“ Reclames betreffende de bezore.ing dezer Courant,
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, Groote .Harkt 37».
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steens op aen uag aer uii* gave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
Aan onze lezeressen, HEDEN VERSCHEEN een nieuw boek van CORNELIE NOOBDWAL Juffrouw Iptè’s Uitstapje. Prijs ingenaaid ƒ 0,75. Gebonden f 1. VOORHANDEN IN: BROESES Boekhandel Groote Markt 93 Breda. De ondergeteekende wenscht te ontvangen van BROESE'S Boekh., Groote Markt 33 te Breda Cornelic Noordwal MraoïWptós’s Uitstapje. Get fl. i Ibï 10.75. WOONPLAATS. NAAM.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001
ZjRICI Uiig UIll ui ic uui IJ ^ | manschappen. Totdusver is geen enkele ; werkstaker gewond. I De staking der brievenbestellers te Parijs is geëindigd. In een vergadering van , 1 stakers werd het besluit tot opheffing der , staking genomen op voorstel van den secretaris | der vakvereeniging, die voor het verloop der staking begon te vreezen. De driehonderd reeds ontslagen beambten namen aan de 1 stemming niet deel. i Deze ontslagenen vereenigden zich na de ■ vergadering met het doel een betooging voor i het ministerie van openbare werken te houden, , maar de politie belette zulk een manifestatie. : Sinds Woensdag kan ïïmIow dagelijks eenige uren zijn bed verlaten. Waarschijnlijk zal de kanselier, blijft alles goed gaan, na 3 Mei, zijn jaardag, naar het Zuiden gaan. De Turksche legatie te Den Haag spreekt op de meest stellige wijze tegen de mededeeüng van de Londensche Pall Mali Gazntte, dat de toeslnnd van den Sultan zeer zorgelijk is en de tijding van zijn dood ieder oogenblik kan worden verwacht. Integendeel luiden de berichten omtrent den gezondheidstoestand van den Sultan zeer gunstig en heeft Z. K. M. nog na de laatste Selamik verschillende personen in audiëntie ontvangen. Omtrent den gespannen toestand in ’ Servie wordt aan de Times gemeld, dat er ’ een scheuring is ontstaan onder de Servische samenzweerders; de jongere groep beschouwt Engelands eisch als gerechtvaardigd en gematigd en wenscht, dat de koningsmoordenaars het vóórheel i zullen volgen van generaal AtanaskowiGj en zich vrijwillig uit hunne , ambten en uit het openbare le«en zullen terugtrekken. De jong radicalen willen van een uitstel der beslissing in de quaestie der koningsmoordenaars niets weten, en slechts een kabinet vormen, wanneer de koning beslist toestemt hun eisch in deze zaak in te willigen. De Koning is voornemens in de dagen die voor hel bijeenkomen der Skoepschkina verloopen, daarover te beraadslagen met de . partijleiders en enkele afgevaardigden. Want a de Koning wil liever geen ontbinding en geen nieuwe veikiezingen uit-chrijven, vretzende dat dan de radicale groepen verreweg de meerderheid zullen krijgen. De oud minister Nicola Pasjitsj, die uit Triest naar Belgrado ontboden is, heeft zich bereid verklaard, zoo de Koning de verwijden ring der koningsmoordenaars goedkeurt, zone der ontbinding een coalitiekabinet te vormen, > dat uit aanhangers der beide radicale groepen ’■ is samengesteld. s De Congregatie der Inquisitie te Rome heelt n onlangs de secte der Mariavieten in Polen n als kelfersclt veroordeeld en aan de geestelijkheid, trouwens aan alle katholieken, n de vermaning gericht zich niet met haar in s te laten. n Op het Vaticaan moeten berichten ontvangen ie zijn, volgens welke de sehismatische beweging )- der Mariavieten door verschillende Russische overheden in de hand wordt gewerkt ten einde jf het katholicisme te verzwakken door deze n scheuring. Het pauselijk staatssecretariaat
