“» Reclames betreffende de bezorging dezer Courant,
gelieve men tijdig op te geven jan ons bureau, Groote Markt 35.
Veranderingen in advertentiën gelieve
— — «5 men steeds op den dag der uitgave vóór t) uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001
Frankrijk in Marokko. De Fransche regeering heeft besloten met meer kracht dan te voren op te treden, tot het tegengaan van de wapensmokkelarijen in Marokko. De Fransche kruisers ontmoeten voortdurend in de nabijheid der Marokkaansche kust verdachte vaartuigen; maar volgens het internationaal recht mogen zij die vaartuigen niet aanhouden ot hunne lading onderzoeken, als zij een andere vlag vertoonen dan de Fransche. Het zijn juist die vaartuigen, welke in Marokko groote hoeveelheden wapens en ammunitie aanvoeren; de Mooren die de Fransche troepen bestrijden, zijn bewapend met de meest verschillende soorten van repeteer- en juistheidsgeweren, afkomstig uit bijna alle landen van Europa. Die wapens mogen in Marokko niet worden ingevoerd; de douane ambtenaren onderzoeken nauwkeurig elke lading, die in de havenplaatsen aan land komt. Maar zij kunnen de smokkelarij niet beletten in de tallooze kreken en inhammen aan de Noordkust en Westkust van Marokko. Frankrijk heeft daarom aan de mogendheden voorgesteld : dat maatregelen zullen worden goedgekeurd om den smokkelhandel aan de Marokkaansche kust tegen te gaan. In de Akte van Algeeiras wordt de verkoop van oorlogswapenen aan de Marokkanen beslist verboden; strenge straffen worden bedreigd tegen de overtreders. Maar r iets is geregeld om de bewaking van de kust en het onderzoek van vaartuigen mogelijk te maken. Frankrijk stelt nu voor een bewakingsdienst te organiseeren, maar daarvoor is noodig, dat de mogendheden toestemmen in het onderzoek van de vreemde vaartuigen, die de kust naderen. Verschillende regeeringen, ook die van Duitsehland, hebben daarin toegestemd, onder voorwaarde, dat het buitengewone en voorloopige karakter van dien maatregel door Frankrijk en Spanje wordt erkend, dat de tijd van duur wordt beperkt, dat vergoeding zal worden betaald zoo het vermoeden, dat tot het onderzoek van een schip heeft geleid ongegrond blijkt, en dat geen schip mag worden aangehouden buiten de Marokkaansche territoriale wateren. Slechts Spanje, zoo wordt door het Journal met eenigen spijt opgemerkt, heeft de Fransche voorstellen niet goedgekeurd. De Petit Pcirisien wijst erop, dat het grootste aarJal smokkelschepen uit Spaansche havens komt.
In Parijs hoopt men, dat Spanje zich spoedig f met de andere mogendheden eenstemmig zal I toonen, opdat de diplomaten te Tanger be- < ginnen kur nen met de uitwerking van de 1 bijzonderheden. Want de pacificatie der I Marokkaansche stammen hangt nauw samen ■ met de maatregelen tegen den smokkelhandel. ] De eerste electrisclie tram. De Petersburgsche correspondent van de i N. R. Ct. schrijft dd. 30 Sept.: i Gisteren hebben we hier een werkelijk histo- I rischen dag beleefd. Een dag die jaren lang verbeid was , een dag, waarop een gebeurtenis i voltrokken is, die nooit tot werkelijkheid scheen te zullen worden — de dag, waarop de eerste : electrische tram zou loopen I De elecirische tram van St. Petersburg is werkelijk ingewijd, i en ’t verkeer geopend, al is het dan ook nog j maar op een heel bescheiden klein stukje van i het net. De Petersburgers hebben het gisteren { met eigen oogen kunnen zien, hoe de voor den heugelijken dag met vlaggen getooide wagens met den grooten krommen beugel langs de leidingsdraad streken gedruischloos over de rails gleden. Ge kreegt wel den indruk van een historischen dag .... die naïef versierde wagens, alle propvol; en de duizenden Zondagsche wandelaars die op de been waren om het wonder te zien ! Ge dacht onwillekeurig aan negentiende-eeuwsche afbeeldingen van de opening van ’t verkeer op een der eerste spoorwegen; waarop ge ook de menschen, zoo netjes op hun Zondagsch aangedaan, zich naar den