De minister-president, dr. W. Drees, heeft hedenmiddag te 1 uur een radiorede gehouden voor Hilversum 1, naar aanleiding van Koninginnedag, welke dit jaar voor het eerst op 30 April gevierd wordt.
Koningin Juliana, aldus de ministerpresident, heeft nu de zware maar schone taak, die haar deed zeggen: „wie ben ik, dat ik dit doen mag", reeds 8 maanden vervuld. Het zijn maanden van grote moeilijkheden en diepe zorg geweest, maar voor ik verder daarvan gewaag moge ik allereerst uit naam van het Nederlandse volk de wens uitspreken, dat, welke ook de staatszorgen zijn, deze 40e verjaardag in de gelukkige kring van het Koninklijk gezin een ongestoorde vreugdedag moge wezen, en dat het komende jaar, waarin ook het 12i/ 2 -jarig huwelijksfeest van Koningin en Prins zal vallen, daarmede in overeenstemming zal zijn. Dr. Drees herinnerde, er vervolgens aan, dat het lot van het vorstelijk gezin onverbrekelijk verknocht is geweest met wat ons land betrof. Daarbij wees hij op de oorlogsjaren. En wijzend op de taak van Hare Majesteit sprak de minister-president o.a. over de Benelux, het Marshallplan, het Atlantisch Pact. Nederland is bereid, al kan zijn bijdrage verhoudingsgewijs slechts klein zijn, zijn taak tussen de volkeren naar vermogen te vervullen. Bovenmatig moeilijk is gebleken de verwerkelijking van nieuwe verhoudingen tot de Overzeese Gebiedsdelen, waartoe Nederland zich bij de grondwetsherziening in beginsel heeft verbonden. Niet ten opzichte van Suriname en de Antillen. Wij mogen aannemen, dat daar de ontwikkeling naar zelfstandigheid, die reeds ver is gevorderd, in afzienbare tijd langs normale wegen zijn afsluiting zal vinden. Dit zal aan de in deze gebieden in het algemeen reeds zo sterke binding aan de Kroon, waarvan ook tijdens de oorlog bleek bij de bezoeken, door Prinses Juliana er gebracht, nog ten goede komen. Nederland weet, al wordt het in de wereld misverstaan, dat het niet de hopeloze poging bedoelt te ondernemen om oude koloniale verhoudingen te herstellen. Het wil het Koninklijk woord gestand doen, dat ook Indonesië vrij zijn eigen weg zal kunnen bepalen, waarbij samengaan met Nederland zal plaats hebben op voet van gelijkheid. Het wil niet blijvend zijn zonen in Indonesië onder de wapenen houden. Ook de regering weet met hoeveel verlangen ouders, echtgenoten, verloofden, uitzien naar de terugkeer van wie zo lang wegblijven en aan zoveel gevaren blootstaan. Wij beogen niet anders dan een overgang t,e verkrijgen, die leidt tot werkelijke vrijheid voor alle Indonesische volken, gepaard gaande met veiligheid en rechtszekerheid. Moge het de Koningin gegeven zijn, zo ging de minister-president voort, de pogingen, die op het ogenblik weer ondernomen worden om overeenstemming te bereiken, eindelijk tot een goed resultaat te zien leiden en moge dan straks
blijken, dat de samenwerking' in een Nederlandslndonesische Unie onder de Kroon van het Huis van Oranje, beide volkeren ten zegen zal zijn. Wat in Nederland sinds de bevrijding is tot stand gebracht mag gezien worden. Er is hard gewerkt. Er is ook veel bereikt. Nog echter zijn wij aangewezen op buitenlandse hulp. Nog zouden wij het tegenwoordig voor velen nog zo sober levenspeil niet kunnen handhaven uit eigen kracht. En willen wij de nijpende woningnood sneller lenigen en bovendien voorzien in wat nodig is om straks aan onze snel groeiende bevolking arbeid te blijven waarborgen, dan zal er nog stevig moeten worden aangepakt. Dan zal ook zelfbeperking op allerlei gebied geboden zijn. Deze zelfbeperking en die arbeid