Unci kan niet worden afgewezen. (Van onze pari. redacteur). Na een tweedaags debat heeft de Minister-President, Dr. Drees, gistermiddag in de Eerste Kamer geantwoord op de algemene beschouwingen bij de Rijksbegroting voor 1949. Z. Exc. bleek erkentelijk voor de rust waarmede het Indonesische probleem was behandeld. Over de vacature in het Kabinet van mr. Sassen kon spr. nog geen mededeling doen. Wat de gevraagde verklaringen in een verenigde Verg. der Stateji-Generaal en niet alleen in de Tweede Kamer betreft zei Z. Exc. dat daardoor het karakter der Verenigde Vergadering zou gewijzigd ■worden. Principieel achtte de Min. het niet onjuist, dat belangrijke Regeringsverklaringen alléén in de Tweede Kamer worden afgelegd. Spr. vond het ook een landsbelang, dat af en toe Ministers hun geestverwanten inlichten over hun beleid Ons volk is dikwijls nog niet voldoende doordrongen van de moeilijkheden, waarvoor ons land geplaatst is. Vergeleken met andere landen mag men tevreden zijn over de bereikte resultaten. Onze invoer wordt nog bij lange na niet gedekt door de uitvoer en zonder de dollars van de Marshall-hulp zouden wij zó niet door kunnen gaan. Alles moet op vergroting van de productie worden ingesteld en daarnaast moet soberheid betracht worden in het Staatsleven. Dank zij de Marshall-hulp leven wij hier belangrijk beter dan in de satelliet-staten van Sovjet Rusland. Een vermindering van de Marshallhulp door de Indonesische kwestie is niet aan de orde. Van comunistische zijde is gezegd dat er een huurverhoging van 60 pet. zou komen, maar dit is nooit door de Regering gezegd. Er is alleen over een huurverhoging gesproken. Dat er een verslechtering is ingetreden voor de arbeiders is onjuist. Vergeleken met vóór de oorlog zijn zij er op vooruitgegaan, al zijn sommigen door de oorlog achterop geraakt. Laat men de toestand hier eens vergelijken met die in Frankrijk waar communisten vele stakingen hebben uitgelokt. Wat de klachten over de geleide economie betreft, zei Z. Exc., dat men niet kon verwachten, dat de bemoeienissen van de Staat met het economisch leven zullen stop gezet worden, omdat men moet zorgen voor een redelijk bestaan voor producent en consument. De regering moet een vooruitziend beleid volgen. In hoofdzaak zal de industrie moeten worden uitgebreid om de snelle bevolkingsaanwas op te vangen. Ook uitbreiding van de cultuurgronden zal helpen de werkloosheid te bestrijden. Spr. zei dat wij reeds uit zelfverdediging aan een Westelijk blok of Atlantisch pact moeten deelnemen. Men zal, als dit pact aan het parlement wordt voorgelegd, van de inhoud kennis nemen. Dit is dan toch nog wat anders dan de manier waarop de Oostelijke staten aan Rusland worden gebonden. In TsjechoSlowakije durft men de sportvertegenwoordigers al niet meer naar het buitenland te laten gaan, omdat zij niet meer willen terugkomen. Dergelijke toestanden bestaan hier gelukkig niet. HET INDONESISCH PROBLEEM. Het Indonesische vraagstuk noemde Z.Exc. zeer moeilijk, daar het niet alleen millioenen Rijksgenoten betreft, maar ook het lot van Nederland. Er zijn fouten begaan, erkende spr. Alles wordt gedaan om dit verder te voorkomen. Over het ontslag-Sassen zou spr. niet veel zeggen, alleen dat het hele kabinet op dit punt eenstemmig was. Een plan tot abandonneren van Indonesië, zoals mr. Sassen wilde, was niet te aanvaarden voor het kabinet. Wat het Indon. beleid verder betreft, merkte Z.Exc. op, dat niet verwacht kan worden, dat na een paar maanden militaire actie de veiligheid overal kan worden gegarandeerd. Daarvoor zal meer tijd nodig zijn. , De laatste militaire berichten zijn niet ongunstig. Bedroevend noemde spr. de verhalen over de militaire gruwelen die gepleegd zouden zijn. Met grote bezorgdheid is hiervan kennis genomen. Men moet niet gaan generaliseren, maar Z.Exc. moet aannemen,
dat er excessen begaan zijn. Een streng onderzoek moet worden ingesteld. Aan dr. Beel is dit telegrafisch opgedragen. Het gaat om de eer van het Nederl. leger. Z.Exc. wees de aandrang af om niet met de Republikeinen te onderhandelen. De Republiek is voor vele Indonesiërs het symbool van de vrijheid. Afwijzing van de Republiek zou ook de steun doen verliezen van 2 grote Federale Staten. Afwijzen van de „Unci" zou internationaal niet te overziene consequenties meebrengen. De weg die de Regering gekozen heeft is overleg met de Republiek, waarbij ook de Federale Staten moeten kunnen meespreken. Het plan-Beel is een gedurfde poging om vooruit te komen, doch de doeleinden door het parlement gesteld zijn dezelfde gebleven. De gestelde termijr is verkort, maar de voorbereiding heeft reeds lang plaats gehad. De Rondetafel Conferentie zal gelegenheid geven tot vrije gedachtenwisseling Het Ned. kabinet zal zelf delegatie zijn. Van gebonden mandaat is geen kwestie Ook de „9-mannen" zullen adviserend aanwezig zijn, alsmede de West-Ind. afgevaardigden. De berichten zijn 'niet guristig over de deelneming aan de conferentie door Republiek en „Unci", doch dat is uit de pers. De „Unci" heeft advies van de Veiligheidsraad gevraagd. Spr. begrijpt, dat velen in de lande zich door de gang van zaken in Indonesië bezwaard gevoelen. Nederland heeft te waken voor recht en orde. Het getroost zich hiervoor grote offers. Na dupliek werden de algemene beschouwingen gesloten. Turkse munitiefabriek ontploft 60 DODEN. Gisteravond is Istanboel opgeschrikt door een hevige ontploffing in het havenkwartier „De Gouden Hoorn". De explosie vond plaats in een kleine ammunitie-fabriek. Mijlen in de omtrek werden door de luchtdruk de ruiten vernield en de lucht was fel rood gekleurd. Er zijn 60 doden te betreuren.
"Min.-President Dr. Drees over het Indonesische beleid Naar beweerde militaire gruwelen wordt streng onderzoek ingesteld". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
Uit Zwolle bereikt ons het volgende sterke verhaal: Een visje ter grootte van enkele centimeters, dat Dinsdag een sprongetje waagde boven het oppervlak van Zwolle's stadsgracht, werd door een krachtige windstoot de lucht ingevoerd, over een 10 M. hoge bomenrij gedragen en boven de huizen in het Groot Weezenland losgelaten. Een der bewoners vond de vreemde luchtreiziger springlevend in de dakgoot.
"VLIEGENDE VIS.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Donderdagavond tot Vrijdagavond. Koude nacht. Zwakke of matige wind overwegend tussen Noord-Oost en Noord-West. Droog weer met over het algemeen weinig bewolking. Vannacht op de meeste plaatsen lichte en hier en daar matige vorst. Morgenmiddag overal temperatuur boven het vriespunt. Vrijdag 4 Maart: Zon op 7.21 — onder 18.24 Maan op 8.45 — onder 23.40
"Weerbericht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
De Sovjet-ambassade in Stockholm heeft het Zweedse ministerie van buitenlandse zaken een nota doen toekomen, waarin geprotesteerd wordt tegen de arrestatie van een vroegere Estlander, die beschuldigd wordt van spionnage voor de Sovjet-Unie en tegen de behandeling van Sovjet-burgers in Zweden. De Estlander, de 40-jarige Eric Survaeli, werd op 22 Februari gearresteerd en een formele aanklacht wegens spionnage voor de Sovjet-Unie werd tegen hem ingediend. In de nota worden de Zweedse autoriteiten beschuldigd van een hele keten van vervolgingen, welke niet getolereerd kunnen worden, van Sovjet-burgers van Estlandse, Letlandse en Lithause nationaliteit, die de wens kenbaar hebben gemaakt naar hun vaderland terug te keren.
Stockholm wijst nota af In de Russische nota wordt de Zweedse politie beschuldigd van onwettig onderzoek van, huiszoekingen bij, bi dreiging en mishandeling van Sovjet burgers in Zweden en verscheidene voorbeelden worden aangehaald om deze beweringen te staven. De nota besluit met de opmerking dat de Sovjet ambassade boven aangehaalde féiten beschouwt als onderdeel van een georganiseerde campagne welke ten doel heeft het repatriëringswerk van de Sovjet ambassade, welk werk wordt uitgevoerd in overeenstemming met een door de V.N. goedgekeurde resolutie, te bemoeilijken. „ . Gisteravond is reeds officieel te Stockholm medegedeeld, dat Zweden de Russische nota geheel en al zal verwerpen en punt voor punt zal weerleggen. De Zweedse minister-president, Tage Erlander, verklaarde tegenover Reuter: „Geen Balt, hetzij hij komt uit Estland, Letland of Lithauen, wordt verhinderd Zweden te verlaten wanneer hij dat wenst te doen". Zweedse juristen beschouwen de Sovjetnota als een rechtstreekse inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Zweden. Zij verklaarden, dat in Zweden vertrekvergunningen onbekend zijn, aangezien iedereen, Zweed of buitenlander, zonder formaliteiten vrijelijk het land kan verlaten. Minder dan een procent van de 26.000 Balten in Zweden was in de laatste twee jaren naar het land van herkomst teruggekeerd. In de Zweedse antwowd-nota wordt gezegd, dat de van Sovjetzijde aangehaalde voorbeelden van slechte behandeling van Sovjetburgers aantonen, hoe „geheel ongegrond" de beschuldigingen zijn. Wat de drie Balten betreft, die in de Sovjetnota genoemd worden, zegt de Zweedse nota, dat een van hen, Janis Maurans uit Letland-, illegaal uit Denemarken in Zweden was binnengekomen. zich voordoend als Pools vluchteling. De politie had hem ondervraagd om zijn identiteit te kunnen vaststellen en het doel van zijn herhaalde reizen in Zweden, die zonder Zweedse toestemming waren o-emaakt Hij werd vervolgens vrijgelaten en ging naar de Sovjet-Unie r>ó' tweedêr Paern "uit~Ê's'tland',**was
naar een krankzinnigengesticht gezonden. daar hij gevaarlijk was voor zijn omgeving. Na besprekingen tussen de dokters en de Sovjetambassade liet men hem gaan; hij werd dezelfde dag op transport gesteld naar de Sov.i et-Unie. De Estlander Erik Suurvaeli werd door de Zweedse politie op beschuldiging van spionnage voor de Sovjetunie gearresteerd. De vraag, of een rechtsvervolging tegen hem zal worden ingesteld, werd nog overwogen. De Zweedse nota wijst tenslotte de Sovjet-Russische beschuldigingen geheel en al van de hand.
"„Inmenging in binnenlandse aangelegenheden". Moskou beschuldigt Zweden van vervolging van Sovjet-onderdanen". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
DE AUTOMARKT IN NEDERLAND wordt geregeld van nieuwe wagens voorzien. In Den Haag kwamen dezer dagen 140 nieuwe personenauto's aan, geladen op een trein van bijna onafzienbare lengte.
"DE AUTOMARKT IN NEDERLAND". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
Een Amerikaanse Superfort bommenwerper heeft gisteren de eerste non-stopvlucht om de wereld in de geschiedenis volbracht. Het vliegtuig, dat een bemanning van 14 koppen had en van Fort Worth in Texas was vertrokken, heeft de tocht in vier dagen gemaakt. Op vier punten langs de 37.000 kilometer lange route werd in de lucht benzine getankt, n.I. boven de Azoren, Saoedie-Arabië, de Philippijnen en Hawaii. Functionarissen van de Amerikaanse luchtmacht verwelkomden deze gebeurtenis als een bewijs, dat zij in staat zijn elk punt van de aarde te
bombarderen van bases, die aan de Amerikaanse luchtmacht ter beschikking staan. De onofficiële tijd, verstreken tussen het tijdstip, dat het vliegtuig, een B-50, van Fort Worth opsteeg en het tijdstip, dat het op dezelfde luchtbasis neerstreek, is 94 uur en één minuut. Het vliegtuig had een gemiddelde snelheid van 382 kilometer per uur. Na Zaterdag van Fort Worth te zijn opgestegen, zette het vliegtuig — een van Amerika's nieuwste typen bommenwerpers — koers in Oostelijke richting, op de Azoren aan. De vlucht zou eigenlijk de dag daarvoor begonnen zijn, doch moest worden afgelast, toen een der motoren vlam vatte. Aan het einde van de eerste 6000 kilometer, steeg van de Azoren de eerste groep „vliegende tankers" — speciaal herbouwde B-29 bommenwerpers — op, het vliegtuig tegemoet. Zondag vloog de B-50, die geheel „tot de strijd uitgerust" werd genoemd, hoog over Gibraltar, en Noord-Afrika naar Khartoem en vandaar naar Dharan in de Arabische woestijn, waar het opnieuw in de lucht zijn tanks vulde. Begeleid door het gestadig geronk van zijn vier motoren van 3.500 paardekracht, zette de bommenwerper daarop koers naar het hart van India, scheerde langs de Zuidelijke punt van Birma en vervolgde zijn weg over Indo-China naar de Philippijnen. Hier werd opnieuw brandstof ingenomen door leidingen, die uit de vliegende benzine-tanks hingen en hier was de moeilijke operatie van het meeste belang, daar het langste traject — de 9.500 kilometers over de Oceaan naar Hawaii — voor de boeg lag. Voor de laatste maal werd boven Hawaii bijgetankt en daarop koerste de B-50 recht op het Amerikaanse vasteland aan, waar het op Fort Worth in Texas voor het eerst sinds 94 uur en één minuut zijn wielen weer aan de grond zette. Toen het toestel daalde was er nog brandstof voor zeven en half vlieguren aan boord. De luchtmacht heeft medegedeeld, dat dergelijke oefeningen regelmatig herhaald zullen worden en dat er plannen bestaan voor't vormen van zes groepen toestellen voor het tanken in de lucht. Reuter tekent hierbij aan, dat de eerste vlucht rond de wereld in 1933 door de Amerikaan Wiley Post werd volbracht. In Augustus 1947 maakte kapitein Odom een vlucht om de wereld van 20.000 mijl in 73 uur en vijf minuten.
(Zie vervolg pag. 2.)
"Superfort vloog in 4 dagen non-stop om de wereld Vliegende benzine-tankers voorzagen luchtreus van brandstof.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
IN FINLAND worden de onderhandelingen over het Atlantisch Pact met grote aandacht gevolgd. Met name gaat de belangstelling uit naar hetgeen de Scandinavische landen zullen doen. Men wijst er voorts op dat de houding der V.S. ten aanzien van Finland de laatste tijd een belangrijke verandering heeft ondergaan. Aanvankelijk heerste in Amerikaanse regeringskringen de opvatting, dat de V.S. stappen van de Sovjets tegen Finland weliswaar als uiterst pijnlijk zouden beschouwen doch geen directe actie hiertegen zouden ondernemen. Thans echter zouden de Ver. Staten deze houding hebben laten varen. Men gelooft nog wel niet dat zij een aanval op de onafhankelijkheid van Finland, in welke vorm ook als een casus belli zouden opvatten maar wel is men er van overtuigd, dat zij in zulk een geval tot tegenmaatregelen zouden overgaan. Men kan uiteraard niet gemakkelijk gissen, van welke aard die tegenmaatregelen zouden zijn, maar nu de Noren op het punt staan zich aan te sluiten bij de Atlantische Unie, neemt men in Helsinki aan, dat de Ver. Staten var Noord-Scandinavie uit druk op de Sovjet-Unie zouden willen uitoefenen Inmiddels vraagt men zich te Helsinki met enige bezorgdheid af, welke de reactie zal zijn van Rusland op een definitieve aansluiting van Noorweger geloofj bij de Atlantische Unie Men hier niet in een daadwerkelijke bezet
ting van Finland, doch wel worden de geruchten met de dag sterker, die spreken over het vragen van bases in Noord-Finland door de Sovjet-Unie. Finland heeft, zoals bekend, het vorig jaar een pact gesloten met de Sovjet-Unie, waarin onder meer werd overeengekomen, dat ingeval van een oorlogsdreiging beide partijen overleg zullen plegen over de te nemen maatregelen en dat Rusland de Finnen militair zal bijstaan. Het is nu de vraag of het Kremlin een aansluiting van Noorwegen en mogelijk van Denemarken bij de Atlantische Unie als een oorlogsdreiging zal uitleggen. Het staat wel vast, dat Finland van zijn kant alles zal doen om dit standpunt te bestrijden, teneinde niet definitief in het Oostelijke kamp te belanden, doch het is zeer de vraag, of tegen eer Russische druk in deze richting enige weerstand van belang geboden kan worden. 3 Tot op heden hebben de Finnen bij de onderhandelingen met Rusland een opmerkelijke mate van succes weten te behalen, doch men maakt zich thans in Finland weinig illusies over de positie die zou ontstaan, indien de Russen de „toestand van oorlogsgevaar", zoals deze in het pact is omschreven, zouden proclameren. De Finnen bevinden zich in 'n netelige positie. Zij staan practisch machteloos met hun leger van 40.000 man, dat weliswaar uit voortreffelijk geharde soldaten bestaat, doch nauwelijks bewapend is. De Finse politici streven derhalve naar de
enige mogelijkheid, die hun overblijft, namelijk te trachten door de mazen van de internationale politiek heen te slippen. Op het ogenblik neemt Finland wel een zeer belangrijke positie in ten opzichte van de verhouding tussen Zweden en Rusland. Zonder twijfel is een van de overwegingen, waardoor Zweden zich heeft laten leiden bij zijn afwijzende houding tegenover toetreding tot de Atlantische Unie, dat een dergelijke stap onvermijdelijk het einde van de onafhankelijkheid van Finland ten gevolge zou hebben. Ten aanzien hiervan bestaat ook in Finland wel nauwelijks enige twijfel. De Russen van hun kant weten echter, dat een algehele of gedeeltelijke bebezetting van Finland een verscherpte houding van Zweden tegenover de Russen tengevolge zdu hebben, die de Zweden in de armen van de Atlantische Unie zouden kunnen drijven. Wat de 'militaire situatie van Finland betrèft, er hebben gedurende de afgelopen dagen veel geruchten gelopen over activiteit aan de Russisch-Finse en Russisch-Noorse grens. In Finland zelf werd en wordt aan deze berichten weinig geloof gehecht. Men geloofde eerder aan wintermanoeuvres die een politieke achtergrond hadden. De Russen kunnen desgewenst zonder enige moeite uit Porkkala, dat zij bij de vrede met Finland hebben bezet, Helsinki binnen een half uur bereiken. Met grote belangstelling wacht men intussen in Helsinki het resultaat af van de besluiten van het Noorse parlement, dat dezer dagen definitief zal beslissen over aansluiting bij het Atlantische pact. Men gelooft, dat dit een gedenkwaardige dag voor Finland kan zijn, doch men ziet geen onmiddellijk gevaar, tenzij Zweden zijn houding ingrijpend zou wijzigen of de Sovjet-Unie reeds in Noorwegens definitieve beslissing stappen tegen Viniond zou ondernemen.
"Zal Moskou van Finland militaire bases vragen? Tussen hamer en aambeeld.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
Klokslag 6 uur 's morgens op 1 Maart gingen zeer sterke groepen extremisten op verschillende plaatsen te Djokja tot een aanval over, aldus meldt een speciale correspondent van Aneta uit Djokja Deze ongeregeldheden waren, zoals de kolonel van Langen, de brigade commandant te Djo'cja mededeelde, geen verrassing. Er was geen sprake van, dat de extremisten kans hadden op enig blijvend succes. Men heeft de situatie thans volkomen in de hand. De extremistische activiteit is met grote verliezen aan wapens en munitie voor de aanvallers onderdrukt. De verliezen aan Nederlandse zijde bedroegen b doden en 14 gewonden. Gisteren heerste in Djokja weder rust. Generaal Meyer, reg. comm. Angenent en de resident- de heer Stok, hebben Woensdag om 12 uur een bezoek gebracht aan de kraton van de sultan van Djokja. Het bezoek duurde een half uur. Over de aard der daar gevoerde besprekingen, en over de vraag of er besprekingen met de sultan zelf zijn gevoerd, konden geen inlichtingen worden verkregen.
"Extremistische aanval in Djokja". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
Door Rijksrecherche gearresteerd. De 25-jarige Robert Th. F. Lombert cliief-president van de vereniging P. 1, Particulier Initiatief tot het doen van Charitatieve Werken, is gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring te Rotterdam. Deze vereniging is onlangs failliet verklaard. Er bestaat een nauw verband tussen dit faillissement en de arrestatie van L. Reeds in zijn prille l;inde: Jaren bleek de chief-president te beschikken over een grote fantasie. Zijn voorliefde voor sociaal werk schijnt hij met zijn familie te delen. In de laatste oorlogsjaren organiseerde zijn familie b.v. een inzameling van aardewerk en dekens voor oorlogsslachtoffers. De politie onderzoekt nu waar die ingezamelde goederen gebleven zijn DE P. I. Na de bevrijding van ons land kwam Robert in contact met notaris Q. te Maastricht, die hij door zijn fantastische verhalen warm wist te maken voor zijn sociaal werk. Deze notaris was van oordeel, dat de sociale liefhebberijen van Robert en de zijnen moesten opgevangen worden in een vereniging, die rechtspersoonlijkheid zou bezitten. In verrassend korte tijd kwam de Koninklijke goedkeuring af. Robert werd chief-president (voor het leven benoemd) en kreeg dictatoriale bevoegdheden. Notaris Q. werd voorzitter, twee andere familieleden van Robert, zijn vader — van beroep kleermaker — en een broer waren resp. vice-voorzitter en penningmeester. Notaris B. uit Overschie functionneerde als secretaris Alle bestuursleden moesten in handen van Robert een eed afleggen, dat zij nooit zouden spreken over de punten welke in bestuursvergadering besproden werden. Een normale boekhouding werd niet gevoerd. Wel een z.g. „Amerikaanse", waardoor alle controle van buitenaf onmogelijk was. EEN REVUE. Op 30 April 1948 ging in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage de
revue „Drie Eeuwen". De familie L. en enkele kennissen waren de uitvoerenden. Genodigd was een aantal hoge militairen, want P. I. zou met deze revue langs de kazernes in Nederland trekken. Dit is nooit gebeurd en door het peil van deze voorstelling verloor de vereniging haar relaties in militaire kringen. Na afloop van de voorstelling werd de „artisten" een telegram bezorgd," waarin zij op hoogdravende wijze gefeliciteerd werden met hun „succes". Later is gebleken, dat zij dit telegram aan zichzelf hadden gericht. NAAR CURAgAO. In Robert's brein was ondertussen weer een ander fantastisch plan gerijpt. Niet alleen Nederland, doch ook de overzeese gebiedsdelen — hij dacht aan Curagao — moesten door P. I. bewerkt worden. Verschillende personen en instanties werden bewerkt en door zijn grote overredingskracht en welbespraaktheid wist hij wederom invloedrijke personen voor zijn plannen te winnen. Hij kreeg o.m. medewerking van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen en van dr. Da Costa Gomez, en de heer Eman, vertegenwoordiger van de Nederlandse Antillen bij de Nederlandse regering. Alles scheen goed te gaan. Notaris B. was er nog in geslaagd dokter Hoffmann uit Nijmegen voor de plannen van P. I. te winnen. Deze dokter verkocht zijn practijk, de familie L. de kleermakerij en enige andere personen, die als chauffeur of administratieve krachten mede zouden gaan hun persoonlijke 'bezittingen. Ieder stortte een deel van zijn geld in een gemeenschappelijke pot als een renteloze lening. Dit geld zou later worden terugbetaald. Dit is nooit gebeurd. Op 3 en 6 Mei vertrok men per K.L.M. naar Curagao. Notaris Q. was op het laatste moment verhinderd, daar er wegens een belastingschuld van 1295.000 conservatoir beslag op zijn vermogen was gelegd. BEGIN VAN flET EINDE. Enige dagen voor het vertrek stuurde het Centraal Archief en Inlichtingenbureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon een rapport over P. I. aan de secretarissen van armenraden in Nederland, waarin contact en samenwerking met deze vereniging ten sterkste werd ontraden. De Nederlandse Bank kreeg argwaan en van kerkelijke zijde werd een waarschuwing jffezonden naar de gouverneur van Curagao. Toen P. I. dan ook op Curagao aankwam wachtte haar daar in plaats van juichend welkomgeroep koele gereserveerdheid bij officiële instanties. De Nederlandse Bank weigerde meer geld over te maken dan f30.000. De chief-president vertrok weer naar Nederland om deze zaak te regelen, doch slaagde daar niet in. De procureur-generaal van politie op Curagao dwong toen het gezelschap rechtsomkeert te maken en begin Juni was men weer thuis. Op het vliegveld Schiphol werd notaris B. wegens malversaties in zijn eigen practijk gearresteerd. Dokter Hoffmann en de anderen, die de voorspiegelingen van de chief-president en het bestuur geloofd hadden, gingen de ogen open. Dokter Hoffman diende toen een aanklacht wegens oplichting in. De zaak kwam in handen van de rijksrecherche en na een zeer langdurig onderzoek is men thans tot de arrestatie van de chiefpresident overgegaan. De politie heeft aanwijzingen, dat verschillende bestuursleden van P. I. andere bedoelingen hadden dan alleen sociaal werk te verrichten op Curagao. De chief-president wordt beschouwd als de auctor-intellectualis. Geheimzinnige verdwijnin* gen in Engeland Fabrieksdirecteur gearresteerd De Londense politie, die een onderzoek instelt naar de moord op een rijke weduwe van 69 jaar, heeft gisteren de dossiers over 5 andere vermiste personen weer te voorschijn gehaald in verband met een onderzoek, dat een van de sensationeelste serie misdaden van deze eeuw in Engeland zou kunnen onthullen. De weduwe, mevrouw Olive Durand Deacon verdween 12 dagen geleden uit haar hotel in Londen. Detectives vonden gisteren sporen van menselijke resten op een fabrieksterrein te Crawley (Sussex). Doordat de politie vaten met een of ander zuur op het terrein aantrof is bij haar het vermoeden gerezen, dat het lichaam van mevr. Durand Deacon in een zuur-bad werd vernietigd. Het vinden van levensmiddelenkaarten in de buurt was aanleiding voor Scotland Yard om de gevallen van drie andere rijke vrouwen, die het vorig jaar zonder een spoor verdwenen, opnieuw in behandeling te nemen. De dossiers over twee vermiste mannen werden ook bestudeerd. De verdwenen weduwe werd het laatst gezien toen zij het hotel verliet om de 39-jarige John Haigh te ontmoeten in een groot warenhuis. Zij zouden beiden een bezoek brengen aan een fabriek in Sussex, waarvan Haigh directeur is om een gesprek te voeren over een idee van mevr. Deacon om nagels van plastic voor vrouwen te maken. Mevr. Deacon had bij die gelegenheid een cheque-boek bij zich. De neer Haigh verklaarde tegenover de politie,. dat hij een uur op de dame die niet kwam opdagen, gewacht had. De 39-jarige fabrieksdirecteur John Haigh is gisteren in staat van beschuldiging gesteld, verdacht van moord op mevrouw Deacon. Haigh was sinas Maandag in hechtenis in 'n Londense politiepost. — Sedert enkele weken is de aanblik van de kleine haven Akaba (aan de Rode Zee) veranderd door de bedrijvigheid van de Britse oorlogsbodems. Doorlopend worden op de kades munitie en ander militair materiaal gelost Onder meer rijden grote „Churchill" tanks in het stadje rond. Op de voornaamste punten zijn luchtafweerkanonnen geplaatst, en aanhoudend patrouilleren ^.Tempest" vliegtuigen. Er worden huizen gebouwd om een legercorps te huisvesten. Er zijn cantines en hotels geopend.
"EEN OPLICHTER MET FANTASIE Merkwaardige ambitie voor sociaal werk". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson deelde gisteren op een persconferentie mede dat de aan de besprekingen over het Noord-Atlantische pact deelnemende landen momenteel overwegen Italië en een aantal andere landen uit te nodigen zich bij het pact aa"n te sluiten. Hij zei te hopen dat de beslissingen over uitbreiding van het veiligheidspact spoedig zullen vallen. Acheson noemde alleen Italië met name en weigerde te zeggen aan welke andere landen bij bovengenoemde overwegingen was gedacht. Naar verluidt zouden de meningen tussen de zeven landen verdeeld zijn over de vraag of Italië moet worden uitgenodigd. Ook werd bericht dat verscheidene invloedrijke leden van de senaatscommissie voor buitenlandse zaken gekant zijn tegen deelname van Italië in dit stadium. Acheson zei dat volgens hem geen belangrijke meningsverschillen bestonden over de tekst van het pact. Volgens hem verliepen de onderhandelingen in goede verstandhouding en werden goede vorderingen gemaakt. Hij gaf uitdrukking aan de hoop dat de tekst in de naaste toekomst gepubliceerd zal kunnen worden. Hij zei te geloven dat het verstandig zal zijn het voorlopig ontwerp van het pact te publiceren voor het pact wordt getekend. Volgens hem zouden dan mogelijk nog nieuwe ideeën over wijzigingen naar voren kunnen komen.
"Wordt Italië uitgenodigd voor Atlantisch Pact? Goede vorderingen te Washington". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/03/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057969:mpeg21:p001