stoomwagen ziet begeven en waarop het nieuwe, het wonderbaarlijke van zoo’n eersten spoortrein zoo duidelijk tot uitdrukking komt. Het mooie weer had een kolossalen toeloop van nieuwsgierigen er toe gebracht het nieuwe ’ wonderding te gaan bekijken en aan beide uit- 1 einden van de lijn, bij Ntfski en op Wasili Ustrof, stond het zwart van de menschen, die 1 zich met geweld een plaats trachtten te ver- 1 overen in de nieuwe wagens. Op het kleine, een paar kilometers lange lijntje, liepen acht wagens, maar er hadden er nog een boel meer kunnen loopen om het publiek tevreden te < stellen. Vooral gisteren leken de wagens erg klein te zijn. Hard liepen ze nog niet, waar- , sehijnlijk zijn de wagenbestuurders nog niet genoeg vertrouwd met hun werk. Straatjongens sprongen er onderweg op en af. Een ongeluk is er ook al bij voorgekomen, naaar daaraan had de tram direct geen schuld. Het heeft lang geduurd voor we de electriscbe tram haar intree hebben zien doen, — ' dat bekende de burgemeester gisteren ook in zijn rede bij de plechtige inwijding. Hij ver- 1 geleek de electrische bij een goeden vriend, op wiens komst men uren lang op ’t station heeft staan wachten, omdat de tiein vertraging heeft. Men is ongeduldig, ontevreden geworden maar wanneer de vriend eenmaal is aangekomen, dan verdwijnt de ontevredenheid al gauw en maakt voor blijdschap en vreugde plaats. Gisteren vervoerde de electrische, na de officieele opening, die om 10 uur plaats vond, 15,000 menschen. De aandrang van passagiers was zoo groot, dat de politie er bij te pas kwam. Op ieaeren wagen reed later ook een agent mee. De Oostenrijkscke spoorwegen Zeer duidelijk zijn de gevolgen van het <
spoorwegen reeds merkbaar. De leiders der beweging hebben weliswaar bekend gemaakt, dat het passagiersverkeer niet te lijden zou hebben, daarmede schijnen zij echter meer beloofd te hebben dan zij kunnen houden, want reeds thans hebben talrijke vertragingen plaats gehad eti is het zelfs niet onwaarschijnlijk, dat dit verkeer nog ernstiger nadeelen zal ondervinden. Het goederenverkeer staat hier en daar stil; uit de veewagens, die op de rails staan, hoort men de koeien loeien van den honger. Het verzet brengt natuurlijk behalve stoornissen in het verkeer, nog tal van andere nadeelen mede. Zoo heeft bijv. de directeur van een groote melkinrichting te Weenen verklaard, dat de met de te laat aankomende wagens aangevoerde me’k gisteren reeds onbruikbaar was geworden, zoodat het niet lang zal duren of te Weenen heerscht gebrek aan melk. En met andere levensmiddelen, die aan snel bederf onderhevig zijn gaat het evenzoo. De kouiug van Saksen. Naar aanleiding van de geruchten, dat de koning van Saksen opnieuw in het huwelijk zal treden, schrijft graaf Hoensbroech aan het Berl. Tagebl. dat naar Roomsch kanoniek recht de koning nog altijd gehuwd is met Louise van Toscane, gravin Montignoso en thans mevr. Toselli. Dit huwelijk is een matrimomium, hetwelk zelfs de Paus niet kan ontbinden. Wel is herbaaldelijk ten behoeve van vorstelijke personen, b.v. van Napoleon I, langs een zijweg een tweede huwelijk mogelijk gemaakt, maar dan geschiedde dit doordat de Roomsche Kerk het eerste huwelijk voor nietig verklaarde. Graaf Hoensbroech betwijfelt zeer of de Saksische vorst genoegen zou willen nemen met deze oplossing, die zijne kinderen zou maken tot bastaarden. Een andere weg is niet mogelijk en dus kan koning Friedrich August niet opnieuw trouwen. Ecu luclilsckip-week te St. Louis. Iiieler Woche, Semaine de Scheveningue en die van Nice zijn al weer oude kost. Maar nog nieuw in de annalen der sport is de week der luchtballons. Te Saint-Louis vangt op 21 Oct. a,s. een zoodanige periode aan, die gedenkwaardig moet blijven in de geschiedenis der luchtscheepvaart. Twaalf gewone ballons, vertegenwoordigend 3 landen zullen mededingen naar den internationalen beker. Bovendien zullen er gedurende zes dagen opstijgingen plaats hebben van ballons van