moeten de voorwaarden scheppen, waaronder aller lot straks beter verzekerd zal zijn. Indien offers gevraagd worden als waarvan Koningin Juliana in dit verband bij haar inhuldiging sprak, dan worden zij gevraagd van een vrij volk en mede terwille van het behoud en het verzakeren van die vrijheid. Zij worden gevraagd als uiting van gemeenschapszin. Zin voor de gemeenschap met het eigen volk, met de rijksgenoten en met de volken der wereld. Als uiting ook van het sterke verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, waartoe Koningin Juliana opriep. Koningin Juliana is zelf het levend voorbeeld van plichtsvervulling. Zoals vroegere Oranjevorsten ons volk voorgingen in de strijd tegen Spaanse en Franse overheersing, is zij met haar Moeder, thans Prinses Wilhelmina, en met Prins Berhhard een voorbeeld geweest in de strijd voor on?e bevrijding Thans is zij weer een voorbeeld én als moeder een taak, gelijk zij zeide, even belangrijk voor een koningin als voor iedere andere vrouw én als koningin. Moge zij gezegend worden én in haar gezin, én in haar koninklijke taak. Nederlandse verliezen in Indonesië De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indonesie zijn gerapporteerd: Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 24 Febr. sold. C. Rietveld uit Rijswijk (Z.H.); 4 April sold. J. A. Vermaas uit Oud Beyerland; 11 April korp. A. F. Hilgerink uit Almelo; 12 April huzaar J. F. A. M. de Beer uit Nistelrode (N.Br.); 2e lt. K. J. M. Bloemen uit Venlo; solo. N. J. D. Theuns uit Hilversum; 13 April sold. J. C. van Erp uit Waspik (N.B.); sold. C. F. M. van Kleef uit Boxtel; 16 April sold. J. H. M. Nederveen uit Helmond; 17 April sold. P. J. Lennertz uit Maastricht; sold D. Meijerhof uit Groningen; 19 April sold. J. H. W. Dekker uit Kampen; 20 April serg.-majoor H. W. Bos uit Wassenaar; huzaar A. Bosman uit Aalsmeer; sold. J. H. Dolman uit Apeldoorn; 21 April sold. F. Jonkers uit Zutphen; 22 April sold. J. M. van der Erve uit Amsterdam. Gesneuveld, datum onbekend (na vermissing): sold. J. J. Tegelaar uit Leiden.
"Radiorede dr. Drees De eerste Koninginnedag op 30 April KONINGIN JULIANA: een voorbeeld van plichtsvervulling". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
De politie van Kairo heeft in een arbeiderswijk een groot geheim wapenarsenaal opgegraven. Er zijn geen officiële cijfers bekend gemaakt, doch men gelooft, dat onder meer twee millioen patronen en enige veldkanonnen zijn gevonden. Twaalf personen zijn gearresteerd. In de zelfde wijk heeft zich kort geleden een vuurgevecht tussen de politie en leden van de Mohammedaanse broederschap afgespeeld. De hoofdcommissaris van politie deelde verslaggevers mede, dat de vangst 25 stuks veldgeschut, waaronder Vickers Armstrongkanonnen en Duitse 25 ponders, massa's geweren en revolvers van Duits en Italiaans fabrikaat, 500 handgranaten, 2 millioen munutiegordels een ton dynamiet, een grote hoeveelheid schietkatoen, 10 grote vaten zwavelzuur en 5 tijdbommen omvatte De politie ontdekte tevens „een fabriek voor de vervaardiging van draagbare wapens", alsmede een werkplaats, radiozender, kaarten van Caïro, politie- en legeruniformen en handboeken over guerilla-methoden. Volgens de politie behoorden de 12 gearresteerden tot de verboden Mohammedaanse broederschap, onder de gevonden documenten zou zich een kwitantie bevinden, getekend door sjeik Hassan el Banna, opperleider van de broederschap, die in het begin van dit jaar werd vermoord. De politie verklaart m het bezit te zijn van gegevens over deze moord.
