Dat de toestand in den Kaukasus redenen geelt tot groole bezorgdheid bleek uit het rappoit dat de stadhouder Woronzof-Doschkof aan den Tsaar zond, en waarvan wij gisteren mededeeling deden. De Petersburgschen correspondent van het Berl. Tagebl. geelt van den toestand in den Kaukasus het volgende beeld : «Na een storing in den dienst gedurende twintig dagen is de Noord-Express voor de eerste maal uit Bakoe hier aangekomen, gevuld met vele Armenische vluchtelingen. Volgens hunne verhalen trokken half December ongeveer 10.000 gewapende TalareD uit Charnbach in het district Schoeschu naar Mifli op om een nieuw bloedbad onder de Armeniërs aan te richten en de stad leeg te plunderen. De Tataren werden door de Armeniërs, die in de rivier versperringen hadden a ngebracht, met zooveel succes tegengehouden, dat het slechts 3000 ruiters gelukte de stad binnen te rijden. Tijdens de gevechten in de nauwe straten vielen 1000 ruiters, de overigen werden ontwapend. Aan de Kaukasische grens staan, naar verluidt, vier Turksche legerkorpsen klaar om op het eerste bevel het land binnen te trekken. Jelissarsetpol moet voor de helft door Tataren in brand gestoken zijn. Deze berichten zijn wellicht onder den invloed van den doorgestanen angst wat overdreven. Maar toch wijzen zij er op dat er verschrikkelijke dingen gebeurd zijn in den Kaukasus. Ook in de Oostzee provincies is het nog lang niet rustig. In Estland zijn tot r.u toe 98 landgoederen leeggeplunderd en darroa in brand gestoken. Zaterdagavond werd bij Wiessentein de zoo genaamde «president van de republiek Estland”, de kleermaker Schulz, doodgeschoten. Vanaf 28 dezer zullen verkiezingsvergaderingen toegestaan worden.
Bredasche courant
- 12-01-1906
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Bredasche courant
- Datum
- 12-01-1906
- Editie
- Dag
- Uitgever
- W. van Bergen
- Plaats van uitgave
- Breda
- PPN
- 421095903
- Verschijningsperiode
- 1814-1941
- Periode gedigitaliseerd
- 11 april 1814 - 1814, no. 13 (16 april) - jrg. 150, no. 110 (11 mei 1940) ; jrg. 150, no. 111 (22 mei 1940) - jrg. 151, no. 417 (15 okt. 1941)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Breda
- Nummer
- 10
- Jaargang
- 115
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
RUSLAND.
Algemeen Overzicht.
In Engeland is de verkiezingscampagne uegonnen. Het laatste parlement dat onder Je regeering van koningin Victoria gekozen werd, is ontbonden en de nieuwe verkiezingen sijn uitgeschieven. Het Engelsche Lagerhuis telt 670 leden; Jaarvan moeten gekozen worden in Engeland i65, in Wales 30, in Schotland 72, in
Ierland 103. Het is de grootste bestaande wetgevende vergadering; zelf de Russische Gossudarstwennaja Doema zal niet zooveel leden tellen. Een ontbinding van het Parlement heett niet alleen betrekking op het Lagerhuis; de Schotsche peers kiezen vertegenwoordigers voor den duur eener parlementszitting in het Hoogerhuis; de Iersche peers worden voor hun leven gekozen, en slechts de Engelsche peers hebben zitting krachtens hun geboorterecht. In Schotland moeten dus 16 peers worden aangewezen, om in het Hoogerhuis zitting te , nemen. , Het kiesrecht voor het Engelsche Lagerhuis is direct en geheim, maar noch gelijk, noch algemeen. Ondanks alle kiesrechthervormingen is nog steeds een groot deel van de volwassen mannelijke bevolking van het kiesrecht verstoken. De inschrijving in het kiezers register is in verschillende steden en plattelandsgemeenten, ten gevolge der nog al ingewikkelde i bepalingen, niet gelijk. In hoofdzaak bestaat t census-kiesrecht. Personen knenen in ver■ schillende districten kiezer zijn, wanneer zij j in die districten bezittingen hebben. En daar de verkiezingen niet in het geheele land op . denzellden dag plaats hebben, bestaat de , mogelijkheid, dat kiezers in verschillende districten ook hun stem uitbrengen. Chamberlain heeft e^ns in een verkiezingsredevoering ' medegedeeld, dat hij in zes districten kiezer ' is, zoodat hij in staat is zes maal zijn stem uit te brengen. Reeds voor jaren heeft de EDgelsche liberale partij gepoogd aan dezen I toestand een einde te maken, door haar devies 1 «one man one vote”, maar tot nog toe is zij r er nog niet in geslaagd. Volgens de jongste kiezerslijst bedraagt het 0 aantal kiezers 7,266,708 op een bevolking van 43,740,000 zielen. De verkiezingen moeten plaats hebben j tusschen 13 en 27 Januari; maar m dit stelsel e van uitzonderingen is ook hierop een uitzonn dering gemaakt. Op de Oikney- en Sbetlands-eilanden moet .. de verkiezingen voor 29 Januari plaats hebben, p In de week van 13 tot 20 Januari hebben i. de verkiezingen plaats in de steden en in Q enkele landsdistricten ; in de tweede week in de landelijke districten. De verkiezingen houden j dus het volk ongeveer 14 dagen lang voort! durend in beweging. Maar daar tegenover 1 staat, dat herstemming niet vooikomt; die 3 het meeste stemmen heeft is gekozen. a Het nieuwe parlement komt op 13 Februari c bijeen, vijf en twintig dagen na de ontbinding van het oude. De strijd zal ditmaal zeer hevig zijn. Meer ' dan 1300 candidaten staan tegenover elkander. En het is merkwaardig, hoe gewerkt wordt j door deze candidaten, en door hunne vrijwillige en betaalde agenten. De liberale partij zet al haar krachten op het spel. En zij heeft daarvoor reden. Bij de verkiezing van 1900 kregen de unionisten 402 mandaten, de liberalen 186. Er moeten dus een groot aantal districten veroverd wore den, wil de nieuwe regeering krachtig zijn 3r Nu is in de laatste vijf jaren de volkstem!D ming wel verbazend veranderd; de aanvul“n lingsverkiezingen hebben den liberalen de eene overwinning na de andere gebracht, en de i; strijd tusschen de richtingen van Balfour en id Chamberla n onder de unionisten is een voorin treffelijke bondgenoot voor de liberalen. Maar