verschillend model. De Aero club van Saint-Louis heeft prijzen van groote waarde uitgeloofd; de meeste vertegenwoordigen bedragen van 7500 tot 12500 gulden. Alle luchtschippers uit de Yereenigde Staten hebben hun medewerking of althans hun tegenwoordigheid beloofd, en van alle windstreken treden befaamde luchtdeskundigen toe. De Deutsche thaler. De Deutsche «thaler», het zilveren muntstuk dat thans buiten omloop is gesteld, heeft ruim vier eeuwen als betaalmiddel gediend. De eerste stukken van dien aard werden in 1484 te Hall bij Innsbruck gemunt op den Oostenrijkschen aartshertog Sigismund, ter vervanging van de «goudguldens» der veel
r gesnoeide middeleeuwen. Zij heetten dan ook ,, in ’t eerst «Guldengroschen» of «Giiuldner». u De ontdekking van zilvergroeven in de Tirolsche r bergen gaf den stoot tot deze aanmunting if van groote zilveren specie. Omstreeks 40 a jaar later werd deze muntsoort in groote - hoeveelheid geslagen uit het zilver der rijke n mijnen in het noorden van Bohemen (Ertsget bergte) bij Joachimsthal, naar welke plaats e zij worden genoemd, ’t geen allengs tot a «thaler» werd afgekort. Hieruit is ook de k naam ontstaan van de «dollar» in het Oosten .1 en in Amerika, evenals van onzen oud-Hol’. landsehe munt, den «daalder», die l1/2 gulden e waard was, tegenover den lateren Rijksdaalder t van 2‘/2 gulden. Van den Duitsche thaler a stelde Keizer Karei V het gewicht vast op t een zwaarte gelijkstaande met 29,2 gram bij t 937,5 duizendste gehalte aan fijn zilver. - Daaraan werd echter niet vastgehoudeh, want i alle Duitsche vorsten en vorstjes lieten thalers met hun wapen en beeltenis aanmunten, zoodat een volledige verzameling zeer omvangrijk is, omdat ook talrijke bij feestelijke gelegenheden, ook voor burgers, werden geslagen. 0 En die stukken hadden niet altijd dezelfde * zilverwaarde, In de vorige eeuw werd dooide Duitsche Staten bij verdragen het gewicht van den «Vereinsthaler» op 18.5 gram van 8 900 duizendsten fijn bepaald. Na de invoering van den gouden standaard in 1873, werd die specie niet meer aangemunt; naast de goudstukken van 10 en 5 mark, kwamen de zil1 veren van 1 en 2 mark. De thaler waarvan ongeveer 150 millioen stuks in omloop waren, werd allengs ingehouden en tot de nieuwe zilveren specie omgemunt, zoo lat er nog 3 betrekkelijk weinige in de wandeling waren toen de wet bepaalde dat zij op 1 Oct. 1907 e zouden ophouden wettig betaalmiddel te zijn, a In Oostenrijk is dat al op 1 Jan. 1901 geJ schied. t
"Buitenland.". "Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001
Meswclüieit, Aan Johan Messchaerl is de Duitsche prolessor-tltel verleend. „Airl.” Van Jeanne Reyneke van Stuwe zal in dit najaar, bij den uitgever L. J. Veen, Amsterdam, een roman uit de sportwereld, onder den titel »Arl” verschijnen. Weekbladen. Het Leven. Uitgave van de V. V. Drukkerij en Uitgevers-Maatsch. Amsterdam Weder een aardige, actueele inKoud. Kiekjes van de Koningin bij de ku=tmanoeuvres, van de begrafenis der slachtoffers van den brand in de Marnixslraat, van Toselli, van Schillings en Heas, van de Handelschool leerlingen in den Stadsschouwburg, van Salome en Berodiao, van schilderijen uit de collectie Lix, enz. enz. enz. te veel om op te noemen. Je snapt niet hoe voor ’n luttele 15 cent iedere week zooveel gegeven kan worden. Het nummer hervat o.a. ook een artikel over Willem Roelop met verscheiden reproducties tusschen den tekst. • Het stof van de vloer als oorzaak voor besmettelijke ziekten. Bij de bestudeeriug van de vraag van verontreinigde vertrekken, is ’t belangrijk het oog