zou daarin aanleiding hebben gevonden ver- h toogen tot de Russische regeering te richten. E ti Priester Gspon is opnieuw plotseling uit de Russische hoofdstad verdwenen Vrienden d noch familieleden weten waar hij is. De bladen K besprtken op levendigen toon dit raadselachtige 6 feit. — n De socialistische partij in Frankrijk heeft h een heftigen aanval gepubliceerd tegen de g regeering, naar aanleiding van haar houding a in de zaak der Russische leening. »Die leening, zoo zegt het manifest, heeft v alleen te» doel den Tsaar in staat te stellen t zijn gezag en dat der bureaucratie door een o staatsgreep te bevestigen. Zij zal door de n liberale partij, die in Rusland aan het bewind v komen moet, nooit erkend worden. Nog 0 minder zullen de socialistische partijen in Rusland deze schuld van den Tsaar erkennen, g zoodat de leening slechts kan uitloopen op „ een verlies voor hen, die het geld geven”. £ De constitutioneel-democratische partij in ^ Rusland heeft officieel in de Rjetsj verklaard, r dergelijke opvatsingen niet te onderschrijven. 0 Uit Konstantinopel wordt aan de Vöss. Ztg. gemeld, dat in het gebied van Ipek en Djakovo de toestand zeer ernstig is. iie Albaneezen ^ oefenen een waar schrikbewind uit. Onlangs namen zij in de omgeving van Ipek een ^ christelijk geestelijke gevangen, voor wien zij een hoog losgeld verlangden. Te Djakovo 6 hielden de Albaneezen ondtr leiding van een ( Mahomedaansch geestelijke een betooging voor de kazerne der christelijke gendarmerie. De be'oogers vuurden op het gebouw en eisehlen 1 het ontslag der gendarmen. De Turksche troepen, die onlangs bij het dorp Zodloka een c nederlaag leden, durven zich in de oproerige 1 streek niet meer vertoonen. c De militairen commandant van Mitrovitza, i generaal Sjemsi pacha, verlangt versterkingen 1 en de volmacht om krachtige maatregelen te ' kunnen nemen tot herstel van de orde. I
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001
In de Batavia bladen vindt men de volgende advertentie: Het is mij een behoefte openlijk mijn innigen dank te betuigen voor de vele blijken van sympathie en waardeering, door mij en mijn artisten gedurende mijn optreden alhier ondervonden. Publiek, pers en schouwburgdirectie hebben door hun hulde, toegevendheid en hulp, mij ten zeerste aan zich verplicht, nogmaals mijn hartelijken dank. 1 Augustus a.s. hervat ik in den schouwbura alhier mijn voorstellingen met een nieuw repertoire, vooral van blijspelen, daarna ver trek ik naar Nederland, ten einde begin Januari a.s. met een geheel nieuw looneelgezelschap de tweede tournee aan te vangen. Moge het mij gegeven zijn, uw zoo gewaardeerde toegenegenheid waardig te blijven. Met de meeste hoogachting, Louis Bouwmeester,
"Wetenschappen en Kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001
ï.erste Hamer. Paardenbelasting in Noord-Brabant. Blijkens het Voorloopig Verslag over het w.o. betreffende de heffing van eene bijzondere be-
asting ten behoeve van de provincie Noord- t Brabant, gaf deze wetsvoordracht aanleiding 1 ,ot verschillende beschouwingen. t Men beklaagde zich in de eerste plaats over Ie late indiening, opmerkende dat de Eerste i Camer ook nu weder voor eene groote moei- i ijkheid wordt geplaatst. I De beslissing, door de Tweede Kamer ge- ‘ lomen, werd door vele leden betreurd. Zij ïadden gaarne gezien, dat de Staten in de ] gelegenheid waren gesteld om de belasting 1 üs tot dusverre te blijven heffen en achtten iet niet billijk, dat Noord-Brabant, dat reeds /oor ruim 