dat neemt niet weg, dat ook de unionisten zeer hard werken. Fallières' is met 173 svemmen herkozen als voorzitter van den ■ï'ransclien Senaat. Vanaf het oogenblik dat in de Kamer de uitslag der verkiezing in den Senaat bekend werd, was van niets anders meer sprake. Fallières kreeg 23 stemmen minder dan het yorige jaar, Rouvier 17 stemmen; de stemming in de couloirs der Kamer was tegenovergesteld aan die van Dinsdag; toen immers spraken Fallièristen minachtend over Doumer’s verkiezing als een Pyrrhusvictorie, thans doen Doumeristen hetzelfde over Fallières. Naast de stijgende kans van Doumer wordt de kans van den outsider Rouvier sterk besproken. In een welingelichten kring, waar men gisteren nog Fallières den eersten rang gaf, meende men hedenavond dat de herkiezing van Loubet, naar den oogenblikkelijken stand van zaken, weer meer waarschijnlijkheid kreeg. In Oostenrijk, waar d« beweging voor algemeen kiesrecht thans weer levendig wordt gevoerd, wordt ook de eisch om vrouwenkiesrecht met zeer veel kracht gesteld, in Weenen, Praag en verschillende andere steden werden dames-comités gevormd, om voor vrouwenkiesrecht propaganda te maken. Nu de regeering een voorstel wil doen om alle meerderjarige mannen, ook analfabeten en gestrafte misdadigers, het kiesrecht toe te kennen, eischen de vrouwen dat zij niet langer van het kiesrecht zullen worden uitgesloten. In een meeting te Praag werd een motie aangenomen, waarin aan de regeering toekenning van het'kiesrecht aan de vrouw gevraagd wordt. »WLj verzoeken het kiesrecht niet als een genade of een gunst, maar als een recht, daar wij ais moeders, belastingbetalenden, ambtenaren, onderwijzeressen, doktoren én arbeidsters op velerlei gebied meenen gerechtigd te zijn een woord mede te spreken in het staatsbestuur. Aan de vrouw is toegang verleend tot de hooge scholen en .tot staatsambten, en toch moet zij dagelijks opmerken, dat zij met geringschatting wordt behandeld, wijl de besehaamende waarheid niet verborgen kan blijven, dat zij, hoe intellegent en hoe hoogstaande ook, met idioten en geestelijk minderwaardigen op een lijn wordt gesteld.” Dit adres werd door duizenden vrouwen, en door een groot aantal mannen onderleekend, en aan de regeering gezonden. Het voorbeeld van den, passievea weer■tarnt”, dat de Oostenrijksche spoorwegbeambten hebben gegeven, vindt navolging, Thans zijn het de ambtenaren van de Weener Postspaarbank, die op deze wijze den staat willen dwingen hun zin te doen. De 2700 mannelijke en vrouwelijke employés van dit reusachtige bankcentrum willen een verbetering van arbeidsvoorwaarden en vooruitzichten. De administratie der posterijen heelt evenwel geweigerd voor den arbeid, die omstreeks het nieuwe jaar steeds zeer druk is, buitengewone krachten aan te stellen, en wilde dien door extra werk del gewone beambten gedaan zien te krijgen. Zoo moest ook verleden Zondag, wat eigenlijk een vrije dag was, worden gewerkt. De dames en heeren hadden nu echter een nieuw middel bedacht om het bureau te doen sluiten: ze hadden het plan opgevat ziek te worden. Tegen den middag kregen 18 mannelijke en vrouwelijke beambten, naar zij zeiden door de groote inspanning van een ononderbroken tien- k elfurigen arbeidstijd, nerveuse opwindingen, krampen en toevallen. Dat bracht het geheele bureau in opschudding. De reddingsmaatschappij moest met een automobiel en drie ambulance-wagens voorkomen om de obstructionistische zieken bij te brengen en naar huis te vervoeren. Natuurlijk was het doel bereikt: de directie was machteloos en moest des middags het bureau sluiten. De Zwitsersche socialisten hebben gepoogd om de wet op de Nationale Bank aan een volksstemming onderworpen te krijgen. Dit is hun echter niet gelukt; toen gisteren de termijn om was binnen welken 30,000 burgers de stemming moesten aanvragen, ontbraken nog ongeveer 1000 hanteekeningen. Na veel moeite en strijd en pogingen; die zich over 25 jaar uitstrekken, is dus het eedgenootschap nu een centrale circultiebank rijk. Griekenland wordt op het oogenblik door een aantal rampen bezocht. In den Piraeus heerseht een epidemie van zwarte pokken, die iederen dag een aantal slachtoffers maakt, zoodat de regeering heeft gezien een wetsontwerp tot instelling der verplichte vaccinatie in te dienen. In het geheele land is het verder zeer koud, wat het aantal ziekten vermeerdert. De griep eischt vele offers, en op de Turksche grens is meer dan de helft der manschappen ziek. Te Athene, waar de temperatuur nooit lager pleegt te dalen dan tot 7 k 8 graden boven nul, vriest het des nachts vijf graden Celsius, en er is twee maal sneeuw gevallen, wat in , geen twintig jaar gebeurd is. Ten gevolge van i deze lage temperatuur vermelden de bladen dagelijks een aantal sterfgevallen door de koude. Bij den Amerikaanschen Senaat is een door meer dan een miliioen vrouwen onder• teekend adres ingekomen, strekkende om den i afgevaardigde voor Utah, Reed Smoot, die in kennelijken staat van veelwijverij leeft, van zijn Senaats-zetel vervallen te verklaren.
