Componisten reclame. Mascagni laat weer eens van zich spreken, niet door zijn muziek, maar door een proces dat een schrijfster te Weenen hem aandoet, die hem het libretto voer een opera Irene van Spilembergha had verstrekt, en nu een schadevergoeding van 25,000 kronen ot het uitgeven van het tekstboek eischt. Deze vriendelijke dame
had onzen maestro geen grooter dienst kunnen bewijzen; van de hem aangeboden gelegenheid, om v eer eens reclame voor zichzelf te maken, maakt hij gretig gebruik. Hij liet den rechtsgeleerden adviseur der schrijfster mededeelen, dat hij, om het boek te vinden, gesnuffeld had in de bibliotheek van hem ongevraagd toegezonden manuscripten en meer dan 2300 exemplaren geteld, welke een kapitaal van 57,5 millioen kronen zouden vertegenwoordigen 1 Na veel jmoeite heett hij nu het manuscript uit die 2300 exemplaren te voorschijn gehaald, dat der eischeres, na veel over en weer praten, werd ter hand gesteld. Kanker. In een hoofdartikel stelt de Volkstem van Pretoria, met leedwezen vast dat kanker in de laatste jaren bedenkelijke vorderingen maakt in Zuid-Afrika, althans in Transvaal. In de laatste maanden heeft zij telkens brieven ontvangen van inteekenaren die voor de courant bedankten daar zij het slachtoffer van kanker waren geworden en het hun zoodoende lichame lijk en zedelijk onmogelijk was geworden, de krant te blijven lezen. De Nobelprijzen. In bui'tenlandsche bladen wordt met eenige beslistheid meedegedeeld, dat de Nobel-prijs voor scheikunde zal worden toegekend aan prof. E. Buchner te Berlijn. Deze professor Eduard Buchner is hoogleeraar aan de Berlijnsche Universiteit en aan de hoogeschool voor Landbouw aldaar. In 1904 was Buchner voorzitter van de Deutsche Chemische Gesellschaft.
itHDarsltng van de Lobetobi. Pastoor Kremer, te Conga bij Larantoeka op Flores geeft in de Java-Bode een beschrijving van een uitbarsting van den Lobetobi welke plaats greep einde September 1.1. Deze ooggetuige beschrijft, wat hij zag, als volgt: »De berg was van boven geheel gehuld in aschwolken en daar er totale windstdte was, steeg een ontzaglijke kolom statig omhoog uit den krater. De aschwolken, die opstegen, waren zwaar en dicht, bijna wit van kleur. Gedurende tien minuten misschien braakte de berg met voilekracht. De aschwolken hingen boven Nabo en verspreidden zich reeds tot boven Conga, toen plotseling de opkomende zeewind ze dreef naar het gebergte, richting Baro. Merkwaardig is ’t verschijnsel, dat toen de aschwolken werden weggedreven en in contact kwamen met de nevelwolken van ’t gebergte, er aanstonds bij aanraking bliksem ontstond; de gevolgde donderslagen beschouwen velen als verdere erupties van den berc Lobetobi. Des avonds was de kruin van de Oost zijde geheel vuur en stroomde de gloeiende lava aan deze zijde waarschijnlijk door een spleet uit den berg en tamelijk ver naar beneden. — De geheele omvang van het vuur op de berghelling was niet waar te nemen, door de bedekkende aschmassa. Voor zoover de berichten luiden, heeft de uitbarsting weinig schade aangericht. Verder verdient nog opgemerkt dat ik twee dagen voor de uitbarsting lichte schokken van aardbeving hier heb waargenomen». Nader schreef pastoor Kremer nog uit Conga, op 7 Oct. 11.: »Kort na de verzending van mijn vorigen brief herkreeg de berg