SPORTROMAN DOOK W. MEIJER—FÖRSTER 26 Een tijdlang bleef Marie onbewegelijk in de corridor staan. Ze hoorde bem de trap afgaan, de voordeur toetrekken , maar ook dan nog bewoog zij zieb niet. Zoo stond ze telkenmale als Albreobt heeDgiDg, precies alsof hij er nog was en haar het een of ander vragen kon. Eerst heel langzaam week de betoovering. Ze bewoonde nog steeds hetzelfde kleine huis j het zag er van buiten nog wat bouwvalliger uit en van binnen wat vervelender , tapijten en gordijnen waren nog fletsoher van kleur geworden. Marie keerde terug naar de huiskamer waar aan het eene raam haar moeder zat, apathisch als altijd, de handen gevouwen op haar schoot en het gerimpelde, verwelkte gelaat naar de straat gekeerd. De vijf verloopen jaren waren haar voorbij gegaan zonder haar tot belangstelling of leven te wekken; ze bemerkte nauwelijks dat Joseph weg was. Ook de geldzorgen die een paar jaar geleden plotseling waren opgedoken, toen trots de grootste zuinigheid het kleine kapitaaltje teloorging, bad Marie alleen gedragen. Er was destijds sprake van dat ze het oude huis vaarwel zouden zeggen en verhuizen naar een kleine stad in den Harz, maar Albrecht verzette zich met alle kracht tegen dat plan. Marie had geweigerd zijn hulp aan te nemen, tenslotte echter had hij haar weten te omreden.
Zij ging aan het andere raam zitten en nam haar naaiwerk ter hand. Zoo dikwijls de oude vrouw iemand over straat zag gaan dien ze kende, noemde ze zijn naam. «Daar gaat Goszler,” «Daar gaat Johanna Frerichs.” Vaak verliepen er uren zonder dat ze een bekend gezicht zag , kwam er dan eindelijk iemand voorbij wiens naam ze wist dan getuigde haar toon niet van verrassing of blijdschap, maar met dezelfde doffe klanklooze stem klonk het: «Daar gaat de overste.” Verder kwam geen woord over haar lippen. De enkele kennissen die haar bezochten, verheugd en verbaasd over dit levensteeken der oude vrouw, poogden steeds door op het onderwerp in te gaan haar aandacht te trekken «Johanna Frerichs heeft kort geleden haar man verloren” — of «de overste zal spoedig naar Berlijn overgeplaatst worden,” — en meer dergelijke dingen , tevergeefs echter, de arme zieke vrouw luisterde er niet naar, deed niet eens de moeite op te kijken. Er waren oude heeren, vroegere kameraden van haar echtgenoot die altijd naar boven keken en groetten zonder ooit door haar te worden teruggegroet. Anderen, een zekeren afschrik koesterend, maakten een omweg om aan de aandacht der starre oogen te ontgaan. Waarschijnlijk. wisten ze niet dat ze hiermede der oude, gebroken vrouw haar eenige vreugde onthielden, zij bet dan ook een stille, onbeteekenende vreugde. «Daar gaat Lydia.” Marie keek naar buiten. Ja, daar ging Lydia met haar man en kind. Lydia die een kleine , onbeduidende bakvisch was, toen Marie’s engagement met Joseph Heidenstamm bekend gemaakt werd. Het portret lag voor haar op haar werktafeltje. Op het mahoniehouten blad van het ouderwetsche meubel, tusschen een pak breikatoen en een stapel
verstelgoed maakte de blanke, Amerikaansche, photographie in het langwerpig imperiaal formaat een vreemde vertooning. Een betooverend gezichtje, beeldschoon, met schitterende, lachende oogen, de volle lippen even geopend alsof ze met iemand sprak die tegenover haar stond. Misschien met Joseph. Geen ernstig, strak gezicht zooals de jonge dames trekken die zich — als het bespaarde zakgeld toereikend is — eens in de paar jaar laten pbotografeeren , maar een vroolijke, schelmsehe uitdrukking, een glimlach die zich geen oogenblik bekommert om de woorden van den photograaf. In flink, groot, schuin handschrift stond van onder, half in het portret zelf geschreven i «Jane Belmont.” Joseph geëngageerd, de laatste acte van de tragedie. Nu kon het scherm vallen, Hoe langer ze de photo bekeek, hoe stiller het in haar hart werd. Sinds jaren had ze niet meer van Joseph gehoord, wellicht was hij overleden. Zijn laatste Ibrief aan haar was van Hambntg gedateerd op denzelfden