Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant

De stafchef van het Amerikaanse leger, generaal Omar Bradley, heeft tijdens een bijeenkomst van Joodse oud-strijders aangedrongen op een militair hulpprogram ter versterking van de „borstweringen" van West-Europa om te voorkomen dat een agressor het continent onder de voet zou kunnen lopen. Generaal Bradley zeide, dat het ministerie van buitenlandse zaken hem verzocht had in het openbaar commentaar te leveren op de betekenis van het Noord-Atlantisch Pact als militaire beveiliging.

Wanhoop is agressor 10Q divisies waard Hij verwierp vierkant de bewering, dat het onmogelijk zou zijn Rusland te beletten geheel Europa te veroveren en dat de V.S. uiteindelijk een tegenaanval zouden moeten ondernemen om Europa te bevrijden. „Het moet de Amerikanen volkomen duidelijk zijn, dat zij niet op vrienden in West-Europa kunnen rekenen, indien onze strategie in geval van oorlog bepaalt, dat wij hen eerst aan de vijand zullen laten en beloven, dat wij hen later zullen bevrijden. Tenzij de plannen voor een gemeenschappelijke verdediging van de bestaande vrije wereld voorzien in de veiligheid van West-Europa, kan men van deze volken niet verwachten, dat zij hun leven voor de gemeenschapnelijke zaak op het spel zullen zetten." Generaal Bradley zeide verder, dat „wij uit een groep bezorgde landen een' resolute groep landen hebben gemaakt, beter toegerust om de vrede door middel van de V.N. na te streven". De generaal voegde er aan toe, dat het Atlantisch Pact niet alleen vrije landen verenigt, die gezamenlijk bedreigd worden c'oor agressie, doch ook de ondertekenaren bevrijdt van de vrees, dat een land. dat zich dapper tegen agressie te weer zou stellen, alleen de strijd zou moeten voeren. „West-Europa moet op ons kunnen rekenen als het wil blijven leven en wij moeten op West-Europa kunnen rékenen als wij stand willen houden. Als het er op aan komt, kan West-Europa alleen door de WestEuropeanen gered worden, doch hiertoe moeten zij de wil en de middelen hebben weerstand te bieden. Deze wil. zich teweer te stellen, wordt deels

ontwikkeld door. het bezit van de middelen — tanks, vliegtuigen, kanonnen — en deels door de verzekering, dat zij bijtijds voldoende steun zullen ontvangen. Zonder deze middelen en zonder deze bepaalde verzekeringen van steun zou ieder land van West-Europa, indien het door agressie bedreigd werd. aan de wanhoop ten prooi 'runnen vallen en die wanhoop is een oprukkende agressor 100 divisies waard".

GENERAAL BRADLEY, de stafchef der V.S.

Israëlische en Syrische afgevaardigden, die in een tent in ,,Niemandsland" tussen hun frontlinies in NoordPalestina zijn bijeengekomen, hebben gisteren een begin gemaakt met wapenstilstands-besprekingen, terwij 1 buiten de regen in stromen neerviel. Generaal William Riley. stafchef der V.N., en Henri Vigier, persoonlijk vertegenwoordiger var dr. Ralph Bunche, zijn bij de onderhandelingen tegenwoordig. Naar men gelooft, zouden de Syriers genegen zijn hun interne positie na de recente staatsgreep te versterken door een overeenkomst met Israël aan te gaan en zich te concentreren op binnenlandse kwesties. Verwacht wordt, dat Engeland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Turkije binnen enkele dagen het nieuwe regime in Syrië zullen erkennen, aldus'officiële kringen te Damascus.

(Van onze weerkundige medewerker). Na de storm van Maandag, die stolen van ruim ioo Km. per uur bereikte, is ons land en vrijwel geheel West-Europa in een zeer zachte Z.W .-lijke luchtstroom komen te liggen. Vooral de temperaturen in de komende nachten kunnen voor April zeer hoog blijven; ook overdag verwacht het K.N.M.I. zeer zacht weer. Deze morgen trekt weer een regenzóne over ons land en de wind zal weer vrij sterk worden. Het ziet er naar uit, dat het zeer zachte, vochtige, groeizame weer de eerste dagen nog zal aanhouden. De maand Maart was gemiddeld ruim l° C. te koud, 40 uren zonneschijn boven de normale som fan 122 uur. De neerslag die gemiddeld over het gehele land 33 m.m. tegen 46 m.m. bedroeg, was hel grootst op het Vliegveld Twente, n-l. 60

Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Woensdagavond tot Donderdagavond. Tijdelijk iets kouder. Over het algemeen veel bewolking met nu en dan enige regen. Meest matige wind, hoofdzakelijk tussen Zuid-West en West. Iets lagere temperaturen. Donderdag 7 April: Zon op 6.03 — onder 19.23 Maan op 11.16 — onder 4.06

De Birmese regeringstroepen hebben Maymyo, dat 8 Maart door de Karens werd ingenomen, heroverd. Te Insein, ü> km ten Noorden van Rangoon, werd, volgens een bericht van regeringszijde gisteren het bevel „staakt het vuren" afgekondigd, nadat vanwege de Karen-opstandelingen een verzoek om onvoorwaardelijke overgave was ingediend. Heden zullen de Karens, die te Insein tegen de Birmese regeringstroepen gevochten hebben, zich te Rangoon overgeven, aldus wordt officieel meegedeeld.

Bij de brand in het St. Antoniusziekenhuis te Effingham (Illinois) zijn, naar men thans gelooft, 65 personen om het leven gekomen. Twaalf babies kwamen in de vlammen om.

„Ik weet niet, wat er met Uw regering aan de hand is, maar zij schijnt weinig belang te hechten aan het torpederen van de communistisch-republikeinse propaganda, die in Amerika over Indonesië wordt gemaakt", zo zeide gisteren de 52-jarige kolonel Hubert F. Julian, de bekendste Amerikaanse neger-piloot, die in de loop van zijn avontuurlijke carrière de bijnaam verkreeg van „The Black Eagle", de zwarte adelaar.

Onpartijdig oordeel van Amerikaans neger-piloot Deze kolonel, geboren in Trinidad. leerde in 1916 vliegen, trachtte in 1924 de At. lantische Oceaan in een Boeing over te vliegen, viel daarbij in zee en werd opgepikt door een vrachtboot, werd later commandant van de uit 18 toestellen bestaande luchtmacht van Haile Selassie's Abessinië in de oorlog tegen de Italianen, streed als vrijwillig piloot mede aan de zijde der Finnen, in 1939 tegen de Russen en daagde, verontwaardigd over de beledigingen van Hitier aan het adres van de negers, in 1940 Goering uit voor een persoonlijk duel in de lucht boven het Kanaal. Voor een vacantie-verblijf van enkele dagen kwam hij Maandag in Amsterdam aan en stond een aantal journalisten te woord. „Ik heb een lang verhaal te vertellen, zo begon hij, „een verhaal, dat ik in Amerika al heb verteld en dat voor Nederland van het grootste belang is, omdat het geheel over Indonesië gaat." • KOL. JULIAN'S VERHAAL. In Juli 194R was hij en passant enkele dagen in Nederland geweest en bij die gelegenheid ht.d het Nederlandse volk zijn hart gev» onnen. Geen spoor van rassendiscriminatie. Elk hotel, elk restaurant, iedere schouwburg stond hier — in tegenstelling tot Amerika — voor hem open. Dit maakte zoveel indruk op hem, dat hij geen peloof meer kon hechten aan de republikeinse propaganda in Amerika, dat de Nederlanders het Indonesische volk Onderdrukken. Door republikeins-Indonesische krin gen in Amerika werden na zijn terugkomst pogingen in het werk gesteld hem voor hun propaganda te winnen. Maar hij vertelde hu-, dat hij de reputatie van een objectief oromkoopbaar kolonel had op tc houden. De Zwarte Adelaar wenste