30 jaren met da afschaffing der ,oliën aan den lande een goed voorbeeld had < gegeven , thans belemmerd werd om hare tot j ïu toe gevolgde gedragslijn ten opzichte der , wegen in de provincie , welk van zoo ruime opvatting getuigde voort te zeilen. Ook werd gevreesd, dat de nu gevallen be i slissing eene nadeelige werking zouden doen < ;evoelen op andere provinciën, die, mochten i sij al over afschaffing van lollen gedacht hebaen, met het lot van dit w.o. voor oogen, I niet gemakkelijk meer er toe zouden overgaan i am hare wegen van de nog bestaande tollen e bevrijden. Ook achtten zij het een ernstig bezwaar, lat de provincie als het ware wordt gedrongen tot het heffen niet alleen van bepaalde belastingen , maar meer in ’t bijzonder van één belasting , nl. van opcenten op de vermogens an bedrijfsbelasting, belastingen welke ook reeds van Rijkswege met opcenten getroffen worden. Anderen konden zich met deze beschouwingen niet vereenigen. Eenige leden achtten de wijze, waarop bij de behandeling van dit w.o. is te werk gegaan Ledenkelijk, omdat h. i. op deze wijze door den Rijkswetgever te diep werd ingegrepan in de autonomie der provincie, die als de meest bevoegde beoordeelaar in deze moet beschouwd worden. Anderen koesterden twijfel, ot de Kamer wel bevoegd was om het voorgestelde amendement aan te nemen. Deze opmerkingen bleven niet zonder tegenspraak. Van deze zijde werd be‘oogd, dat de Tweede Kamer niets anders gedaan had- dan hetgeen de wet haar oplegt, en dat deStatenGeneraal de controle uitoefenen over hetgeen door Prov. Staten wordt voorgesteld. Tegenover de opmerking, dat da financiën der provincie in verwarring word >n gebracht door het vervallen van de inkomsten uit deze belasting, werd o. a. aangevoerd , dat de pro vincie nog andere middelen heeft. Omtrent den aard zelven der belasting wenscht men n et in uitvoerige beschouwingen te treden. Eenige leden stelden zich voor hunne stem tegen het ontwerp uit te brengen, in de ver wachting dat de Staten van Noord-Brabant een nieuw ontwerp zuilen indienen en de minister van binnen!, zaken de bekrachtiging daarvan door de wetgevenden macht zal bevorderen. Anderen betwijfelden het ernstig of door verwerping de provincie beter zoude geholpen worden. Velen wenschten, dat alsnog op eene of andere wijze op de zaak zou worden teruggekomen. Met het oog op een en ander wenschte men van de Regeering te vernemen welke de gevolgen van verwerping van het voorstel zouden zijn. Enkelen vroegen o. a., «f .Ut ,inr>rof3l fnt, een anderen vorm. biiv.
tot dien van een wegenbelasting zonder gebruikmaking van tollen zou kunnen worden teruggebracht. Bij het Voorl. Verslag is gevoegd een nota van den heer Van der Biesen, waarin hij de noodzakelijkheid van de heffing der paardenbelasting betoogd. Het met algemeene stemmen door de Staten van Noord-Brabant ontworpen belastingplan is z. i. juist een belasting, om wier mogelijkheid te bestendigen art, 126septies in de Prov. Wet van 1905 werden opgenomen. Tweede Kamer. De leden van de Tweede Kamer der StateuGeneraal zijn thans tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 1 Mei a.s., des namiddags te ‘2 uur. Naar men verneemt, moet de voorzitter der Tweede Kamer voornemens zijn, dan aan de centrale commissie voor te stellen den volgenden dag (Woensdag 2 Mei) een aanvang te maken met het onderzoek in de afdeelingen van de reeds door hem in de vergadering van 6 dezer voor sectie-onderzoek genoemde wetsontwerpen, benevens van de ontwerpen van wet, betrekkelijk: wijziging der Hinderwet; verhooging van de