te vestigen op den verschillenden graad van schadelijkheid van de onderscheidene gedeelten van een bewoond vertrek. Reeds hebben Cornet en Fluge er op gewezen, dat op de hoogte waarop de zieke zich bevindt op den muur lacteriën voorkomen, en wel des te meer naarmate men de lagere deelen van den muur onderzocht en naarmate de bewoonde plaats donkerder is. Dr. Berscheim deed diepere nasporingen. Hij onderzocht een groot aantal flacons met stof, verzameld in hospitalen, klinieken, antituberculeuse dispensaires, theaters, stations en spoorwegen, en hij vond er streptococcen, staphylococcen en tuberkelbacillen in. Talrijke irentingen bij cavia’s en konijnen geven positieve resultalen met de streptococcen en met de tuberkelbacillen. Naarmate de vloer waarvan ze verkregen waren ouder was, de voegen broeder en de kamer donkerder, in diezelfde mate gelukte de infectie des te beter. Als middel tegen den toestand wil hij den vloer zoo laten maken, dat hij geheel sluit, geen voegen of spleten bevat en dusgemakkeüjk te vegen en te boenen is. In hospitalen en dispensaires komen reeds vloeren voor bestreken met een cementachtige compacte massa, maar een groot deel van dit soort stoffen — mogen ze ook al heel doeltreffend zijn — zijn te brandbaar. Krankzinnigheid en alcohol. Mirman, directeur de l’Assistance publique, komt, na een enquête in de Fransche gestichten, naar aanleiding van ’t verband tusschen alcohol en krankzinigheid ingesteld, tot de slotsom, dat op een bevolking dier gestichten, groot 71,547 krankzinnigen, op 1 Januari 1906 er zich 9932 bevonden, die slachtoffers van den alcohol waren, dus 13 6 pet In bepaalde departementen, waar het alcoholisme zeer veel voorkomt, stijgt het percentage tot boven 20 pet. (nl. in de Normandische departementen la Mayenne, la Sarthe). Op de genoemde 9932 krankzinnigen als slachtoffers van alcoholisme telt men 7062 mannen en 2870 vrouwen. Bij de enquête gelukte het vast te stellen welke de dranken waren, die voor eik geval van krankzinnigheid aansprake'ijk gesteld moeten worden, ’t Resultaat was het volgende: Absinth 1372 mannen 16S vrouwen. Apéritifs 2051 » 1294 s Brandewijn 1911 j 720 » Wijn 1275 » 480 » Alpenwijn en bier 453 « 211 > Deze toestand is veel ongunstiger dan in Nederland. (Hjds. .v. Sociale Hygiëne.)
"Kunst en Wetenschappen.". "Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001
Internationalen pers ver houding. De Londensche correspondent van de N. Rott. heeft onderzocht, waarom de Westminster Gazette den brief niet had opgenomen, in welken dr. A. A. Focker te Amsterdam was opgekomen tegen de Lombok-geschiedenis van den heer Scheltema. Men deelde aan den correspondent mede, dat de vorm van dien brief de plaatsing onmogelijk maakte. Hij was vol hatelijkheden en personaliteiten aan het adres van den heer Scheltema. De Westm. Gazette verklaarde zich bereid een wederlegging van het artikel van den heer Scheltema op te nemen, mits die
bondig, zakelijk en in behoorlijken vorm verstrekt worde door een persoon van naam en het noodig gezag. Naar aanleiding van dit geval geeft de genoemde correspondent een ander middel aan de hand om onjuiste voorstellingen omtrent ons land of onze koloniën in de buitenlandsche Pers te weren. Hij schrijft o.a.: Lang geleden reeds heb ik hier gepleit voor de aanstelling van een geaccrediteerden Nederlandschen regeeringsagent, wiens taak het zou zijn voor de Staats- en particuliere belangen niet enkel van Nederland maar ook van Ned.-Indië te waken, en voor die belangen op te komen waar ze aangevallen worden. Op den voorgrond wil ik stellen, dat zulk een Nederlandsch regeeringsagent, wat Indie betreft, zou moeten wezen iemand, volkomen op de hoogte van den toestand aldaar, en vaardig zoo met de pen als met het woord, daarbij een grondig taalkenner. Een zoodanig man te vinden is mogelijk, ofschoon niet zeer gemakkelijk. En hij zou onschatbare diensten kunnen bewijzen. Zijn belooning zou er naar moeten wezen, doch, hoe aanzienlijk ook, het loon zou toch slechts een kleinigheid zijn tegenover de te verkrijgen uitkomsten. Het wetsontwerp tot onderzoek naar het vaderschap. Onder den titel: »Caveant Consules” heeft jhr. rnr. A. F. de Savornin Lobman, in de aflevering voor Augustus 1907 van «Onze Eeuw een opstel doen opnemen, dat de strekking heeft, de Eerste Kamer te bewegen, het bij haar aanhangig wetsontwerp tot onderzoek naar het vaderschap te verwerpen. Tegen den inhoud van dit artikel kwam reeds in een uitvoerig betoog ds. H. Pierson van Zetten op, die de meerlingen van jhr. De' Savornin Lohman trachtte te weerleggen in een «open brief”, Caveant cives getiteld, en ua A^ fi xiiT \ r. i * _