voor zich zelf in Indonesië te zien hoe de zaken stonden en hij reisde naar Den Haag met de opdracht voor het maandblad der Amerikaanse negerbevolking „Our World" een serie artikelen te schrijven over Indonesië na de tweede politionele actie. In de residentie sprak hij met de toenmalige minister Sassen, nadat hij tflj lagere ambtenaren op tegenstand was gestuit. „Als u iets te verbergen hebt in Indonesië, geef mij dan geen visum", zo had hij gezegd, „als u niets te verbergen hebt, geeft het mij dan wel." IN INDONESIë. Hij kreeg het visum en landde op 18 Januari j.1. on het vliegveld Kamajoran, nabij Batavia. Reeds de volgende ochtend was hij ii Djokjakarta en 21 dagen achtereen heeft hi' mensen gesproken en toestanden in ogenschouw genomen in het gehele uitgestrekte 'eilandenrijk, zichzelf niet sparend en zijn tolk evenmin. Hij sprak met vele republikeinse leiders, zakenlieden en met „men in the street". „Wat ik zag deed mijn hart bloeden. Te denken, dat wij in Amerika ons een rad voor de ogen late'i draaien door de communistische voorlichting en dikke tranen huilen over het gedrag van die schandelijke Nederlanders, terwijl ik met mijn eigen ogen zag, dat de republikeinse regering niet in staat en niet van zins was iets te doen aan de jammerlijke omstan digheden, waaronder de bevolking in de republikeinse gebieden leefde." Hij had onder meer een gesprek met de republikeinse minister van Gezondheid, dr. Lemeina, over de ondervoede ziekelijke republikeinen Minister Lemeina verklaarde, dat die mensen er zo ellendig aan toe waren door gebrek aan medicamenten en voedsel. En op de vraag van de kolonel, waarom dan het aanbod van het Neci. Rode Kruis was afgewezen, luidde het antwoord dat de republikeinse regering wilde vermijden propaganda te maken voor

de vijand, door eigen mensen met Nederlandse goederen te helpen. En dan, aldus kol Julian, willen ze mij vertellen, dat de republikeinse regering in sta^t is de millioenen bevolking in Indonesie een menswaardig bestaan te verschaffen! GESPREKKEN MET INDONESÏERS. „Ik heb met honderden mensen :r het republikeinse gebied gesproken. Ik heb allen, de vraag gesteld: Wilt u de Republiek terug ? Elkeen antwoordde ontkennend", zo vervolgde onze Amerikaanse vlieger-kolonel zijn verhaal en hij wees er met nadruk op, dat hij door niemand is beinvloed, dat hij door geen enkele instantie wordt betaald niet in dienst is van enige regering, dat hij uitsluitend naai Indonesie is gegaan om zich een persoonlijk, eerlijk oordeel te vormen en dat hij geen ander doel had, dan mijn ervaringen neer te leggen in een artikel in „Our World" Hij stuurde dit van Parijs uit naar New York en toen hij daar met- de Queen Elisabeth arriveerde, bleek het zo'n indruk te hebben gemaakt, dat niet minder dan 37 verslaggevers en fotografen, radioreporters en televisie-operateurs hem opwachtten en hem interviewden. Op de vraag waarom in de Verenigde Staten zo'n aanzienlijk dee'. van het publiek de zijde heeft gekozen van de republikeinen tegen cie Nederlanders, antwoordde Julian: „Omdat de Nederlandse regering practisch niets gesteld heeft tegenover de geraffineerde propaganda van de republikeinen, een propaganda, die geschoeid is op communistische leest en die financieel steunt op het enorme kapitaal van de Fox Maatschappij en een rubberfirma. Die twee firma's hebben belang bij een republikeinse heerschappij in Indonesie omdat ze zakelijke contracten met de republikeinse regering hebben afgestoten. Tegenover de stortvloed van-kostbaar propagandamateriaal, die deze firma's over Amerika uitgieten, stelt de Nederlandse regering harerzijds niets dan een minimum aan voorlichting". Met grote heftigheid vervólgde Julian: „Zegt u het Nederlandse volk, dat ik tot de overtuiging ben gekomen, dat de republikeinse leiders niets anders hebben gedaan en nog -loen, dan hun eigen volk uitbuiten en beroven. Het Nederlandse publiek moet niet langer dulden dat de republikeinse leiders het Indonesische volk, dat door Nederland zelf is opgevoed tot een beschaafd volk. terugwerpen in de m"dder". Voor Indonesie is de enig juiste oplossing een plebisciet. En dat is juist, wat de Indonesiers zelf willen", aldus „De Zwarte Adelaar".

