Reclames betreffende de bezorging dezer Courant,
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, Groote Markt 33.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
Japan en Amerika. In Japan is men algemeen van meening dat het bezoek van den Amerikaanschen minister Taft de betrekkingen tusschen Japan en de Vereenigde Staten veibeterd heeft, maar dat er toch nog geen overeenstemming is verkregen betreffende het vraagstuk der Japansche immigratie in Amerika. De beide regeeringen zijn misschien van oordeel dat dit zich op den duur wel van zelf regelen zal. Ten aanzien van het beticht, dat Canada een commissaris naar Japan zal zenden om te trachten een overeenkomst te sluiten, waarbij het vertrek van Japanners naar Canada beperkt wordt, zegt men in Japan dat zulk een overeenkomst nooit tot stand kan komen, omdat ze in strijd zou zijn met het Engelsch-Japansche verdrag. Japan kan echter wanneer dat noodig blijkt, vrijwillig maatregelen nemen, waardoor de emigratie naar Canada beperkt wordt. Uit Bellingham (Washington) wordt bericht, dat men aan het ministerie van financiën tot de ontdekking is gekomen, dat talrijke Japanners zich van Canada uit naar de Vereenigde Staten begeven, om zich daar te vestigen. Ten einde hiertegen te waken, zal een aantal federatieve ambtenaren naar de Canadeesche grens worden gezonden, die er voor te waken hebben dat dit niet meer gebeurt. Macedonië. De Russisch-Oostenrijksche nota, over de politieke verdeeling van Macedonië, heeft een onverwacht antwoord gevonden. De zaken, dr. Stanciof, heeft Zaterdag aan de gezanten van Rusland en Oostenrijk te Sofia een nota laten overhandigen, waarin onder anderen verklaard wordt: dat Bulgarije zich tegen een verdeeling van Macedonië beslist moet verzetten. Bulgarije beschouwt Macedonië als een ondeelbaar geheel, als een provincie met vaste geografische en etbnografische grenzen, wier verdeeling naar nationaliteiten een besliste onmogelijkheid is. En de verdeeling in sferen van invloed noemt de Bulgaarsche minister een politiek gevaar en daarom niet wenschelijk. De Bulgaarsche minister kan zich overigens volkomen vtreenigen met de nieuwe Oostenrijksch-Russische opvatting van artikel 3 van het program Mürzsteg. Maar hij wijst er op, dat de nationale twisten in den Balkan zullen blijven voortduren en de resultaten van den hervormingsarbeid in de waagschaal zullen
worden gesteld, zoo de volgende voorstellen van Bulgarije niet worden aanvaard. lo. Vaststelling van de grenzen van het gebied, waarin de hervormingen zullen worden ingevoerd; 2o. vaststelling van een nieuwe administratieve indeeling van dit gebied; 3o. instelling van een scheidsgerecht, onder toezicht der beide met den hervormingsarbeid belaste mogendheden, voor de beslechting der nationale, kerkelijke en schoolkwesties tusschen de bevolking. De Bulgaarsche regeering meent, dat deze drie voorstellen door de regeeringen van Rusland en Oostenrijk kunnen worden aangenomen zonder dat de waardigheid of de souvereiue rechten van het Turksche Rijk daardoor zullen worden geschaad. De rei» van ‘t Spaansche koningspaar. De Epoca, het officieuse regeeringsorgaan, zegt: Men weet, dat de souvereinen van plan zijn, een reisje naar Weenen te maken; de datum is echter nog niet bepaald. Volgens particuliere berichten gelooft men evenwel, dat de koning en de koningin den 14en of 16en van deze maand naar Weenen zullen vertrekken. Misschien gaan ze over Italië, maar in elk geval houden ze zich te Parijs niet op. Te Weenen denken ze eenige dagen in de «Hofburg» te logeeren. Misschien ook dat ze een dagje bij aartshertog Frederik gaan doorbrengen. Over Duitsehland en