"Geheim wapendepot in Caïro ontdekt O.a. 25 stukken veldgeschut". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Zaterdagavond tot Zondagavond. Bijna overal droog. Koude nacht met weinig bewolking, weinig wind en op vele plaatsen nachtvorst. Morgen overdag toenemende bewolking maar nog vrijwel overal droog weer. Zwakke tot matige Westelijke wind. Iets hogere temperatuur dan vandaag. Zondag 1 Mei: Zon op 5.11 — onder 20.04 Maan op 6.15 — onder — Maandag 2 Mei: Zon op 5.10 — onder 20.05 Maan op 6.55 — onder 0.18
"Weerbericht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
Gisteren was het vier jaar geleden dat grote aantallen geallieerde bommenwerpers voor het eerst met vreedzame bedoelingen over Nederland raasden. In plaats van bommen suisden containers met voedsel uit de licht. Voedsel, dat uitkomst bracht voor tienduizenden uitgehongerde, hol-ogige Nederlanders, die hun laatste krachten opbrachten voor het inzamelen van dit voedsel. Dat was de da>r waarop ieder, die nog juichen kon, juichte, ieder, die nog schreien kon, zijn tranen de vrije loop liet. Op dat historisch ogenblik vloog de heer H. George Franks, die in 1945 als oorlogsverslaggever werkte voor het Nederlands Nieuwsagentschap Anep/ Aneta en thans Reuter-correspondent in Den Haag is, als enige ïournalist mee bij deze „voedsel-aanval De heer Franks was zowel om zijn kleine gewicht als om zijn journalistieke capaciteiten uitgekozen om van dit voor Nederland grootse gebeuren van de lucht uit getuige te zijn. Tijdens deze eerste voedselregen werd in Den Haag een jongen geboren. Dat is Johannes Cornelis de Weger, thans een blozende vierjarige blonde krullebol, die gisteren van „Oom George" een pakje uit de lucht kreeg toegestuurd. De heer Franks herhaaldè gisteren namelijk zijn vlucht van vier jaar geleden. Bii dit pakje zat een brief, waarin de heer Franks, hem feliciteerde en vertelde van het grootse uur, waarin hij geboren werd. „Om ervoor te zorgen." zo schrijft de heer Franks, „dat je niet zult vergeten, wat jij als lid van het jongere geslacht schuldig bent aan je ouders, je familie en je Nederlandse buren en landgenoten, stuur ik je dit cadeautje, dat jou altijd het verhaal zal vertellen van de moed die ie land heeft getoond. Ik hoop dat ie een plezierige verjaardag zult hebben."
In het pakje zat een herinneringstegel aan de voedselregen, de „fooddropping". waarop een moeder en een kind in een Nederlands weidelandschap bij rijzende zon staan afgebeeld. Zij wuiven naar een overvliegende grote bommenwerper, die zijn zegenrijke lading lost. „Voedsel-VredeVrijheid, 29 April—5 Mei 1945", luidt het opschrift. Tegen twee uur passeerde het vliegtuig. waarin de heer Franks ditmaal gezeten was, de Nederlandse kust ten Zuiden van Hoek van Holland. Het vliegtuig nam dezelfde route als de Lancaster, waarmede hij vier jaar geleden vloog. Via Rotterdam, Schiedam en Delft koerste het vliegtuig naar Ypenburg. Boven dit vliegveld wierp de Engelse journalist, percies om twee uur het verjaarsgeschenk voor Jan de Weger van ongeveer 700 voet hoogte uit het toestel. Deze ..dropping" geschiedde dus extact vier jaar nadat de eerste container met voedsel op de bodem van Ypenburg neerplofte.