Wetenschappen en Kunst.
Röntgenstralen. De commissie door de Fransche Akademie van Geneeskunde ingesteld op voorstel van prof. Debove, heeft aan de vergadering van deze week voorgesteld de verklaring uit te spreken dat de toepassing der Röntgen-stralen door niet-geneeskundigen voor medische doeleinden als een overtreding der geneeskundige wetten is te beschouwen. Zij is daartoe gekomen door de overweging, dat dergelijk gebruik ernstige gevolgen kan oplevertn en in sommige gevallen zeer gevaarlijk is, en dat alleen artsen, officieren van gezondheid en in de tandheelkundige praktijk de bevoegde tandmeesters in staat zijn de uitkomsten er van te beoordeelen voor de diagnose en de behandeling van ziekten. Dit voorstel sluit zich aan, aan het besluit op het internationaal geneeskundig congres van 1905 te Berlijn genomen, dat de toepassing van die stra'en op den mensch uitsluitend tot de bevoegdheid van geneeskundigen behoort. B. en W. van Haarlem stellen den Raad voor te besluiten, het Ned. Herv. Weeshuis en de
vereischte belendende pcrceelen aan te koopen voor de som van ten hoogste ƒ120000 en B. en W. uit te noodigen plannen te ontwerpen voor het verbouwen en inrichten hiervan tot een Gemeentelijk Museum. De totale kosten van aankoop en verbouwing worden op ƒ 240 000 geschat.
Eerste Kamer.
Zitting van gisteren. Bij de behandeling van het vestigingsverdrag met Duitschland erkende de heer KIST, dat het verdrag voor Nederland voordeelen oplevert. Maar anderzijds betreurde hij dat ten aaDzien van verschillende aangelegenheden, o. a. met betrekking tot de uitzetting, onzekerheid blijft bestaan, waarvan hij in de practijk moeilijkheden vreest. De uitleiding van lastige vreemdelingen , die tot nu toe krachtens de bepalingen van de Vreemdelingenwet van 1849, uitstekend tot haar recht kwam, achtte spreker door dit verdrag veel moeilijker geworden. Bovendien vreesde hij dat de wijze van uitleiding zou neerkomen op een verouderde uitlevering. Ook de overneming aan de grenzen achtte spr. zeer omslachtig geregeld. De heer VAN LAMSWEERDE critiseerde het verdrag bepaaldelijk ten aanzien van de regeling getroffen met betrekking tot die vreemdelingen, die noch de Duitsche, noch de Nederlandsche nationaliteit bezitten. Met die vreemdelingen zonder nationaliteit zullen wij, vreesde spr. voor altijd blijven opgescheept. Beter ware ’t in ieder geval geweest, wanneer voor het verblijf van die personen een bepaalde tijd ware aangenomen. Tegenover de bestrijding van het verdrag, nam de heer RAHUSEN het op verschillende punten in bescherming. Het grootste voordeel achtte hij wel, dat thans als recht is verkregen, wat vroeger als gunst moest worden gevraagd. De MINISTER VAN BUITENLANDSOHE ZAKEN verdedigde het verdrag waarvan hij geen onzekerheid vreesde in de toepassing. De Minister erkende dat de bestaande regeling van uitleiding, waarbij de vreemdelingen eenvoudig over de grenzen worden gebracht, goed heeft gewerkt. Maar die regeling kon van het oogenblik dat daartegen bij Duitschland bezwaren rezen niet gehandhaafd worden. Niet slechts Duitschland, maar ook andere landen, met name Engeland, houden tegenwoordig zooveel mogelijk vreemdelingen uit het land. Dat wij opgescheept worden met vreemdelingen zonder nationaliteit moge waar zijn, maar dit gevaar dreigt meer van de zeezijde dan van de zijde van Duitschland. Het verdrag werd met algemeene stemmen goedgekeurd en de vergadering verdaagd tot Maandag 29 Januari 81/, uur.
Binnenland.
De financieele onregelmatigheden. Het Nbl. v. Ned. meldt: Naar wij vernemen zal nog deze week jhr. De G. van Hilversum naar het Huis van Bewaring te Amsterdam worden getransporteerd. Zijn lichamelijke toestand laat dit thans toe. Zijn zielstoestand moet echter dermate geschokt zijn, dat hij bij een voorloopig verhoor te
zijnen huize niet alleen geen inlichtingen wist te verstrekken, maar zelfs geen antwoord kon geven op de meeste vragen, die hem werden gedaan. Het onderzoek in deze treurige zaak, dat met groote voortvarendheid door de justitie wordt voortgezet, zal evenwel van langen duur zijn. Het is zeer omvangrijk en moeielijk. Zeer te stade komt echter, dat juist thans de halfjaarlijksche coupon der pandbrieven, als gevolg van het gebeurde, zoo vlug wordt aangeboden. Ieder schijnt haast te maken om deze coupon te verzilveren, ofschoon er natuurlijk geenerlei gevaar voor bestaat. Zoo bekomt men enkele in weken een vrij volledige en juiste opgaaf van de nummers en het aantal der in omloop zijnde pandbrieven, waardoor het mogelijk is een deugdelijke verificatie der boeken te houden. Bij onderzoek door de justitie is gebleken dat jhr. De G. een levensverzekering van f 100,000 had gesloten bij de «Internationale*, die zich had verbonden ook in geval van zelfmoord het verzekerde bedrag uit te keeren. De geruchten, dat er een tweede groote verzekering kort voor zijn arrestatie door jhr. De G. zou zijn aangegaan, zijn onwaar. Goed einde. Onlangs werd gemeld, dat van een dame door een hond, waarmee zij speelde, een stukje uit den neus werd gebeten. Het stukje werd vervangen door een stukje uit haar eigen oor