Terugtrekking van onze troepen kan niet worden overwogen
Dr. J. H. van Royen heeft gisteravond in de bijeenkomst van de Veiligheidsraad verklaard, dat de Nederlandse regering „alles zal doen wat ln haar macht ligt" om in de loop van 1950 de souvereiniteit aan de Verenigde Staten van Indonesië over te dragen. Nederland wil per 1 Januari 1950 de overdracht tot stand gekomen zien, doch het schijnt op het ogenblik onwaarschijnlijk, dat het practisch mogelijk is het gehele programma in zulk een korte tijd uit te voeren. Dr. van Royen verklaarde verder, dat Nederland hoopt, dat binnen een maand een federale interim-regering in Indonesië zal zijn ingesteld. Hij voegde er aan toe, dat terstond na de instelling van een interim-regering voorbereidingen zouden beginnen voor vrije algemene verkiezingen. Het is de bedoeling van de Nederlandse regering de waarnemers van de V.N. bij de verkiezingen uit te nodigen. Met het oog op het feit, dat nog niet in alle gebieden algehele vrede en orde is gevestigd en voorts met het oog op de nodige administratieve en technische voorbereidingen zal het practisch onmogelijk zijn deze verkiezingen binnen zes maanden te doen houden. De Ned. regering zal echter al het mogelijke doen om de verkiezingen nog in het derde kwartaal van dit jaar te doen plaats vinden.
Krachtige houding van Dr. van Roy$n in de Veiligheidsraad Voor hij de verklaringen betreffende souvereiniteit, interim-regering en verkiezingen aflegde antwoordde dr. van Royen op de critiek op het Nederlandse optreden ten aanzien van: de beëindiging der vijandelijkheden, het vrijlaten van politieke gevangenen en het verlenen van faciliteiten aan de Commissie van Goede Diensten om deze in staat te stellen rapport aan de Veiligheidsraad uit te brengen. De Nederlandse troepen hebben thans alleen toestemming gekregen, om op te treden „tegen verwarring stichtende elementen, die — individueel dan wel collectief — de openbare veiligheid in gevaar brengen of zich bemoeien met of belemmeringen in de weg leggen aan de bevoorrading van de bevolking met voedsel en ande. 3 essentiële zaken", aldus dr. van Royen. De vooraanstaande politieke leiders, die een verblijfplaats hadden aangewezen gekregen, genoten, op enkelen na, volledige vrijheid van beweging. Dr. van Royen zeide, dat het volkomen normaal was, niet slechts in geval van internationale oorlogen, doch nog meer in geval van binnenlandse onlusten of actie tegen een groep of partij, de leiders wanneer zij gevangen zijn genomen, tijdelijk hun bewegingsvrijheid te ontnemen. Er zijn vele voorbeelden in de recente geschiedenis aan te wijzen, die deze practijk bevestigden. _ . „Hoevele leiders van een politieke oppositie mogen hnn vrijheid behouden, zelfs in vredestijd, in de SovjetUnie?", aldus zeide dr. van Royen. En wat is er geworden van de Nizam van Hyderabad? Dr. van Royen verklaarde, dat de drie doelstellingen van de Veiligheidsraad zover als mogelijk was gerealiseerd waren. Dit is in geen ander geval, dat voor de Raad gebracht was, laat het zijn de Griekse kwestie, de Palestijnse, die van Kasjmir of Hyderabad, gedaan in. zo korte tijd en in zulk een mate", al,dus zei hij. „Wij zijn van gevoelen, dat wij daartegenover tenminste van de zijde van de Raad een onpartijdiger waardering mogen verwachten door de pogingen, die wij in het werk stellen, om aan de verlangens van de Raad te voldoen niettegenstaande onze overtuiging dat deze zaak onze eigen binnenlandse aangelegenheid is. Mijn land, aldus dr. van Royen, moet ook wel opmerken, dat sommige van de heftigste aanvallen op ons zijn gedaan door de vertegenwoordigers van regeringen, wier staat van dienst wat betreft het gevolg geven aan de reluties van de Raad allesbehalve vlekkeloos is," aldus dr. van Royen. Dr. van Royen nam dan de houding van Syrië, India en de Sovjet Unie tegenover de Veiligheidsraad scherp onder de loupe Gunstig steekt de Nederlandse houding daarbij af. Het meten met twee maten kan Nederland niet aanvaarden Onze vertegenwoordiger Deschuldigde daarna ook de Amerikaanse afgevaardigde van kennelijk gebrek aan onpartijdigheid en billijke waardering van de feiten.