»ciov>ucucu uij uc mum vv# xjesciiuur, lü ’s-Gravenhage. Het aitikel van den heer Lohman heeft insgelijks een bestrijder gevonden in den heer mr. J. A. Devy, die er in het Weekblad voor liet Hecht van 15 Augustus, onder het opschrift: de rechtsgrond der Alimentatie, tegen te velde trekt. Des heeren De Savornin Lohmans bezwaar, is, dat het wettige kind ten behoeve van het buiten echt geboren kind benadeeld kan worden als de vader verplicht is voor het onderhoud van dit laatste te zorgen, en dat de wettige vrouw in het geval kan komen, mee te betalen in onderhoud en opvoeding van het kind. «Ongetwijfeld” — antwoordt de heer Levy aan het slot van zijn artikel — «maar die gebeurlijkheid gaat buiten het uitgangspunt des heeren Lohman; het belang der «gezinsvorming* om, heeft er zelfs niet mede uit te staan. De vrouw, hooghartig, kan verbonden blijken aan een man, die roekeloos, lichtzinnig of misdadig, haar en zijn gezin aan den bedelstaf, brengt. Tegenover dergelijke levensconflicten, staat de wetgever geer szins schouderophalend, maar met den besten wil radeloos. Hij ziet alsdan tot berusting zich wel genood zaakt en moet zijn toevlucht nemen tot hetgeen uitgedrukt wordt in de Amerikaansche huwelijksformule; for better, for worse. Zal overigens het gevoelsleven der wettige vrouw meer gespaard, haar edelmoedigheid meer bevredigd zijn, wanneer zij het dan toch schuldelooze kind onverzorgd weet? Schiedam. Men meldt uit Vlaardingen d d. 2 October aan De Botter dammer: Hedenavond had de vergadering plaats van de kiesvereeniging «Nederland en Oranje” alhier, om hare houdiDg vast te stellen voor de verkiezing in het district Schiedam. Met algemeene stemmen werd de volgende motie aangenomen : De Antirev. Kiesver N. en O. te Vlaardingen, betreurende de houding der Chr.-Hist. partij in zake het aanbieden van een zetel in de Tweede Kamer aan dr. Kuyper, zich te diep gegriefd gevoelende door de smaadheid den eminenten leider onzer partij daardoor aangedaan, om het besluit der Centrale kiesver. in het district Schiedam tot steun van den Chr.-Hist. candidaat uit te voeren, acht het in de gegeven omstandigheden gewenscht zich van allen officieelen steun te onthouden en de leden der vereeniging in het uitbrengen van hun stem geheel vrij te laten. Vivisectie. De commissie in zake vivisectie door de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Landbouw, Nijverheid en Handel ingesteld, heeft den Nederlandschen artsen een vragenlijst
uucu luctkuiijcLij mtjL nel veizoett ue gesieiae vragen vóór 31 October a s. te willen (beantwoorden. De commissie vraagt o. a. of de ontvanger der circulaire vivisectie uitoefent en zoo ja, van welken aard, met welk doel en in welke localiteit. Verder wordt gevraagd of de dieren één of meermalen worden gebruikt, hoe zij worden verpleegd en wat later met deze dieren geschiedt, Ten slotte vraagt de commissie de opinie der artsen over de waarde der vivisectie voor het onderwijs en verzoekt mededeeling van de namen van personen, die hoewel geen arts, niettemin vivisectie uitoefenen. Volksonderwijs. Het hoofdbestuur van «Volksonderwijs” heeft aan de atdeelingen een rondschrijven gericht, waarin naar aanleiding van de besprekingen op de jongste algemeene vergadering betreffende de inleiding van dr. Bos, op de algemeene vergadering in 1906 omtrent de richting waarin «Volksonderwijs” hebbe te werken, aan de afdeelingen de volgende vragen worden gesteld : a. Zon uw afdeeling heropening van den politieken schoolstrijd, in dien zin, dat de vrijzinnigen in den lande zich vereenigen onder de leuze: «Geen gelden uit de schatkist aan bijzonder onderwijs,” gewenscht en mogelijk achten ? b. Indien ja is uw afdeeling vaD meening, dat terugkeer tot de wetgeving van vóór 1889, waarbij geen rijks-subsitlie aan bijzondere inrichtingen van onderwijs werd toegekend, bevorderlijk zou zgn aan de behartiging