en de wond is geheel hersteld. Geen ongeluk evenwel, of er is een geluk bij, zal de dame kunnen denken, want... ze is thans gehuwd met den eigenaar van den hond 1 De zaak De Geer—De Momigny* Omtrent de Hollandsche Hypotheekbank meldt het jongste Weekblad voor Incourante fondsen o. m. het volgende: De statuten wijzen aan, dat niemand houder mag zijn van meer dan 40 niet volgefourneerde aandeelen, maar vrij algemeen wordt gezegd, dat vele houders van slechts weinig aandeelen, die deze om de hooge dividenden kochten, niet in staat zullen zijn vol te fourneeren. In hoeverre zou er dus een verlies voor de pandbriefhouders kunnen dreigen De statuten der Hollandsche Hypotheekbank geven verder aan dat de pandbrieven bij aflossing van hypotheek k pari in betaling kunnen worden gegeven, waarvan dan ook nu ruimschoots zal worden gebruik gemaakt. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de Bank met de minder goed gedekte hypothecaire vorderingen zal blijven zitten, en dat gevaar is niet denkbeeldig, want het was reeds vroeger bekend , dat de Hollandsche Hypotheekbank gemakkelijk was in het sluiten van hypotheken, wat betreft de waarde van het onderpand. Er loopen ook zeer ernstige geruchten dat verschillende makelaars het zoo nauw niet genomen hebben met hunne taxatiën, en zelfs nog ernstiger geruchten. Het is te hopen dat, indien daarbij grove onregelmatigheden hebben plaats gehad, de taxateurs voor den rechter zullen worden geroepen om zich te verantwoorden. En wanneer werkelijk groote bedragen tegen hooge hypotheken zijn gesloten, dan zal voor de Hollandsche Hypotheekbank niet anders overblijven dan tot liquidatie over te gaan. Ook wordt gezegd, maar daarvan ben ik minder zeker, dat door belanghebbenden reeds f 1,200,000 waar borg is gegeven om surcéance van betaling te voorkomen. Gaat men nu aan het rekenen dan stelt zich de zaak als volgt: een verlies van ƒ2'/2 milhoen staat gelijk met het nog op de aandeelen te storten bedrag, en de prijs der pandbrieven aannemende op 92 pCt. zouden de onderpanden nog ongeveer f 3 millioen minder moeten waard zijn dan er op geleend is. Het een zoowel als het ander kan mee of tegenvallen, maar in ieder geval zouden alle verliezen van welken aard ook , ongeveer f ë1/^ millioen moeten bedragen vóórdat de pandbriefhouders, de pandbrieven berekend op den koers van 92 pCt., verlies zullen lijden en /" o‘/3 millioen is toch een hooge som. Nu wordt ook beweerd dat de ontrouwe directeuren betrokken zouden zijn in vele bouwspeculatiën en bouwgronden, die, hoewel moeielijk dadelijk te realiseeren, toch altijd een zekere waarde moeten hebben. Een eventueel daaruit voortspruitend saldo zal aan de Bank voor hare vorderingen op beide directeuren ten goede komen. Nog meer. Uit Mheer (Limburg) wordt bericht, dat zich in een kasteel aldaar binnenkort Fransche kloosterzusters zullen vestigen. Ze» weken ie vroeg. Gisteren meldde zich aan de Cadettenschool te Alkmaar als deserteur aan iemand die ongeveer 12 jaren geleden zijn corps zonder ontslagbewijs verlaten had ; al dien tijd hield hij zich in den vreemde op. Had hij met zich aan te melden zes weken gewacht, dan was zijn desertie — ’t was dan 12 jaar geleden dat, hij zich verwijderd had — verjaard ge. weest, en had hij zich zonder gevaar weer in het land kunnen ophouden. Denkende dat desertie eerst na 20 in plaats van 12 jaren verjaart en er belang bij hebbende zich weer in Nederland op te houden, was hij er toe 'overgegaan zich aan te melden. Hedenmorgen is hij naar zijn voormalig garnizoen, Leeuwarden, overgebracht om aldaar voor den krijgsraad terecht te staan. (Alkm. Cf.) De aaidscliok. Tot aanvulling van het bericht van Maandagavond uit Harderwijk, kan nog gemeld worden, dat de aardschok, die een paar seconden duurde, niet alleen daar, maar ook in de buurt van ’s Heerenloo, Ermeloo, Hulshorst — alle plaatsen op een afstand van één of twee uur van Harderwijk — is gevoeld. Visschers, die uit zee zijn teruggekeerd, deelen mee, dat ook zij den schok aan boord hebben waargenomen. Hagel. Dinsdag, den negentienden winterdag, ontlastte zich boven Westelijk Zuid Beveland een hevige onweersbui. Omstreeks zes uren ’s avonds hagelde het dal het er wit van zag en kort daarop verlichtte de bliksem de lucht,
waarop onmiddellijk een harde donderslag volgde. De bui trok naar ’t Zuiden en liet , nog vele keeren, door herhaald lichten en donderen, zich waarnemen. ; Het licht was ook te Middelburg waar te s nemen. (Midi, Cf.) i Een dnidelijke brief. * Men zendt uit Alkmaar den volgenden brief ’ aan Uet Vaderland.