Volgens te Nanking binnengekomen berichten zijn gistermorgen te Peiping de vredesonderhandelingen tussen de Chinese communisten en een regeringsdelegatie begonnen. Uit berichten uit Tsjinkiang blijkt, dat de communistische legers langs de noordelijke oever van de Jangtse begonnen zijn terug te trekken. Een te Nanking verschijnend blad schrijft, dat binnen enkele dagen officieel het bevel „staakt het vuren" zal worden gegeven. , De vredesonderhandelingen zullen verlopen op basis van de acht vredesvoorwaarden, die door de communistenleider Mao Tse Toeng zijn opgesteld. Alleen op die voorwaarden zijn de communisten bereid te onderhandelen, zo wordt gemeld. Generaal Tsjoe en Lai, de voornaamste communistische afgevaardigde, die de regeringsdelegatie dit mededeelde, zei voorts, dat de communisten over de militaire kracht en de politieke invloeo beschikten om geheel China te nemen, zo wordt uit gewoonlijk betrouwbare bron te Nanking vernomen.

De commissie voor buitenlandse betrekkingen van de Amerikaanse senaat is gisteren in besloten zitting bijeengekomen om zich op de behandeling van het Atlantische Pact voor te bereiden. Men verwacht, dat president Truman het verdrag spoedig ter ratificatie aan de Senaat zal voorlegèen, doch enige vertraging is mogelijk, daar hij tegelijk zijn voorstellen voor een program van militaire hulp aan het buitenland zal indienen.. Men moet er tevens rekening mee houden, dat de senaat verre op zijn rooster ten achter is wat betreft wetgeving op sociaal gebied (het „fairdeal" program) en het kan maanden duren alvorens de senaat het verdrag heeft geratificeerd. Ratificering van het pact doör het huis van afgevaardigden is niet vereist, doch wel zal he* huis het program voor militaire hulp moeten goedkeuren. Men verwacht, dat dit program, dat volgens sommige waarnemers 2 milliard dollar zal omvatten. in het congres op meer oppositie zal stoten dan de formele ratificering van het Atlantische Pact.

Tien Europese landen hebben het visum voor Amerikanen afgeschaft, aldus heeft het bureau voor de internationale handel van het Amerikaanse departement van handel medegedeeld. De bedoelde landen zijn: Groot-Brittannië, Noorwegen, Zwitserland, Zweden, Denemarken, Nederland, België. Luxemburg, Italië en Frankrijk. Voor de burgers van de genoemde landen zal tevens van Amerikaanse zijde geen betaling voor visa meer gevraagd worden.

KRAVCHENKO HEEFT GEWONNEN. Tijdens de zitting van Maandag in Parijs, hoort de schrijver van „Ik verkoos de vrijheid" (geheel rechts), gespannen het vonnis aan tegen het communistische blad „Les Lettres Frangaises".

In de Nederlandse pers te Batavia is een document afgedrukt, waaruit blijkt, dat de voormalige eerste secretaris van de Commissie van Goede Diensten, een Australiër, door de republikeinse regering betaald werd. Het document, dat naar men veronderstelt, bij de bezetting van Djokja in Nederlandse handen is gevallen, is een brief die ondertekend werd door de eerste secretaris, Timperely en gericht is aan de premier van de Republiek, Mohammed Hatta. Timperely deelt hierin mede, dat er voorbereidingen getroffen zijn voor een republikeinse emigranten-regering, die in India geformeerd zou worden, wanneer Nederland ertoe over mocht gaan de Republiek aan te vallen. Een zegsman der Verenigde Naties weigerde commentaar te leveren op iess • ov>tdekking, aldus een United Press-bericht uit Batavia. Men vernam echter, dat Timperely die raadgever was van de Chinese regering, kort na zijn terugkeer uit ïndonesic de Verenigde Naties verlaten heeft. Een Nederlands zegsman zei met betrekking tot deze publicatie, dat dit het pure bewijs was, dat er onder het nersoneei van de commissie van Goede Diensten mensen waren, die meer belang stelden in de Republiek dan in een juiste oplossing van het Indonesisch geschil In de brief die op vier November sredateerd was, stond o.m.: „Ik krijg de indruk, dat de regering van India bereid is alle mogelijke hulp te verstrekken, met uitzondering van militaire bijstand. Ik opperde de mogelijkheid van de

vorming van een republikeinse regering in India, wanneer Nederland de Republiek zou aanvallen. Hij zeide, dat dft geen moeilijkheden zou opleveren. Ik deelde Nehroe mede, dat ik geheel op eigen initiatief handelde en niet op verzoek van de Republiek en polste hem tenslotte over de mogelijkheid van financiele hulp. Ik ben zeer tevreden over Nehroe's gunstige reactie." De pers wees op het einde van de brief; waarin Timperely meedeelt, dat hij zo gauw de gelegenheid zich voordoet aan de Republiek zal mededelen, hoe de toestand in de Verenigde Naties zich ontwikkelt. Gemeld werd nog, dat de brief door Timperely geschreven zou zijn terwijl hij op weg was van Indonesie naar de Verenigde Naties, die te Parijs bijeen waren.

De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indonesië zijn gerapporteerd: Koninklgke Landmacht: Gesneuveld 24 Maart: sold. L. Stoel, uit Ellemeet (Z.); 25 Maart: sold. W. Bankersen uit Oudkarspel (gem. Langedijk, N.H.). Koninklgke Marine: Overleden t.g.v. oorlogsverwonding op 2 April: mar. P. J. B. Garthoff uit Amsterdam. Koninklijk Ned. Ind. Leger: Gesneuveld 11 Maart: vrijw. dienstpl. sold. Abdoe; 13 Maart: Man. sold. J. Bintahg; Man. sold. L. Kaawoan; Man. sold. K. Moningka; Amb. sold. P. Hiariej; Amb. sold. A. Noija. Gesneuveld 13 Maart: Amb. sold. E. Seipattiratu; Amb. sold. S. Usmanij; Soend. sold. Joesoef; Tim. sold. H. Newaoema; Man. korp. C. Pangemanan; Jav. sold. Samat. Gesneuveld 15 Maart: Jav. sold. Seman; 16 Maart: Amb. sold. A. M. Suripattij; Amb. sold. J. J. Wenno; IV Maart: Amb. serg. D. Muskita; 19 Maart: Soend. korp. Saata en Soend. sold. Mamat, allen afkomstig uit Indonesië.

De Amerikaanse Senator Frank Graham heeft de „Nederlandse en Russische imperialisten" er van beschuldigd de oorlog in Indonesië te hebben aangesticht en hen verantwoordelijk gesteld voor het daar vergoten bloed. Hij zei in een lijvig rapport dat het Indonesische geschil het bestaan van de Uno bedreigt en een inbreuk betekent op de wereldvrede. Senator Graham, die thans met longontsteking in een ziekenhuis ligt, heeft in 1947 en 1948 deel uitgemaakt van de C.G.D. en zijn in Indonesië opgedane ervaringen vastgelegd in het thans gepubliceerde rapport van 69 pagina's. Het falen van de vredespogingen weet hij in de eerste plaats aan „de Nederlandse financiële, imperialistische en militaire combinatie welke het Nederlandse volk misleidt en op 1 verkeerde manier vertegenwoordigt en in de tweede plaats aan dè Russische dictatoren die het Russische volk misleiden en op verkeerde wijze vertegenwoordigen".

Gisteravond is te Flushing Meadows het tweede gedeelte van de Algemene Vergadering der V.N. geopend. Het eerste gedeelte werd het vorige jaar te Parijs gehouden, waar de gehele agenda niet kon worden afgewerkt. Ongeveer twintig kwesties moesten nog worden besproken. Twintig ministers van buitenlandse zaken woonden gisteravond de opening van dit 2e gedeelte bij.

Van Langenhove in politieke commissie Dr Herbert Evatt, de Australische minister van buitenlandse zaken, sprak als voorzitter een openingsrede uit. waarin hij het lidmaatschap van de V.N. en de daaruit voortvloeiende verplichtingen als toonaangevend stelde ten aanzien van alle andere door de betrokken staten aan te gane verbintenissen. Nadat de Belg Fernand van Langenhove zonder tegenstem tot voorzitter was benoemd van de politieke commissie der Assemblee, in welke functie hii Paul Henri Spaak opvolgt, werd de zitting verdaagd. In Nederlandse kringen te Flushing Meadows wordt veel betekenis gehecht

aan de verkiezing van Van Langenhove tot voorzitter der politieke commissie, in vérband met het feit, dat de politieke commissie de Indonesische kwestie zal moeten behandelen, indien de bestuurscommissie aan het verzoek van India en Australië voldoet om het onderwerp op de agenda te plaatsen. De bestuurscommissie heeft nog geen beslissing hieromtrent genomen. De vier nieuwe agenda-punten zijn de volgende: Het verzoek van Israël om tot de Verenigde Naties toegelaten te worden. Het onderzoek" naar de veroordeling van kardinaal Mindszenty. De Indonesische kwestie. Het verzoek van Ceylon om toetreding tot de UNO dat in de Veiligheidsraad door Rusland met een veto verhinderd werd. „