Het pakket werd dadelijk opgehaald door de stationschef. van Ypenburg en vervolgens door een der Nederlandse collega's, die vier jaar geleden de telegrammen van de heer Franks over de voedselregen boven West-Nederland bij Anep-Aneta te Eindhoven binnenkregen vertaalden en naar de toen bestaande dagbladen en radio „Herrijzend Nederland" doorseinden, naar de kleine jarige gebracht. Hansje de Weger keek verlegen naar de fotografen en journalisten, dlo op zijn verjaardag de gezelligheid kwamen verstóren.' Oma moest haar bril halen om de verjaarsbrief van de heer Franks voor te lezen. Hansje luisterde zoet en snapte er kennelijk niet veel van. Toen de herdenkingstegel te voorschijn kwam werd hem gevraagd of hij die mooi vond.. „Nee," zei Hansje en tegelijk flitsten de fotolampen. Zijn moeder echter vond het een leuke herinnering en plaatste de tegel op de schoorsteenmantel. Hansje bleek zielsgelukkig met de doos, waarin zijn uit de lucht gevallen cadeautje verpakt was geweest. Hij ging er zijn kleurpotloden in stoppen. Bij het afscheid is Hansie vrii wat. minder verlegen, dan in het begin. „Kom maar eens terug" zei hij.
HANSJE DE WEGER neemt zijn verjaarspresent.ie in ontvangst
"De voedselregen, vier jaar geleden Een verjaardagsgeschenk uit de lucht.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
Twee Nederlandse meisjes voldeden aan de talloze eisen, die Amerika stelt aan een stewardesse: ze dragen geen bril, ze zijn niet verloofd, niet jonger dan 21 en niet ouder dan 28, niet groter dan 1.70 meter en niet kleiner dan 1.58 meter en tenslotte wegen ze minder dan 128 pond. Wat het gewicht betreft kennen de Amerikanen slechts een limiet naar boven. En zij werden uit 2300 Europese sollicitanten, tezamen met nog 6 andere meisjes (3 uit Engeland, 2 uit Scandinavië en 1 uit Frankrijk) uitverkoren door de American Overseas Airlines om te worden opgeleid tot stewardesse op het Europese vliegnet van deze Amerikaanse luchtvaartmaatschappij tegen een salaris van f 399 per maand. Het zijn de 23-jarige Betty van der Burg uit Den Haag, die tot verleden week toe werkzaam was bij de Nederlandse ambassade in' Londen, en de 22jarige Jetty Verselewel de Witt Hamer uit Noordwijk, voor wie dit de eerste betrekking is. Maar onder de 2300 sollicitanten bevonden er zich honderden, die aan de bovengenoemde voorwaarden beantwoorden en die toch niet gekomen werden. De nieuwbenoemde acht Europese stewardessen hebben allen een grote talenkennis. Jetty spreekt bijvoorbeeld behalve Nederlands niet alleen de drie moderne talen, maar ook Deens, Noors en Zweeds, dank zij het feit, dat ze lange tijd in Scandinavië heeft gewoond. Bij Betty is de talenlijst minder indrukwekkend, al prijken daarop wel Frans, Duits en Engels. Jetty heeft een gymnasiale opleiding genoten, Betty een mulo en een huishoudschool. Naar godsdienst informeerden de Amerikanen niet en ook niet naar ras, al staat op beider visum „blank" genoteerd in het vakje onder „ras". Ook aan de condities van een ruime talenkennis voldeden nog vele andere gegadigden, zeker tientallen van de 250 Nederlandse meisjes, die zich onder de sollicitanten bevonden. En als u nu aan de Europese personeelschef
van de A.O.A., de aSnsfs'Ksan Peter Thorne vraagt, waarom dan toch Jetty en Betty zijn uim.■•■.«'.■renen zijn, dan antwoordt hij: ..Dat is een kwestie van personajity". Waarmee hij dus te kennen dat Betty en jetty iets meer van de gewenste vlotte persoonlijkheid bezitten dan de andere meisjes. De 8 nieuwe stewardessen reizen nu naar Amerika om in Chicago een opleiding van 6 wekea'-ié krijgen, waarna zij .-.uilen terug :cerén naar Europa en daar in verschillende landen zullen worden gest'ationneerd. De A.O.A. is er niet in geslaagd in de Verenigde Staten de geschikte stewardessen te vinden voor de Europese lijnen. De nieuwe Nederlandse stewardessen zijn beiden slanke, blonde meisjes, die door Peter Thorne getest zijn op kleurenblindheid, maar niet op eventuele luchtziekte.