-. Me eer ik sou cel graag wildere en stee bij 1 de Peliesie wille ewen ik eb u eldere e oord dat ie me eer weldere de luij elpt dat ik ) sainde ik zei ook eres kijke of ie me ook iet i bij de egente ken perakterieseeren ik eb overal * e weest in lerrewick in grimsbie in de baai in alle groote statte en sleede ik eb angde voor twee ik ben van de duwel iet bang ik eb maar twie keer in et tuchuis e zeete voor 1 niets makker ik had nies e deen die lazeres 1 greep me voor een angd elm ik ben eering i visser en dartig jaar oud mijn naam is aalle■ werd... ik ween op de glaze berg de twiede • beweste onze lieve eer. Ziet ie dat is me bier’ man ien Vriend allewerd. i Poppenkastje redivivns. Door de groote geheimzinnigheid, waarmede in den Jordaan te Amsterdam het geval-Pop! penkastje behandeld werd, is de berichtgever ■ van de Tel. op een dwaalspoor gebracht. Het I blijkt nu, dat in den Jordaan een ander, minder bekend straattype is overleden. Wat den echten Poppenkast betreft, deze ! ligt in het Binnengasthuis te Amsterdam. Zijn 1 toestand is ernstig. De geruchten over een in zijn bezit zich bevindend vrij groot vermogen loopen echter nog hardnekkig. ; Aan De Courant wordt gemeld, dat Poppen} kastje hersteld uit het Binnengasthuis te Amsterdam is ontslagen. Een gewoon dineetje. - De »Bossche Cf.» meldt: Een stadgenoot, caféhouder, ontving gister 1 den volgenden brief: Mijnheer. De voetbalclub wil tweemaal in de week bij U komen dineeren. Ik ben President daarvan, en weet dat uwe vrouw goed kan koken. Zoo hebben wij besloten met 10 voetballers, na afloop van den strijd, bij U boven te komen dineeren. U begrijpt allen goede gebruikers; na . twee of drie uren voetballen krijgt men honger , en toch willen wij een gewoon dineetje . hebben. Hoe meer personen des te minder in prijs, dit weet U. , Ik zal U het Menu opgeven, hetwelk zeer ! eenvoudig moet zijn naar mate de prijzen. Wij willen als volgt dineeren, zonder omslag i van heerenbedienden, maar eenvoudig weg, zonder complimenten en ter goeder trouw, 1 gezellig onder elkander, en het verlangde 1 menu is als volgt: No. 1. Soep (bouillon met ballen). » 2. 2 vleezeD, biefstuk en kalfscotelet. : » 3. 2 groenten uit de bussen, doperwten en asperges. » 4. 5 kippen goed vet met appelmoes. » 5. 1 halve fleseh wijn per man. » 6. Chinaasappelen. » 7. Eenige trossen druiven. 1 » 8. Zoete amandelen. » 9. Pudding chocolaad of rhum of zoo iets. Dit is een gewoon dineetje en hebben onder elkander besloten, daar wij 10 in getal zijn en het dan heel wat minder is, te betalen 60 ct. per man ofschoon men eerst zeide 50. Nu je kunt er rijk mede uit, want wij komen 2 maal in de week. Ik kom Zaterdag van de volgende week reeds het diner betalen, maar ’s morgens moet ge de kippen halen, ik kom nog eerst aan, laat de kippen maar staan tot morgenavond vier, vijf, zes, dan vertel ik u de rest. De President. Kinder wellen. Naar wij vernemen, heelt de officier van : justitie te Zwolle de 12-jarige A. M. J. R., daar ter stede in een slaapstede verblijvende, in verband met het slechte levensgedrag harer ouders, aan de macht van dezen onttrokken en toevertrouwd aan de zorg van den voogdijraad te Zwolle. (Zw. Ct.) Gen goede vangst. Gisterenavond halftwaalf werd door een bewoner der Korte Breestraat te Dordrecht aan het hoofdbureau van politie aldaar mededeeiing gedaan, dat hij ongeveer een uur te voren had gezien, dat twee verdacht uitziende personen zich van tijd tot tijd in die straat verdekt opstelden en een hunner tot driemaal toe op de stoep der rijwielbergplaats van den handelaar D. aan die straat had gestaan met de handen op den rug, als poogde hij de deur met behulp van een valscheu sleutel te openen, terwijl de andere blijkbaar op den uitkijk stond. Waarschijnlijk hadden zij op een gegeven , oogenblik onraad bemerkt, althans zonder iets te verlichten, hadden zij zich verwijderd. De - berichtgever had goed uit de oogen gekeken, ! want hij kon een vrij volledig signalement i van het tweetal geven. De politie stelde terstond een klopjacht in, ■ zoowel te voet als per rijwiel, en weldra bleek haar, dat het tweetal na kwart vóór 11 intrek had genomen in het logement van D. aan de Wijnstraat te Dordrecht, waar beiden zich op • één kamer hadden ter ruste begeven. Met 1 deze mededeeiing stelde de politie zich echter niet tevreden, maar zij trad de slaapkamer binnen, waar zij de beide mannen op één bed , vond liggen. Hunne bovenkleeren, die in de : kamer werden gevonden, kwamen geheel mei het opgegeven signalement overeen, reden waarom zij werden uitgenoodigd zich te Ideeden en meegenomen naar het hoofdbureau. Daar aangekomen, bleek dat zij in het bezit waren van eenige inbrekerswerktuigen, eenige scherpe patronen en een fietslantaren, voldoende reden dus om aan te nemen, dat men te doen had met een paar gevaarlijke sujetten en een verder onderzoek in te stellen in hun laatste verblijfplaats. Onder de matras van hun bed werden daar verborgen gevonden een met i
