EERSTE BLAD
lleclanirs belrrffcnde d< bezorginp, dezer < ouranl
gelieve tneii I jilij* op .te ge\ei* aan ons bureau, <»ioote ttarkt 'Z'T
Veranderingen in advertentiën gelieve ■ B I .. __ __ i m.
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan,
BEDDEN. STOFFEERDE:! IJ. Geb. verhoeven, Veemarkt 32. BREDA. Tel. 212. DE VLINDER lleubileermgen. Wiegen. Luiermanden BEB NGERIJ. MEIBELFABRI L
HYGIËNISCHE STOFZEICEB1J. eo —! pg ca 2 u -2 S S m as
HYGIËNISCHE STO FZ III GERIJ-
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326085:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326085:mpeg21:p00001
ï. De vraag, hoe het Darwinisme zich ontwikkelen zal, is van hoog belang voor de beschaving. En niet alleen geleerden zullen zich interesseren over de vraag, hoe de wetenschap zich de ontwikkeling en den algemeenen levensgang der organische wereld voorstelt, want men behoeft zich slechts te herinneren, de wijze waarop voor een halve eeuw de aankondiging van Darwin’s theorie ontvangen werd, met wat woede de groote geleerde — volstrekt ten onrechte — als een belager van den godsdienst werd uitgekreten, om tot andere gedachten te komen. Darwin’s theorie stelde zich geenszins tegenover God en godsdienst, maar wel bracht zij een onherstelbaren slag toe aan de aanmatiging van allerlei « bedienaren van den godsdienst, om in wetenschappelijke en wijsgeerige ; onderwierpen een beslissende stem te willen uitbrengen en in dit opzicht ' opende het Darwinisme een nieuwe periode in de beschavingsgeschiedenis. Daarom, wie overtuigd is, dat de kerk 1 zich moet houden bij de zaken der kerk en dat het wetenschappelijk onder• zoek daarbuiten en on voorwaardelijk , vrij moet blijven, hij zal met groote . belangstelling de verdere ontwikkeling ( van het Darwinisme gevolgd hebben en nog nagaan. Tusschen de jaren 1860 en 1880 drongen Darwin’s beschouwingen door tot het grootere. ontwikkelde publiek. Ze werden door den een met afkeer, door den ander met een zucht van verlichting ontvangen. Het toenmaals opkomende theoretische materialisme — met »de stof-enkracht-richling”, zooals men het nair de bekende geschriften van Moleschott en Büchner noemde — m akte zich natuurlijk meester van Darwin’s theorie, die naar hun meemng betee ende, dat ook de organische wereld voortaan aan de «mechanische” verklaring van alle dingen onderworpen was. Op dien roes van materialisme, uit te eenzijdige beoefening van de snel ontluikende natuurwetenschappen ontstaan, volgde weldra ontnuchtering. In Duitschland, waar het materialisme l zijn grootste vlucht had genomen, vond het weldra ook de vinnigste bestrijding door geschriften, als : Lange’s Geschichte und Kritik des Materialismus en du Bois Reymond’s voordrachten over het i wereldraadsel. g Maar zooals dat gaat in de gea schiedenis der mensohelijke beschaving: r ook hier volgde op de krachtige slingere beweging naar links, een even sterke - schommeling naar rechts Op het ,, optimistische radicalisme in de we’ene schap en de wijsbegeerte, volgde pen n pessimistische reactie; op het onvoorn waardelijk geloof en de wetenschap, it die nu alles zou oplossen, een misdadig - wantrouwen, dat dadelijk benuttigd r werd door de reactionaire en dogmaï, tische machten en door een op wonderen belust mysticisme. De wetenschap was s- bankroet, om met Brunetiere te spreken.