Nederland kon niet meegaan met een voorstel de Nederlandse troepen op hun voormalige stellingen terug te trekken. Wanneer de Nederlanders zouden moeten terugtrekken, zouden alle samenwerkende groepen, die de extremisten helpen bestrijden „ten prooi vallen aan represailles van de zijde der extremistenbenden, die dan wederom de macht in handen zouden nemen. Ten aanzien van het voorstel, dat de Raad een tijdstabel zou opstellen voor verkiezingen en de vorming van onafhankelijke Verenigde Staten van Indonesie, zeide dr. van Royen, dat Nederland dit zou beschouwen als „een nog minder aanvaardbare inmenging in binnenlandse aangelegenheden. De Nederi regering wenst ook dit programma op te stellen, zo precies mogelijk, met inbegrip van de aanwijzing van specifieke data binnen welke het zou moeten worden uitgevoerd. Na de verklaring van dr. van Royen kreeg de Engelse afgevaardigde, sir Alexander Cadogan, het woord en pleitte voor een „hands otf'-politiek. Als de Nederlanders opbouwend werk willen verrichten laten wij hun dan de kans geven, zei hij. Hierna kreeg de afgevaardigde van Cuba het woord- Deze diende geen resolutie in, maar verklaarde zijn steun te zullen geven aan elke resolutie die de volgende punten zou bevatten: a. Terugtrekking van de Nederlandse troepen achter de vroegere status quo lijnen behalve in -iie gevallen waarin de Commissie van Goede Diensten zou menen dat terugtrekking gevaar zou opleveren voor verstoring van rust en orde. b. Volledige vrijheid voor alle politieke gevangenen. c. Een tijdschema voor de vorming van de Verenigde Staten van Indonesie, waarin zou moeten worden opgenomen een datum voor algemene verkiezingen voor een Juli van dit jaar.
Nadat nog de vertegenwoordigers van Birma en Australië fet woord gevoerd hadden, waarbij de Australiër weer een pleidooi vooi de Republiek hield, werd de vergadering van de Raad verdaagd tot Maandagavond zonder dat een resolutie werd ingediend. Van gezaghebbende zijde verneemt Reuter, dat de Ver. Staten onder verscheidene leden van de Veiligheidsraad een ontwerp-voorstel hebben doen circuleren voor een regeling in Indonesie. Het voorstel, dat opgesteld door de delegaties van de Ver. Staten, Cuba, Canada en Noorwegen, houdt de volgende punten in: 1. Dat de Nederlanders de militaire operaties staken en dat de Indonesische republikeinen daartoe medewerken. 2- Dat alle republikeinse leiders worden vrijgelaten. 3. Dat tegen 1 Maart 1949 overeenstemming wordt bereikt over de Verenigde Staten var Indonesie en dat de verkiezingen voor een constituerende vergadering zijn voltooid tegen 1 October 1949. 4. Dat de overdracht van de souvereiniteit aan de nieuwe regering is voltooid tegen 1 April 1950. Dit ontwerp staat apart van de vier punten, gisteren door de Cubaanse delegatie ingediend. Request inzake Bondowosoaffaire. Een aantal vooraanstaande burgers van Soerabaja heeft een request opgesteld aan H.M. de Koningin, waarin er op wordt gewezen, dat de mariniersbrigade uitmuntend werk heeft gedaan en dat de beoordeling van de veroordeelden in de Bondowoso-affaire zeer goed is geweest. Een gestrafte is zelfs voorgedragen voor een onderscheiding. Na te hebben gezegd, dat de gevolgen van deze straf voor de veroordeelden zwaar zijn en dat de veroordeelden diep betreuren te hebben meegewerkt aan het ongeval, dat is ontstaan uit een door niemand voorziene samenloop van omstandigheden, resumeert het request, dat het vonnis van het Hoog Militair Gerechtshof bovenmatig zwaar lijkt en dat de Nederlandse militairen, die onbewust in moeilijkheden zijn geraakt, een morele aanspraak hebben op begrip en medeleven van het Nederlandse volk. Vandaar dit collectieve verzoek om aan de vorenbedoelde militairen gratie te willen verlenen. Aan de burgers van Soerabaja zal gevraagd worden, adhaesie te betuigen met dit request. Comité voor Volkstoerisme vraagt goedkope spoortarieven Het Comité voor Volkstoerisme, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van net Nederlands Vakverbond, de Katholieke Arbeidersbeweging het Christelijk Nationaal Vakverbond, de Nederlandsche Reisvereeniging de Nederlandsch Chr. Reisvereeniging. De Nederlandsche Reisvereeniging voor Katholieken en het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, heeft zich tot de directie van de Nederlandsche Spoorwegen gewend met het verzoek to wederinvoering van de speciale tarieven, welke voor de oorlog bestonden en welke in belangrijke mate tot de bloei van het volkstoerisme hebben bijgedragen. Het verzoek heeft betrekking op de destijds zo populaire tarieven als zomerr'etour, avondretour, vacantiekaarten, gezelschapstarief, sporttarief etc. etc. — De Apeldoornse raad verhoogde Vrijdag het staangeld op de onlangs heropende automarkt van 35 ct. tot f 1,25.