waterstaatsbegrooting voor 1908 (brug over de Gouwe), en onteigening ten behoeve van een spoorweg van Neede naar Hellendoorn, Prijsvraag Vredespaleis. Naar aanleiding van het aantal ingekomen antwoorden op deze prijsvraag schrijft »Architeclura: We hoorden zelfs spreken van een inzender die met niet minder dan vier volledige ontwerpen, te zamen ongeveer zestig teekeningen dus, uitkwam. In afwachting van officieele gegevens omtient het juiste aantal ingekomen antwoorden diepen wij uit het verleden nog eens op de vóórlaatste internationale prijsvraag van beteekenis hier te lande uitgesclireven : de Beursprijsvraag, waarop inkwamen 199 antwoorden, een cijfer zeker hoog te noemen, wanneer men in aanmerking neemt, dat voor de beantwoording slechts een tijd van vier maanden was toegestaan, de heift minder dus dan voor het Vredespaleis. Bij de Beursprijsvraag deed de jury reeds den 22sten dag na dien der inzending uitspraak ; een liefhebber van rekenen uit die dagen ha! uitgemaakt, dat door elkaar aau elk ontwerp een minuut en zes seconden was beoordeeld geworden. Arme inzenders 1 Nederlandsck. Als curiositeit zendt men aan de Leeuw. Ct. een brielkaart, waarvan het adres en de inhoud letterlijk luiden als volgt: (Adres), Aan «De Komiedant majoor van Het Nee Gende reesimint in van trie Te Leeuwarden.» (Inhoud) .... 19 April. «Q, edele Wordt berigt. Dat mijn soon Sietse feiv veiv en seeventige per post wisel te goede is Gekomen Wat him Wel past U Wort Ge groet.» Celebes. De correspondent te Batavia vau de N. R. Ct. seinde: Tot 20 April was er geen openlijk verzet in Boeton. De Sultan teekende het Celebes-contract, erkende de heffing van rechten op den invoer
en uitvoer en op het opiumdebiet, maar weigerde halsstarig de overdracht te teekenen. De gouverneur acht grooter machtsvertoon van marine en landmacht noodig. Het wilde zwijn. In een bosch te Olterterp is Zaterdag het wilde varken door een boschwachter geschoten. Het was 1 M. hoog en woog 135 pond. Vrijmaking der Herv. kerken. De discussie op de vergadering van den Geref. Bond, deze week te Utrecht gehouden, werd besloten met de aanneming eener conclusie, die het Mijne Heeren, Oodergeteekenden, overtuigd, dat de Directie der H. IJ. S. en S. S. gaarne alles doet, wat in haar vermogen is om de gezondheid en het leven harer reizigers , zoo min mogelijk te schaden, meenen derhalve een geopend oor te vinden voor een klein verzoek in deze richting, dat aan de onverkwikkelijke «open raampjes* kwestie een einde zal maken. Zij weten wel, dat de reiziger, die dit wenscht, recht heeft op één open raampje aan de nietwind zijde, maar tevens, dat het door den dikwerf actieven tegenstand der medereizigers in vele gevallen onmogelijk is dit voorschrift door te voeren en de hygiënische reiziger aldus gedoemd is dikwijls uren lang de bedorven vergiftige uitademingen en uitwasemingen van ' zijn minder hygiënische ontwikkelden medereiziger tot schade aan gezondheid en humeur, in te ademen. • Om aan dit euvel een einde te maken, verzoeken zij, dat, steeds op dezelfde plaats, voor in eiken trein, minstens een coupé 2e en 3e klasse voorzien worde van een bordje «Frissche Lucht». Mochten deze coupé’s, naar wij verwachten, spoedig te klein zijn, om de adspiranten voor «frissche lucht» te bevatten, dan is er geen bezwaar het aantal uit te breiden, waardoor voor velen het reizen, wat minder onaangenaam zal worden, dan het thans dikwerf is. Het hoofdbestuur v/d Ned. Veg. Bond : wg. D. de Clereq, Voorz, J. D. v. Gelder, Secr., N. D. Ortt. Schuller tot Peursum, P. C. Koens, V. d. Brandt, M. L. van der Es, P. Pieters Jr. Dit verzoek wordt gaarne gesteund door: wg. B. Sybrandy, Arts, Dr. D. H. N. Adriani, J. W. L. Kohier, Arts, Dr. N. Oldenboom G. A. Ootmar, Arts, P. H. Eykman, Arts. ’t Bonletteke. Uit zeer goede bron verneemt de Lirnb. Koer., dat een der Valkenburgsche ingeze'enen namens meerderen de eerstvolgende keer ter audiëntie bij den minister van justitie zal gaan, om hem te verzoeken strenge maatregelen te nemen tegen het heropenen van de «Agrémient”. De vorige keer heeft een dergelijk bezoek wonderen verricht. Thans verwachten wij niet minder, zegt het blad. Rouwbeklag. In een Friesch blad leest men de volgende advertentie: Getrouwd: Wiebe ,Hofstra en Emilia Lubitz. N.B. Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven. Woeker. Iemand vertelt in de Haagsche Ct.: >Een goede kennis van mij zit ’s avonds om geld verlegen, gaat naar de »bank” en vraagt ƒ15. Best, zegt de bankhouder, als u maar een accept teekent goed voor f 20, vervallende over één maand. De maand is voorbij, de bankhouder zegt heel zoetsappig: Och, als u nog niet kunt betalen, dan ben ik tevreden met de rente van f 5. Op 1 April is ’tnu al de vijfde maand geweest, dat die man f 5 rente betaald heeft. Als hij nu op 1 Mei ƒ 20 betaalt, heeft hij f 30 rente betaald voor een halfjaar. Is het niet meer dan ergerlijk, dat zoo’n woekeraar den kleinen man zoo uitzuigt ?” Ecu dynaiuieCoutplolling Men meldt uit Rotterdam: Zaterdagmiddag te 4 uur heeft in de vuurwerkfabriek van A. Ca), gevestigd op ean eilandje in den Hillegersbergschen plas, een dynamietontplofling plaats gehad. De eenige firmant, de 35-jarig > heer Henri A. Galf bevind zich met 2 knechts, de gebroeders Montefrooij 20 en 22 jaar oud op het eilandje. De beer Gall was zelf met den 22-jarigen M. bezig aan het sorteeren van kruit, zoogenaamd sas, terwijl de 20 jarige M. op een afstand van ongeveer 20 meter bezig was met het vullen van slangetjes. Door een of andere oorzaak ontstond plotseling een hevige ontploffing. Een slag als van een kanonschot, waarschuwde de bewoners van den straatweg, dat er een ongeluk had plaats gehad. Met roeibootjes begaf men zich dadelijk naar het 200 meter van den wal gelegen eilandje om een onderzoek in te stellen. Men vond daar in radeloozen toestand, doch ongedeerd, den 20-jarigen M., die in een der bootjes werd opgenomen. Van den heer Gall en den 22-jarigen M. was niets te bespeuren. Toen de rookwolk was opgetrokken vond men niets dan een gat in den grond. Een eind verder lagen verschillende zwaar verminkte overbüjlselen van den heer Gall Het hoofd was van den romp gescheiden terwijl men stukken vleesch vond in het prikkeldraad dat het eilandje omgeeft. Het lijk van den 22 jarigen M. vond men met brandwonden overdekt, drijvende in den plas, de handen waren verbrand. De overblijfselen werden met een bootje naar het drenkelingenhuisje te Hillegersberg gebracht. Het vaartuig bij Qostinahorn. Het door de Moddergatsche visschers gevonden vaartuig ligt nog altoos omgekeerd bij Oostmahorn. De pogingen om het te kantelen zijn voorloopig gestaakt. Naar wij vernemen, zal hoogstwaarschijnlijk het keeren van het schip aanbesteed worden, waarvoor zich reeds liefhebbers hebben aangeboden. Gaat men over tot sloopen, dan is de waarde van het wrakhout gering, terwijl door het kantelen het schip met betrekkelijk weinig kosten allicht weer een flinke waarde vertegenwoordigt. Drie der 4 aken, die er naast -lagen, zijn na de Paaschdagen begonnen te visschen, terwijl de vierde er voortdurend de wacht bij houdt. Deze aak was ook de eerste, die het wrak aanklampte. De Deensche assuradeur vertoefde gedurende de Paaschdagen nog te Oostmahorn. , I
. Brand; negen paarden gestikt. Zaterdagavond omstreeks 10 uren ontdekten twee voorbijgangers een ernstigen brand in den paardestal van den koopman E, de Klerk, wonende aan de Raamstraat te Rotterdam, Deze stal staat, geheel afzonderlijk, op een open terrein aan de Schoutenstraat, welk terrein van den openbaren weg door een ongeveer 2 meter hoog hek is gescheiden. Hoewel de brandweer zeer spoedig werd gewaarschuwd en de politie in het oostelijk gedeelte der gemeente alarm maakte, sloegen de vlammen toen de brandweer met het blusschiDgsmaterieel ter plaatse verscheen, op verschillende plaatsen uit het dak. Dadelijk deed de brandmeester, de heer A. Broeders, met spuit 7 het eerst ter plaatse, door manschappen van deze spuit met op de waterleiding geplaatste slangen water geven, welk voorbeeld de vervolgens verschenen spuiten 8, 11 en 6 volgden, tengevolge waarvan onder de opperleiding van den hoofdman, den heer J, Rooster, de brand te ruim 11 uren geheel gebluscht was. Vermoedelijk ontstond de brand in een tiental pakken hooi, die boven de stalling der paarden op een vliering opgeslagen waren. De vele en zware rook, door het brandende hooi veroorzaakt, is oorzaak geweest dat van de 10 paarden in dezen stal gestald, er negen gestikt zijn. Slechts één paard heeft men er nog met groote moeite kunnen redden. De voertuigen bij deze stalling behoorende, stonden buiten op het terrein onder een soort afdak en hebben mede schade bekomen, terwijl het inwendige van den stal zelf zoo goed als uitgebrand is. De schade aan den stal, die van hout opgetrokken was met een pannen dak, wordt door assurantie gedekt.
"Binnenland.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001
OORLOGSROMAN DOOR SEESTEKN. 14. De engelsehen waren in het bezit van nauwkeurige zeekaarten en namen bij elke voorwaartsche beweging van de duitsche schepen de smalle vaargeul onder hét vuur van hun zwaarste kaliberkanonnen. De commandant van het eskader gaf dus voorloopig order tot den terugtocht en ging, zooals reeds gezegd is, een weinig meer stroomopwaarts, buiten bereik van het vijandelijk geschut, voor anker liggen. Intusscben werd het gevecht met volle kracht voortgezet. Alle kleinere kanonnen zwegen, daar slechts het zwaarste geschut zoover droeg. Er werd echter met lange tussebenpoozen geschoten, daar men met het oog op de geringere duurzaamheid van de zware kanonnen van 30 5 c.M., het materiaal wilde ontzien. Zoodra de »Kaiserin Augusta,* de »Atte Liebe« voorbij was, ging haar stoomsloep te water en voer de haven in. Een officier ging aan land en begaf zich naar den commandant der kustbatterijen, om hem mee te deelen wat hij meer van nabij hal kunnen waarnemen omtrent de sterkte eD samenstelling der vijandelijke vloot. In het algemeen kwam dit overeen met het laatste bericht, ontvangen aan het waarnemingsstation op den Neuweiker-vuurtoren, eer een vijandelijke granaat de lantaarn en het seintoestel vernielde. Alleen waren van Neuwerk nog bovendien vier zware, bizonder hooge pantsers gemeld, geheel afwijkend van den eigenaardigen vorm der engelsche linieschepen. Hiernaar te oordeehn, bevond zich reeds