zijn gewoon aanzien, nl. lichte rookwolkjes stegen op uit den krater als naar gewoonte. De gemoederen waren dan ook bedaard toen plotseling de vulkaan in den nacht vaa Zaterdag op Zondag 6 Oct. de volking opnieuw uit den slaap deed op- 1 schrikken door zyn geweldig geraas. Aan het strand, waar ik een vrij gezicht op den vulkaan had, observeerde ik hem een kwartier J uurs. Vuur was niet te zien en evenmin uitstroomende lava, maar voordurend stegen * uit den krater asch- en rookwolken op, welke door een krachtigen landwind naar het Oosten * werden gedreven. In de nabijheid van den * vulkaan is gedurende dezen nacht geen asch- 1 regen gevallen. Wel was Je dampkringslucht ^ te Conga gevuld met zwevende aschdeel- f tjes, de bedekkende aschwolken veroorzaakten 1 een hooge benauwde temperatuur. Plotseling ^ zag men het van alle kanten bliksemen en na ' eenigen tijd vormden regenwolken en de c asch in de lucht viel met zware regendruppels ^ naar beneden.» '
"Kunst en Wetenschappen.". "Bredasche courant". Breda, 1907/12/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327142:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1907/12/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327142:mpeg21:p00001
Historische roman uit den tijd van de verwoesting van Jeruzalem. • DOOK Dr. A. HALBERSTADT. 77 De rosse stralen der ondergaande zon speelden door de opening tot in het binnenste der grot door, teekenden er allerlei figuren op de glinsterende kristallen der wanden en brachten een levendig rood op het gelaat van den slapenden zieke aan. Meroë lag bij het ziekbed en zag met kinderlijke nieuwsgierigheid Daar het laDgzame open neergaan van Reguel’s borst. De koorts had sederts dezen ochtend plaats gemaakt voor een lichten, door droomen gehinderden slaap, den voorbode van herstel, die op het voorhoofd van den afgematten, zwakken jonkman zetelde. Maar Meroë besefte niet, dat de man, die daar lag een vreemdeling was; ook niet dat hij ziek was ; voor haar was dat schoone gelaat, waarin nu eens het oog vurige stralen schoot, dan weer strak voor zich uit staarde, als een nieuw stuk speelgoed, mooier dan schelpen en glinsterend kiezel, dan een glad vischje of een schoone vrucht. Zij hield den man voor een pop, zooals baar vader toen zij nog zeer klein was, eens van Romeinsehe kooplieden voor haar had gekocht, een fraaie bonte van klei gemaakte pop met glinsterend koper en tin behangen. Er was slechts één verschil opmerkelijk, de pop nit haar kindsehe dagen kon de oogen niet opslaan én had alleen stilstaande, glazen oogen gehad, die onbewegelijk rechtuit zagen, in de oogen van den man heerschte ook leven. Als kind had Meroë onder de ruischende breede kruinen der eiken in het geurige woud vol gronzende
bijen met de jongens en meisjes van slaven en buren zoo menigmaal in reidans gesprongen en gehuppeld, hier was het een koele, donkere grot, die alleen van boven eenig licht toeliet, den adem belemmerde, waarin geen geluid vernomen werd dan het knarsen van het bloedroode trillende vuur in den hoek. Toen Meroë eenigen tijd zoo had zitten peinsen, streek zij de hand over haar oogen en huiverde zij. Zij dacht blijkbaar nog aan die tooneelen nit haar kindsehe jaren, elk beeld uit die dagen stond haar voor den geest, zij trachtte het weer te zien. Zij