dag , dat hij van Duitscbland afscheid nam. «Je bent vrij Marie, je zult nooit meer van me ihooren, Marie. Denk maar dat ik dood ben.” Als hij een heel enkelen keer aan Albrecht schreef, hoorde ze nog wel eens van hem. Wellicht had ze, zichzelf onbewust, in haar gebroken hart nog een flauwe hoop gekoesterd, zich vastgeklemd aan bet verleidelijke droombeeld dat den een of anderen dag Joseph zou terugkomen als een der velen, die ginds hun geluk hebben gemaakt en nu als de prins uit het sprookje alles .ten goede keeit. Een bittere glimlach trilde om haar lippen. Ja, j Joseph had werkelijk zijn geluk gemaakt. Nog steeds tuurde ze op het portret. Een goede ruil, zoo waar, de mooie, schitterende Amer.ikaansche voor een oud, verwelkt meisje I
Marie had zich goed gehouden toen drie weken geleden Albrecht den brief medebracht, waarin Joseph meldde dat hij geëngageerd was met een juffrouw Belmont, een der rijkste meisjes van Boston. «Het is voor hem het beste,” zeide Albrecht, «de eenige uitweg die hem nog bleef.” Met strakke oogen had Marie toegestemd. ,Ja, het beste.” In de diepe stilte van den nacht was echter een gevoel van vertwijfeling over haar gekomen, een folterend, hartverscheurend wee een laatste afscheid van hoop en geluk. Maar toen ook had ze haar leed leeren beheerseben. «Hij had geleden als niet een, bij was ten gronde gericht als niet een, eindelijk bood zich de gelegenheid aan zich weer op te richten. God zegene je, Joseph; God bescherme je, Joseph; vaarwel Joseph!” Maar dit portret reet opnieuw de wonden open. Ze had vrede gevonden bij de voorstelling dat Josephs verloofde een dame van dubieusen leeftijd was, die met baar geld den geruïneerden officier gekocht had. Menschelijke harten zijn niet te peilen. Ze kunnen veel en diep leed verdragen, maar ze krimpen ineen met onverdragelijke smart bij het beroeren van een schijnbaar onbeduidende plek, die der ijdelheid. Ze bad Joseph alles vergeven, ook het laatste en zwaarste, dat haar en den geliefden man voor eeuwig van elkaar scheidde ; ze had voor bem en zijn geluk gebeden — m ar dit beeld deed alles vergeten, scheurde alle vergeven en bidden in stukken. Hij nam de Amerikaansche omdat ze jong was en mooi en bekoorlijk; hij stelde zieb niet tevreden met geld , bij zocht ook nieuwe liefde ! Arm, ijdel, gewond hart! Ze had voor zijn geluk gebeden maar voor een geluk met beperking, i een geluk naast een vrouw wier jeugd in het verre verleden lag, een treurig, armzalig geluk. En
dien nacht toen ze voor hem had gebeden. was ze trotsch geweest op zichzelf, trotsch op de zedelijke kracht , die alles vergeeft en vurige kolen stapelt op het hoofd van den ander. Aldoor lachte juffrouw Jane’s beeld haar toe. Met oogen vol haat en vertwijfeling boog Marie zich over bet portret, maar de schoone Amerikaansche bleef guitig en onbekommerd lachen. En ze waren immers mijlen van elkaar, gescheiden door den Oceaan ! Marie droomde met open oogen. Nu, op hetzelfde uur zag ze Joseph naast zijn bekoorlijke verliefde zitten, die hem dwong haar over zijn verleden te vertellen. «Vertel me, Joseph, van vroeger, van Duitschiand, van je zegepralen op de renbaan, van de Duitsche officieren. Zijn ze allen zoo mooi en slank als jij? Ja? En ook van je vorig meisje. Hoe heet ze ook ? Ja, Marie. Een leelijke naam. Was ze mooi? Mooier dan ik? Neen, ze was niet mooier dan ik, wel ? En bovendien nu is ze oud. Hoe oud? Reken eens na, Joseph. Vier en twintig? Groote Hemel! En ik beu achttien 1 Ik ben jong en mooi. Sla je armen om me been Joseph! Geef me een kus Joseph!’ Met een kreet sprong Marie op van haar stoel. «Marie! — Kiud ! —” De oude vrouw staarde haar aan met ontstelden blik en herhaalde afgebroken : «Marie — kind — wat — heb — je?” Marie trok met beide handen haai golvende haren over slapen en voorhoofd. Opgeschrikt door de angstige oogen van haar moeder , haalde ze diep adem «Niets, mama, niets, het is maar — het is niets, mama , niets.” {Wordt vervolgd).