een fransohe pantserdivisie bij de engelsche vloot. Zooals later bleek bestond deze uit de fransebe linieschepen sCharlemagne,” sGaulois,” »St. Louis” en »Bonvet.” Terwijl het fort Kugelbaake weinig te lijden had, viel de eerste op het fort Qcimmerhörn gerichte vijandelijke granaat midden in de batterij en werd zij door meer dan een dozijn anderen gevolgd, alle met wiskundige zekerheid gericht. Bij geheele rijeu vielen de kanonniers, en tusschen de niet door aarden wallen beschermde kanonnen hielden de granaatsplinters vreeselijk huis. Telkens moesten de gevallenen, die afsohuwelijk verminkt werden weggedragen, door, anderen worden vervangen. De houten beddingen achter de kanonnen waren glibberig van het bloed, en daar verrichtten de weerlooos prijsgegeven artilleristen wertuigelijk het werk van het laden en schieten. De lucht trilde en in het helsch rumoer van eigen en vijandelijk vuur kon men zich slechts door gebaren verstaanbaar maken. Om 2 uur was de helft der kanonnen in Grimmerhörn onbruikbaar. Twee vuurmonden verstopt door zand en steenen die erin geraakt waren. Een ander stuk was door een zijdelingsch schot omver geworpen, en had onder zijn last eenige artilleristen verpletterd. Het inwendige der batterij bood een afsehuwelijken aanblik. Bloedige vleesohklompen in verschroeide en gescheurde uniformen namen de plaats in, waar zooeven nog levende menschen hadden gestaan. Een afdeeling hospitaalsoldaten droeg onder het vijandelijk vuur eenige zwaargewonden in de bomvrije kasematten. Doch zonder aarzelen traden steeds nieuwe manschappen aan, om de plaats der gevallenen in te nemen; onafgebroken brulden en donderden de kanonnen, terwijl, de aarden schietgaten langzamerhand hun regelmatige vormen verloren en grauwe zaudhoopen werden, Daarbuiten op de reede sehovea de donkere omtrekken der engelsche pantsers altijd dichter bij elkander. De vijand vuurde slechts uit de voorste
torens met geschut van het zwaarste kaliber, en drong langzaam in een halven cirkel steeds dichter v op den Elbemond aan, zoodat hij zijn best be- g schermde voorzijde naar de duitsche verdedigers r wendde. Uit de grijze schepen, waar de signaal- a masten en hooge schoorsteenen (die twee aan twee t naast elkander geplaatst waren, waaraan het c »Majestie”-type te herkennen was) nu duidelijk te z onderscheiden waren, slingerden onophoudelijk gele k bliksemstralen dood en verderf naar de duitsche £ kustbatterijen. Met den kijker kon men fonteinen c zien opspuiten, wanneer duitsche granaten tusschen 1 de vijandelijke schepen in zee sloegen. Maar niet 1 alle projectielen zonken zco nutteloos weg in de ’ golven. Vele ontploften op het voordek van de i engelsche schepen. Aan boord van een der schepen van het »Majestic”-type zag men een zwarte rook- 5 wolk opstijgen, waarna de voorste signaalma9t zij- I delings overboord sloeg, Een der schepen week 1 plotsing naar bakboord, zijn stuurboordzijde naar 1 de duitsche kanonniers toekeerend. Een ander engelseh 1 schip naderde en sleepte het intusschen nog her- 1 haaldelijk onder de waterlijn getroffen schip uit de : gevechtslinie. 1 Dit alles leekende zich voor het bloote oog slechts vaag tegen den horizont af, doch van den vuurtoren van Cuxbaven kon men met een goeden kijker elk schot nauwkeurig waarnemen. Vandaar kon men nagaan, dat verschillende engelsche schepen keerden en het gevecht voortzetten met het geschut van den achtersten toren. De franschen, die met hun hooge en slechts zwak gepantserde vaartuigen aau de duitsche kanonniers een beter mikpunt boden dan de lage engelsche pantserschepen, leden veel meer schade dan de engelsehen. Twee der fransohe linieschepen (waarvan één in brand was geraakt) moesten reeds na twee uren het tooueel van den strijd verlaten Een derde fransch vaartuig, »de Bouvet” had opgehouden met vuren, en werd heen en weer geslingerd op de golven.