hoorde het ruischen der beek in bet bosch, zag het riet buigeD, den eekhoorn springen, de zonnestraal op het houten met stroo gedekte huis weerkaatsen, en zich zelf met opgeheven armen en juichend naar de menschen snellen, die zich onder het afdak van hun voorhuis verdrongen. Chlodomar, die juist van buiten gekomen was, zag verbaasd Meroë’s vreemde verschijning aan. Toen echter het meisje nader bij hem kwam in de wiegelende danspas der Germaanscbe vrouwen, die bij sedert zijn verwijding uit het geboorteland niet meer gezien had, kwam onverwacht een nieuwe gedachte in hem op. Met een woest, door tranen verstikt geluid, maar vol vreugde tevens, vloog hij op Meroë toe en drukte haar aan zijn borst, kuste als een waanzinnige haar zeldzaam witblond haar en haar blauwe schitterende oogen, en herbaalde telkens en telkens slechts het eene zoete woord » Wunnehild ” Zoo had namelijk zijn vrouw geheeten ; de eenige vrouw, die hij in zijn jongelingsdagen had liefgehad, en dat ■ was ook de naam van het kind geweest, dat zijn vrouw hem als haar eigen evenbeeld geschonken had, in hnn huis onder de eiken aan de bron in het woud. Met Meroë’s haren streelde hij zijn wangen als destijds met die van Wunnebild; in Meroë’s oogen zag hij als in die van Wunnehild. Bij bet hooren van haar naam was het meisje opgesprongen, een zachte, vroolijke [ glimlach speelde om haar mond; alsof de morgenzon naar eersie neut unzenut over net uuuaere losch. Zij maakte weer denzelfden indruk als mlangs toen Chlodomar voor de eerste maal Meroë lan den rand van de rots had ontdekt; langzaam scheen de herinnering aan lang vervlogen dagen bij haar levendig te worden, haar oog werd kalmer, iel keus kregen de klanken, die zij uitte, vaster en Inidelijker vormen, en zong zij ten laatste Ghlodomar het hun bekende wiegelied na, dat haar moeder ivond aan avond voor haar bedje gezongen had, totdat de kleine groot genoeg geworden was om het met haar zwak, trillend, lief stemmetje mee te zingen, zoolang dat het eindelijk in slaap viel. Zij gevoelde zich thans zooals toen ; alleen waren het nu de getakte rotsen van Judaea en niet de eiken van het Noorden, die hunne hoofden dekten. Chlodomar gevoelde, dat hij nog niet ten volle kon verklaren in Meroë zijn Wunnehild teruggevonden te hebben en in weemoedige vreugde en met een gevoel van smartelijk verlangen paarde hij zijn stem aan die van Meroë, totdat zij weer ophield, haar hoofd aan Chlodomar’s borst vlijde en insliep met een tevreden kinderlijken lach op het gelaat. De groote krijgsman legde toen het sluimerende kind bedaard en behoedzaam op het bed dicht bij het vuur, bleef op de knieën gebogen lang over baar heen liggen, zocht voortdurend in haar gelaat de hem zoo lieve trekken weer te vinden, en tranen ontwelden aan zijn oogen. Een beweging aan het begin der grot deed hem opschrikken. Gabba was binnengekomen en bleef met bleek gelaat’en bevend bij den ingang staan. Niettegenstaande hij met zijn gedachten in een geheel andere wereld verdwaald was, zag de Cbatte bij den eersten oogopslag reeds, dat er iets ongewoons was gebeurd. Hij spoedde zich naar den dwerg; maar voordat hij hem iets kon vragen hief deze zijn hand op om hem tot zwijgen te brengen en was blijkbaar vol vrees naar buiten gesneld. sDe Romeinen,” zeide hij stamelend.
Chlodomar beefde van schrik Zou juist nu op iet oogenblik, dat hij Wunnehild weergevonden nad, de spelonk door de vijanden ontdekt zijn Voorzichtig sloop hij naar buiten en boog zich iver den rand heen om op de bergweide te zien. 3abba had goed waargenomen; tien Romeinsehe ruiters hadden hunne paarden aan rotsblokken vastgemaakt en waren juist bezig om een klein vuur voor den nacht aan te maken. Uit hun gesprek maakte Chlodomar op, dat zij uitgezonden waren in verbinding met een tweede, grootere afdeeling om voortvluchtigen in het gebergte op te sporen. Zij wachtten slechts op de komst van een overlooper uit Galilaea, ten einde den volgenden dag onder diens leiding de spelonken in den omtrek te doorsnuffelen. Ternauwernood kon de Chatte zijn schrik zoolang meester blijven, dat hij, zonder door de vijanden opgemerkt te worden, in de schuilplaats bij zijn vrienden kon terugkomen. Hij hield een korte beraadslaging met den dwerg, waaraan ook Reguel, die aanmerkelijk sterker en beter was geworden, deelnam, en men besloot nog in dienzelfden nacht te vluchten. Gabba zou Reguel steunen en Chlodomar Meroë, terwijl zij sliep., in zijn armen nemen en hooger op in het gebergte brengen, om vandaar zoo mogelijk langs een verlaten pad, dat met een grooten omweg naar de omstreken van Jeruzalem leidde, binnen die stad te komen. Reguel’s oordeel gaf bij het overleg den doorslag Alleen Jeruzalem bood veiligheid tegen verdere gevaren, omdat Johannes van Gisohala daar de grootste held, de man van het oogenblik. was. Een uur later was de grot ledig en verlaten ; met een laatste flikkering ging het vuur op den achtergrond uit, een fijne witte rookwolk trok door den wijd geopenden ingang en loste zich in de duisternis op. Een enkele steen viel van den top des bergs, een enkel geluid werd nog gehoord, en nog een oogenblik teekenden zich donkere schaduwen
egen den met sterren bezetten gezichteinder af. De tomeinsche soldaat, die op post stond tegen de «rgweide, hield de hand boven zijn oogen en keek iaar boven, maar zag niets ; het bergplateau strekte leb onafgebroken voort. De vluchtelingen zetten zwijgend hun weg voort, otdat zij het gewensebte pad hadden ontdekt Toen ij het effen pad bereikt hadden, hielden zij een ;orte rust en deelden Chlodomar en Gabba elkander nee, wat zij van Meroë’s levensgeschiedenis wisten. 5c toen Gabba verhaalde, hoe hij Meroë uit de tanden van Basilides gered had en met haar door lergen en kloven, over stroomen en velden had ;edwaald en de vervolging der menschen moest intgaan, vatte plotseling de groote Chlodomar de landen van den kleinen Gabba en drukte die uit liepgevoelde dankbaarheid aan zijn mond. Reguel wendde het gelaat af, toen hij het geluk 'an dien vader zag. Ook hij zou weldra zijn vader veerzien ! Zijn hart kromp ineen van schaamte en mart; want hij zou terugkomen als een onwaarlige zoon, die in den tijd van hoogen nood het radetland vergeten had. Hij twijfelde eraan of lohannes van Giscliala er Chlodomar dankbaar voor zou zijn, dat deze zijn zoon vour hem behouden lad, zooals Gabba Chlodomar’s dochter gered had. Een lang leven vol van berouw en kastijding kon ie schuld niet uitwisschen, waarmee Reguel zijn ziel ter wille zijner liefde had bezwaard. Maar bij die gewetensknaging dacht hij telkens aan de vrouw, die in Beth-Eden gestorven was, en zijn wroeging ging over in een innig, vurig verlangen. De duisternis was reeds gevallen, toen de vluchtelingen voor Jeruzalem kwamen. Op den naam van Johannes van Gischala, dien Reguel als zijn vader aanduidde, werden hem de poorten geopend, die sedert den jongsten tijd gesloten werden gehouden. (Wordt vervolgd.)
"BERENICE.". "Bredasche courant". Breda, 1907/12/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327142:mpeg21:p00001
Reclames betrenende de t)ezorf»ing dezer Courant,
gelieve men tijdig op te geven aan ons bureau, Groote Markt 53.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds den dag voor ae uitgave in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan.