• Het materialisme had het bestaan ge; loochend van al het buitenissige, een i zoogenaamde occulte wetenschap begon i te leeraren, dat men eigenlijk zoo goed sp 1 als niets wist en dat de experimenteele ; methode ook niet tot eenig groot doel Di t leiden kon Niet alleen het Darwinisme * 5 — d.w z. de verklaring der organische p, ontwikkeling uit grootendeels uitwen- w. : dige en mechanische oorzaken — maar ’ ook de evulutie-leer zelf werd als ;s, ■ overwonnen uitgekreten en de weten- bc : schap heette buiten staat te zijn, den i grondslag te leveren voor een behoor- w ; lijke wereldbeschouwing. De vrijheid °' i van het moderne wetenschappelijke B onderzoek scheen ernstig bedreigd. b< ) Inderdaad, indien het Darwinisme to • gelijk dit vooral door Darwin’s on- b( . middellijke volgelingen aangevuld en lu , tot een systeem gemaakt was, met zijn ^ i uiteenschakeling van al wat het geeste- d lijke element in het organisme genoemd m - kan worden, zijn opvatting van de rol ta ■ van het toeval, den brutalen strijd om w r het bestaan en de teeltkeus — indien W t dit systeem het laatste woord van de w ) wetenschap ware geweest, en het w • practische materialisme met zijn streven ^ t naar gelijkheid en groote genietingen, 0( i het eemge uitvloeisel daarvan op het ja 3 gebied der practische levenswijsheid — u dan had de menschelijke beschaving bi t alle kans geloopen. na haar vrijmaking 1 van dogma en gezag, hulpeloos te zi - stranden. Geen wonder, dat vooral de tt ;. ethici en paedagogen, die een voorname ^ e rol toeschreven aan zielkundige in- d i vloeden, met angstige spanning de ° ? ontwikkeling volgden der nieuwe bio- n 3 logie. En met vreugde moeten zij J gezien hebben, hoe in de laatste tien g t of vijftien jaren, het Darwinisme zich a ontwikkelde — höe door de invoering v - van psychische factoren, de ontwikke: Ungsleer opnieuw bevestigd werd en h - losgemaakt van de mechanisch — ^ e materialistische levensbeschouwing. u ;t (Slot volgt) *
"Het Darwinisme na Darwin.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326085:mpeg21:p00001
Van onzen correspondent.) > Billow gedurende de Rijksdagszitting in zwijm gevallen! Berlijn, 5 April 1906, Gewoonlijk beginnen de zittingen van den Rijksdag des namiddags om 1 uur. Doch voor van daaf had de oude bonhonime graaf Ballestrem een uit zondering op den regel gemaakt en bet begin dei zitting op 11 uur bepaald, waarschijnlijk in de hoop dat men er in zou slagen, de beraadslagingen ovei
de begrooting van Buiterlandsche Zaken in den namidda? tot een einde te brengen, om vervolgens met Paasch reces uiteen te gaan. 1 De morgenbladen hadden bet vermoeden uilge1 sproken, dat Bülow een beschouwing ten beste , zou geven over het resultaat der befaamde MarokkoConferentie. Ergo verwonderde het mij volstrekt I niet, dat vooral de tribunes rondom dicht bezet > waren en ook op de journalisten tribune vooral het buitenlandscbe element (Engelsche, A merikaanscbe, ' Franscne, Hollandscbe collega’s) sterk vertegeu. woordigd was. Men verwachtte een zoogenaamden , «groot.en dag”. De «groote dag op politiek gebied” bleef wel’ is-waar achterwege, doch daarentegen zouden de ■ honderden aanwezigen