Nederland gaat de reis vervolgens naar Brittannië alwaar men den Duitschen keizer hoopt te ontmoeten. Prinses Hoitica. Uit Dresden wordt gemeld, dat Von Friegern, kamerheer aan het Saksische hof, naar Nizza is vertrokken teneinde het dochtertje van me vrouw Toselli op te sporen, dat in een klooster van die stad verborgen heet te zijn. Wanneer men er in 'slaagt, het prinsesje te vinden, zal het worden toevertrouwd aan de zorgen van de barones van Reuzenstem, die zich met haar opvoeding zou belasten. Ongeluk In een ijzergieterij. Door het omvallen van een ketel met gesmolten metaal in de ijzergieterij te Butler (Pennsylvania) werd een ontploffing veroorzaakt, vier personen werd^i gedood, twintig doodelijk, tien ernstig gewond. De gekwetsten en dooden zijn bijna alle vreemdelingen. Het gesmolten metaal viel op de menschen waarvan sommigen letterlijk verbrand werden Bij anderen brandden de vingers af, of werden de oogen Vernietigd. De gekwetsten moesten een uur lang, naakt in de strengste koude liggen, voordat zij naar het hospitaal konden worden gebracht. KORTE BERICHTEN, De Turken hebben 4 October Askroerabad op 20 werst van Vermia bezet. Geruchten over de bezetting van Salma worden niet bevestigd. Gedurende een politieke meeting stortte te Waterburg (Connecticut) de vloer van een zaal in, waardoor 250 personen in een 4 meter diepen kelder stortten. Daar de petroleumlampen ook omvielen,
vreesde men voor een ernstigen brand, die echter, dank zij de spoedige hulp, voorkomen werd. Allen konden gered worden, een 52-tal personen zijn echter meer of minder ernstig gewond. In het dorp Mammola (Calabrië) heerschen de zwarte pokken. De epidemie breidt zich snel uit. De Bond van telegrafisten in de Yereenigde Staten wil de staking ook over de gehuurde telegraaflijnen uitbreiden. De Koning van Siam bezoekt te Messina koning Victor Emanuel. Het trok de aandacht dat hij geen bezoek aan den paus bracht. Een lichte aardbeving is Zaterdag-ochtend vroeg waargenomen in het Zuiden van Noorwegen en in Tirol. Zeven-en-zestig leden van den Parijschen gemeenteraad zijn, met hun voorzitter aan het hoofd, voor een week te Londen op bezoek. De Lord Mayor en het bestuur der City begroette de heeren bij hun aankomst zeer hartelijk. Uit Madrid wordt gemeld, dat nu de Fransche regeering de Spaansche socialisten uit Frankrijk heeft gezet, de Spaansche regeering Fransche socialisten, die zich in Spanje ophouden, de grens wil wijzen. Het Duitscb-Amerikaansche Nationale Verbond heeft een aanbod van Hearst aangenomen, om in het volgende jaar tien Duitschers naar Duitsehland af te vaardigen ten einde te Berlijn een afdeeling van het verbond op te richten en daardoor de betrekkingen tusschen Duitschland en Amerika te bevorderen. De Duitschers trachten de kinderen van landgenooten in vreemde landen door scholen voor den Duitschen stam te bewaren. Te Teheran is Zaterdag de Duitsche school ingewijd. De Duitsche gezant hield de feestrede. Er waren aanzienlijke Perzen bij tegenwoordig.
Een nieuwe weg tiaar de Pool. De Amerikaansche ontdekkingsreiziger dr. Frederik Cook heeft van Etha (Groenland) geseind, dat hij een nieuwen weg naar de Pool vond door de baai van Bachanan en Ellssmierland, dwars door de Nansensehe landengte. Het nieuws wekte nogal sensatie, daar dr. Cook zijn expeditie in ’t geheim uitgerust had.
Tweede Kamer. De voorgenomen openbare vergadering der Tweede Kamer tot behandeling der aan de orde gestelde onderwerpen zal vandaag, Dinsdag, niet plaats hebben, omdat er drie afdeelingen zijn, waarin het onderzoek der Staatsbegrooting nog niet geëindigd is en dat dientengevolge vandaag en morgen zal worden voortgezet.
Vóór a. s. Donderdag is er vermoedelijk geen openbare vergadering te verwachten. Het Koninklijk Echtpaar in Meckelenburg. H. M. de Koningin arriveerde heden te Rabensteinfeld, om een bezoek, dat acht dagen duren zal, te brengen aan groot-hertogin Marie, waarheen Z. K. H. Prins Hendrik zich eveneen begeeft als hij uit Karlsruhe terugkeert, waar Hij de begrafenis van den groothertog van Baden zal bij wonen. Koningin Emma naar het buitenland, Omtrent de a. s. buitenlandsche reis van H. M. de Koningin-Moeder kan het volgende vermeld worden: H. M. vertrekt 14 October van Soestdijk naar Neuwied tot het brengen op liet buitenverblijf Mon Repos van een bezoek aan de Vorstin von Wied, prinses Marie der Nedertanden en den Vorst. Vandaar begeeft B. M. zich voor 4 weken naar Zwitserland, eerst naar Bex, later naar Montreux. H. M. zal op reis vergezeld worden door baronnesse Van Itlersum, hofdame en jhr. Van Tets, kamerheer. Noordzeekanaal. De werken tot verbetering van het Noorazeekanaal zijn Zaterdag gereed gekomen. Liipnsiijders. De Nederlandsche Vereeniging tot Hulp aan Lupuslijders te Amsterdam hield hare gewone 3-maandelijksche bestuursvergadering, ter behandeling van de nieuwe aanvragen : voor onderstand van Lupuslijders. Sedert hare oprichting heeft zij subsidies toegekend aan 422 lupuspatiënten, 28 wonende in de provincie Noord-Holland, 19 in Utrecht, 16 in Gelderland, 16 m Noord Brabant, 13 in Zuid-Holland, 13 in Friesland, 6 in Overijsel, 5 in Zeeland, 4 in Drente, 2 in Limburg. Zij steunt dus lupuspatiënten in het geheele land, aan den patiënt de keuze van bevoegde medische hulp vrijlatend. Mededeeling werd gedaan van het Kon. besluit, waarbij uit het krediet voorkomende op de Staatsbegrooting van het loopende jaar tot bestrijding van lupus, een subsidie van ƒ300 van Rijkswege aan de vereeniging is verleend. De „Spijkerfabriek”. De industrieele maatschappij » Trom pen burg « (automobielenfabriek Spijker) te Amsterdam heeft zooals wij gisteren reeds telegrafisch mededeelden surséance van betaling aangevraagd De surséance van betaling is in een request aan de arrondissements-rechtbank te Amsterdam aangevraagd, op grond »dat requestrante niet in staat is al haar opeischbare schulden te voldoen doch gegronde vooruitzichten heeft, daartoe na verloop van eenigen tijd we bij machte te zullen zijn”. De moeilijkheden zijn voornamelijk veroorsaakt door een overgroote hoeveelheid bestelde materialen, die ten deele nog niet betaald zijn. Deze materialen waren bestemd voor den taumaak van automobielen, voor rekening /an een zekere Parijsche firma, die de maatichappij «Trompenburg” echter door een samenloop van omstandigheden heeft in den steek gelaten. Requestrante wijst er nog op, dat die materialen tot auto’s worden verwerkt en zoo weer in geld omgezet, waardoor het haar mogelijk wordt later aan haar verplichtingen te kunnen voldoen, De aan de rechtbank overgelegde stukken geven aan actief 13,202,632.20, saldo’s crediteuren f209,817.41, saldo debiteuren f 153,420.68 en een passief van f 3,202,632 20, waaronder een post, groot f 1,906,871,12 aan J. H. van Eeghen en H. J, Iiahussen, die zich blijkbaar uit deze zaak hebben teruggetrokken. Vrije ITniversiteit. Het aantal studeerenden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam bedraagt, met de voor dit pas begonnen studiejaar ingeschreven, in in totaal 132. Daarvan zijn 93 voor de theologie; 15 rechten, 3 wis- en natuurkunde, 2 letteren en rechten, 15 letteren en 4 inde medicijnen.
we moor» ie Hieitien. De moordenaar Stammers is Zaterdag uit het Academisch Ziekenhuis te Leiden ontslagen. Hij was vrij wel, maar kon zijn beenen nog niet goed gebruiken en ook de kogel is nog niet verwijderd, d:e hem echter geen letsel doet. Hij werd Zaterdagavond naar Zoeterwoude gebracht, waar hij in het raadhuis bij den veldwachter overnachte. Zondagmorgen is hij per vigelante in alle stilte naar het huis van bewaring in Den Haag getransporteerd. Fraude. Omtrent de ontdekte fraude in de kas van den betaalmeester te Arnhem, waarvan verdacht wordt de rijksboekhouder J. H., meldt men nog, dat deze zich in den loop van dit jaar heeft toegeëigend een bedrag van ƒ 1000, welk bedrag hij onder zich had ter uitbetaling van gepensionneerden, onder afgifte van valschelijk onderteekende quitantiën. Strooper en veldwachter. Op last der justitie is door de marechaussee te Oldenzaal gevankelijk naar Almelo overgebracht de beruchte strooper N. te Berghuizen, met wien de briga lier-titulair der rijksveldwacht Oolbekking te De Lutte voor enkele dagen — bereids door ons vermeld — een hevige worsteling had, zoodat deze zich onder geneeskundige behandeling moest stellen. De justitie uit Almelo was heden naar hier gekomen, om naar een en ander een nauwkeurig onderzoek in te stellen, en mede om te hooren J. K., uit de gemeente Dennekamp, die aldaar eenigen tijd in een hok is opgesloten geweest en thans in ’t ziekenhuis alhier verpleegd wordt. (Zw. Ct.) Tweemaal ingebroken. In het tijdelijk niet bewoonde huis van jhr. P. H. A. Martini Buys, Hooigracht 13, te ’s Gravenhage, is tijdens twee achtereenvolgende nachten ingebroken. In den nacht van 1 op 2 October wist men zich toegang te verschaffen door over den tuinmuur te klimmen, vervolgens door een raampje van een bergkamer naar binnen te
dringen, waar de deur, die de eigenlijke woning afsluit, werd ingetrapt. Door het openstaan van de tuindeur werd de inbraak den volgenden dag ontdekt. Niettegenstaande de politie in den daarop volgenden nacht den omtrek van het perceel surveilleerde, wei’d toch wederom ingebroken. De daders versjouwden thans een brandkast, die zij met breekijzers openden. De inhoud van de kast bleek te bestaan uit een.... overjas, zoodat de inbrekers inderdaad »een jas hadden”, die ze echter lieten hangen. Uit de woning werden verder nog eenige zilveren voorwerpen meegenomen. De politie doet onderzoek. Een geheimzinnige zaak. Dezer dagen werd uil Geleen naar het gesticht Calvariënberg, te Maastricht, overgebracht een man, die door revolverschoten in den rug door een hem onbekend persoon zeer ernstig was verwond. De politie heeft getracht een tipje van den geheimzinnigen sluier, die deze geheimzinnige zaak bedekt, op te lichten. De zaak heeft zich als volgt toegedragen: Zondag 22 September was het kermis te Krawinkel, een gehucht onder Geleen. Op de kermis bevond zich ook zekere Bovens, arbeider aldaar. Het schijnt dat B. dien dag nogal een flink glas bier verorberd heeft, want in den laten avond van dien dag, circa elf uur, geraakte hij verzeild in de huisweide van de wed. B. Toen hij tot aan het bakhuis gekomen was, kreeg hij, volgens zijne verklaring, een revolverschot in den rug, ter hoogte van de nierstreea, en zag toen een man en een jonge vrouw staan, den eerste herkende hij als den inwonenden zoon der wed. B. Verder heeft hij verklaard, na het vallen van het eerste schot, de vrouw tot den man te hebben hooren zeggen: Schiet nog eens, dan is hij kapot, de smeerlap. Onmiddellijk knalde een tweede schot, waardoor B. voor de tweede maal werd getroffen, ter hoogte van het eerste schot. B. verborg zich daarna achter een in zijn nabijheid staanden schansenhoop, en na geruimen tijd aldaar te hebben gelegen, tot alles stil was, is hij door een opening in de doornenhaag aan de achterzijde der weide gekropen en gevlucht, hoewel hem het loopen bijna ónmogelijk was, en hij hevige pijnen leed, Dat iemand, die twee schoten in het lijf krijgt, de kluts kwijt raakt, is te begrijpen ; daaraan wordt het dan ook toegeschreven dat B., toen hij tegen l1/, uur ’s avonds door een persoon uit Neerbeek langs den weg werd aangetroffen in een toestand verkeerde, dat hij onmogelijk wist wat met hem gebeurd was. Zijn geheugen liet hem geheel en al in den steek. Toevallig is het, dat niemand der huisgenoten van de wed. B. dien nacht heeft hooren schieten, terwijl hare buren verklaren dat zij meerdere schoten hebben hooren vallen. Nog steeds bevindt de verwonde B zich in het gesticht Calvariënberg; zijn toestand is verre van gunstig. Voor eenige dagen heeft de brigadier der rijksveldwacht een zoon der wed. B. met den getroffene geconfronteerd ; deze herkende in hem zijn aanrander. De verdachte ontkent evenwel ten stelligste alle schuld. Nader verneemt men nog, dat ten huize der wed. B, reeds een 3-tal revolvers in beslag zijn genomen. Het algemeen vermoeden bestaat, dat de getroffene niet de persoon is, voor wien de revolverschoten bestemd waren. {Geld.) De valsche mnuiers. Toen eenige maanden geleden de inspecteur van politie I. J. Hulseboom het onderzoek in deze zaak in alle stilte begon en met zooveel kracht doorzette, dat zich thans reeds vele bewijsstukken in handen der justitie bevinden, vernam hij dat Hendrik Cornelissen eenigen tijd geleden in een dronken bui aan de deur van zijn perceel 129 staande, een valschen rijksdaalder uit zijn zak had gehaald en tot de buren zou hebben gezegd: dat ding deugt niet. Hierop boog hij het doormidden en wierp het in den Voorburgwal, met de bedreiging dat hij iedereen zou vermoorden die er een woord over repte. Hedenmorgen is onder leiding van den rechercheur Visser de Voorburgwal voor het perceel afgedregd, doch zonder eenig resultaat. De politie heeft echter grond tot het vermoeden, dat zich in de gracht, behalve de bewuste rijksdaalder, nog tal van valsche guldens bevinden, daar bij het onderzoek ten huize van Cornelissen geen enkel valsch muntstuk gevonden is. Bij een winkelier in de Stoofsteeg is door iemand, wiens signalement overeenkomt met dat van Hendrik Cornelissen, indertijd een valsche rijksdaalder in betaling gegeven. Cornelissen moet, hangende het onderzoek van den heer Hulseboom, de lucht gekregen hebben dat men naar hem zocht en bekend was met zijn misdadig bedrijf. Daarom vermoedt men dat er valsch geld in de gracht gevonden zal worden. In privaten, onder de vloeren, tus schen de naden der zoldering, kortom op alle plaatsen welke bij een huiszoeking bij een valsche munter duchtig worden onderzocht, was geen spoor van valsch geld te vinden. De politie ondervindt nogal last van menschen, die ,den man met en zonder valschen baard meenen gezien te hebben, doch die ten slotte steeds afschrikken voor het afleggen van de besliste verklaring. Vrijage Zondagavond.... Na een week van werken ’n avond van vrijage, ’n Avond van vrijage in een druilerigen motregen, die de straten beglibbert en vies maakt. Als ze heel de week jn de fabriek te werken staat, spitst haar gedachtengang zich op dien eenen avond van vrijheid om zich te geven aan den jongen, die ’r liet is. Toen ze kinderen nog waren in dezelfde volksbuurt scoquetteerden” ze al met elkander. Zij was vóór d’r jongen en hij voor z’n meid, van wie ze »af moste blijve’. Nou loopen ze met elkander den heelen Zondag door en ook den avond, of ’t motregent of niet. Eerst drinken ze samen ’n borrel, dan gaan ze dansen, en als de matroosjes ’r vragen bedankt ze feestelijk, ’n Knappe meid is ’t
voor haar stiek. Zwart haar, donkere oogen, spitse neus en mooie lichaamsvormen bij middel matigen bouw. Heeren kan ze zat krijgen in de stad, maar ze blijft trouw an d’r jongen met al die gehechtheid, welke kinderen uit het volk in hun grove gemanierdheid toch toonen kunnen.... Gisteravond in den motregen, die over de stad druilde, heeft ze ’t opnieuw getoond, uitgeschreeuwd midden op den Dam, dat ze alleen ging met d'r jongen, die ze al vier en ’n half jaar kende! Dat kwam omdat twee matroosjes haar volgden met de bedoeling haar op ’n stille plek aan d’r jongen te ontrukken, hem misschien »af te tuige”, zooals ze zeide. En nou vroeg ze de twee politiemannen, die de entree van den Nieuwendijk bewaakten, om bescherming. Toen bracht één van de practische politielui haar met d’r jongen vlug een eind den Nieuwendijk op; en de ander hield de kwaadwillige matroosjes zoo lang aan de praat, dat de verliefden onvindbaar waren voor hun verdere nesporingen. En in den vettigen regen, die fijn-uitgestrooid werd als specerij uit een groote, zilveren bu°, kon het zwarte kind, dat alleen d’r haardos tot hoofdtooisel droeg, de vrijage voortzetten met den jongen, die ’r meer lief was, dan heel de rijke wereld.... Tel. Verduistering op groote schaal. Op verzoek van de Nederlandsche justitie wordt — wij deelden het enkele feit reeds onder de rubriek telegrammen mede — sedert enkele dagen door de buitenlandsch recherche ijverig gezocht een Spanjaard, die eenige jaren te Amsterdam heeft vertoefd. Deze man wist er in te slagen een betrekking te krijgen in een der grootste winkels op dén Nieuwendijk, in welke betrekking hij weldra het vertrouwen de directie wist te winnen, zoodat hem een groot deel der leiding der zaak, speciaal de afdeeling inkoop, werd toevertrouwd. In die qualiteit heeft hij groote hoeveelheden waardevolle artikelen, voornamelijk horloges, besteld op naam der firma, liet de factuur inboeken en de wissels betalen, doch verduisterde de goederen ten eigen bate. Voor duizenden is de firma op deze wijze in den loop der jaren opgelicht. Eenige weken geleden kwam het bedrog uit en de vogel zou zeker geknipt zijn, indien een winkeljuffrouw, die in betrekking tot den man schijDt te staan, hem niet intijds gewaarschuwd had. Toen de politie aan het huis van den oplichter kwam, was hij reeds naar het buitenland gevlucht. Wat de winkeljuffrouw aangaat, die door de firma natuurlijk onmiddellijk ontslagen werd, kon de justitie geen termen vinden haar in voorarrest te houdeD.
De Teutooustelüug van Anibachlswerktuigen 1 in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, s Zondagavond zonder eenig openbaar vertoon '• gesloten. I Deze tentoonstelling werd door 123,000 letalenden bezocht. 1 De algemeene commissie stelt zich voor een ïitvoerig verslag op te maken van de tentoonstelling, waartoe de verschillende sub-commissies de noodige gegevens zullen leveren, j Daarenboven zullen, ten einde de tentoonsteling blijvend te doen nawerken, een aantal rorte geschriften wegens die commissie het icht zien, welke in ruime mate verspreid en ,egen uiterst lagen prijs in den handel gebracht : sullen worden. Deze zullen betrekking hebben op bepaalde rubrieken en een soort handleiding vormen voor wie in die vakken werkzaam is en wil worden. Zoo hebben zich b.v. bereid verklaard te behandelen : het handweefwerk mej. E. Rogge le Haarlem; de houtbewerking en de metaalbewerking de heer W. Cool te Rotterdam ; de motoren de hier H. C. Grosseau te Amsterdam, de kunstnijverheid de heer J. van den Bonk te Amsterdam; de patroonsleergangen en bedrijfsinstituten de heeren mr. J. Verschuyl en R. P. J. Tutein Nolthenius te Amsterdam ; de bevordering der middenstandsbelangen in Belgie, de heer dr. H. Lambrechts te Brussel. Als direct gevolg van deze tentoonstelling kan reeds gewezen worden op een cursus in Noorsch handweefwerk, welke in October— November door mejuffrouw A. Borg uit Kopenhagen onder het departement Amsterdam der Maatschappij van Nijverheid gehouden worden. De Belgische afdeeling der tentoonstelling zal, op verzoek, nog tot den 20en dezer maand geopend blijven, ten einde de Belgen in de gelegenheid te stellen eenige speciale tentoonstellingen te organiseeren. Waarschijnlijk zullen daartoe behooren een speciale tentoonstelling van oude en nieuwe kant, voor welke België zoo beroemd is, een speciale tentoonstelling van juweelen, een speciale tentoonstelling van reclame affiches, enz. De Club de Bieufaisance. Er wordt thans, naar het N. v. N. vertelt, weer lustig gespeeld in de Club de Bienfaisance te Amsterdam, ook roulette, want de roulette, die in beslag werd genomen bij den tweeden inval was niet de eenige die de club bezat I Het curieuse van deze zaak is nu, dat men van de zijde van de Club de Bienfaisance gaarne zou zien, dat de strafrechter in dezen een beslissing gaf, m. a. w., dat de zaak eindelijk eens, na een instructie, die nu al een jaar geduurd heeft, voor de rechtbank kwam. De club voelt zich sterk in deze zaak er wordt namelijk geen publiek toegelaten; niemand kan er geïntroduceerd worden; alleen de
leden hebben toegang. Kan er dus, aldus redeneert het bestuur der club, sprake zijn van gelegenheid geven tot hazardspel in het openbaar? Trouwens, wie zal nagaan of er toch wèl toegang wordt verleend aan het publiek? De heeren Batelt, hoofdinspecteur, en Pateer, inspecteur der recherche, vroeger leden van de club zijn als zoodanig geroyeerd.... Zóó sterk voelt de club zich, dat de heer Politzer, de penningmeester, zich reeds herhaaldelijk ten Paleize van Justitie moet vervoegd hebben, om aan te dringen op sluiting der instructie en openbare behandeling der zaak. Maar de Justitie schijnt den tijd daartoe nog steeds niet gekomen te achten. En intusschen zijn de in beslag genomen speeltafel en roulette nog steeds veilig opgeborgen ter griffie van het Paleis van Justitie.