"TWEE NEDERLANDSE MEISJES NAAR AMERIKA Uit 2300 sollicitanten gekozen door de American Overseas Airlines.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
lacob Malik, de Sovjet-Russische gedelegeerde bij de Verenigde Naties en Dr. Jessup, de Amerikaanse reizende ambassadeur voor internationale onderhandelingen, zijn gisteravond in het hoofdkwartier van de Sovjet-delegatie bij de V.N. te New York aangekomen. Men verwacht, dat Malik aan Jessup een tijdschema voor de opheffing van de Berlijnse blokkade en het begin van de zitting van de raad der ministers van buitenlandse zaken der grote vier heeft overhandigd.
Er zouden zich geen moeilijkheden hebben voorgedaan Jessup en Malik hadden een onderhoud van 2 en een half uur. Na afloop van de bijeenkomst weigerde Jessup een verklaring af te leggen voordat hij zich in verbinding gesteld
had met het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken. Jessup zag er opgewekt uit en glimlachte toen hij het gebouw van de Sovjetrussische delegatie verliet. De verslaggevers deelde hij mede, niet te weten of er nogmaals een bespreking met de Russen zou worden gehouden en ook niet of hij nog in New York zou blijven. Het was hem evenmin bekend of er later nog een of andere mededeling zou worden verstrekt. Een Amerikaanse woordvoerder verklaarde, dat Jessup eerst verslag wilde uitbrengen aan het state department en daarna „met de Britse en Franse gedelegeerden zijn onderhoud met Malik wenste te bespreken". Naar men meent te weten, bevestigde Malik eerst officieel de door Moskou gestelde voorwaarden voor de opheffing der blokkade, die Malik bij zijn laatste onderhoud met Jessup mondeling mededeelde. Deze voorwaarden zijn: 1. De gelijktijdige opheffing van de Oostelijke en Westelijke beperkingen en 2. het vaststellen van een datum voor een bijeenkomst van de raad van ministers van buitenlandse zaken. Malik zou vervolgens het opstellen van een tijdschema hebben voorgesteld. Jessup zou, zo meent men te weten, hierop geantwoord hebben, dat dit beter gedaan kon worden op een mogelijk de volgende week te houden bijeenkomst der vier mogendheden. Van gezaghebbende zijde werd vernomen, dat op de bijeenkomst van Vrijdagavond zich geen nieuwe moeilijkheden zouden hebben voorgedaan. Wel zou de coördinatie van de opheffing der blokkade aan beide zijden zorgvuldige uitwerking vereisen. Een officiële woordvoerder verklaarde, dat de besprekingen tussen Jessup en Malik bevredigend, maar niet beslissend geweest waren. Er werd geen datum voor de volgende bijeenkomst vastgesteld, doch men gelooft, dat dit zal geschieden in het begin van de volgende week, nadat de drie Westelijke gedelegeerden de gelegenheid hebben gehad overleg te plegen met hun regeringen. DE SOLEX-MOTOR (Van onze Haagse correspondent.) Naar wij vernemen zal in de nieuwe Motor- en Rijwielwet voor het berijden van een Solex-motor, die behoort tot de categorie lichte motorvoertuigen, geen rijbewijs meer geëist worden en zal ook geen nummerbord meer vereist zijn. De Solex-motor zal onder de rijwielen worden ingedeeld.