scherp geladen zesloops revolver en een groot aantal inbrekerswerktuigen, zooals loopers, afen uitgevijlde sleutels, een paar tangen, vijlen een koubeitel en meer van dien aard, welke voorwerpen natuurlijk in beslag genomen werden. Nader ondervraagd, gaf de een op, van beroep zeeman te zijn en te Vlissingen thuis te behooren ; de andere zeide harmonicaspeler en te Amsterdam woonachtig te zijn. Beiden beweerden op weg te zijn naar Antwerpen om daar op een zeeschip dienst te nemen. Nadat hun gelegenheid was gegeven om aan het bureau te overnachten, werd heden een nader onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat de eerste een valschen naam had opgegeven, zoodat nadere maatregelen werden genomen om zijn identiteit vast te stellen. Inmiddels werd het tweetal hedenmiddag geboeid en onder behoorlijk geleide per spoor naar Rotterdam gebracht om daar aan de recherche te worden vertoond, met het oog op de mogelijkheid, dat zij betrokken zijn bij de verschillende diefstallen, in den nacht van 4 op 5 dezer te Rhoon gepleegd. Hedenavond werden zij te Dordrecht terugverwacht, om morgen ter beschikking van de justitie te worden gesteld. Onderwijl zette de politie haar onderzoek voort en bleek, dat een der gearresteerden, zooals hij had opgegeven, te Amsterdam thuis behoorde en daar reeds met de justitie had kennis gemaakt. O. a. is hij in het laatst van 1901 daar veroordeeld tot 2‘/2 jaar gevangenisstraf, ter zake van opzettelijk behulpzaam zijn bij eene poging tot diefstal met behulp van valsche sleutels. De andere is gebleken niet te Vlissingen, maar te Haarlem thuis te behooren en door de justitie te worden gezocht, aangezien hij in Mei 1904 door de rechtbank aldaar bij verstek werd veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf ter zake van diefstal door twee of meer vereenigde personen met behulp van braak en inklimming. Gedurende den tijd dat hij zich aan de handen der justitie wist te onttrekken, heeft hij zich opnieuw aan diefstal schuldig gemaakt. O. a. werd in Maart van het vorige jaar door dezelfde rechtbank een bevel tot aanhouding en gevangenneming tegen hem uitgevaardigd, ten einde voor een dergelijk misdrijf terecht te staan. De politie heeft dus wel _ een hoogst gewichtige vangst gedaan. (D. Cf.) Staatspensioen. In den Bond voor Staatspensioneering is sinds eenigen tijd bij een aantal leden eene strooming merkbaar, om niet meer stal vast te houden aan het hoof ibeginsel van den Bond, om n.1. te trachten tot stand te doen komen een wet, waarbij alle Nederlanders, zoo mannen als vrouwen, recht wordt toegekend op een gelijk staatspensioen zonder voorafgaande premiebetaling. Die leden, van meening, dat wegens de groote kosten bereiking van dat doel vooralsnog niet te verwachten is, wenschten vrijheid te krijgen om overgangsstelsels te própageeren, waarbij veel minder van de staatskas zou gevergd worden en dus de kans van slagen Zou toenemen. In dien geest is, nadat reeds op de vorige jaarvergadering lang over de zaak gesproken werd, nu door de heeren W. Boekenoogen te Schagen, H. Freisser te Krommenie en D. Boswijk te Arnhem een voorstel aan den Bond gedaan. Kan deze hun stelsel als overgangsstelsel beschouwen en propaganda daar voor toelaten, dan zal scheuring voorkomen worden. Het hoofdbestuur van den Bond meent echter, dat het stelsel van genoemde heeren, waarbij aangenomen wordt, dat het staatspensioen van ƒ2.50 per week en per persoon, met het eigen inkomen vereenigd, n et meer zal mogen bedragen dan f 5 per week, geen overgangsstelsel is, en dat het ondanks het beweren der drie heeren groote kosten in de uitvoering zal meebrengen, terwijl het pensioen dan het karakter van bedeeling krijgt. Het prea-adviseert daarom, het voor kennisgeving aan te nemen en de afdeelingen en propagandisten aan te sporen tot volharding, omdat het hinken op twee gedachten moet uitloopen op verzwakking van kracht. Piedlkam-Kainarliil. Men leest in de Kroniek van dr. Bronsveld in de Stemmen voor Waarheid en vrede: De vraag, of door een wettelijke bepaling het lidmaatschap van de Tweede Kamer voor onvereenigbaar moet worden verklaard met het waarnemen van de Evangeliebediening, is door de Synode der Ned. Herv. Kerk ernstig overwogen. Tal van adressen, deze materie betreffende, waren door kerke!ijke personen en corporaties en door particulieren ingediend. Harde (niet te harde) dingen zijn gezegd aan ’t adres van predikant-Kamerieden. Mij dunkt dat daarmeê een zonderling contrast wordt gevormd door een predikant (dr. Br. doelt hier op dr. De Visser) die 8 jaar lid is geweest van de Kamer, al zijn best heeft gedaan om nog eens voor 4 jaar gekozen te worden — en die zijn acht jaren als Kamerlid voor volle dienstjaren meetelt als predikant. Met een zilveren jubilé als Evangeliedienaar had 8 jaren gewacht moeten worden. En als ook een gemeente dat over het hoofd schijnt te zien, dan blijkt daaiuit, hoe gebrek aan besef van plicht en nauwgezetheid in de vervulling van het ambt in breede kringen is doorgèdrongen. Bewust of onbewust wordt door dat ondoordachte huldigen en mede jubelen de verwaarlozing van de allereerste plichten aangemoedigd. De Synoce heeft voorloopig aangenomen een nieuwe tweede alinea op te nemen in art. 3 van het reglement voor de kerkeraden, al dus luidende: »Het lidmaatschap van eene van de Kamers der volksvertegenwoordiging zoowel als dat van de Provinciale Staten is met het ambt van Evangeliedienaar onvereenigbaar. Alleen de heeren Van uisj en Griffijn hebben er tegen gestemd. Deze bepaling zal echter geen terugwerkende kracht hebben, Rustende schutterij. Bij kon. besluit van 28 December 1905 (Staatsbl. no. 360) zijn met de rustende schutterij gelijk gesteld de dienstdoende schutterijen in de gemeenten Haarlem, Helder, Zaandam, Hoorn, VlissiDgen en Amersfoort.