"HORDENREN". "Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001
Zij die zich met 1 A pril p deze Courant abon-
neeren , ontvangen de nog verschijnende nummers GRATIS.
Keclantes betreffende de bezorging dezer < ourant,
gelieve men tjdig op te geven aan ons bureau, Groote ^iarkt 35.
Veranderingen in idvertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001
In de Relitiache liMiiierzittinjp van gisteren heeft het noofd van het kabinet voor den waterstaat alle verantwoordelijkheid afgewezen voor de jongste overstroommgen \n het land. Hij gal als zijn meening te kennen, dat de eerste hulp moet worden ver eend dooi de organisaties, die het dichtst bij de geteisterde streek liggen, d w.z de liefdadigheidsinstellingen eD de gemeenten. Blijkt die hulp ontoereikend te zijn, dan' zal de regeermg later bijspringen. Een aantal afgevaardigden laakten de regeering, wijl ze sommige waterwegen niet heeft verbeterd en dienden een wetsontwerp in, strekkende om voor de overstroomde streken een crediet van 3 millioen francs te openen. Dit voorstel werd tot nader onderzoek naar de commissies verzonden. Het ministerie-Sarrien heeft zich la de Framche Hamer voorgesteld; de eerste indruk was met ongunstig en de motie van vertrouwen in het kabinet, door Flandin voorgesteld, werd met 305 tegen 197 stemmen aangenomen. De republikeinsche pers is eveneens nog al ingenomen met het kabinet en het regeeringspr ogram; de rechterzijde en haar organen daarentegen trekken op zeer heftige manier tegen het kabinet te velde Van de afkeurende critieken trekt al dadelijk da aandacht die van de Répubtique Franqaise, welke schrijft: »Het regeeringsprogram biedt het land den burgeroorlog en de sociale revolutie. Briand heeft onbe schaamde redevoeringen gehouden, die ook een soort Hervéisme ademen.» De Gaulois zegt: «Clemenceau wil God van den troon stooten. Dat hebben ook anderen voor hem beproefd, maar het is hun niet gelukt. Ook hij zal in dien strijd ondergaan.» De Soleil meent: «Het ministerie Clemenceau is een sprong in het duister; en waarschijnlijk zal een ontzettende val daarvan het gevolg zijn. Doch op den dag van dien val zal niet alleen Clemenceau den nek breken, doch de Republiek met hem. Het is nog lang niet onwaarschijnlijk, dat Clemenceau de doodgraver der Republiek wordt,» Ook de andere aanvallen zijn voornamelijk tegen Clemenceau gericht. Judet, de bekende redacteur van de Éclair, haalt zelfs de oude laster-geschiedenis van den neger Norton op, en schrijft: «Nu weten wij wat koning Edward in Parijs kwam doen. Hij wilde zijn agent Clemenceau als minister in Fiankrijk zien optreden.» Van de organen der uiterste linkerzijde is de Humanilé, het blad van Jaurès, zeer slecht over de mimsterirele verklaring te spreken. Vooral het gedeelte der programrede, waarin gezegd wordt dat tot aan de verkiezingen het verbod voor staatsambtenaren om syndicaten te vormen zal gehandhaafd blijven — valt niet in zijn geest. Hij dreigt het kabinet met den tegenstand der socialisten zoo het de vrijheid van vereeniging der staatsambtenaren, die hij siaatsarbeiders noemt, poogt te bepreken. Uit de ministerieele verklaring blijkt niet dat dit het plan is. Zij zegt; de beslissing daarover te willen laten aan de nieuwe kamer Slechts syndicaten van onderwijzers en postambtenaren zullen niet worden belemmerd, maar nieuwe niet worden goedgekeurd. Er schijnt ernstig gevaar te bestaan, dat in eeD gedeelte van het kolenbekken vnn Woord Frankrijk en van Pas-de OaiaiS eer alyemeene mijn werk ers-takmg za> uitbreken Het aantal arbeiders aldaar bedraagt 80 000 man Reeds thans ligt in een aantal mijnen het weik geheel ot gedeeltelijk slil. De arbeiders eischerr, iat de premie va 30 proc. op hun vast salaris z. 1 worden vei noogd tot 40 proc. en dat aan hun syndicaten meer invloed