waren allen haar even onverschillig. Toch brak het oogenblik aan, waarop haar hart voor den aanval bezweek. Toen begon ook voor haar een roman. Het was echter slechts een zeer gewoue liefdesgeschiedenis, met hare uitbarstingen van hartstocht, hare aanvallen van jalousie, hare eeden van eeuwige trouw. De held onderscheidde zich niet van anderen door schitterende eigenschappen. Ofschoon hij eeist zevenentwintig jaar oud was, vertoonde zijn vroeger zoo welig haar reeds diepe inhammen, die als voortzetting van de slapen dienden en keuteekeuen waren van levenswijsheid. Ook de blinkend witte plek op zijn kruin kon misschien als zooda ig gelden. Overigens wist hij zich gunstig en betooverend voor te doen. Sergius Alexandrowitslh Ponialjew was te Kieuw in eene van die betrekkingen geplaatst, die voor het oogenblik weinig opleveren, maar gunstige vooruitzichten in de toekomst aanbieden. Hij bracht de zomervacantie te K. door of eigenlijk op de buitenplaats zijns vaders, op eenige uren afstand van de stad gelegen. Hij kwam bij de Rintsews aan huis
en ïïciuia ucucn uc souuune oogen van marie nein zoowel zijns vaders buitenplaats als de rust, die hij na de drukte van den winter behoefde, vergeten. Hij schaarde zieh onder de aanbidders en mocht zieh al spoedig in een zekere voorkeur verheugen. Hij had die te danken aan zijn bleek en bijna streng gelaat, zijn nadenkenden blik, zijn rustig en zeker optreden en vooral aan het besef van eigenwaarde en van meerderheid boven anderen, dat hij aan den dag legde. Te midden van zooveel jeugdige domkoppen, die met vermakelijke openhartigheid hunne onbeduidendheid deden blijken, scheen hij een man van geest en verstand. Dat hij zoo weinig op de anderen geleek was reeds voldoende geweest om de aandacht van Marie op hem te doen vestigen. Zijne herhaalde bezoeken en intieme gesprekken hadden hem verder den weg gebaand tot liet hart van Marie, die op hem verliefd werd, zooals niet anders te verwachten was van een eenentwintigjarige meisje, die dcc- oovoedin? en levenswijze op de liefde, en op u alleen, :s voorbereid. Een week voor zijn terngkeer nca- Kieuw had de verloving plaats; het huw.lijk -zou in den aanstaanden winter worden voltrokken. Nu volgde, geduiende twee maanden, een drukke brievenwisseling tusschen de gelieven. Zij werd echter opeens afgebroken — bijna op den zelfden dag, waarop alles afgebroken werd. Toen Marie’s aanstaande weder naar Kieuw was vertrokken, werd ten huize van de Rintsews de oude levenswijze voortgezet. Men werd er weder even gastvrij, gul en prettig ontvangen als altijd. Slechts eenmaal was het Marie voorgekomen of op haa- vaders gelaat een trek van bezorgdheid lag, die echter bij de eerste tonen van eene zigeunerromance weer verdween. Een andermaal had zij het volgende gesprek tusschen hare ouders gehoord: (Wordt vervolgd.)
"Een Generaaldochter". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001
Keclamcs betreffendegelieve men t jdig op te geven aan ons bureau, Groote ilarbl 35.
Veranderingen in dverlenliën gelieve
men steeds op den dag'der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan*
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1906/01/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326001:mpeg21:p00001