1. van het volksonderwijs in ’t algemeen ? 2. van het openbaar lager onderwijs ? c. Acht uw aldeeüng het voor «Volksonderwijs” een juist standpunt, als de vereeniging, naast het strijden voor handhaving en, waar noodig, verbetering van de openbare school, zich in haar strijd voor degelijk goed volksonderwijs, richt op het in de wetgeving van het Lager onderwijs neerleggen van zulke waarborgen, dat het bijzonder onderwijs in gehalte niet achtersta bij het openbaar ? d. Als door onvoldoende zorg van Gemeenteen Rijks autoriteiten het onderwijs aan eenige openbare school langzamerhand verslechtert en verkommert, en pogingen om daarin verbetering te brengen, schipbreuk hebben geleden, acht uwe afdeeling het dan op den weg van Volksonderwijs te liggen, daar ter plaatse mede te werken tot de oprichting van een bijzondere school, waar het onderwijs geheel het karakter draagt van dat aan een goede openbare school gegeven ? e. Hoe meent uw afdeeling ten slotte, dat met het oog op den algemeenen toestand van ons volksonderwijs en de verhouding tusschen het openbaar en het bijzonder, het doel van onze vereeniging in de statuten moet worden omschreven ? De viering van Leiden’» ontzet. Men schrijft uit Leiden van gisteren: 3 October, de gedenkdag van Leiden’s Ontzet 1 Er is zelden ten vereeniging zoo algemeen geacht, zoo populair geworden als onze 3 October-Vereeniging, die stads- en academieburgers in zich beeft opgenomen en haar leden telt onder alle partijen en van eiken stand en rang. Reeds voor de 23ste maal heeft de Vereeniging ons heden een feestprogramma ter uitvoering aangeboden. Eergisteren eindigden de mooie naz merdagen. Gisteren viel de regen kletterend neer, maar vanochtend blikt het herfstzonnetje weer Ir ~ 4 i ^ 1
vrienueiija over ae tot ieestvieren gereedstaand stad. Vroeg trekken de burgers door de me vlaggen getooide straten naar de koraalmuziek aan het Van der Werfpark. Een driehonderi zangers en zangsters zijn bijeengekomen ii den tuin van het Laboratorium en zingen ondei leiding van den heer Duyster, en begeleii door de krachtige tonen van ons stedeliji muziekkorps de psalmen, lofzangen en liederen zooals deze eenmaal op den blijden dag vat het ontzet door de verlo-te burgerij zijn aan geheven in de groote Pieterskerk: «Ik zal met al mijn hart den Heer Blijmoedig geven lof en eer; Mijn tong zal mijn gemoed verzeilen En al uw wonderen vertellen.” Met deze woorden wordt de feestdag ingezel en duizenden burgers en burgeressen die zich in een wijden kring geschaard hebben om hel groote koor, onlblooten luisterend eerbiedig de hoofden ; besloten wordt met het Wilhelmus en Wien Neêrlandsch Bloed. Voor de uitdeeling van brood en haring hebben zich bijna 3600 vrouwen en voor die van bier, tabak en pijpen ruim 3200 mannen opgegeven. Om de feeststemming onder burger en vreemdeling nog te verhoogen, hebben de stadsbestuurderen bevolen dat de fontein der Vischmarkt zoo hoog mogelijk bare waterstralen zal opspuiten; hoog op den stadhuistoren tokkelt de stadsklokkenist het carillon en de joligste wijsjes dansen door de lucht over de stad en de straten vol feestelijke drukte. Dan is er even een rustpoos; de groote optocht, het eenig nummer dat varieert, wordt aan de Veemarkt opgesteld. Bijna alle stedeiijke vereenigingen — we tellen er meer dan dertig banieren — drie echte muziekkorpsen en eenige fanfare- en harmoniegezelschappen en lest best 15 versierde reclame-, rij- en voertuigen, waarin en waarop de voornaamste takken van handel, nijverheid en bedrijf van Leiden zijn vertegenwoordigd, staan er voor gereed. Te ruim één ui;r zet zich de lange stoet vol bonte afwisseling, in beweging.
"Binnenland.". "Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001
van Jeruzalem, DOOK Dr. A. HALBERSTADT. 28 Schudt het laatste stofje van ongeloof van uw ziel, veldheer I Want anders zal de rook van uw offer niet ten hemel stijgen, maar verloren gaan in de aarde, en den priester is het niet geoorloofd om het offer van een twijfelaar op het altaar des Allerhoogsten neer te leggen. Zal ik u zeggen, wat thans uw hart in zijn diepsten schuilhoek weeft en spint, u openbaren dat gij over iets anders, iets veel hoogers, zekerheid verlangt, dan over het lot van dit kleine geminachte volk P” Het krachtige donderende i geluid zijner stem veroorzaakte ook bij den veldheer een soort van angst voor iets onbepaalds, onverklaarbaars. Hij werd zeer bleek, toen hij uit de woorden van den profeet bemerkte, dat deze zijn geheimste gedachte kende. Waar vandaan wist die man wat hij in het diepst van zijn ziel verborgen hield, zijn zielsverlangen, zijn hoogste verwachting, die hij zelfs geen boezemvriend ooit had meegedeeld ; omdat hij een kind des doods zou zijn, zoodra eenig menschelijk wezen een woord van zijn plan zou vernemen. Haastig en niet zonder angst legde hij Basilides het zwijgen op; en om den mond van dezen verried een triomfeerende glimlach, dat hij den grooten rr.an eenigen eerbied voor zijn kunst had ingeboezemd. Met gedekte stem zette hij zijn toespraak aan Vespasianus voort, die deze ook alleen verstond. ïFlavius Vespasianus !” zeide hij op verwijtenden toon, »yol ongeloof en twijfel was aw hart, toen
gij den Karmel besteegt, en zoo hebt gij God gelasterd Maar de Eeuwige wil, dat gij hem erkent, en daarom moet ik u zeggen, wat in een vrees> lijken, stormaehtigen onweersnacht de stem uit de hoogte mij deed vernemen. Een groote gisting, riep zij mij toe, heerscht in Vespasianus’ ziel, een wervel van versaagdheid en beving voor het gevaar en van wassend verlangen naar het hoogste, dat de aarde den sterveling aanbiedt. Maar wat in het boek des noodlots met bloedige letters geschreven staat zal in vervulling komen. Eens zal een uitgeputte welluststeling van den pas geroofden troon i neerstorten en zal een man dien bestijgen van I duistere afkomst, voortkomende uit Judaea,” Hij i zweeg een oogenblik, alsof hij den verbaasden ; Romein tijd wilde laten om zich te herstellen, maar i ging daarna, terwijl hij Vespasianus scherp en i brutaal in de oogen zag voort: «Zal ik u, Flavius t Vespasianus, nu zeggen, u, die hier gekomen zijt om uw voet op den nek van Judaea tezetien, wat i het doel van al uw pogingen is ?” i Vespasianus werd doodsbleek, ging achteruit en j maakte met de hand een afwijzend gebaar. Maar i Basilides glimlachte; want Vespasianus had geen i lust meer tot spotten. »Welnu,’’ zeide de profeet ; zich naar het altaar richtende: »Nu moogt gij ■ offeren 1” i Met onvasten tred keerde de veldheer naar de zitplaats terug, die zijn gevolg voor hem midden op het pleintje voor het altaar uit steenen en mos in gereedheid had gebracht Daarop gaf hij den i dienaren een wenk om de dieren naar den profeet te brengen. Basilides zag ze een oogenblik onderi zoekend aan en scheen tevreden, ontblootte zijn ■ gespierden arm en nam het mes, dat hij aan zijn gordel droeg, in de baud. Als een bliksemstraal . schoot het lemmet eerst door de luchtpijp van de vaars, onmiddeilijk daarop door die der rammen. Onder dof gebrul vielen de dieren op den grond, i Meroë stond doodsbleek en als verdoofd naast den
profeet om het stroomend bloed in den beker op te vangen, waaruit Basilides onder het prevelen van onverstaanbare volzinnen het altaar besprenkelde. Eindelijk verminderden de stuiptrekkingen der offerdieren, het geluid hield op, het bloed vloeide langzamer. Meroë hield den laatsten beker met het donkerroode, dampende levenssap in de hand, terwijl Basilides vlug en handig de huiden der dieren stroopte, het vleeseh aan stukken sneed, met zout bestreek en op de houtmijt legde. Dat alles ging vergezeld van spreuken in een vreemde, eigenaardig klinkende taal. Toen ontstak hij liet vuur en onmiddellijk onttrokken dichte rookwolken de gestalten van dqp profeet en van het meisje aan de oogen der toeschouwers. Meroë had nu de oogen wijd opengesperd en staarde daarmee haar meester aan, die naast haar stond en deed alsof hij haar niet zag. Zoo telkens hij zich bewoog, ging een huivering door haar leden. Eindelijk klonk het gevreesde woord : «Drink.” Zij kromp ineen van angst en hem met smeekende oogen aanziende fluisterde zij: »Och, heer!” «Drink !” herhaalde hij met wreede stem. Haar voet wankelde en haar hand, die den beker droeg, trilde alsof zij koorts hadden : «Ik kan niet, lieer, ik kan niet!” Zij viel hem te voet, haar lange, witte haren vielen los over haar rug, een zwakke schittering deed zich in haar oogen op. Basilides stiet een groven vloek uit, ontrukte Meroë den beker en wierp zich op haar, zoodat zij op den grond lag; met zijn ijzeren handen drukte hij haar den beker tusschen de tanden ; en een stroom van dampend, dik bloed stortte zich in Meroë’s keel uit. Basilides liet haar stuiptrekkend lichaam op den grond liggen en trad voor het altaar om bet tooneel goed te overzien. De ondergaande zon wierp haar bloedroode stralen door de rookwolken, welke door een zachte koelte Daar alle kanten gejaagd, de geheele plek in een nevelachtigen sluier huiden. Na eens waren 1
die wolken dicht in elkaar, dan weer verspreidden zij zich, zoodat door de opening heen een flikkerend, tooverachtig vuur gezien werd, dat aan de geheele omgeving een levendigen spookaehtigen schijn gaf. Glimmende vonken, die hier tot kleine vlammetjes werden, daar van zelf als door een onzichtbare hand werden nitgedoofd, kwamen op de takken der hooge hoornen aan den zoom van het bosch terecht en tooverden op de helmen en wapens der krijgslieden een prachtige weerkaatsing. Overal heerschte een eerbiedige stilte, die slechts afgebroken werd door het geknetter en gebraak van brandende blokken op het altaar en het gesis van het bradende vleescb, waaruit een gele, vettige damp opsteeg. De profeet gevoelde zich innig voldaan en verdween als een schim achter de rookwolken weg naar het kleine struikgewas, dat den geheimen toegang tot zijn grot verborg. Onmiddellijk daarop hoorde men achter in het bosch gedruisch, en een geweldig groote adelaar verhief zich hoog boven de toppen der hoornen, schoot naar het midden der open plek en draaide daar onder aanhoudend klappen met de wieken eenige malen in het rond. Vespasianus werd ais uit den droom opgewekt en keek naar den koning der lucht, onder welk zinne beeld Rome zijn overwinningen over de geheele wereld behaald hal. Was het een voorspelling van den God van Judaea? De verschijning van het dier bevrijdde de gemoederen der toeschouwers van den angst, die hen tot nog toe gedrukt had. De een wees het den ander, en spoedig verhief zich het gemompel tot een enkelen donderenden jubelkreet i «Io, het eeuwige Rome !” De zachte wind had geheel opgehouden, de rook van het offer ging als een zuil loodrecht naarboven Door het geschreeuw verschrikt was de adelaar een oogenblik van zijn gewonen weg geraakt, maar spoedig liet hij zich in geregelde kringen op den aanlokkelijken buit neer. Met zijn fonkelende oogen
zag hij naar beneden, verminderde zijn vlucht, bleef een oogenblik in de lucht hangeu, stiet toen een heeschen krijschenden toon uit en stortte zich loodrecht op de rook en de vlammen neer. Met een der rammen tusschen zijn klauwen snelde hij uit de rook en de vlammen pijlsnel naar de hoogte. Daarop schoot als een bliksemstraal, want niemand kon hem zien komen, een tweede adelaar op hem toe en trachtte hem den buit te ontrukken. Een hevig gevecht had er in de lucht plaats, vleugels, klauwen, en snavels sloegen aanhoudend tegen elkaar. De oogen der verbaasde menigte, vol spanning en verborgen bijgeloof, waren onafgebroken op dit schouwspel gericht als zou de god van Juda ook een tegenstander hebben uitgezonden; maar wie streed nu voor Rome, wie voor den vijand P Zou zich tegenover Vespasianus, den veldheer des Keizers, behalve de Judaeën nog een andere vijand opdoen; misschien in het leger der Romeinen zelf P De dieren schenen in kracht en overleg tegen elkaar opgewassen. Wanneer de aanvaller den hals des verdedigers trachtte te omvatten, dan ODtweek de andere dit vlug. Zocht deze met vlugheid te ontkomen, de ander dreef hem door het slaan met de vleugels weer naar de plaats terug. Eindelijk gelukte het den laatst gekomene ook zijn klauwen in het aas te slaan, en vielen beiden met het lijf nauw aan elkaar gedrukt en in de vlucht belemmerd langzaam voor de voeten van Vespasianus op den grond. Deze sprong van zijn plaats op en aanschouwde met samengetrokken wenkbrauwen bet eiude van dien belangrijken strijd. Maar, o wonder! de krachten der kampvechters waren uitgeput, of zij gehoorzaamden aan een geheimzinnige hoogere macht. [Wordt vervolgd).
"BERENICE.". "Bredasche courant". Breda, 1907/10/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327088:mpeg21:p00001