"Indonesië krijgt volgend jaar souvereiniteit Nog dit jaar vrije algemene verkiezingen". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
GISTEREN VERTROK UIT ROTTERDAM het eerste troepenschip met militairen in 1949, de Zuiderkruis, naar Indonesië. Het schip met 800 militairen en 115.000 k.g. post even voor het vertrek uit de Merwehaven.
"GISTEREN VERTROK UIT ROTTERDAM het eerste troepenschip met militairen". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
De Commissie van Goede Diensten zond gisteren telegrafisch een rapport naar de Veiligheidsraad, waarin is opgenomen een rapport van de militaire waarnemers uit het gebied van Soerabaja. De Commissie zegt: „Daar dit het eerste rapport is uit het operatiegebied meent de Commissie, dat de Veiligheidsraad belangstelling zal hebben voor de volgende punten van dat rapport, zelfs voordat een analyse van de gehele militaire situatie mogelijk is". De door de Commissie genoemde punten zijn: a) vernielingen van wegen. bruggen en bezittingen hebben plaatsgevonden en vinden nog plaats op veel grotere schaal dan door de Nederlandse militaire autoriteiten verwacht werd. Honderden bruggen zijn vernield, waaronder vele belangrijke. Alle spoorwegen zijn geheel geblokkeerd wegens vernielingen van bruggen en spoorweginstallaties. Vele van de voornaamste wegen in midden-Java zijn nog niet opengesteld en op die wegen welke wel zijn opengesteld is het verkeer alleen in convooien mogelijk". b. „De steden Lamongan en Bodjonegoro zijn, naar gemeld, hevig door brand en vernielingen beschadigd en zijn praktisch onbewoond. c) In de vroegere Nederlandse gedemilitariseerde zone kon worden waargenomen, dat bijna alle bruggen zijn vernield. Tevens is daar een aantal kampongs vernield, voornamelijk door brand. De meeste kampongs in dit gebied zijn geheel verlaten. Het aantal Nederlandse troepen in de pas bezette gebieden is onvoldoende om te voorkomen dat rondtrekkende guerillabenden zich vrijelijk bewegen en sabotagedaden uitvoeren, zoals vernielingen van pas gerepareerde bruggen. De Nederlandse troepen zijn ook onvoldoende om de rust en orde in de steden te handhaven en vele Chinese kooplieden hebben ernstig van plundering geleden". Het rapport is ondertekend door Herremans en Critchley. Van bevoegde militaire zijde vernam Aneta, dat een officiële verklaring van Nederlandse zijde is te verwachten naar aanleiding van dit rapport. De Commissie van Goede Diensten heeft gisteren eveneens een rapport
naar de Veiligheidsraad gezonden, waarin wordt medegedeeld, dat de Commissie voornemens is heden een bezoek te brengen aan de republikeinse leiders op Banka, zoals reeds eerder werd gemeld. Naar aanleiding van de mededeling van het rapport der militaire waarnemers in Indonesie verklaarde een woordvoerder van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen, dat deze mededeling volkomen in tegenspraak is met de in Den Haag ontvangen militaire berichten. Er wordt nog wel activiteit van benden gerapporteerd en de verbindingen tussen de hoofdplaatsen zijn daarom nog niet geheel veilig, maar er is geen sprake van een geprononceerde onveiligheid in de onder de controle van onze troepen staande gebieden, aldus deze woordvoerder.