Nevelig Nederland. Het oudste Fransche Kamerlid, de bekende royalist uit de Vendée, Paul Bourgeois, die, ouder gewoonte, de zittingen der Fransche Kamer opende, zeide in zijn openingsrede over ons land : »Met u allen begroet ik den Tempel des vredes, opgericht met medewerking van allen, die van goeden wille zijn, te ’s Gravenhage, in het zoo werkzame, zoo rijke, zoo intelligente, maar ietwat nevelige Nederland. Moge hij, gelukkiger dan de tempel van Janus in het oude Rome, nooit zijn deuren openen voor de apostelen en ijveraars voor den oorlog!» .. Terecht. Het meisje, dat te Haarlem vermist werd, is gisteravond door bemiddeling der politie te Amsterdam, waar ze zwervend was aangetroffen, thuis gebracht. Het scheen dat vrees voor straf haar tot dezen zwerftocht had geleid. Gevecht. Met 1 Januari is te Kaatsheuvel een brigade marechaussee gestationneerd en zeer spoedig heeft deze ernstig moeten optreden bij een vechtpartij in ’t hotel Wildeman. De vechtenden en andere koffiehuis bezoekers keerden zich tegen de marechaussees; een 14 tal personen vielen hen aan, zoodat zij zich ten slotte genoodzaakt zagen de sabels te trekken en er op los te slaan, waarbij eenige personen meer of minder ernstige kwetsuren bekwamen. Toch bleef men doorvechten, tot de politie ten slotte dreigde te schieten; stoen sloof de bende uiteen. Niet zoo bedoeld. De Noord-Brdbanter geeft den volgenden aan hef van een vergadering-verslag: «In de vergadering van de afd. ’s-Hertogenbosch der N.-B. Mij. van Landbouw, Woensdagavond gehouden, bleek, ofschoon de penningmeester afwezig was, dat ruim f 1800 in kas was.” Knoeierij met boter en kaas. In de vergadering der Kamer van Koophandel te Haarlem kwam ter tafel het schriftelijk rapport der commissie omtrent het adies van de vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in den boter- en kaashandel. Overeenkomstig het praeadvies werd besloten te schrijven aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, dat de Kamer zich met inhoud en strekking van het adres der vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in den boter en kaashandel gevestigd te Rotterdam, om te willen bevorderen dat een wet worde ip het leven geroepen, waarbij o. a. wordt bepaald, dat het verboden is, kaas in Nederland te maken, te verhandelen, in voorraad te hebben, te vervoeren en in of uit te voeren, waarin andere bestanddeelen dan van melk afkomstig, voorkomen, volkomen kan vereenigen. Zij houdt zich toch overtuigd, dat met het oog op dezen belangrijken tak der Nederlandsche Nijverheid en den grooten omvang van den daarin gedreven exporthandel, het dringend noodig is, dat een einde worde gemaakt aan de vele knoeierijen, welke er, vooral op het gebied van den kaashandel, tot hiertoe voorkwamen, en waarin alleen door een te maken wet zal kunnen worden voorzien, met opvolging van de zeer practische wenken, in het adres aangegeven.
Een Generaalsdochter
DOOR J. N. POTAPENKO. 14 En, ik moet je zeggen, ik vind dat hij inderdaad niet dom is, volstrekt niet.” » «Zoo 1” ” zei Marie, met geveinsde onverschilligheid. «Neen; hij is mij erg meegevallen. Ik vind hem bepaald geestig. En dan was er nog een mensch. Hij heet Seetoegin en is werkzaam bij de belastingen. Een knappe, mooie jongen, met groole blauwe oogen, even als Liaski. Je herinnert je toch Liaski wel P Ik dacht terstond aan dezen, toen ik Soetoegin zag.” » j>IJ is toch gansch en al onverbeterlijk,”” merkte Marie met een glimlach op. «Nu, wat kan ik eraan doen P Wij hebben genoeg geleden, denk ik. Mag ik mij niet een weinig verstrooien P” » «Ja, ziet a, mama, ik denk er zoo over: aan ieder mensch wordt door het lot een zeker aandeel in genoegen en vreugde toegewezen Sommigen gaan daarmede zuinig om en doen er hun gansche leven mee. Anderen daarentegen zijn er zoo roekeloos mee, dat reeds alle vreugd verbruikt is, als zij nog het grootste gedeelte van hun leven voor zich hebben. Het komt mij voor dat wij met onzen voorraad even kwistig hebben omgegaau. Als ons daarvan nog iets is overgebleven , dan is het toch zeker zeer onbeduidend.” ” «Vertel mij toch eens waar je die wijsheid vandaan haalt,” zei ZinaïJo verwonderd.
» »0, dat wil ik u wel zeggen: van de vorige onderwijzeres, Claudia Antonowna.” ” Zi; aïda zette groote oogen op. De zachte en rustige toon, waarop hare dochter sprak, scheen haar reeds ongewoon genoeg; maar de herinnering aan de vorige onderwijzeres, wier naam Marie niet kon hooren, zonder |in woede te ontsteken verbaasde baar ten hoogste. «Hoe zoo ?” vroeg ze. i «Ziet u dit cahier ? Dat is haar dagboek. Ik ben bezig het te lezen.” ” üWel, wel! En heb je daarin die gedachte gevonden ?” was de naïve vraag der moeder. » «Neen , deze gedachte niet; die heb ik uit mijzelve. Ziet u, ik ben vandaag, misschien voor het eerst in mijn leven, tot nadenken gekomen. Tot heden beb ik slechts van indrukken geleefd ; maar nu ben ik gaan nadenken en ik heb bespeurd dat ik toch zoo dom niet ben ; dat stelt mij eenigszins gerust. Zoudt u het ook uiet eens willen beproeven ?” ” «Welk een dwaasheid 1 Wat moet ik beproeven ? Het leven is toch al vervelend genoeg. Waarom zou ik mij bovendien nog met nadenken afeloven P” Marie glimlachte en keek hare moeder nog eens aan. Hoe juist had deze geheel haar bestaan met die woorden geteekend ? Want inderdaad, zij had haar leven lang nooit over iets ernstig gedacht. Zij had er nooit toe kannen komen. Denken beteekende voor haar hetzelfde als zich vermoeien, zich kwellen, en dat had zij altijd geschuwd. Zij had geleefd zooa's het haar goeddaeht. Het vermaak had haar aangetrokken en zij had die neiging gevolgd zonder daarbij zelfzuchtig en bros te wezen„ Hadde het van haar afgehangen, de geheele wereld zou zich evenzoo vermaakt hebben, als zij. «Kan men zoo iemand hiervan een verwijt maken?” vroeg Marie zich af. Maar — hij !