Later vernam men dat het volgende gebeurd was: Een duitsche granaat was tusschen den voorsten geschuttoren en den iets hooger liggenden commandotoren heengeslagen, had groote verwoestingen aangerioht in de telegraafsignaalgeleiding, was toen tusschen de twee schoorsteenen door het pantseriek geslagen, en in de machinekamer gesprongen, zoodat de geheele bakboordmachine met bijne alle ketels vernield was. Daar de engelsche admiraal geen slagsehip nit de vuurlinie wilde nemen, om de »Bouvet” weg te slepen, liet men haar stil liggen in de hoop, na het invallen der duisternis het reddingswerk te kunnen volvoeren. Tegen 5 uur was de sBouvet,” nogmaals door drie duitsche granaten getroffen, niet meer in staat zich te bewegen. Wel werd nit de zware gesehuttorens nu en dan gevuurd, doch een granaat was door de pantserbedekking van den voorsten toren geslagen, en in den toren gesprongen, de bedieningsmansehappen tot een vormloozen klomp bloedend menschenvleesch makend. En daar tegelijkertijd een aantal aan boord gereed liggende kartetsen ontploften, ontstond aan boord een paniek. De »Bouvet”, nog slechts met de stuurboord-machine werkende, werd door een gebrek aan het stuuitoestel driftig, lag ongeveer 10 minuten schuin voor de duitsche kanonnen en strandde toen, her haaldelijk getroffen, als een hulpeloos wrak op een zandbank. Het trok de aandacht dat de vijand, die het fort Kugelbaake slechts zelden trof, en er nog geen kanon buiten gevecht had gesteld, van het eerste oogenblik af op de batterij Grimmerhörn was ingeschoten. Het raadsel werd spoedig opgelost. Aan boord der engelsche vloot waren als loodsen voor de duitsche wateren, en voornamelijk voor de mon ding van Elbe en Wezer, engelsche kapiteins er stuurlieden, die op hun geregelde tochten naai Hamburg en Bremen het vaarwater zoo goed hadder leeren kennen, dat zij ook na de verwijdering var boeien en lichten precies wisten hoe gestuurd moes'
worden, om de engelsche vloot veilig tusscüen de zandbanken en ondiepten der Wadden te voeren. Deze engelsche kapiteins kenden natuurlijk de juiste ligging der duitsche kustbatterijen, en voor een eenigszins geoefend oog was het duidelijk, dat de kanonnier, die zijn geschut op Grimmerhörn moest richten, niets anders behoefde te doen, dan den toren van de daarachter gelegen garnizoenskerk als mispunt te nemen Thans moest dit onder het vijandelijk vuur worden hersteld, door den toren te vernielen. Om 2 uur werd een dynamietlading onder den toren ontstoken, zoodat toren en kerk met luid gekraak ineenstortten. Hierdoor werd den vijand een goed mikpunt ontnomen, waardoor zijn treffers in het fort Grimmerhörn spoedig verminderden. Ongelukkig had even te voren een vijandelijke kogel de bomvrije bedekking van een munitiemagazijn vernield, zoodat dit met zijn inhoud in de lucht vloog. De vallende granaatscherven en steenbrokken hadden in Cuxhaven een groot aantal huizen verwoest. Te 4 uur stond Cuxhaven op verschillende plaatsen in brand. Daar de stad door de inwoners verlaten was, had dit niet veel te beteekenen. Men beperkte, om niet noodeloos menschenlevens op te offeren, het blussingswerk tot het noodzakelijkste, en liet branden wat branden wilde, om zoodoende bij de engelsehen de overdreven voorstelling van de uitwerking der beschieting te laten voortbestaan. Met hetzelfde doel werd tegen half zes in den avond het vuur der forten verminderd en werden slechts een paar kanonnen in de batterij gehouden. Het scheen werkelijk, dat de vijand meende niet alleen de batterijen tot zwijgen te hebben gebracht maar ook de stad met baar havenwerken in een puinhoop te hebben veranderd te meer daar de pakhuizen en het depót der Hamburg-Amerikalijn in lichte laaie stonden. ( Wordt vervolgd.)
"De ineenstorting van de oude wereld.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326098:mpeg21:p00001