getuigen zijn van een tragisch incident, dat waarschijnlijk groote gevolgen zal hebben en aan de pers over de geheele beschaafde - wereld stof geeft tot diepzinnige beschouwingen j over de vergankelijkheid der aardsche grootheid. ,, Onmiddellijk na opening der zitting gaf graaf Ballestrem het woord aan prins Bülow tot bet houden van de met spanning verwachte commentaar , tot de beraadslagingen in Algeciras. Wie echter gehoopt had, veel nieuws te zullen hooren, kwam bedrogen uit. Het is altijd een genoegen, te mogen 1 luisteren naar de mooi gestyleerde zinnen en liet ( heldere orgaan van dezen staatsman, die de groote kunst verstaat met veel woorden weinig te zeggen. Die kunst zoa hem van daag te stade komen, nu [ men mededeelingen van hein verwachtte over het . resultaat van een conferentie, wier deelnemers zoo ^ tallooze voetangels en klemmen moesten uit den I weg ruimen. j Terecht begon Bülow zijn rede dan ook met de woorden: «De lieeren zullen begrijpen dat ik mijn woorden zorgvuldig wik en weeg, daar ik niet t wenseh, dat de met zoo groote moeite tot stand gekomen overeenkomst ten slotte nog in ge aar wordt gebracht”. Men verwonderde ei zich dan , ook verder met over, dat de kanselier buitengewoon j; langzaam sprak en nu en dan zijn woorden herhaalde. Vermoedelijk voelde hij zich onder het uitsprekeu dezer rede al onwel, waardoor in duby bele mate van zijn geestkracht, gevergd werd, nu y hij over zulk een uiterst teer onderwerp als de 3 Marokko Conferentie het woord voerde Sommige 6 zinnen werden met grooten nadruk uitgesproken, e met name, waar aan den onrustigen tijd herinnerd werd, die achter ons ligt, — aan de weken, ge e durende welke de gemoederen verontrust werden - door geruchten omtrent verwikkelingen, welke een oorlog ten gevolge konden hebben, — aan den vasten wil van UuitsehlaDd, openlijk kenbaar te - maken, dat het zich niet als quantité négligeable ;; laat behandelen, — aan zijn handhaving van het J grondprii cipe der nopen deur” in Marokko. n Op de fraaie slottirade, dat de conferentie niet II alleen voor Frankrijk en Duitschland. maar ook n voor alle beschaafde lauden een bevredigend resuls taat heeft opgeleverd, volgde luid applaus, vooral !_ in de conservatieve rijen. Boven, op onze journan listen-tribune lutdde het oordeel anders «Wat een gewauwel” 1 (»Das war mir aueb ein Gewasch” !) ~ hoorde ik een Alldeutsch journalist minachtend uitroepen, die zich waarschijnlijk geërgerd had over Bülow’s raededeelirrg dat, Duitschland nimmei beoogd Ireefi vasten voet in Marokko te zeiten. Na de regeerins kwam het Centrum, de grootste paitrj, aan de beurt. Als woordvoerder fungeerde ditmaal de oude Freilrerr v. Hertliug, die echter zoo onduidelijk sprak, dat ik de gelegenheid eens te baat nam, om gewapend met de binocle, op verkenning uit te gaan In de hofloge tegenover ons zit de slanke ruiterfignur van prins Adolf Friedrich s' van Mecklenburg dien ik te voren in een open 'g droschke voor me uit had zien rijden naar den Rijks' dag De broeder van prins Hendrik draagt de eleBr gante lichtblauwe interimsjas der Garde-kurassieren. P> Een paar plaatsen voor hem leunt de oude veldair I II. „ M „ 1. „ 1. „ „4- Ar.