"Onderhoud tussen Jessup en Malik Voorwaarden voor opheffing der blokkade meegedeeld". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
HET VERVOER VAN LEVENSMIDDELEN naar Berlijn werd Donderdag onderbroken, toen Russische soldaten bij verrassing de sluizen van drie waterwegen blokkeerden. Deze kanalen worden gebruikt om de goederen, welke met de luchtbrug naar het vliegveld Gatow worden vervoerd, per schip naar Berlijn te transporteren. De Britten grepen echter onmiddellijk in en bezetten de sluizen, waarna de Russen aftrokken.
"HET VERVOER VAN LEVENSMIDDELEN naar Berlijn werd Donderdag". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009
Nederland is, terwijl de internationale toestand ernstig blijft, in Europa vrijwel weerloos en de minister acht het als zijn voornaamste taak aan deze verontrustende toestand zo snel mogelijk een einde te maken. Aldus ontlenen we aan de Memorie van Antwoord op het voorlopig verslag van de Commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over de begroting van Oorlog. De minister is voorts overtuigd geraakt van de wenselijkheid dat de leiding der defensie-aangelegenheden in één hand blijft en hij acht samenvoeging van de ministeries van Oorlog en van Marine tot een ministerie van Landsverdediging uiteindelijk de beste oplossing.
De militaire bijdrage voor West-Europa De minister deelt mede, dat zal worden ingesteld een directoraat voor de Western Union-defensie aangelegenheden, ter verzekering van de nodige coördinatie op dit terrein. De militaire bijdrage van Nederland in W.-Europa zal te land en in de lucht in hoofdzaak het volgende moeten omvatten: a. Landmacht: Een bescheiden veldleger, bestr inde uit enkele divisiën, met de nodige korpstroepen en reserves; Territoriale troepen voor inwendige veiligheid, territoriale verdediging en bescherming tegen overvallen uit de lucht; Luchtdoelartillerie en luchtdoelzoeklicht voor de luchtverdediging van het binnenland; Troepen voor de aan- en afvoer. b. Luchtmacht: Een»aantal squadrons dagjagers en nacht jagers, zomede enige squadrons tactische luchtmacht ter ondersteuning van het veldleger, zomede de bij vorenbedoelde squadrons behorende viiegbases: , de nodige radarstations als onderdeel van een ~ gecoördineerd WestEuropees systeem voor alarmering; de luchtwachtdienst; de nodige magazijnen en werkplaatsen. Rekening houdende met de personeelsbehoeften van de koninklijke marine, de luchtstrijdkrachten, de luchtdoelbestrijding en hetgeen voorshands voor Indonesie nodig zal blijven, zullen per jaar omstreeks 2/3 divisie en de nodige korps- en luchtverdedigingstroepen
kunnen worden gevormd. De verwezenlijking van vorenbedoeld in grote lijnen aangegeven plan, zal een zo volledig mogelijk gebruik van de jaarlichting dienstplichtigen noodzakelijk maken, waarbij voor de territoriale troepen in dè toekomst de oudere lichtingen zullen worden bestemd, doch voorshands zal moeten worden gebruik gemaakt van de nationale reserve. Indien de aanmelding onvoldoende zou blijken, zou moeten worden overwogen terug te grijpen op een deel der lichtingen 1941 t.m. 1944, waarvan alsdan een summiere geoefendheid voor territoriale taken zou' moeten worden gegeven. Het benodigde aantal lichtingen zal gelijk zijn aan dat van voor 1940, n.1. 