"Commissie van Drie onverbeterlijk Een voorbarig en onjuist rapport". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Zaterdagavond tot Zondagavond. Weinig verandering in temperatuur. Meest zwaar bewolkt met tijdelijk regen of motregen. Matige tot krachtige langs de Waddenkust mogelijk harde wind uit Westelijke richtingen. Vrij zacht. Zondag 16 Januari: Zon op 8.41 — onder 16.59 Maan op 18.57 — onder 10.12 Maandag 17 Januari: Zon op 8.40 — onder 17.01 Maan op 20.30 — onder 10.33
"Weerbericht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
Toen de openbare verhoren in de zaak van de verongelukte K.L.M. constellation „Nijmegen" gisteren heropend waren, legde de vertegenwoordiger van de Kroon, H. R. Leslie, een verklaring af, waarin hij zeide, dat men hier in gene dele met een partijdig onderzoek heeft te doen. Het is een formeel onderzoek naar de omstandigheden van het ongeluk. Voor hen die bij de zaak betrokken zijn breekt thans een weekeind aan, waarin zij kunnen nagaan of zij bepaalde feiten, documenten en personen voor het Hof gebracht willen zien. Ik zou het betreuren — maar ik geloof dat niemand in feite dit van plan is geweest — wanneer enige blaam zou worden geworpen op de procureur-fiscaal in deze stad, die zich enorm heeft ingespannen om al het bewijsmateriaal voor de dag te brengen. Mag ik en allen die bij dit onderzoek betrokken zijn, opnieuw verzekeren dat ik alle gewenste hulp zal verschaffen en mij nimmer zal lenen de positie in te nemen van een partijdig beoordeelaar. Mr. John Cameron, die voor de KLM optreedt, stond vervolgens op en repliceerde: „Er zijn geen beschuldigingen geuit tegen de heer Leslie, maar aan de andere kant heb ik alle reden om protest aan te tekenen tegen verzuimen om bepaalde documenten têr tafel te brengen, die van vitaa; belang kunnen zijn in een openbaar onderzoek, dat het doel heeft alle feiten te verklaren. Ik laat mij er niet afbrengen iedere actie te ondernemen, die ik dienstig acht in het belang van mijn cliënt en ik zal dit ook na het weekend blijven doen.
Het zal daarom niemand verbazen, dat ik begerig ben alle betrokken documenten te zien geproduceerd en onderworpen aan het openbare onderzoek, hoe lang dit ook moge duren", aldus de heer Cameron.^ De heer Leslie deelde daarop aan het Hof mede, dat het ministerie van Burgerluchtvaart verlof had gevraagd Frank Gibbs Jr. van de Lockheed fabrieken als getuige te horen. De heer Cameron verwees naar de verklaring van de heer Leslie over een kaart, in het eerste stadium van het verhoor afgelegd, waarbij er op gewezen was dat een foutief op de kaart aangegeven punt van Invloed op de ramp kon zijn. Hij vervolgde: „Het is ln mijn lange loopbaan nog niet voorgekomen, dat wanneer een getuige werd opgeroepen, zoals hier de heer Snitselaar als opvolger van wijlen gezagvoerder Parmentier hem geen enkele vraag wordt gesteld door de heer Leslie of de heer Wilson, die het ministerie van Luchtvaart vertegenwoordigen, over de vraag of een verkeerd op een kaart aangegeven punt van invloed heeft kunnen zijn op de ramp". Leslie deelde daarop mede, dat hij in dit stadium van het onderzoek niet voornemens was een vertegenwoordiger van de Lockheed fabrieken als getuige op te roepen. Na uitvoerig geargumenteer over en weer werd het woord gegeven aan de chief-operator van het „ground control approach" systeem op Prestwick. De Nederlandse houtaankap in Duitsland IN GRENSGEBIED STOPGEZET. (Speciale berichtgeving). Naar wij vernemen is er geen enkele verandering gekomen in de houtaankap door Nederland in het Zwarte Woud aan Boven-Rijn. Ook voor 1949 hebben wij een contract met de Frans» bezettingsautoriteiten, die ons steeds de grootste medewerking verlenen. Alle hout hiervan afkomstig, wordt gebruikt voor onze wederopbouw. In de beide andere bezettingszones is de Nederlandse houtaankap met ingang van 1 Januari tot een einde gekomen. Hier gold het niet, zoals wel in de Franse zone, een contract van het departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Het hout uit de Amerikaanse en Engelse zones werd via het Rijksbureau voor Hout gedistribueerd. Er was weinig of geen bouwhout bij. De wederopbouw ondervindt dan ook door de maatregel der Amerikaanse en Engelse bezettingsautoriteiten om in het grensgebied de houtaankap stop te zetten, geen vertraging, zo werd ons verzekerd. Goede vangst van de politie te Emmen. Reeds geruime tijd werden in de gemeente Emmen inbraken gepieegd, waarbij men in het bijzonder textielzaken met een onwelkom bezoek vereerde. Totnogtoe was het onderzoek van de politie steeds zonder bevredigend resultaat gebleven. Dezer dagen werden echter door de politie op grote schaal huiszoekingen gedaan, waarbij een grote hoeveelheid van diefstal afkomstige textiel werd gevonden. Bovendien werd bij een der personen een stengun en bij een ander een pistool aangetroffen. Een vijftal pers. werd in arrest gesteld, n.1. H. J. S. en B. L. A. te Emmen en J. B. S. B. H. A. en H. T. te Klazinaveen. Met de arrestatie van dit vijftal denkt men een eind te hebben gemaakt aan de talrijke diefstallen en inbraken.