ballustrade en houdt later, wanneer Bebel aan het woord is, de eene hand aan het oor, om toch niets van diens rede te verliezen. De ministers zit>en in het Duitsche parlement niet achter een deftige groene tafel zooals hunne collega’s in de voormalige balzaal van het stadhouderlijk kwartier, maar als schooljongens achter een lange vasten lessenaar Vooraan, de eerste in de lij zit Bülow naast het trapje naar den zetel van den president. De elegante figuur in onberispelijke gekleede jas is nog geheel zichtbaar, terwijl van zijn buurman Posadowsky alleen het bovenlijf met den prachtigen fijnbesneden kop en langen grijzen baard boven Je jschoolbanka uitsteekt. Een Hollandschen collega naast me maak ik op eenige finessen in Bülow s kleeding opmerkzaam. »Zie je wel dat de zijden revers den omsUg van zijn jas heelemaal tot aan den rand bedekt, zooals de almachtige mode tegenwoordig voor rok en smoking eischt ? Bülow’s gekleede jassen zijn al een paar jaar lang zoo afraain uitgedost. BI::kbaar hecht de eerste ambtenaar des rijks meer waarde aan de scheppingen van zijn tailleur dan collega maikies Posa !« • • * Bebel is aan het woord. De ongekroonde koning der socialisten heeft geen goeden dag Zijn lange toespraak is weinig interessant. Stof tot kritiek levert de conferentie van Algeciras natuurlijk meer dan genoeg ; toch_ stapt de grijze veldheer tamelijk spoedig van dit onderwerp af om zijn stokpaardje, de Russische toestanden, te bestijgen. Aanvankelijk heeft Bülow nu en dan notitities gemaakt, zooals zijn gewoonte is, zoodra Bebel aan het woord is, doch al gauw wordt het potlood neergelegd en achterover in zijn stoel zoDder armleuni gen gezeten, luistert de kanselier in roerlooze houding met over elkaar geslagen armen. Ik heb hem onder het aanhooren van langdradige redevo-ringen wel meer zien geeuweD, maar nu trekt het toch mijn bijzondere aandacht, dat het geenwen zich telkens herhaald. Zou hij zich j<5<5 vervelen F Terwijl ik door mijn binocle naar den spreker tuur en naar de zwarte figuur vlak bij, welke duchtig de hand aan den mond brengt om al weer een geeuw te verbergen, waarna de arm weer in de schoot zinkt merk ik dat de gapende figuur aanstekelijk werkt. Plotseling valt het me op, dat alle kleur uit Bülow’s gezicht geweken is. Een uur geleden terwijl hij zelve sprak had de kanselier nog een gezonde gelaatskleur. Maar na wordt de arme man hoe langer hoe bleeker Nog heeft men beneden in de zaal blijkbaar niets gemerkt. Men luistert naar den woordenstroom van den socialistischen spreker, waaraan voorloopig nog geen einde schijnt te komen. Nu komt het me voor, alsof het lichaam van den kanselier op zij overhelt. Tweemaal richt Bülow zich weer overeind, maar de oogen blijven gesloten en de eene hand rust werkeloos in den schoot. Met intense belangstelling en deelneming volg ik de bovenmenschelijke pogingen van den zieke om overeind te blijven. Hemel, merkt men beneden dan nog niets F Bebel spreekt maar door. Gelukkig nog juist bijtijds snelt Dr. Bacbem naar het podium om den rijkskanrelier op te vangen die in diepen zwijm is gevallen en nu schijnbaar levenloos met gesloten oogen achter, over in zijn stoel zit. Een tragisch gezicht! Er vormt zich een kring van deelnemende heeren om den zieke Doodsche stilte in de zaal. Dr Mugdaue brengt een glas water aan Bülow’s mond. Aanvankelijk dacht men, dat deze wegens oververmoeidheid in slaap is gevallen, doch Mugdan constateert een onmacht. Eenige oogenblikken later wordt de zieke door een aantal heeren opgenomen en behoedzaam de zaal uitgedragen, naar de kamer van den president. Het was een aangrijpend gezicht, den man, die nauwelijks een uur te voren krachtig en machtig scheen, zóó hulpeloos te zien wegdragen. Op aller
gezichten kon men groote deelneming lezen, Was dit het begin van het eind, een beroerte ? Gelukkig blijken de sjmpthonen gunstig te zijn. Professor Renvras, die onmiddellijk ontboden werd constateerde weliswaar, dat de zieke het bewustzijn had verloren tengevolge van anamie in de hersenen, doch verlammingen werden niet waargenomen. Er bestaat gegronde hoop dat de ongesteldheid van voorbijgaanden aard zal zijn. Tegen den raad van zijn art9, bad Bülow, die den laatsten tijd aan influenza leed, zich vandaag naar den rijksdag begeven daar hij meende bij de beraadslagingen over zijn begrooting niet gemist te kunnen worden. Om 3 uur verscheen Z. M. de Keizer in hef rijksdaggebouw waar hij zich geruimen tijd met prinses Bülow onderhield, doch den zieke zelve niet bezocht, daar deze sliep. Ook de Keizerin kwam kort daarop. Een week geleden bij de debatten over de op-* richting van een afzonderlijk ministerie van Koloniën legde Bülow er den nadruk op, dat v. Richthofen feitelijk was nzusammengebrochen” onder den dubbelen last van » Buitenlandsche Zaken en Koloniën”. Weinig kon spreker vermoeden, dat hij zelve zóó spoedig daarna wegens oververmoeidheid eveneens zou szusammenbrechen”! Moge de werkzame man spoedig weer geheel de oude zijn ! K.