Bij de herinnering aan haren vader, aan den man die haar leven en haar geluk in handen had gehad en die met eenzelfde revolverschot zijn leven en haar geluk had vernietigd, trokken hare wenkbrauwen zich samen en verschenen op haar voorhoofd twee diepe rimpels, zooals in den laatsten tijd meermalen gebeurd was. Hoe ! Had hij niet geweten wat hij deed P hij, een praetisch man, die het leven en de menschen zoo goed kende. Hij had altijd het volste vertrouwen genoten en den roep gehad een ervaren man van zaken te zijn. Had hij niet moeten vooorzien welke gevolgen zijne daad zou hebben voor vrouw en dochter ? Ach, ware zij maar in staat deze geheele geschiedenis te ontwarren 1 Later misschien, als zij daartoe meer gegevens had. Zinaïda was nog bezig zich te ontkleeden Het was omstreeks 11 uur en Marie, die het voornemen had, in haar bed het lezen voort te zetten, begon zich insgelijks te ontkleeden. Plotseling echter beving haar de lust met hare moeder een gesprek aan te knoopen, Twee uren geleden zou haar dit niet in de gedachte zijn gekomen. Zelve had zij, tot nu toe, elke woordenwisseling over bet gebeulde van den laatsten tijd vermeden, en wanneer hare moeder er over begon te spreken, had zij, door een boozen uitval, haar den lust benomen het gesprek voort te zetten. Nu echter begon zij in eenige vragen belang te stellen en wenschte daarover ingelicht te worden. »Zeg eens, mama,” zoo begon zij, op eenvoudigen rustigen toon, terwijl zij voortging zich te ontkleeden , «hebt u nooit vermoed wat er gebeuren zou, nooit verwacht hetgeen gebeurd is’?” » »Wat bedoel je met die vraag ?”” zei Z:naïda verschrikt; zij dacht dat Marie een loopje met haar wilde nemen. ïOeh, de zaak interesseert mij nu alsof... hoe zal ik zeggen P.... alsof zij een ander betrof.
Is de gedachte, dat zoo iets gebeuren kon, nooit in u opgekomen ?” » «Nooit!”” zei Zinaïla, op den toon der innigste overtuiging. » «Ik moet je zeggen dat ik ook nu nog soms, als ik ’s morgens de oogen opsla, aan de werkelijkheid twijfel en mij afvraag of het niet slechts een droom is. Neen , nooit zal ik mij eraan kunnen gewennen; nooit had ik zoo iets verwacht.” ” »En waart ge met papa’s zaken geheel onbekend ?” De moeder sidderde bij deze wooiden. Marie had haren vader nooit meer genoemd en, als hare moeder toevallig zijn naam noemde . de kamer verlaten. » »Zijne zaken?”” bracht zij uit, met flauwe stem; , sik wist er bijna niets van. Heer in den hemel, waarom herinner je mij daaraan ?” 9lk zeg u immers, mama, dat ik de zaak bespreek , alsof ze mij in het geheel niet aanging. Op dit oogenblik is er niets in mijn gemoed, dat naar boosheid zweemt. Das u wist er niets van, dat hij het kapitaal, door grootmama nagelaten, heeft verkwist.” Zinaïda liet een licht, onderdrukt kreunen hooren en zeide daarna, nauwelijks hoorbaar met gebroken stem : 9 ïlk heb het niet geweten.” Op denzelfden gelijk matigen, onveranderlijken, ijzigen toon ging Marie voort: »Maar herinnert ge u niet hoe a eens met hem in zijn kabinet over zaken spraakt en u tot hem zeidet: » 9llebt ge daartoe besloten? Dat is niet van ons.” ” Toen heeft hij nog gezegd dat hij eene zekere combinatie op het oog had en dat dit zijn voorlaatste kans was. Wat beteekende dat?” Met den uitroep: » »Mijn God, mijn God 1” ” barstte Zinaïda in tranen uit. en bedekte het gelaat I met de handen. , «Hoe kunt ge mij toch zoo
kwellen en martelen en het hart verscheuren ( snikte zij. 9 «Je wilt dat ik het je zeggen zal; welnu dan: hij heeft mij toen over grootmama gesproken, dat wil zeggen over uw kapitaal: ik wist dat hij dit zou aantasten, maar kon ik hem beletten....”” Marie begon luidkeels te lachen; haar lach klonk echter niet sarcastisch, maar veeleer geruststellend. «Waarom weent u, mama P ’ zei ze. «Denkt u dat ik het gemis van dat geld betreur ? Dat is nu eenmaal weg. Als ik iets betreur dan ia het dat het niet heeft kunnen strekken om hem te redden... Maar hoe dat zij, mama, ik herhaal het: u is onverbeterlijk. Wij zijn beiden ongelukkig; ik het meest, omdat u een groot gedeelte van uw leven reeds achter u hebt en ik nog aan het begin sta Maar waarom is u niet oprecht ? Waarom beliegt ge mij ? Dit krenkt mij meer dan al het andere. Alles is voorbij; het verledene keert nimmer voor ons terug en toch wilt u tegenover mij uw prestige bewaren. Dat is niet goed. Er is maar één middel om ons met elkander te verzoenen en dat is de waarheid, niets dan de waarheid.” Zinaïda droogde hare tranen af. Deze toon was nieuw voor haar evenals de kalmte, waarmede Marie sprak over onderwerpen, die haar vroeger buiten zich zelve zouden hebben gebracht van verbolgenheid. Langzaam maakte zij haar nachtleger op de kachelbank gereed. Deze slaapplaats was haar een oorzaak van kwelling. Sedert eenige dagen was de koude ingevallen, zoodat de kachel gestookt moest worden. De kachelbank werd dan natuurlijk, warm en Zinaïda had, als zij zich daarop te ruste had gelegd , van de warmte veel te lijden, ( Wnr/U vervnle/J )
Advertentie
IPUP* Heclames betreffende de bezorging dezer Courant, gelieve men t'jdig op te geven aan ons bureau, Groote ülarkt 35.
jy Veranderingen in advertentiën gelieve men steeds op den dag der uit* gave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan.