De sultan van Djokja, minister van Defensie van de Indonesische Republiek die reeds vele malen van zijn absoluut anti-Nederlandse gevoelens blijk gaf, heeft zich nu weer voor zijn land verdienstelijk willen maken door de Nederlanders de schuld te geven van de critieke toestand in Oost-Java, die z.i. vol explosieve mogelijkheden zit. Indien, zo verklaarde hij te Batavia, de Nederlanders onredelijk blijven wordt gevreesd, dat een gewapende botsing niet alleen onvermijdelijk is, doch zich spoedig zal verspreiden over geheel Java en Sumatra.
De sultan heeft de situatie met de H.V.K., dr. Lovink, besproken en legde deze verklaring af voor zijn vertrek naar de republikeinse hoofdstad. Een woordvoerder van de republikeinse delegatie zeide, dat de voornaamste bijdragen tot deze „explosieve situatie" bestonden in de ontwapening van meer dan anderhalf bataljons republikeinse troepen en de arrestatie van een groot aantal republikeinen, onder wie het hoofd van het burgerlijk bestuur van Malang. Kolonel Sunkono. de republikeinse commandant in Soerabaja had gezegd, dat zijn manschappen meer wapens verloren hadden sinds het „staakt het vuren", dan in zes maanden guerilla-oorlog, aldus de woordvoerder. De sultan noemde de situatie in Oost-Java critiek, doch incidenten van dezelfde aard deden zich in andere gebieden op Java en Sumatra voor. In verband met zijn besprekingen met dr. Lovink zeide de sultan te betreuren, dat hij er niet in geslaagd was hem „de gevaren, verbonden met de toestand in Oost-Java" te doen zien. De sultan hal het initiatief genomen tot een bezoek aan de Hoge Vertegenwoordiger in verband met de grote republikeinse bezorgdheid. „Bij het gesprek van anderhalf uur", zo zeide de sultan, „overhandigde ik hem een aide-memoire waarin een zekere handelwijze uiteengezet wordt ter verlichting van de gespannen sfeer. In het bijzonder verzocht ik een spoedige bespreking tussen de militaire staven van beide partijen teneinde een sfeer te scheppen geschikt voor handhaving van wet en orde door het vinden van de een of andere oplossing, dit alles iii het kader van de hangende overdracht van de werkelijk volledige en onvoorwaardelijke souvereiriiteit." De sultan zeide verder, dat dr. Lovink hem een nota had overhandigd, waarin verklaard werd, dat de H.V.K. Den Haag om verdere instructies had verzocht. „Inmiddels is de Nederlandse houding kenmerkend", zo zeide de sultan verder, „men houdt zich aan de letter der wet, zonder op de geest hiervan acht te slaan." De Nederlanders verklaarden, dat de v. Royen-Roem-overeenkomst niet voorzag in een oplossing, doch het handhaven van deze stelling in verband met de „ondragelijk gespannen toestand" vormde een miskenning van de werkelijkheid en hierdoor werd zowel de harmonie in Indonesië als op de conferentie te Den Haag in gevaar gebracht. OFFICIELE NEDERLANDSE VERKLARING. „In officiële Nederlandse kringen heeft men met grote bevreemding kennis genomen van de verklaring, die gisteren door de sultan van Djokja is uitgegeven. De verklaring is immers al dadelijk lijnrecht in strijd met het bepaalde in paragraaf 4a van het Nederlands-Indonesisch manuaal inzake de uitvoering van de overeenkomst tot staken van het vuren, waarin de partijen zich verbinden „zich te onthouden van radio-uitzendingen,
persberichten of enige vorm van propaganda, beogend de strijdkrachten of burgers van de andere partij uit te dagen of te verontrusten". Nederlandse kringen overwegen verder momenteel, welke stappen in verband hiermee dienen te worden genomen", aldus luidt een gisteren uitgegeven officiële Nederlandse verklaring. Aneta verneemt inmiddels, dat de Nederlandse autoriteiten pas via de persagentschappen kennis namen van de inhoud der verklaring van de sultan. De republikeinse minister van Buitenlandse Zaken, Hadju Agus Salim, verklaarde niet op de hoogte te zijn van de verklaring van de sultan. REACTIES OP VERKLARING VAN SULTAN VAN DJOKJA. Functionarissen van de Unci weigerden commentaar te geven met betrekking tot de toestand, die naar de sultan vreesde, „een gewapende botsing onvermijdelijk" zou kunnen maken, die zich mogelijk over geheel Java en Sumatra verspreidt. Een Australisch civiel lid van deze "commissie verklaarde niets van de rede van de sultan te weten, voordat hij deze via de radio hoorde. Hij voegde toe, dat berichten van de militaire waarnemers ln Oost-Java werden afgewacht. Alle radio-programma's werden gisteren onderbroken om het nieuws van het officiële Nederlandse antwoord op de verklaring van de sultan te geven. Opgewonden groepen Nederlanders en Indonesiërs verzamelden zich in de café's om de verklaring te bespreken en te gissen, wat deze met zich zou kunnen brengen. Nederlandse militaire kringen verklaarden, dat sedert de overeenkomst tot staken der vijandelijkheden geregelde en ongeregelde republikeinse strijdkrachten in toenemende mate infiltreren in de Nederlandse verbindingslinies en de garnizoenscentra, ondanks sterke protesten aan de plaatselijke republikeinse commandanten. De Nederlanders verklaarden, dat zij slechts gewapende mannen, die zonder machtiging de onder Nederlandse controle staande gebieden binnenkwamen, hadden gearresteerd. Door paard doodgeslagen. Te St. Maartensdijk zat Zaterdag de landbouwersknecht H. Hendrikse voorop een wagen, die met bieten was geladen, en door een tweespan werd getrokken, toen een der paarden plotseling achteruitsloeg. De trap kwam zo hard aan, dat H. onmiddellijk werd gedood. Hij laat een vrouw en vijf kinderen achter.
"Djokja's sultan profeteert gewapende botsingen Critieke toestand in Oost-Java wijt hij aan Ned. onredelijkheid". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
PRINS CHARLES VAN EDINBURGH geniet van het mooie herfstweer tijdens een wandelritje in St. James Park, Londen.
"PRINS CHARLES VAN EDINBURGH". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Maandagavond tot Dinsdagavond (opgemaakt te 10 uur). Plaatselijke buien» Meest matige zuidwestelijke wind. Wisselend bewolkt met voornamelijk in de kustgebieden van Zeeland, Holland en Friesland enkele regenbuien. Ongeveer dezelfde temperatuur als vandaag. Dinsdag 18 October: Zon op 7.09; onder 17.41 uur. Maan op 1.55; onder 16.39 uur.
"Weerbericht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
België's minister van buitenlanose zaken Paul van Zeeland verklaarde gisteren dat een economische unie tussen België, Nederland en Luxemburg „gerealiseerd zal worden". Van Zeeland legde deze verklaring gistermorgen vroeg af na de driedaagse Benelux conferentie te Luxemburg tijdens welke de geprojecteerde economische unie op losse schroeven dreigde te komen. In een door de conferentie aangenomen protocol wordt gezegd, dat de recente stroom van devaluaties nieuwe elementen heeft gebracht die tot op zekere hoogte gemakkelijker tot een economische unie zullen leiden. De conferentie ratificeerde de overeenkomst betreffende de Voor-Unie, die tien dagen geleden te Den Haag geparafeerd werd en welke afloopt wanneer de volledige Unie op 1 Juli 1950 van kracht wordt.
Vóór-Unie tot Juli 1950 Er werd overeengekomen dat de staalproductie van de BelgischLuxemburgse economische unie zo spoedig mogelijk Nederland mag binnenvloeien en tegen prijzen welke niet uitgaan boven de plaatselijk vastgestelde. Öok werd een plart aangenomen dat textielproducten voor 1 Januari 1950 aan de controle onttrekt. Dit wordt beschouwd als een Nederlandse concessie om de ernstige werkloosheid te verlichten die in de Belgische textielindustrie heerst. Het protocol onthult dat van nu af aan alle commerciële en betalingsovereenkomsten met andere landen een punt van gemeenschappelijke onderhandelingen zullen uitmaken. Hieraan wordt toegevoegd, dat de vrije handel tussen de Benelux-partners „zo spoedig mogelijk" zal worden geïntroduceerd, hetgeen betekent voor de beoogde termijn van 1 Juli 1950, met uitzondering van zekere bouwproducten en goederen uit de dollar-zone die voorlopig onder controle zullen blijven. DE GOUDCLAUSULE. De conferentie was ruim 24 uur in een impasse geweest als gevolg van de Belgische eis, dat, welke der partners ook, hun buitenlandse
handelstekorten boven een zeker peil met goud zouden dekken, wanneer de unie van kracht wordt. De Nederlanders verwierpen deze eis als onaanvaardbaar en accepteerden vervolgens de „goudclausule" Zaterdagavond onder zeker voorbehoud. In het slotprotocol wordt gezegd dat de goudclausule slechts in laatste instantie zal worden toegepast en verschillende andere maatregelen werden genoemd die eerst zullen worden toegepast. De interne betalingsbalans van Benelux zal worden gedekt door Marshallhulp, credieten van het internationale monetaire fonds, buitenlandse leningen en een „gecoördineerde interne credietpolitiek". Het protocol zegt, dat aan de Benelux-dollarbehoeften zal worden tegemoet gekomen door „regelrechte of voorwaardelijke Marshallhulp, stimulering van de export, inwisselbaarheid van Europese valuta, credieten van het internationale monetaire fonds, binnenlandse leningen, een politiek van gemeenschappelijke importrestricties, maatregelen ter bestrijding van inflationistische of deflationistische tendenzen tot aan valuta-aanpassingen. De goudclausule, zo beslisten de drie landen, zal gebruikt worden om
ting, aldus de ECA chef. buitenlandse handelstekorten te dekken indien andere maatregelen onvoldoende blijken te zijn. De Nederlanders stelden voor dat in dat geval de clausule zou worden toegepast indien het tekort uitgaat boven 20 procent van het totale handelsvolume. Henri Liebaert, de Belgische minister van handel zeide dat het Nederlandse tegenvoorstel zeer zorgvuldig bestudeerd diende te worden in de komende weken. Het slotprotocol geeft geen details ov^r de clausule. Accijnzen en tolrechten in de drie landen zullen geleidelijk geünificeerd worden voor Juli 1950. Een speciale commissie werd ingesteld om de kwesties van waterwegen en havens te onderzoeken en kreeg een jaar om de gehele Kwestie te onderzoeken en aan de drie regeringen verslag uit te brengen IMPOPULAIR BIJ ZEKERE GROEPEN. John Nuveen Jr„ chef van de ECAmissie in Belgie en Luxemburg juichte de overeenkomst der voor-unie toe als een „historische gebeurtenis welke zal dienen als model en de ervaring zal leveren voor de grotere unie van Europa die moet volgf ii. In Brussel verklaarde hij Belgie. Nederland en Luxemburg te feliciteren met de moed en leiderschap die zij getoond hebben door specifieke stappen naar creatie van n economische unie te zetten. Nuveen merkte op dat de Benelux Unie politiek impopulair zal zijn bij zekere minderheidsbelangen die er door zullen worden getroffen, doch het punt wat men in gedachten moet houaen, aldus Nuveen is dat op de lange duur niet alleen deze mensen doch alle burgers van de drie landen beter af zullen zijnIn feite hebben de drie Betteluxlanden hun naburen verteld dat zij zich goed realiseren dat het voortbestaan van de Europese naties en het voortduren van hun economische en politieke belangrijkheid f n de wereld van morgen afhangt van het bereiken van grotere economische kracht, die slechte kan komen door aanslui
"Van Zeeland: economische unie zal werkelijkheid worden Oplossing gevonden voor toepassing van de goud-clausule Textiel voor 1950 aan controle onttrokken". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
Zaterdagmiddag heeft het hoofdbestuur van het Nationaal Jongeren Verbond in het Kurhaus te Scheveningcn een vergadering gehouden. Besloten werd het volgende telegram aan H.M. de Koningin te zenden: „Nationaal Jongeren Verbond, in algemene vergadering te Scheveningen bijeen, betuigt steeds volhoudend in ijver voor Oranje, Koninkrijk en volk, zijn aanhankelijkheid en onverbrekelijke trouw aan U en Uw Huis." Naar aanleiding van de moeilijkheden, welke zijn gerezen bij de voorgenomen vergadering van het Verbond, heeft het hoofdbestuur een telegram aan de minister-president en de leden van de ministerraad gezonden. In dit telegram wordt krachtig geprotesteert „tegen machtsmisbruik regering, welke recht van vereniging en vergadering schendt." Voorts heeft het hoofdbestuur de volgende verklaring opgesteld, waarin gezegd wordt, dat het de motieven van de regering, n.1., dat het houden van een openbare vergadering met bepaalde strekking in hetzelfde gebouw, waarin Indonesische gasten, die de geest van deze strekking niet delen, verblijven, onhoffelijk zou zijn, buitenwettelijk, inreëel en ondemocratisch acht. Vooropgesteld zij, dat het geenszins de bedoeling was tot onnodige kwetsing aanleiding te geven. Immers, alvorens tot de excentrisch gelegen Kurzaal te besluiten, is naar een geschikte ruimte in Den Haag gezocht. Vervolgens beriep het afdelingsbestuur zich op het recht van vereniging en vergadering, hetwelk geldt, ongeacht of de regering de plaats van vereniging en vergadering al dan niet welgevallig is. Bovendien betekenen de maatregelen van de regering een inbreuk op de gemeentelijke autonomie. En wat te zeggen van het motief van onhoffelijkheid, nu de republikeinse premier bij gelegenheid van de opening der Ronde Tafel Conferentie zich op de meest onhoffelijke wijze kon uitlaten op Nederlands meest hoffelijk terrein, waarbij ook de Nederlandse gastheren aanwezig waren, zonder dat van regeringszijde ook maar enig protest naar voren kwam? Dat de regering het niet onmogelijk acht, dat de Indonesische gasten de bijeenkomst zouden verstoren, ziet het hoofdbestuur als een symptoom van verzwakking van de wil tot handhaving van orde en veiligheid, ook in Nederland. De veronderstelling, dat gasten als rustverstoorders zouden optreden, lijkt overigens weinig in overeenstemming met de houding welke van gasten mag worden verwacht. Tevens vestigt het hoofdbestuur er nadrukkelijk de aandacht op, dat de Kurzaal een eigen ingang heeft, afgescheiden van de ingang van het Kurhaushotel, zodat bij ordeverstoring van bepaalde zijde slechts sprake zou zijn van opzet, waarbij de vergaderden krachtens de Grondwet veeleer recht mochten hebben op bescherming. Aangezien de korte spanne tijds voorafgaande aan bedoelde vergadering zulks niet toeliet, heeft het hoofdbestuur besloten van een gerechtelijk proces af te zien. Evenwel protesteert het hoofdbestuur met alle kracht tegen deze nieuwe methode van vertrapping van grondrechten in een democratisch bestel.
"Hoofdbestuur Nat. Jongeren Verbond protesteert". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
GENERAAL DE LATTRE DE TASSIGNY (links), opperbevelhebber van de landstrijdkrachten der Westelijke Unie, en de bevelhebber van het Britse Rijnleger, luitenant-generaal Sir Charles Keightley, gebruiken hun twaalfuurtje in de openlucht. Een vreedzaam tafreeltje tijdens een gevechtspauze bij de grote manoeuvres, welke momenteel in de omgeving van Bielefeld worden gehouden.
"GENERAAL DE LATTRE DE TASSIGNY (links), opperbevelhebber van de". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
Door de communistisch-getinte „voorlopige Griekse regering" is gisteren een proclamatie uitgevaardigd, waarin wordt gezegd, dat het Griekse guerillaleger zijn operaties „tijdelijk heeft gestaakt, teneinde te voorkomen, dat geheel Griekenland zou worden verwoest". In de proclamatie wordt verder nog verklaard dat de guerllla-strijders de wapens niet hebben neergelegd.
Regeling door de V.N. gezocht De proclamatie zegt verder, dat op het ogenblik naar een vreedzame oplossing van Griekenlands vraagstukken in de V.N. wordt gezocht „met deelneming van de • Sovjet-Unie". Beweerd wordt verder, dat de „tijdelijke stopzetting" van de militaire operaties niet wil zeggen, dat de „voorlopige Griekse regering en het volk" hadden afgezien van de strijd voor de rechten van het Griekse volk. „De monarchie-facisten hebben het mis, wanneer zij denken, dat de strijd is afgelopen en het democratische leger heeft opgehouden te bestaan", aldus de proclamatie. De verzoeningscommissie der V.N., die in September werd aangewezen, zou heden aan de politieke commissie te Flushing Meadows verslag uitbrengen. Sinds het Grammos-gebergte enige weken geleden door de regeringsstrijdkrachten werd heroverd, is er
geen activiteit van de guerillastrijders geweest. Volgens de Griekse generale staf bevinden zich thans nog geen 1.800 guerilleros in Griekenland, die in bergachtige streken rondzwerven met weinig voedsel en wanhopige pogingen doen om naar Bulgarije of Albanië ts ontsnappen. Dagelijks zouden ongeveer 30 guerillos gedood of gevangen genomen worden. Gerrit de Stotteraar gegrepen In het huis van zijn zuster gearresteerd Zaterdagavond is de Amsterdamse Centrale recherche erin geslaagd Gerrit Cornelis Blom beter bekend als „Gerrit de Stotteraar", te arresteren. Gerrit was precies een week geleden uit de strafgevangenis te Utrecht ontsnapt. Dat was de vierde maal, dat hij een poging deed zich aan de gerechtelijke straf voor zijn wandaden door ontvluchting te onttrekken. Dit maal is hij echter minder fortuinlijk geweest dan bij vorige gelegenheden. In goed een week is een van de Amsterdamse rechercheurs, die reeds heel wat appeltjes met deze Gerrit heeft geschild, er in geslaagd de „uitbreker" weer te vatten. De Amsterdamse rechercheur, die een bijzondere fijne neus blijkt te hebben, had zorgvuldig alle adressen waar Gerrit eventueel zou kunnen komen onder zijn aandacht gehouden. Zaterdagavond besloot hij met enkele andere rechercheurs een inval te doen in een huis in de Nieuwe Kerkstraat te Amsterdam, waar een zuster van Gerrit woont. Het bleek raak te zijn. maar Gerrit was niet van plan zich voetstoots over te geven. Het kostte de rechercheurs veel moeite de bewuste insluiper tenslotte te pakken te krijgen. Op het moment dat hij door het W.C.-raampje naar buiten wilde vluchten heeft de rechercheur, die door zijn actief speuren zo snel dit succes wist te bereiken, hem letterlijk bij de haren gegrepen. Gerrit is thans zo veilig opgesloten als nimmer te voren. De kans, dat hij weer zal uitbreken is voorlopig wel uitgesloten. Gerrit de Stotteraar in thans weer in Utrecht opgesloten. Het staat wel haast vast, dat hij gedurende de week, lat hij vrij was, geen nieuwe wandaden heeft gepleegd. Hij moet die tijd in de hoofdstad zijn ondergedoken geweest, maar of hij steeds op het zelfde adres is geweest, staat niet vast. Gerrit was na zijn arrestatie zeer zenuwachtig en van een verhoor is nauwelijks sprake. Bij de arrestatie was de politie eenmaal genoodzaakt een waarschuwingsschot te lossen. Hierdoor is in de buurt wat opschudding gewekt.
Ra|k, Szonyi en Sxalac opgehangen De voormalige Hongaars minister van buitenlandse zaken, Laszlo Rajk, en twee andere beklaagden bij het jongste proces zijn Zaterdagmorgen te Boedapest opgehangen. Gisteren is hun beroep verworpen. De anderen zijn Tibor Szonyi. vroeger secretaris van de Hongaarse arbeiderspartij, en Andras Pzalai, zijn assistent. Allen zijn veroordeeld wegens spion - nage en hoogverraao. KRIJGSGEVANGENEN SUMATRA. OP Vrijdag kwamen in Medan aan vier Nederlandse militairen, die in het republikeinse gebied werden gevangen gehouden, n.1. de officier van gezondheid kapitein F. L. van Bommel, sergeant J. A. Donker en de soldaten M. de Ruyter en H. van Werven. Vrijdagmorgen zijn in Belawan door de Nederlandse autoriteiten 16 republikeinse krijgsgevangenen vrijgelaten .
"Na de nederlaag in het Grammos-gebergte Griekse guerilla's staken de strijd". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
DE BELGISCHE PREMIER EYSKENS heeft gistermiddag een onderhoud gehad met koning Leopold in diens villa aan het meer van Genève. De premier had te kennen gegeven, dat hij de koningskwestie met de vorst zelf wilde bespreken voordat zij in het parlement ter sprake kwam.
Gisteravond is het overleg tussen de koning en de minister-president voortgezet. Na afloop van deze bespreking verklaarde Eyskens „volledige overeenstemming" bereikt te hebben met koning Leopold over de vorm van de volksraadpleging, die moet beslissen of de koning zal terugkeren. Na het tweede onderhoud dineerde
Eyskens met het koninklijk gezin. Na afloop verklaarde hij, dat zijn taak was volbracht. Hij was „uitermate tevreden" over de resultaten van de besprekingen, die van „zeer grote invloed" op de toekomstige ontwikkeling zouden iijn. Eyskens is vanmorgen ner auto naar Brussel teruggekeerd.
"Volledige overeenstemming met koning Leopold over volksraadpleging Premier Eyskens is uitermate tevreden". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001
Een van de afspraken, welke na de tweede politionele actie gemaakt zijn, was dat de partijen zich zouden onthouden van uitlatingen, welke de „goede sfeer" zouden kunnen bederven, uitdaging zouden kunnen betekenen of verontrusting teweeg zouden kunnen brengen. Sindsdien waren het telkens republikeinen, die zich aan deze bepaling niet gehouden hebben en met Beschuldigingen aan het Nederlandse adres kwamen, alsof de Nederlanders debet waren aan allerlei wantoestanden. Er werd echter nimmer tegen geprotesteerd. Vermoedelijk uit vrees, dat de Indonesiërs niet naar Den Haag wilden komen en daarna dat de stemming van Hatta c.s. ter Ronde Tafel Conferentie er door zou worden vertroebeld. Maar nu is de sultan van Djokja, republikeins minister van Defensie, met een verklaring gekomen, welke men met de beste wil niet anders kan zien dan als een dreigement en een ophitsing. Eindelijk dan kwam een officieel Nederlands protest, waarvoor gisteren alle radioprogramma's in Indonesië werden onderbroken. De sultan werd beschuldigd gehandeld te hebben in lijnrechte strijd met de overeenkomst tot staken van het vuren. De verklaring van de sultan, dat hij gewapende botsingen vreest als Nederland onredelijk blijft, was in wezen een aansporing voor T.N.I. en guerilla om naar de wapens te grijpen. Zijn verklaring, dat hij de H.V.K. niet had kunnen doen inzien, dat de toestand op Oost-Java gevaarlijk is, was een pertinente leugen. Immers, zowel door de H.V.K. als door de Nederlandse delegatie is in de afgelopen twee maanden herhaaldelijk op deze gevaren de aandacht gevestigd van de republikeinse regering en de Unci. Die gevaarlijke toestand ontwikkelde zich in hoofdzaak door infiltratie van de T.N.I. in gebieden waar zij tevoren niet was en door de instelling van republikeinse schaduwbesturen in B.F.O. gebieden. Vanwege de wapenstilstandsovereenkomst zijn de Nederlanders daar niet gewapend tegenop getreden, protesteerden ze slechts. Tevergeefs natuurlijk. Nu kwam de sultan met zijn beschuldiging, dat de Nederlanders onredelijk zijn. Kennelijk heeft hij de bedoeling onrust te zaaien en botsingen voor te bereiden. Van meet af aan hebben we er op gewezen, dat de republikeinen onbetrouwbare partners waren, dat zij streefden naar de heerschappij over de gehele archipel. Terwijl zij nu aandringen op SDoedige overdracht van de souvereiniieit, trachten ze nu reeds gebieden, die zelfstandigheid wensen, in te lijven. Intussen wordt in Den Haag maar verder geconfereerd. Wat er precies wordt besproken en afgesproken weet het Nederlandse volk niet. De uitgegeven communique's zijn nietszeggend. Zelfs leden van de Eerste Kamer weten van niets en maken zich bezorgd, zoals uit het voorstel tot wii zieing van het reglement van orde blijkt. Men zou bijna gaan denken, dat er geen vuiltje aan de lucht was. Misschien is het daarom goed geweest, dat de sultan van Djokja zich in de kaart liet kijken, ons wakker schudde en waarschuwde, dat de republikeinen weer van plan zijn van de door hun schuld verslechterde toestand op Oost-Java gebruik te maken, om hun macht te vergroten. Meer en meer wordt het duidelijk, dat sooedige souvereiniteitsoverdracht rechteloosheid en chaos zal gaan betekenen voor vele Indonesische volkeren.
"In de kaart gekeken". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/10/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058154:mpeg21:p001