zal worden verleend op den gang van zaken. Verder vorderen zij, dat aan de intjnwei kers-gedeiegeerden, die moeten waken voor de veiligheid hunner kameraden, een grootere machtsbevoegdbeid zal worden toegekend en dat hun zal worden toegestaan 24 maal per maand in de mijn m der te dalen, terwijl de maatschappij hun slechts 12nederdalingen wil vergunnen. De afgevaardigde Basly, president van het mijnwerkers-syndicaat in het departement Pasde Calais, heeft op heden ’t mijnwerkerscongre bijeengeroepen, welke vergadering eerst op 8 April was bepaald. Voortoopig worden in de verschillende plaatsen reeds vergaderingen gehouden ; het aldaar besprokene echter wordt geheim gehouden. Het verzet tegen de inventarisaties duurt in Frankrijk nog steeds voort. Te Coucouran heelt een deel der bevolking zich in de kerk verschans!, de vensters en deuren vervangen door zware balken en levensmidde len voor 25 dagen opgestapeld, zoodat men voorbereid is op een langdurig beleg. Te Salettes heeft men, meenende regeeringsambtenaren voor zich te hebben, vreemdelingen aangehouden en mishandeld; de boomen langs den weg zijn omvergehouwen om er bariikaden van op te werpen, rondom de kerk zijn wolfskuilen gegraven en de opgewonden bevolking schijnt van plan het huis van den ontvanger en de gendarmeriekazei ne te belegeren.
Op nog verschillende andere plaatsen werden de ontvangers en hun geleiders belet zich van hun opdracht te kwijten en werden zij met steenworpen en geweerschoten ontvangen. De correspondent van de Temps te Rome meent te kunnen mededeelen, wie de Frsn■cke bisschoppen en aarlsbi»schoppen zijn, die van paus Pius het verzoek hebben ontvangen ontslag te nemen, hetzij om hun hoogen leeftijd, hetzij om hun politieke gevoelens. Het zijn de bisschoppen en aartsbisschoppen van Morstauban Cambrai, SaintFlour, Cahors en Constantine. De Petersburgsche telegraaf-agenfuur meldt, dat de ministerraad den minister van binnen), zaken opdroeg zijn bijzondere aandacht te wijden aan de verschijnselen, die wijzen op de iKOgeiyklieid van anti Semitische onlusten, opdat daartegen bijtijds kan worden opgetreden. De minister moet de gouverneur-generaal en de gouverneurs aanschrijven maatregelen te nemen om te beletten dat groote jodenvervolgingen plaats grijpen. De Oostenrijksche regeering heeft in een communiqué verklaard, dat ze den Keizer niet zal voorstellen verkiezingen uit te schujven dan in het geval en op het oogenölik, dat een afdoende verbetering in den toestand de noodige waarborgen zal given om te kunnen aannemen, dat de bijeenroeping van de Kamer geen aanleiding zal geven tot een alceheele verstoring van de publieke orde en de vernietiging van bet prestige. In den Dtiifschen Rijksdag kwam in behandeling een voorstel van de he»ren Pachnicke (Fr Ver.) en Muller (Fr. V p j om «den rijks kanselier te verzoeken, te willen bevorderen, dat de beperkingen van het vereenigings recht voor vrouwen in de landswetten voorkomende, door de rijkswet zullen worden opgeheven». Na een uitvoerige discussie werd het voorstel aangenomen met groote meerderheid. In de Spaaosche Hamer schijnt het zoo nu en dan ook warm toe te gaan, De kolonel Primorivera sloeg dezer dagen den afgevaardigde Soriano met de vuist in het gelaat en sloeg hem twee tanden uit. Er volgde groot rumoer en de republikeinen verlieten de zaal. Primorivera zal voor een krijgsraad komen Natuurlijk hebben de beide tegenstanders elkaar getuigen gezonden. Volgens de «Russ. Kur » heeft de commissie van onderzoek in zake de overgave van PortArthur haar werkzaamheden beëindigd. De commissie schijnt tot de conclusie te zijn gekomen, dat generaal v. Siöaset voor den krijgsraad moet worden gebracht, maar eerst zal de toestemming van den Tsaar tot een gerechtelijke vervolging van den generaal worden afgewacht.