"De ramp met de Nijmegen Onpartijdig onderzoek wordt gegarandeerd.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
Volgens een officieel communiqué dat Vrijdagavond te Brussel is uitgegeven, hebben de ministers van defensie van de vijf mogendheden der West-Europese Unie, die te Brussel bijeen zijn gekomen, besprekingen gevoerd over „practische stappen tot het bereiken van een gezamenlijke inspanning voor de verdediging en de veiligheid van West-Europa". De ministers, die bijeen kwamen in het Belgische ministerie van defensie „gingen het werk na. dat door de defensie-organisatie van de mogendheden van het Pact van Brussel sedert hun laatste bijeenkomst te Parijs op 27 en 28 September, is verricht" aldus het communiué. De ministers aanvaardden zekere aanbevelingen over strijdkrachten en uitrusting, welke waren gedaan door het comité der stafchefs en de raad voor militaire bevoorrading. Het communiqué voegde er aan toe „de raad voor militaire bevoorrading was door de ministers van verdediging ingesteld op hun bijeenkomst van 27 en 28 September. Deze raad behandelt de kwesties van productie van voorraden en uitrusting en de voorziening hiermede van de gewapende machten. De raad is samengesteld uit hooggeplaatste vertegenwoordigers van de vijf mogendheden en wordt terzijde gestaan door een permanente bevoorradingscommissie, welke thans te Londen gevestigd is. De ministers bereikten overeenstemming over het type van organisatie, dat door elke der vijf mogendheden vereist wordt voor het op de been brengen en oefenen van nationale gewapende machten. De conferentie, die naar men verwachtte twee dagen zou duren, heeft haar werk in vijf uur beëindigd. Behalve de delegaties der vijf landen woonden waarnemers van Amerika en Canada de vergadering bij. In Maart of April zouden de ministers te Den Haag bijeenkomen.
"Communique van Brussel Practische stappen voor verdediging en veiligheid". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
De Franse minister van buitenlandse zaken, Robert Schiiman, heeft gisteren tijdens een persconferentie te Londen verklaard, dat er thans geen fundamentele meningsverschillen tussen Engeland en Frankrijk meer bestaan ten aanzien van Duitse problemen. Schuman zeide, dat de conferentie van komende week te Londen tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten over het bezettingsstatuut voor WestDuitsland zonder enige bezorgdheid kon worden tegemoetgezien, daar juist ten aanzien van dit punt de Britse en Franse standpunten zo veel meer tot elkander waren gekomen. Zij waren, aldus Schaman, thans alleen nog maar van elkander gescheiden door „nuances" „Bevin en ik, aldus ging Schuman voort, gevoelden de noodzakelijkheid van een tête-a-tête buiten de conferentiezaal. zodat we met minder terug houdendheid met elkander konden spreken. Wij maakten zeer goede vooruitgang ten aanzien van alle problemen, welke thans op internationaal gebied hangende zijn".