Historische roman uit den tijd van de verwoesting van Jeruzalem. DOOB Dr. A. HALBERSTADT. 31 Roscius Manilus, de rijke korenleverancier van het leger, die om zijn buitengewone zwelgerij befaamd was en nu kans had door Fronto’s smulpartijen op den achtergrond te geraken, snoof verdrietig met zijn korten platten neus. »lk ben nieuwsgierig om te zien,” fluisterde hij zijn buurman toe: «hoe de goede Aeternius na deze verrassingen eenige regelmaat zal kunnen handhaven in de kookkunst.” Maar zijn woorden gingen onder het gedruisch der heen en weer loopende bedienden verloren, die voor de sofa’s, waarop de gasten zaten, tapijten neerlegden, waarin jachtnetten, jagers met speren, honden en alle bij de jacht gebruikelijke zaken geweven waren. Terstond verhief zich buiten het vertrek een hevig geschreeuw en stormde onverwachts een talrijke troep groote honden naar binnen. Met hen volgde een schotel, waarop een reusaclitig wild zwijn lag met een vrijheidsmuts op den kop. Aan de slagtanden hingen twee teenen mandjes, het eene met versehe, het andere met droge dadels gevuld. Biggen van koekdeeg in het rond gelegd alsof zij zuigen wilden, duidden aan dat het groote dier een zeug was. Een gebaarde reusachtige Aethiopiër in jagerskleeding kwam het snijden. En toen hij met zijn jachtmes het dier een flinke snede in de zijde gegeven had, vlogen uit de opening jonge lijsters te voorschijn, welke door vogelvangers, die met lijmstokken gereed stonden, werden opgevangen en onder de gasten Verdeeld werdlen, eveaals de dadels, bij wijze van
de eikels, welke het wilde dier in zijn lever gegeten had. »Maar waarom” riep de onnoozele Sextus der gastheer toe «droeg het dier een vrijheidsmuts ?’ Aeternius lachte om die woorden, welke voldoendi des vragers onbekendheid met de gewone gebruiker bij de maaltijden der rijken verrieden. »Het werd gisteren bij ods gastmaal” antwoordde hij »als hoofdsohotel binnengebrackt, maar ging onaangeroerd weer naar de keuken terug. Daarom komt het van daag als een vrijgelatene weer 1” Sextus Pansa ergerde zich in stilte over zijn onwetendheid en vroeg dien avond naar niets meer om den schijn te vermijden, alsof hij nooit bij lieden van stand aan tafel was geweest. Weldra ook trok een nienw schouwspel de algemeene aandacht, dat echter Aeternius Fronto slechts liet plaats hebben, om voor een oogenblik de tafel te kunnen verlaten. Er was een denkbeeld bij hem opgekomen, dat zijn door den wijn en de toejuichingen verhit bloed nog meer aanvuurde. Hij dacht aan zijn gevangenen. De oude Jacob Leviszoon was niettegenstaande ziju zwakte ineen donkeren voehtigen kerker van het stadswachthuis opgesloten, terwijl de vrijgelatene zich nog de beschikking over Thamar en Salome had voorbehouden. Hij had de beide meisjes in een der afgelegen vrouwenvertrekken van zijn huis onder bewaking gesteld. Terwijl hij door de half donkere gangen liep, waarin het feestgedruisch niet doordrong, kwamen hem de gestalten der beide Judaëisehen voor oogen. Reeds dikwijls had hij haar gezien sedert den nacht, toen hij haar voor het eerst ontmoet had, maar toen was hem Flavius Sabinus, de huichelaar, in den weg getreden. Dat had hij niet vergeten, want Aeternius Fronto vergat nooit iets. Ook zou de dag der wraak wel eens komen! Hij balde de vuisten en stiet een harden vloek uit, maar lachte om zich zelf, daar het nu. toch geen tijd was om aan zulke kleinigheden te
denken. Hij vergeleek, zooals hij reeds dikwerf gedaan had, de beide Judaëisehen met elkaar: de droefgeestige Salome, met haar strenge, stroeve schoonheid en in de innemende Thamar met haar ! bevalligheid. Hij trachtte hare voortreffelijke eigenschappen tegen elkaar af te meten, maar kwam tot geen beslissing. Zij schenen hem beide even begeerlijk. De keus was moeilijk Maar waartoe zou hij kiezenP Hij was over beiden meester! Salome’s trotschheid zou hij in zijn armen vernietigen, zooals het harde ijzer in het vuur smelt. Thamar’s schalksehe stoutheid zou in stille onderwerping verkeeren, gelijk het vogeltje op het veld in het gras wegduikt, wanneer de sperwer in de lucht boven hem fladdert. Een wreede zinnelijke lach speelde om zijn mond, toen hij het gordijn van het voorvertrek, waarin de meisjes gevangen werden gehouden, wegtrok. Glykerion de oude oppasseres, stond op, toen hij binnenkwam. Haar tartig, meedogenloos gezicht toonde volslagen onderworpenheid. Zij wees hem telkens dat hij voorzichtig moest zijn met spreken »Wat een geween en gejammer was dat!” fluisterde zij hem boosaardig aanziende toe. Ik heb reeds menig wild, tegen de traliën opvliegend duifje bewaakt, dat weet gij, Mijnheer, maar zooals die hier nooit. De kleine heeft roode opgezwollen oogjes van de onophoudelijk stroomende traantjes en zou bijna razend zijn geworden, indien haar de anderen niet tot berusting had aangespoord. Wat zij zeideP, verstaan kon ik haar taal niet. Wie verstaat ook het dwaze geklap dezer Judaeën. Maar ik houd het nu juist niet voor zegenwenschen voor het leven van mijn geërlen meester; ik houd het eer voor verwensehingen en woorden van wraak. Maar dat hebben wij ten minste gedaan gekregen, dat de kleine wildzang eindelijk insliep. Wat de gioote, ik zou haast zeggen, die koningin; doet? Ik heb nog voor korten tijd haar stem gehoord; indien gij het wilt, zal ik gaan zien,”
i o — — — — ^ga—«a—^————m^—i— Hij gaf haar te kennen, dat dat niet noodig was. »Ik zal zelf gaan” zeide hij ongeduldig geworden en wilde naar de deur gaan, maar bedacht zich en vroeg: «Hoe staat het met den wijn en het eten, dat ik haar straks zond P” «Mets aangeraakt!” zeide de oude schijnheilige, maar met inwendig genoegen. »Niet zooveel als ik onder den nagel van mijn pink kan leggen. Gij weet immers, dat de Judaeër een afkeer heeft van wat- hem de heidenen aanbieden. Maar morgen, wanneer zich honger en dorst laten merken . . . .” »Zoo lang kan ik niet wachten,” riep hij opbruisend. «Allicht zou mij het domme rechtvaardigheidsgevoel van Vespasianus het spelletje, dat ik mij met zooveel moeite in elkaar heb gezet, geheel en al bederven. Ik had betere verwachting n van je, oude! Het is toch nu niet voor het eerst, dat men je wild volk te temmen gaf! ’ Met een kwaad gezicht keerde hij zich van de onthutste vrouw af en opende zacht de deur. Salome hoorde er niets van, terwijl zij aan de traliën stond van het eenige venster, dat in het vertrek was en waardoor het maanlicht zich baan brak, dat haar fijn besneden gelaat bescheen. Al het overige, de kale wanden, de harde bank aan de achterzijde, waarop Thamar sliep, en de deur waren in volslagen duisternis gehuld. Door de klimopranken, welke langs de traliën getrokken waren, zag Salome peinzend naar den sterrenhemel op, liet de armen slap neerhangen en stond stil als een beeld. Aeternius Fronto bleef getroffen op den drempel staan; de aanblik van het schoone marmeren beeld, over welks geheele wezen een zekere melancholische toon lag, greep hem met angst aan. Een hem vreemd, onverklaarbaar schaamtegevoel greep hem aan, dat hij sinds lang verleerd had. Hij was met de bedoeling gekomen om deze, edele, kuisehe onschuld te bezoedelen, te vernietigen, en onwillekeurig trok hij zich terug. Daar
* --- f-J — liUttl UIUIICU IC plotseling viel het hem in, dat ook hij eens onschuldig en braaf geweest was, toen brutaal geweld hem in Rome aan de armen zijner moeder had ontrukt, zoodat hij thans zoo was geworden. Telkenmale, wanneer hij daaraan dacht, meende hij dat hem de keel dichtgeknepen werd en hij gek zon worden. Dan nam hij soms de slavenzweep in de hand en liet die zoo onbarmhartig wreed op het lichaam van slaven neerkomen, dat zij van pijn ineenkrompen, of hij vtrzon die honderden listen en middelen om zijn vijanden te belagen en uit den weg te ruimen. En tot zijn vijanden rekende hij al wat goed en onbedorven was, wat nog vreugde had in het leven of hoop op een toekomst. Van dat alles bad hij afkeer gekregen en wanneer hij het dan in het slijk trad, lachte hij in zijn ziel en zeide : «Zooals gij zijt, was ook ik eens ; zooals ik nu ben, zult gij zijn !” Hij knarsetandde, trad met een schaterlach binnen en wierp de deur achter zich dicht. Thamar werd met schrik wakker en zag hem met groote oogen aan. Zij stak haar fraaie armen smeekend naar hem uit, haar lippen verbleekten; doch zij onderdrukte haar klachten nog over het leed, waarvan zij een voorgevoel had. Maar hij sloeg geen acht op haar, want Salome’s schoonheid nam bem geheel en al in, en hij ging met stoute schreden naar haar toe. Zij keerde hem echter nauwlüks haar gelaat toe; zij wist dat — en waarom nij komen zou. Zoo stonden zij dan tegenover elkaar ; hij trillend van verlangen om zich op haar te wreken over haar trotschheid en haar minachting, in haar op het geheele menschdom, waardoor zijn eigen ziel ten val was geraakt; zij in bovenmenschelijke kalmte. Een oogenblik was het haar duister geworden voor den geest; maar weldra was zij weer helder genoeg geworden om den strijd te aanvaarden. (Wordt vervolgd.)