"Algemeen Overzicht". "Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001
Onlangs is te Rouen een tooneelbewerking van Flaubert’s Madame Bovary opgevoerd, zonder eenig succes trouwens. Naat aanleiding daarvan publiceert de Amateur d’autographes
een brief van Flaubert, waarin hij verlof tot het dramatiseeren van Madame Bovary wei gerde. «Madame Bovary n’est pas un sujet thé&tral» schreef hij. Te Nemours, waar hij voorstellingen gaf, is overleden de 39-jarige tooneeldirecteur Frédéric de Cliirac, die volgens den Figaro een dergenen geweest is, die zoo hardnekkig mogelijk getracht hebben de tooneelkunst te verlagen. Hij was directeur van het «Théfüre réaliste», dat hij oprichtte niet lang na de Stic ding van het Thé&tre Libre; hij speelde de walgelijkste stukken en had, merkwaardig genoeg, geen succes, zelfs niet toen hij, wegens aantas ing van de goede zeden, 15 maanden gevangenis had gekregen. De ongelukkige stierf terstond na een voorstelling, waarin hij de rol speelde van iemand die aan delirium lijdt. De „Piciwrola”. Een Münchensch blad bevat de volgende voortreffelijke advertentie: »Voor amateur kunstschilders! Niet alleen kan ieder, die geen piano spelen kan, thans pianospelen, doordat hij de «Pianola heeft. Ook hij, die niet schilderen kan, kan thans schilderen, daar de Picturola uitgevonden is! De schilder-piano «Picturola’ is een machine, die alle kleuren van den regenboog in duurzame, fijngewreven preparaten op een pale van toetsen bevat. Over iederen kleur toets zweven twee penseelen, een dik en een dun. Door een prachtige werking van inwendig organisme wordt van het pedaal uit het linnen over de toetsen van het palet op en neer bewogen. Door het stellen van een registrator kan men de kunstrichting bepalen: realisme, impressionisme, plem-air, bruine saus enz. Om het schilderorgel in beweging te brengen worden bordpapierstrooken, geheel ep dezelfde wijze als bij de pianola-strooken met noten, ingeschoven en het schilderen Deemt een aanvang. Om de ihussie volkomen te maken, kan de bespeler van de schilderpiano een bruin fluweelen jas aantrekken en een slappen hoed opzetten. De wedergave van het origineel heeft in het bedriegelijkst facsimile plaats Sehilderstrooken zijn voorhanden van de meest geliefde motieven naar verkiezing: »1. Oudere kunst: Renaissance Dame aan het venster. Kind met hond. Kind met poesje. Kind met boterham, grootmoeders lieveling, grootvaders lieveling, mama’s lieveling enz. »2. Nieuwere kunst: Oude Hollandsche boerinnen op klompen. Oude Holl. boeren op klompen. Jonge Holl. boerinnen op klompen Uitdraagster in serge. Begrafenis van de armen Het doode kind. Ziekenzaal. Operatiezaal Lijkenhuis enz. »3. Nieuwste kunst: Hooischelven in groen en violet. Hooischelven in roze en hemelsblauw. Hooischelven in grijs en oranje. Hooischelven in wit, enz. »De Kunst in het huis zij het devies! Geen groote kosten voor lessen. Ieder is zijn eigen academie professor door de Picturola! Dagelijks in werking te zien in den kunsthandel van Rahmerlmann und Söhne!”
"Welensehappen en Kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001
(.Zitting van gisteren.) De beraadslaging wordt voortgezet over het Arbeidscontract en wel over artikel 1637m bis, betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst.
Hierop zijn amendementen voorgesteld: 1°. door den heer Aalberse, bepalende dat het lid, dat uittreedt uit de vereeniging welke de collectieve overeenkomst sloot, ook na de beëindiging van het lidmaatschap zich moet houden aan de bepalingen der overeenkomst, gedurende den tijd. welke door partijen voor den duur der overeenkomst is vastgesteld; 2’. door den heer Schaper, strekkende: a. om niet te eischen dat de vereeniging, om een collectieve overeenkomst aan te gaan, rechtspersoonlijkheid moet bezitten; b. dat ieder beding, strijdig met de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst, deze nietig maakt en dus voor nietig-verklaring niet eerst — zooals het Regeerii.gsontwerp e scht — de uitspraak van den kantonrechter noodig is op vordering van een der partijen, met uitzondering van den werkgever. De heer VAN NISPEN, op den voorgrond stellende, dat een algeheele regeling van de collectieve overeenkomst inliet arbeidscontract op dit oogenblik geheei onwenschelijk is, bestreed het amen iement-Aalberse als te ingrijpend; spreker is van rneening, dat het regeerings ontwerp ver genoeg gaat door de bloote erkenning van de collectieve overeenkomst. Ook het arnendement-Schaper bestreed spreker en richtte daarbij tol den Minister van Justitie de vraag of, iridien een individueele overeenkomst gesloten is in strijd met de collectieve overeenkomst, de kantonrechter alsdan die individueele. overeenkomst kan vernietigen. Ook de heer VAN IDSINGA betreurt het opnemen in deze wet van het instituut der col ectieve overeenkomst, een nieuwigheid in onze wet, een onvoldragen vrucht, waaraan men de kracht wil geven van een volwassene. Spr. vraagt een duidelijke verklaring, hoe m< n zich voorstelt, dat de leden der vakvereeniging door een coilectief arbeidscontract gebonden zijn, tegenover de vereeniging of tegenover derden. De MINISTER VAN JUSTITIE beaamt, dat van regeling van het collectief arbeidscontract niet sprake kan zijn. Het eenige wat men doen kan, is het collectief arbeidscontract erkennen, Spr. heeft het contract in de wet gedefinieerd. De uitdrukking »van toepassing zijn” heeft spr. voorbedachtelijk veranderd in «gebonden zijn”, wijl de eerste term voor talrijke uitlegging vatbaar is. Hoever nu die gebondenheid gaat, hangt geheel af van de statuten der vak vereeniging. Spr. is het eens met den heer Van Nispen, dat het amendement van den heer Aalberse niet in het kader van deze erkenning past, het gaat, hoe billijk misschien ook, voorshands te ver. Tegenover het amendement-Schaper verdedigt spr. het artikel en legt er den nadruk op dat rechtspersoonlijkheid voor de contracteerende vereeniging noodig is. Bij art. Vf van het ontwerp zal de regeering eeri bepaling voorstellen, dat de vak vereeniging kan tusschenkomen in het geding over een arbeidsovereenkomst zonder dat de gewone formaliteiten daarbij in acht genomen worden. De heer HEEMSKERK, zich wel kunnende vereenigen mes het regeeringsartikel, had daartegen echter het bezwaar, dat niet blijkt hoe iemand gebonden zal zijn aan een collectieve arbeidsovereenkomst. Een bepaling is noodig, dat bij de wet nadere regelen zuilen worden gesteld omtrent de lot standkoming van een
collectieve arbeidsovereenkomst en omtrent de wijze, waarop men gebonden zal zijn. De heer DRUCKER keurt goed, dat bij den bestaanden strijd tusschen de voornaamste juristen omtrent de al dan niet rechtsgeldigheid van de collectieve arbeidsovereenkomst thans in dit wetsontwerp een dergelijk collectief contract wordt erkend, waardoor die geldigheid boven allen twijfel zal worden gesteld. Namens de Commissie van rapporteurs verklaart spreker, dat het amendement-Aalberse wettelijk niet toelaatbaar is. Het ontwerp toch beperkt zich terecht tot de erkenning der geldigheid van de collectieve overeenkomst en de nietigheid van daarvan afwijkende bedingen. Alleen deze twee punten zijn op dit oogenblik slechts voor wettelijke regeling vatbaar. Het amendement-SCHAPERbestrijdt spreker omdat het systeem van wetsverklaring, daarin bedoeld, verre overschrijdt de grenzen, die men zich op dit oogenblik moet aanleggen. Vandaar directe strijd over het ontwerp van den vorigen minister van Justitie, Loeff, die gelijk wilde handelen als de heer Schaper 1 Ten aanzien van het begrip «gebonden zijn», zegt spr., dat dit niet wil zeggen verbonden volgens het verbintenissenrecht maar meedoen aan een collectieve arbeidsovereenkomst. Ten aanzien van de rechtspersoonlijkheid achtte spreker het behoud daarvan noodzakelijk. Laat men de rechtspersoonlijkheid vallen, dan krijgt men geen burgerrechtelijke erkenning van de vakvereeniging. De heer AALBERSE brengt in zijn amendement eene wijziging, waardoor iemand, die uit eene vereeniging treedt, slechts dan gehouden is het collectief contract na te komen, indien dit contract met zijne toestemming gesloten is en de geldigheidstermijn tijdens zijn lidmaatschap is vastgesteld. Na repliek van den heer Heemskerk wordt wegens afdeelingswerkzaamheden de vergadering verdaagd ten 3 ure tot heden 11 uur.
"Tweede Kamer.". "Bredasche courant". Breda, 1906/03/16 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326065:mpeg21:p00001