"BRIEVEN UIT BERLIJN.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326085:mpeg21:p00001
OORLOGSROMAN DOOR SEESTERN. 2. Geen hunner sliep dien nacht. Oorlog F De ïMöwe” een oorlogsschip F Opmetingsschip heet het in de scheepslijst. Veroordeeld om lichter te worden te Tsingtau 1 Toch een oorlogsschip. Langzaam, met luidklinkende schreden liep de schildwacht op het dek heen en weer, op ... en ... neer. op ... en ... neer. Stap-stap .. . oorlog.-schip, oorlogs ...schip. »Antikiteit” had de Engelsehman gezegd. Och kom, een duitsoh lied zingen. «Wie’s mich nach der Heimat zielit” .... Heimat .... jawel, vaderland .... eerst de oorlog .... oorlogsschip . . . oorlogs . ,. schip . .. Hier was men op post, tot bescherming van Samoa, en men zou ook niet aan zijn lot, overgelaten worden. »Het eeuwig gelijRloopende uurwerk van den dienst”, had de ouwe dat niet eens gezegd F Neen, geen dienst: plicht. Zacht speelden de golven tegen de slanke ' »Mowe”. Nu en dan sprong een viseb omhoog en plompte weer in het water. Het zachte koeltje deed soms een steng of kabel knarsen. Anders was alles doodstil. Ook in het gouvernementsgebouw aan den wal bleef den gebeelen nacht, het licht branden. * * * De volgende dagen gingen kalm voorbij. De bemanning kreeg geen verlof om aan wal te gaan, Alleen de stoomsloep voer eenige malen per dag
heen en weer tusschen het gouvernementsgebouw n i n het oorlogsschip. Den lüden Maart deelde dr. o Solt den commandant een officieel cijfertelegram k mede, het laatste dat hij uit Duitschland ontving, d Het was zeer voorzichtig gesteld, met het oog op s een mogelijke ontcijfering door onbevoegden, en a luidde: «Handel in overleg met de »Möwe”. d Gevaar dreigt van Washington en Londen, g »Thetis” en »Cormoian” onderweg.” v Men kon dus binnen eenige dagen hopen op de t komst der beide schepen, het eerste van Batavia, t het tweede van Jaluit komend. Reeds deed zich het gevaar van het engelsch-amerikaansche kabelmonopoüe gevoelen. Bovenstaand bericht was het laatste cijfertelegram, dat langs den kabel via Pago-Pago werd overgeseind. Voorzichtigheids- t halve was het reeds aan een tussebenpersoon ge- r richt. I De engelsche en amerikaansche inwoners van a Apia waren zeker evengoed op de hoogte van de c politieke gebeurtenissen in Europa als de duitschers. , t De consuls van beide landen waren voortdurend in telegrafische verbinding met hun regeeringen. j s De duitsche regeering had voorloopig nog geen t volkenrecbtelijken grond om het telegraafverkeer ; t aan censuur te onderwerpen. Dat men voldoende ; s ingelicht was, bleek uit de zeer gereserveerde : ( houding van de engelschen en amerikanen tegenover , de duitschers. Wederkeerig ging men elkander 1 uit den weg Overigens zag Apia eruit als altijd, I en niets wees erop, dat de lucht verzadigd was 1 van eleetriciteit. t De »Möwe” bleef rustig voor de haven liggen. De kleine, slingeren Ie engelsc-be postboot sKawau”, het middel van verkeer tusschen Samoa en de buitenwereld, nam nog den 12den Maart een i aantal amerikaansche passagiers mee naar PagoPago op Tutuila. Een snel gevormde commissie uit de duitsche kolonie van Apia deelde inmiddels den gouverneur