(Van onze Haagse corr.) Omtrent de plannen voor keuring van de zogenaamde oorlogslichtingen 1941 tot en met 1943, vernemen wij nader, dat dat niet betekent, dat deze lichtingen eerdaags onder de wapenen zullen worden geroepen. Het ligt wel in de bedoeling een aantal technici en, medici van deze lichtingen op te roepen. In totaal is dit echter slechts een beperkt aantal personen. Naar ons van bevoegde zijde wordt verzekerd, kan van een masale inlijving geen sprake zijn, omdat er geen plaats voor zou zijn. Wel schijnt het in de bedoeling te liggen aandrang uit te oefenen om de betrokken lichtingen bij de Nationale Reserve te doen inschrijven, met het vooruitzicht, dat zij dan later, bij eventuele opkomst als gewoon dienstplichtigen, zullen worden vrijgesteld. Deze methode wordt in Haagse politieke kringen sterk gecritiseerd.

De voorzitter van de bijeenkomst Federal Overleg heeft op de vergadering der B.F.O. van heden medegedeeld, dat dr. Van Royen 11 April te Batavia verwacht, wordt.

De ministers van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk hebben gisteren een duidelijk antwoord gegeven op de „rebellerende actie", die de sociaaldemocraten in de wetgevende vergadering van Bonn voeren. In een kort memorandum, dat door geallieerde verbindingsofficieren aan de vergadering is overhandigd, wordt te verstaan gegeven dat de Westelijke bezettingsmogendheden vasthouden aan een federalistische regering voor de West-Duitse staat. Het in kalme maar niettemin duidelijke bewoordingen gestelde memorandum, wordt beschouwd als het antwoord van de Westelijke mogendheden op de sociaal-demoératische verklaringen dat de wetgevende vergadering van Bonn een grondwet zal ontwerpen „zoals die door de Duitsers gewenst wordt", met inbegrip van een aanzienlijke centralisatie der bevoegdheden.

Tumult in het Lagerhuis

In het Britse Lagerhuis is het Dinsdagavond bijna tot 'n handgemeen gekomen na een heftig debat over de opterende vleesvoorraden. Het debat ging over een motie van de oppositie ter vermindering van het salaris van de minister van voedselvoorziening, John Strachey. De plaatsvervangende leider van de oppositie. Anthony Eden. had de regering „volledige steun" aangeboden, inzake de huidige critieke onderhandelingen over vleesleveringen met Argentinië, doch sommige conservatieve sprekers beschuldigden de regering er van al te zeer op een goed handeltje uit te zijn. Verschillende Labourleden namen een dreigende houding aan tegenover leden van de oppositie en enkele conservatieven hielden een Labourlid tegen, dat poogde naar de „backbenches" van de oppositie te gaan. Strachey beschuldigde de oppositieleden, die critiek geleverd hadden, er van. hun „politieke vooroordelen" zwaarder te laten wegen dan hun vaderlandsliefde. HieroD klonken van beide zijden van het Huis boze uitroepen en de conservatief Martin Lindsay stelde de vraag, of het „een voormalig lid van de fascistische partii wel past, onze vaderlandsliefde verdacht te maken?" (Strachey was lid van de „nieuwe partij", die in het begin van de dertiger jaren door dissidenten van de Labourpartij werd gesticht onder leiding van Sir Oswald Mosley. Toen Mosley openlijk tot een pro-fascistische politiek overging verliet Strachey de partij). , , Lindsay trok zijn gezegde in, toen Strachey had gezegd, dat die woorden „niet op feiten berustten", doch de rest van de rede van de minister ging teloor in het tumult. De motie van de oppositie werd verworpen met 247 tegen 185 stemmen. Na de bekendmaking van deze uitslag werd door leden van de oppositie luide geroepen: „aftreden".