In de besprekingen van de laatste 48 uur hadden hij en Bevin, aldus zeide Schuman, een complete reis om de wereldproblemen gemaakt zonder iets over te slaan. Wij hebben meer vooruitgang gemaakt, dan ik mogelijk geacht had. Wij zijn tot groter overeenstemming gekomen dan verwacht werd. Schuman voegde er aan toe, dat natuurlijk niet op alle punten overeenstemming was bereikt, doch dat hij kon zeggen, dat er minder meningsverschil bestond tussen hem en Bevin dan hij dikwijls in de boezem van zijn eigen coalitieregering had meegemaakt. Hij was van gevoelen, dat hij nimmer een bijeenkomst tussen staatslieden van vreemde mogendheden had meegemaakt, waar hij zoveel vriendelijkheid en zulk een verlangen naar begrip had ondervonden. „Wij hebben niet gecomplotteerd tegen de afwijzigen". aldus zeide Schuman. Hij en Bevin hadden zich geconcentreerd op het bespreken van actuele problemen, waartegenover Groot-Brittannië en Frankrijk zich binnenkort geplaatst zullen zien in het kader van het pact van Brussel en in de V.N. ITALIË. Het probleem ten aazien van de toelating van Italië tot de verschillende Westerse groeperingen, zoals het Atlantisch pact, het pact van Brussel en de beweging voor Europese eenheid, had een belangrijk onderwerp van de conferentie uitgemaakt. Het probleem van de beschikking over
de voormalige Italiaanse koloniën was ten volle onderzocht. Bij de besprekingen over Europese eenheid zou men binnenkort tot overeenstemming komen Over het aanvaarden van zowel het Britse voorstel tot instelling van een Europese raad van Ministers als het Franse voorstel tot vorming van een Europese assemblee. Ten aanzien van Duitsland, zeide Schuman, waren de gezichtspunten van Groot-Brittannië en Frankrijk elkander zo dicht genaderd, dat het verkeerd zou zijn nog langer te spreken van fudamentele verschillen. Op de vraag of dit sloeg op de kwestie van de schadevergoedingen antwoordde Schuman: „Op de eerste plaats" De afstand tussen de Britse en Franse inzichten ten aanzien van het Duitse bezettingsstatuut was door Bevin en hemzelf zeer verminderd. Nog slechts twee punten waren in bespreking en hij en Bevin waren ter zake van deze punten reeds een eind gevorderd. De Westelijke mogendheden waren geplaatst tegenover het uitgebreide probleem in het Verre Oosten, haar houding vast te stellen ten opzichte van de twee nieuwe factoren van communisme en nationalisme. Hij en Bevin waren het er over eens geworden, dat deze houding wat GrootBrittannië en Frankrijk betreft niet geheel negatief kon zijn. Schuman zeide. dat er in de afgelopen 24 uur „nieuwe factoren" waren opgekomen, waarover Bevin hem had ingelicht en waarvan hij hoopte, dat zij zouden medehelpen tot een oplossing in het Verre Oosten. Sommige waarnemers meenden dat deze opmerkina betrekking had op verwachte verklaringen van Nederlandse zijde in de Veiligheidsraad over de toekomst van de Indonesische onafhankelijkheid. Schuman zeide. dat de Franse regering een spoedige erkenning van Tsraël voorstond doch dat de situaties door de gebeurtenissen was gecompliceerd. zodat het moeilijk . was een luiste voorspelling te doen over het tijdstip ervan.
"„Complete reis om de wereldproblemen" Geen fundamenteel verschil tussen Parijs en Londen inzake Duitsland Schuman over zijn onderhoud met Bevin". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001
Na acht voorwaarden inzake het sluiten van de vrede met de nationalisten te hebben bepaald, heeft de communistische leider, Mao Tse Toeng, verklaard, dat „een echte vrede" slechts kan bereikt worden op voorwaarde, dat de Kwo Min Tang, de centrale regering en de plaatselijke besturen hun functie neerleggen. Zo de Kwomintang de acht voorwaarden der communistische partij niet aanvaardt, aldus de communistische leider, zou de vrede slechts „een bedrieglijk middel" zijn. Vervolgens heeft hij „op alle democratische partijen en volksorganisaties een beroep gedaan te ijveren voor een democratische vrede en zich te verzetten tegen een reactionnaire vrede". Tot besluit heeft Mao Tse Toeng de troepen aangezet „alle nationalistische strijdkrachten definitief dadelijk en volledig te vernietigen, totdat het regime van Nanking de voorwaarden aanneemt". De communistische voorwaarden voor het beginnen van vredesonderhandelingen zijn: Berechting van de „oorlogsmisdadigers"; afschaffing van de huidige grondwet; aftreden van de Kwo Min Tang; reorganisatie van de nationalistische legers; verbeurdverklaring van het „bureaucratische kapitaal"; Agrarische hervormingen; opzeggen van de „misdadige verdragen"; bijeenroeping van een politieke adviserende raad „zonder deelneming van de reactionnaire elementen ten einde ëen democratische coalitieregering te vormen".
"Vredesvoorwaarden van Mao Tse Toeng". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057769:mpeg21:p001