iede, dat de leden, meest allen gewezen soldaten, d in geval van nood” onmiddellijk een vrijwilligers- v orps zou oprichten uit hun midden En daar de n ertig man samoaansche politie toch in den oorlog p leclits weinig konden doen, nam dr Kolf het d anbod aan. Hij gaf aan de commissie kennis, v lat de geweren, die in eene loods achter het t ouvernementsgebouw geborgen waren, »in geval a an nood” ter beschikking zouden worden gesteld v den was dus, zooal niet gereed, dan toch voor- f lereid. i ï * , * c t In den namiddag van den 13den Maart ver- c oonde zich aan den westelijken horizont een c ook wolk, en kort vóór vijven liet de engelsehe s iruiser «Tauranga”, van Sidney komende, het inker vallen, ongeveer 200 meter zeewaarts van t Ie sMöwe”. Dit vaartuig was een oude bekende >p de reede van Apia. ( Na de voorgeschreven saluutschoten liet de I mgelsehe commandant zich aan wal brengen, om t len gouverneur te bezoeken Dr Solf wees hem 1 :rop. dat de »Möwe” haar bemanning geen verlof s ;af om aan land te gaan, en verzocht hem, bij 1 ïe tegenwoordige spanning, oie zich ook reeds in Apia deed gevoelen, voorloopig hetzelfde te doen* wat kapitein Hopkins bereidwillig beloofde. Daarop aleef hij een half uur — een langer bezoek zou te zeer in het oog zijn gevallen — in het engelsehe i aonsulaat en begaf zich toen aan boord van de sMowe”. De zeer formeels toon van het gesprek werd iets warmer, toen de beide scheepsbevelhebbers elkander herkenden als kameraden, die den tocht naar Peking onder Seymour hadden medegemaakt Nog denzelfden avond beantwoordde luitenant-kapitein Schröder het bezoek op de «Tauranga.” Denzelfden avond werd den gouverneur gemeld,
dat een amerikaansche zendeling door inboorlingen zij was afgerauseld, omdat hq beproefd had. door La middel van steiken drank en klinkende dollars mi eenige vroegere aanhangers van Malitoa tegen de nki duitschers op te hitsen De amerikaan — van laa wien verteld werd, dat t ij vóór zijn bekeering een da heele poos gelogeerd had in Sing-Sing, de bekende gel amerikaansche gevangenis — was bij dit mooie am werkje betrapt door twee soldaten van de inlandsche politie, die maar tegelijk het ambt van rechter dei waargenomen en den eerwaarden heer een flink kaï pak slaag gegeven hadden. De amerikaansche me consul zond daarop een officieel schrijven: «Hij op hoopte (I hope sineerely;, dat de amerikaansche vo onderdanen in de tegenwoordige omstandigheden mr ook onder de bescherming der duitsche regeeriug kis stonden.” De zaak was hoogst onaangenaam, omdat de op twee politiesoldaten er bij betrokken waren. afj, Dr. Solf deelde den consul mede, dat beide bij overtreders reeds in hechtenis waren genomen, we Hij verzocht hem echter van zijn invloed gebruik So te maken om amerikaansche onderdanen te be- we letten, zich met politieke woelingen op te houden ; slechts dan kon hij beloven, de tucht te zullen be handhaven. he wi # * ve m Den 15den Maar.t beklaagde zich de engelsche kt consul, dat dronken fh'anders — de sterke drank was afkomstig van den amerikaanschen zendeling D — des nachts in eenige engelsche stores hadden zi ingebroken. Hierop vaardigde dr. Solf een streng bi verbod uit, waarbij ieder die aan inlanders of v< chineezen spiritualiën verschafte, zwaar gestraft zou worden. ▼ In den namiddag veitoonden zich op de reede de amerikaansche kruiser «WilmiDgton” en de van Sidney komende engelsche kruiser «Wallaroo”;
ij gingen naast de «Tauranga’| voor anker liggen.
"De ineenstorting van de oude wereld". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326085:mpeg21:p00001