15, als volgt verdeeld: 1 in opleiding, 2 tot en met 7 voor het veldleger, 8 tot en met 13 voor de territoriale troepen, 14 en 15 bestemd voor de depots. Zolang uit nieuwe lichtingen nog geen voldoend aantal divisies is gevormd, zal de plaats daarvan zo spoedig mogelijk moeten worden ingenomen door uit Indonesië repatrierende troepen. Het zal daartoe onvermijdelijk zijn hen enige tijd na terugkeer door middel van herhalingsoefeningen te herscholen voor een Europese gevechtstaak, die zo geheel afwijkt van de politionele taak, die door hen in Indonesië werd verricht. De minister staat daarbij aanvankeiijk een duur dier herhalingsoefeningen van zes weken voor ogen; het behoeft geen betoog, dat de minister er zich van bewust is, dat het tijdstip van opkomst zodanig moet worden gekozen, dat daarbij ten volle rekening wordt gehouden met het belang der gerepatrieerden om, in verband met de gezondheids-, studie-, beroeps- en gezinsbelangen, dit tijdstip zo laat mogelijk bepaald te zien. Tot het vervullen van de eerste oefening zijn van de lichtingen 1945, 1946, 1947 en 1948 in werkelijke dienst opgeroepen resp. 39.428, 37.431, 40.185 en 42.457 man. Tot het vervullen van dé eerste oefening van oudere lichtingen dan de lichting 1945 zijn in werkelijke dienst opgeroepen lichting 1941: 301, lichting 1942: 222, lichting 1943: 355 en lichting 1944: 2.455. De berekende sterkte van de lichting. 1949 bedraagt: 38.270 man. ' Ten aanzien van de sterkte van de volgende lichtingen kan worden medegedeeld, dat de regering overweegt deze te bepalen op ongeveer 50.000 man. Militaire plechtigheden op 4 Mei. Evenals vorige jaren zullen op 4 Mei a.s. van militaire zijde in verschillende delen van het land plechtigheden worden georganiseerd ter herdenking van allen die in de jaren 1940—1945 voor de bevrijding van het koninkrijk zijn gevallen. Ook dit jaar zal de centrale herdenking op de Grebbeberg plaats vinden en wel op 4 Mei des morgens te 11.00 uur. Namens Hare Majesteit zal er een krans gelegd worden. Aan deze plechtigheid zullen voorts deelnemen deputaties en detachementen van de Kon. Landmacht van voor 1940 — in het bijzonder van het 8e Regiment Infanterie, dat op de Grebbeberg streed —, de Binnenlandse Strijdkrachten, de Prinses Irene-Brigade, de Koninklijke Landmacht, de Luchtstrijdkrachten en het Koninklijk Ned. Indisch Leger. De minister van Oorlog, mr. W. F. Schokking, zal een kort.i herdenkingsrede uitspreken. Behalve op de Grebbeberg wordt in elk der vier militaire gewesten een plechtigheid gehouden n.1. op de Dreef te Haarlem, nabij het monument vobr de gevallenen, te Doetinchem, Vlissingen en Meppel. De koopvaardijvloot onder Nederlandse vlag. De totale Nederlandse vloot bedroeg blijkens met Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 Januari j.1. 9ü5 schepen met 'n tonnage van 2,558.566 brt. Hierbij gevoegd de Indonesische vloot bestaande uit 48 schepen (68.611 brt.) en de vloot der Nederlandse Antillen en Suriname (74 schepen met 131.614 brt.) was de totale vloot onder Nederlandse vlag groot 1087 schepen met een totale inhoud van 2.738.791 brt. De vergelijkende cijfers per 1 Januari 1948 waren als volgt: Totaal Nederlandse vloot 871 schepen, 2.084.449 brt., totaal onder Nederlandse vlag ,1116 schepen, 2.552.165 brt., per 1 Januari 1947 totaal Nederlandse vloot 812 schepen, 1.693.884 brt., totaal onder Nederlandse vlag 1040 schepen, 2.098.013 brt., per 1 Januari 1940 totaal Nederlandse vloot 922 schepen, 2.361.388 brt., totaal onder Nederlandse vlag 1230 schepen, 2.895.098 brt. Onder de totale Nederlandse vloot per 1 Januari j.1. bevonden zich 268 stoomschepen (1.294.330 brt.), 614 motorschepen (1.243.268 brt.) en 83 zeilschepen, sleepschepen en aannemersmateriaal (20.968 brt).
"Nederland vrijwel weerloos Een ministerie van landsverdediging ?". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/04/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000058658:mpeg21:p009