Binnen enMe flap verschijnt, HET BEKENDE
la’s Mislis voor 1008. Bevattende o.m.: Het Koninklijk Huis; Kalender; Besturen en Ambtenaren der Gemeente; Godshuizen, Kerkgenootschappen; Kamer van Arieid, Raad van Beroep, enz ; Posterijen en Telegrafie, Tarief van het zegel; Waarde van vreemde munten; Titels in brieven; Rijksbelastingen; Rijks- en Prov. Waterstaat; Garnizoen te Breda; de Koninklijke Militaire Academie; Koffiehuizen en Logementen; Verhuurders van rijtuigen; Besturen van vereenigingen , genootschappen en coromissiën ; Marktdagen, Kermissen enz, enz. Een vraagbaak voor iedereen. PRIJS ƒ 0,10.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/12/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327142:mpeg21:p00001
Storm in de Doema. De verklaring van Stolipin, die, als men de berichten gelooven mag van een Duitsch journa list in St. Pettrsburg, die gewoonlijk heel goed ingelicht is, niet meer of minder is dan een verklaring van de hofcamarilla, is aanleiding geworden dat de rust in de derde Doema verstoord is. Roditsjef heeft zich bij zijn critiek op de door de regeering gevolgde politiek in Russisch Polen laten verleiden tot een hettigen uitval tegen Stolipin. Het kabaal dat daardoor ontketend werd was onbeschrijfelijk. Alle pogingen van den voorzitter om de orde te herstellen leden schipbreuk. Toen het bureau en de minister de zaal hadden verlaten, nadat Chomajakot zonder door iemand verstaan te worden de zitting had gesloten, vergaderden de verschillende fracties. Rodisjef zag in, dat hij te ver was gegaan en zond twee collega’s naar Stolipin om hem zijn excuses aan te bieden. Stolipin was bereid die te aanvaarden mits ze eerst persoonlijk tegen hem werden geuit en dan in de zitting herhaald Dit geschiedde, maar Stolipin weigerde Roditsjef de hand te reiken. Als straf zal de misdadiger de eerste 15 zittingen der Doema niet meer mogen bijwmen, d. w. z. daar in zeven weken niet verschijnen, want er is nu besloten alleen Dinsdag en Donderdags te vergaderen.
De inval in Algiers. Volgens een telegram van generaal Liautey, £ den commandant der Oran-divisie, hebben de Franschen al hun posities op de Marokkanen j heroverd en hebben dezen Zaterdag geen enke- ( len aanval gedaan. Dit is een voorloopige geruststelling maar , niet méér. Twee groote Algerijnsche stammen , aan deo Algerijnschen kant der Kiss zijn de , Franschen afgevallen: de Atia en de Beni e Mengoeg, stamverwanten van Marokkanen. , Volgens een officieus bericht zijn hun inland- , sche ruiterij en caïds den Franschen trouw gebleven, maar een bericht aan den Matin doet het tegendeel gelooven. Daarin wordt gezegd, dat de afvalligheid en het overloopen van deze beide stammen naar de Marokkanen, de Franschen tegelijk van een sterk contingent Goem ruyters berooft. De -Echo de Paris verklaart, dat een groote , slag geleverd zal moeten worden, niet slechts , om de Beni-Snassen te tuchtigen, maar ook om indruk te maken op de Algerijnsche inlan- ( ders. Maar om in het gebergte der Mooren door te dringen worden ten minste 7000 tot 8000 , man vereischt en de regeering schijnt daaraan , niet te denken. Haar plan is blijkbaar co'on- | nes over de Kiss in de vlakte te zenden om de Beni-Snassen terug te werpen in hun bergeD, op te sluiten en hun toevoer van levensmiddelen af te snijden. Levensbehoeften, die de stam van de Alge- ' rijnsche markten betrok, beginnen bij hen ^ reeds schaarsch te worden. De Beni-Snassen voorzien zich van wapenen , en schietvoorraad bij de KcbrJana, die ten Oosten van de Moeloeja wonen. De Londensche Daily Mail beweert, dat zij kanonnen op de Franschen hebben veioverd, doch dat is een praatje. De grensposten van Lalla Mari ia, Babelassa, Boedsjenan, Menesset Adsjeroed en Port-Say zijn steik verschanst en uit Algiers en Constantine zijn troepen onierweg om de Orandivisie te versterken. Onder de Beni-Snassen gaat de priester Si Moktar Boetsjig rond om den djehad of heiligen oorlog te prediken. Aanzienlijke mannen van den stam voegen zich bij hem en strooien rond, dat de Franschen al hun troepen naar CasablaDca gezonden hebben, geen mannen meer in ’t veld kunnen brengen verslagen werden in de gevechten van 23 en 24 November en bevreesd zijn Koosevelt’s boodschap. De New-Tork Herald voorspelt dat Roosevelt’s Boodschap aan het congres o, a. een beroep zal doen op de burgers met het verzoek het geld in circulatie te houden. De Boodschap zal gematigd van toon zijn en men verwacht daarvan een geruststellende invloed op de zaken. President Roosevelt beveeit wettelijke maatregelen tot bevorderiog der circulatie aan. Hij wil mogelijk gemaakt zien, dat banken in moeilijke tijden waarden kunnen uitgeven, behoorlijk gedekt door obligatiën. Deze waarden moeten hoog genoeg belast worden om het onvoordeelig te maken ze, nadat de ^moeilijke tijden voorbij zijn, in omloop te blijven houden. Hij beveelt aan, de groote maatschappijen onder het toezicht van de bonds-regeenng te brengen. Indien zijn plannen ten uitvoer gelegd worden zullen de spoorwegen zich
runnen vereemgen onaer zettere oepanngen gewaarborgd door de tusschenstaatsche handelsiommissie en hun kapitaal vermeerderen onder /oorbehoud dat deze commissie of een ander ichaam het recht zal hebben de tarieven vast ,e stellen. Volgens de Herald verwacht de president liet, dat het Congres nog in deze zitting de verschillende door hem aanbevolen maat* ■egelen tot wet zal verheffen, behalve misschien de herziening van de wet op de ruilmiddelen en die met betrekking tot de spoorwegen. Kinderfeest. Keizer Wilhelm heeft Zaterdag de 170 leerlingen van de lagere school te Highcliffelan-zee een prettigen middag bezorgd. Ze waren allen in hun beste kleeren op school verschenen. Daar stonden allerlei lekkernijen voor hen klaar en in het midden van de ange tafel een hoofdkok van het kasteel Elighcliffe. Op al dat heerlijks onthaalde hen ie keizer. Zelf kwam hij kijken, dronk een De Patrie heeft zich minder dirigeable getoond dan anders. Hij heeft zijn verölijf tegenwoordig bij Verdun. Op den laatsten tocht had het luchtschip averij bekomen. En Zaterdag was men bezig dat te herstellen. Tweehonderd soldaten hielden het gevaarte vast. Daar komt op eens een rukwind. De Patrie wordt wild, de soldaten houden vast, worden 40 meter langs den grond geslierd, kunnen niet meer vasthouden en — floep — daar is de Patrie in de duisternis verdwenen. Dat was valsch. Nog valscher zou het geweest zijn als het luchtschip meteen de richting van Duitschland ingealagen was en een bezoek aan von Zeppelin was gaan brengen. De windrichting was echter van het Oosten naar het westen, en zoo dreet de Patrie na zijn verraderlijken sprong in het duister den kant van Parijs op en niet den kant van Berlijn. De snelheid waarmee het gevaarte zich hoog door de lucht moet hebben verplaatst wordt geschat op 80 kilometer in het uur. De ballon is gevuld; er is niemand in het schuitje ; er wordt niet aan de veiligheidskleppen getrokken ; allemaal omstandigheden, die het veimoeden wettigen, dat de Patrie in den nacht van Zaterdag op Zondag Frankrijk overgestoken is en dat hij Zondag zijn vlucht boven den Oceaan heeft vervolgd. Dat is er juist zoo droevig bij. De Patrie is verloren en het is twijfelachtig of de FranscheD ooit zijn overschot terug zullen vinden. Maar mochten zij de Patrie drijvende in den Oceaan terug vinden en weer aan de baren ontwoekeren, dan zal hij toch wel zoo geleden hebben dat hij niet meer te herstellen zal zijn. De minister van oorlog heeft terstond alle waarschuwingsposten largs de kust met het onheil op de hoogte gebracht, zoodat men er op aan kan dat er Zondag vlijtig in de lucht, is gekeken in het Westen van Frankrijk, om de Patrie in zijn vlucht te bespieden. Een der mannen die werkzaam was aan het herstel van de Patria vertelt, dat 175 manschappen het luchtschip vasthielden. De mannen waren rondom het schuitje geplaatst, dat onderaan den luchtbol hangt. Het woei hard. Plotseling kwam er een rukwind en daar ging de Patrie de lucht in als een veer. De helft van de soldaten het dadelijk los, een tiental werd omhoog getild. Zij hebben zich juist bijtijds laten vallen. Toen brak de Patrie zijn laatste banden los en verdween tot ontzetting van de omstanders. De heer Kapferer, die den bestuurbaren luchtbol Ville de Paris heeft gemaakt, is gisteren naar den minister van oorlog gegaan om zijn luchtschip aan te bieden ter vervanging van de Patrie. Kapferer neemt aan, zijn luchtbol van Parijs naar Verdun te sturen even zeker als dat met de Patrie gebeurd is. Kapferer zegt dat zijn luchtbol veel gemakkelijker vast te houden is dan de Patrie. De Ville de Paris wordt met het eene uiteinde tegen den grond vastgehouden en kan verder vry heen en weer zwaaien met den wind. De Patrie daarentegen moest vastgehouden worden aan het schuitje en dat was maar klein. Men heeft nog geen berichten over het weggevlogen luchtschip Patrie. Berichten uit Engeland melden, dat men de Patrie daar zou hebben zien overvliegen met groote snelheid naar het Noordwesten. Morgen zal er een streng onderzoek worden iDgesteid naar de verantwoordelijkheid voor dit ongeluk, dat een zeer pijnlijken indruk
De Patrie heeft voor zijn ondergang nog een record geslagen. De langste tocht, nog door een bestuurbaren ballon afgelegd, was 400 K.M , nl. door den ballon van von Zeppelin. Toen de Patrie bij Rellast gezien werd, had hij eeu duizend K.M., afgelegd. Dat is dan een nieuw record voor bestuurbare, schoon niet bestuurde luchtballons. En zal ’t ooit bekend worden hoeveel K M. meer de Patrie op den storm heeft gedreven, voor hij zijn graf in de zee vond ? De Fransche torpedoboot Tourbillon is van Brest in zee gestoken om naar de Patrie te zoeken. Een naald uit een hooiberg te halen lijkt er gemakkelijk werk bij. Op de werf voor luchtschepen van de heeren Lebaudy te Moisson, waar ook de Patrie van stapel j is gevlogen, zijn voor de Fransche regeering nog twee luchtschepen in de maak. Een er van, de République, zal in ’t begin van Februari al klaar wezen. A. R. Ct. KORTE BERICHTE». De minister president, Theotokis, heeft de Kamer medegedeeld, dat de regeering op ’t oogenblik een ontwerp in studie heeft tot algeheele reorganisatie van Griekenlands zeemacht. Te Kief wilden 800 studenten, voor ’t meerendee! joden, zonder toestemming der overheid, een vergadering houden in een der lokalen van de universiteit. De politie joeg ze uiteen en nam 500 studenten in hechtenis. Men vond eenige wapeten en revolutionnaire geschriften in hun bezit. De Canadeesche regeering besloot voorfaan geen Japanners meer in Vancouver aan wal te laten komen dan na geneeskundige keuring. In Petersburg is weder een nieuwe revolutionnaire organisatie ontdekt. Vele personen zijn gearresteerd, onder wie de zoon van een senator en een leeraar van het gymnasium. De Roeskoje Znamia is tot een boete van 3000 roebel veroordeeld, omdat het blad er op had aangedrongen de revolutionnaire doema maar weer te ontbinden. Op den zoider van het stadhuis te Toulon werd een met meliniet geladen bom gevonden, die naar het gemeentelaboratorium werd overgebracht om daar te worden onderzocht. Van den dader geen spoor. Vrijdagavond is een deel van het paleis van den vorst van Monaco door brand vernield. Gisteren begon te Monaco het moordenaarsproces tegen de Goolds.
"Buitenland.". "Bredasche courant". Breda, 1907/12/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327142:mpeg21:p00001